Komend weekend speelt Hannu Tihinen voor het laatst op Staaien. De Fin is aan zijn afscheidstournee in België bezig, maar weet nog niet wat na Anderlecht zijn volgende halte wordt. Eerst wil hij nog eens kampioen spelen.

Na een kwartier moet Hannu Tihinen even weg voor champagne en gebak. Misschien kan hij een stukje meenemen ? “Natuurlijk”, belooft hij. Een kwartier later verschijnt de Fin terug aan de interviewtafel met twee bordjes taart. Heel attent is dat. Meteen een paar kritische vragen schrappen !

Tihinen heeft gevoel voor droge humor, is ad rem in zijn antwoorden en ook een beetje leergierig. Hij vat het gesprek aan in het Frans, schakelt over op Engels en tussendoor vallen ook een paar woorden Nederlands. “Wat is het verschil tussen wantrouwen en vertrouwen”, wil hij na het interview weten, vooral nieuwsgierig naar de betekenis van het woord wantrouwen dat een halfuur eerder viel.

Anderlecht zag hem graag nog een paar jaar in Ukkel wonen, maar dat past niet in Tihinens planning. Bijna een jaar geleden nu al gaf hij aan dat hij na afloop van zijn contract aan een andere uitdaging toe was. Tot drie keer toe deed de club hem een nieuw contractvoorstel, even vaak bedankte hij. Niet omdat hij zich niet lekker voelt in België en bij Anderlecht. Integendeel. Het is, vindt hij, gewoon tijd voor iets anders.

Hannu Tihinen : “Een van mijn beste vrienden is Yves Vanderhaeghe. Die komt uit Roeselare. Hij zegt altijd dat het een van de mooiste plekken op aarde is, maar nodigde mij nog nooit uit bij hem thuis of in de stad.”

Bijna een jaar geleden al kondigde je je vertrek aan. Waarom wil je weg ?

“Omdat ik als voetballer stilaan oud word. Wil ik nog iets anders beleven, dan is het tijd om nog eens te verhuizen naar een nieuwe competitie en een andere cultuur.”

Toen je dat voor het eerst aangaf, had je niets achter de hand.

“Nee. Dat heb ik nu nog niet.”

De meeste spelers geven een stuk zekerheid niet op voor ze weten dat ze elders onder dak kunnen.

“Misschien is dat stom van mij. Misschien neem ik een risico, dat kan. So be it. Maar er komt altijd iets anders op je af, in het leven en in het voetbal. Ik laat alles op me afkomen.”

Je kreeg onlangs nog eens een nieuw contractvoorstel. Het derde al ?

“Ach. Ze vragen het af en toe. Het gaat niet over geld. Ik voel het respect van Anderlecht. Ik leef met plezier in Brussel, ik speel heel graag voor Anderlecht, maar vier jaar volstaan. Maar ik wil hier na mijn carrière graag met mijn kinderen terugkomen om naar het voetbal te kijken.”

Geldt dat ook voor West Ham en je Noorse club ?

“Nee. Hier maakte ik veel vrienden. In Londen was ik maar een paar maanden.”

Misschien moet je net daarom nu teruggaan.

( lacht) “Ik gebruikte die paar maanden Londen goed, ook als toerist.”

Al die voorstellen om toch te blijven getuigen van veel respect voor een speler van wie men in het begin vond dat hij niet het juiste profiel had om bij Anderlecht te voetballen.

“Aardige jongens zijn jullie. Je bedoelt dat ik niet kan voetballen, hé ? ( lacht) Mijn stijl van voetballen is zo effectief mogelijk zijn.”

Voel je je soms niet een van de weinige teamspelers in een verzameling individualisten ?

“Ik weet dat individuen makkelijker opvallen in een ploeg die zich als een hecht team kan presenteren. When the team plays well, the players look better.”

Ben je soms boos als een ploegmaat zich ten koste van het team wil profileren ?

“Nee, ik ben erg easy going. Soms zeg ik wel eens iets tegen iemand. Ik heb het gevoel dat ze naar me luisteren. Ik voel respect omdat ik ook respect geef. Ik praat, maar ik luister ook naar anderen.”

Voor een verdediger maak je opvallend weinig fouten.

“Als verdediger moet je soms fouten maken, maar ik weet waar ik de grens moet trekken. Ik ben geen vuile speler, wel een irritante tegenstander. Vraag het maar na bij mijn ploegmaats hoe ik op training ben. Je moet op het randje spelen, maar er niet over gaan. Hard spelen is niet hetzelfde als vuil spelen. Soms krijg ik ook een tik, omdat ik mijn hoofd plaats waar anderen hun voet niet durven zetten. Schrik heb ik nooit. Wie schrik heeft, wordt geen voetballer.”

Wie waren je moeilijkste tegenspelers ?

Mbo Mpenza. Scoorde altijd tegen ons. Goed dat hij nu bij ons zit. Nog iemand ? Emile Mpenza. Ze spelen altijd op het randje van buitenspel.”

Wat heb je in die vier jaar geleerd ?

“In Noorwegen en Engeland zijn spitsen meestal grote, sterke jongens. Hier heb je verschillende types. Daardoor werd ik verplicht aan mijn gebreken te werken. Aan mijn snelheid, aan het spel met de bal. Technisch kan ik aardig uit de voeten, al denken jullie misschien van niet. Ik ben hier een betere voetballer geworden. Zeker weten. Klaar voor een nieuwe uitdaging, een andere competitie.”

Een hoger niveau ?

( denkt na) “Dat weet ik niet. Wat is dat, een hoger niveau ? Ik vind dat Anderlecht al een hoog niveau haalt, hoewel we er in de Champions League niet veel van bakten. Dat is blijkbaar nog een stapje hoger.”

Zou je dat aankunnen ? Wat zegt je landgenoot Sami Hyppiä, die bij Liverpool speelt ?

Sami verdient daar te spelen, hij is een uitstekende voetballer, beter dan ik. Dat blijkt ook : hij zit bij Liverpool en ik niet.”

Hoeveel concrete aanbiedingen heb je ?

“Geen. Ik houd me daar ook niet mee bezig. Ik zal me tot het einde helemaal voor Anderlecht geven, uit respect voor deze club. Op het einde van het seizoen zie ik wel.”

Heb je geen telefoontje uit Griekenland gekregen ?

“Hoe bedoel je ?”

Was Olympiacos niet in jou geïnteresseerd ?

“Vage belangstelling is er altijd. Maar concrete interesse was er niet. Voor ik naar Anderlecht kwam, werd er vaag iets in die richting gezegd.”

Waar wil je naartoe ? Naar het zuiden of terug naar Engeland ?

“Het voetbal in Engeland is van heel hoog niveau, merkte ik in die korte tijd in Londen, maar misschien ga ik wel voor een nieuwe taal en cultuur.”

Engeland is geen optie ?

“Niet mijn eerste optie.”

De Bundesliga ?

“Ook niet de eerste optie. Ik sta open voor een nieuwe ervaring.”

Wat vindt je vrouw ?

“Zij volgt me al jaren en gaat dat nog wel even doen. Ze is een intelligente vrouw, vlot in talen. Voor haar mag het ook iets anders zijn.”

Zij wil dus weg.

( gemaakt verontwaardigd) “Gaan we het hier over mijn vrouw hebben of over mij ? Zij leeft al bijna heel haar leven buiten Finland. We hoeven voor haar niet al volgend jaar terug naar Finland. Later misschien. Dan zal zij gaan werken en zal ik me meer met de kinderen bezighouden. Tenminste : daar ziet het nu naar uit. Ik ben een echte familiemens.”

Dan moet je Spanje, Duitsland en Italië uitsluiten, want daar gaat men de hele tijd op afzondering.

“Je stelt vragen waar ik nog niet bij stilgestaan heb. Eerst wil ik nog iets winnen met Anderlecht.”

Dat kan. Sinds een paar weken spelen jullie beter. Hoe komt dat ?

“De thuiszege tegen Genk was een kantelmoment. Daar voetbalden we erg compact, met een verdediging die hoog speelde, aanvallers die mee druk zetten en een agressieve aanpak over heel het veld. Op trainingskamp in La Manga voelde ik al dat het beter zou gaan, dat was echt een goede stage.”

Maar vervolgens gaan jullie in de competitie in de fout tegen Cercle Brugge en Germinal Beerschot.

“Kan gebeuren. De topteams in België zijn van een hoger niveau dan de kleinere clubs, maar het verschil is niet zo groot dat wij over de anderen heen kunnen wandelen. Je moet altijd waakzaam zijn of je hebt het zitten. Meer was er niet aan de hand. Daarom was het signaal van het bestuur dat men alle vertrouwen in de trainer behield een goede zaak. Toen was het even crisis op Anderlecht, maar sinds ik hier ben, heb ik elk jaar wel een crisis meegemaakt.

“De laatste weken voetballen we als een team, kort op de man en agressief in de duels. Als we achterin zo hoog mogelijk verdedigen en alles dichthouden, is het voor de middenvelders en de spitsen makkelijker om voorwaartse druk te zetten, omdat ze weten dat achter hen alles dichtzit. Omgekeerd moeten wij terugzakken als de aanvallers en de middenvelders hun verdedigend werk niet doen.”

Is dit het beste team dat je in vier jaar Anderlecht meemaakte ?

“Absoluut. Hier zit alles in. Afgelopen zomer vond ik dat al. De komst van Nicolas Frutos maakte ons nog sterker. Met hem hebben we een spits die de bal voorin kan vasthouden en tegelijk sterk is op hoge ballen.”

Met Jestrovic voorin kwam de bal sneller terug bij de verdedigers.

Jestrovic had ook kwaliteiten, hij scoorde makkelijk, maar wat je zegt klopt. Nicolas houdt de bal wel bij. Vreemd toch dat alles in één maand zo kan omslaan. Ik ga ervan uit dat we dit niet meer weggeven. Op voorwaarde dat we deze manier van spelen vasthouden.”

Je deelt de kamer met Vincent Kompany. Wat schrijf je op het kaartje dat je hem bij het afscheid stuurt ?

“Mijn boodschap aan Vincent ? Houd vast aan je eigen stijl en ontwikkel je eigen ideeën, maar blijf openstaan voor wat anderen te vertellen hebben. Vincent maakt het wel. Hij is erg intelligent, erg volwassen, maar dat vond ik ook al toen hij als zestienjarige in de kern kwam.”

Hij is voor veel Belgen een idool en rolmodel. Hoe gaat hij daarmee om, vind je ?

“Indrukwekkend vind ik de manier waarop hij met die status omgaat. Dat is niet vanzelfsprekend voor zo’n jongen, om het gewicht van een heel land te dragen. Iedereen die zich nu afvraagt hoe hij bij een buitenlandse topclub zal omgaan met de druk die daar heerst, moet dat beseffen. De stap die Vincent zal zetten van wat hem hier overkomt naar wat hem in het buitenland aan de top wacht, is niet meer zo groot na wat hij hier al meemaakte. Elders is hij een van de velen, hier komt alles op zijn schouders.”

Welke raad geef jij hem mee ?

“Hij krijgt hier van zo veel mensen goede raad dat hij die van mij niet nodig heeft. Hij is verstandig genoeg om zelf de juiste beslissingen te nemen. Ik praat wel eens over één en ander, als we de kamer delen. Je kan met hem over alles praten.”

Hoe luidt je goede raad voor Anthony Vanden Borre ?

“Luister naar de mening van anderen, maar ga je eigen weg. En stretch een beetje meer.”

Wat onthoud je van België naast het voetbal ?

“Het lekkere eten. Jullie zijn levensgenieters. Ik wist dat echt niet voor ik hier kwam. Belgen zijn ook aardige mensen. Geïnteresseerd in anderen, altijd in voor een gezellige babbel.”

Wat wist je van België voor je naar hier kwam ?

“Niet veel. Ik denk dat veel Europeanen niets van België kennen, behalve dan dat het centraal in Europa ligt. Ik heb hier meer ontdekt dan wat ik verwachtte.”

Zijn Belgen anders dan Finnen ?

“In Finland heb je enorme afstanden. Op veel plaatsen hoor je echt niets, behalve de vogels die fluiten. Daarom hebben Finnen niet zo’n vlotte babbel als jullie. Het is moeilijk om door te dringen tot Finnen, die stugger zijn. Tegenover Finnen is in een gesprek meer afstand. Letterlijk en figuurlijk. Ik vind het af en toe wel prettig om zoals hier veel mensen om me heen te hebben. Best gezellig, maar niets voor elke dag. Ideaal ware op en neer pendelen tussen de gezellige drukte van België en het desolate, stille van Finland.”

Wat vond je de nadelen aan België ?

“Ik wist van tevoren dat hier twee volkeren leven, Franstaligen en Nederlandstaligen. In het begin voelde ik helemaal niet dat dit één land was, het leken twee aparte identiteiten die altijd net niet slaags waren met mekaar. Na een paar jaar merk ik beter dat dit wel degelijk één land is. Vlamingen en Franstaligen hebben meer met mekaar gemeen dan jullie zelf beseffen. Ik denk dat België nog veel langer zal leven dan 175 jaar.”

Heb je nog een goeie raad voor Anderlecht ?

“Koop meer Finnen. Ze zijn zo aardig en grappig.”

Tiens.

GEERT FOUTRÉ EN BRUNO GOVERS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content