Bij Genk was Alex Da Silva overbodig, bij streekgenoot Sint-Truiden fleurt de Braziliaanse dribbelkont weer helemaal op. Coach Guido Brepoels waarschuwt echter: ‘Ik weet nu al dat er een terugval zal volgen.’

Exact twee jaar geleden stond in dit blad een interview met Alex Da Silva (26), toen bekend als dribbelwonder van Racing Genk. De Braziliaan beleefde op dat moment een topperiode, maar amper drie maanden later werd hij – wegens tactisch ongedisciplineerd – uitgeleend aan een tegen degradatie vechtend FC Brussels. Ook daar kon hij weinig potten breken. Op een bepaald moment stond hij er zelfs wenend in het bureau van trainer Franky Van der Elst om te smeken of die hem alstublieft wou opstellen tegen zijn ex-club Genk.

Gaan we even verder terug, naar de zomer van 2006, toen Alex Da Silva in België neerstreek. Met zijn betoverende dribbels ontpopte Alex zich tot de lieveling van het Genkse publiek. Enige minpunt was zijn drang om de bal te laag te komen ophalen en zijn veelvuldig balverlies, maar dat probleem kennen ongeveer alle Brazilianen die voor het eerst in Europa komen voetballen. In Het Laatste Nieuws van 28 oktober 2006 zei Alex: “Na die paar maanden heb ik door dat ik enkel voorin mag dribbelen, daar hamert trainer Hugo Broos genoeg op.”

Fast forward naar september 2009.

Afgelopen zomer kreeg Alex van Genk te horen dat hij – ondanks zijn nog lopende contract – niet meer gewenst was, hij kreeg een vrije transfer. Het beeld van Alex was gevormd: technisch enorm sterk, maar tactisch ongedisciplineerd en mentaal broos. Net hetzelfde als drie jaar geleden toen hij bij Genk arriveerde. Vooruitgang: nul. Geen enkele Belgische club wilde hem. Enkel wat Braziliaanse tweedeklassers en een club uit Koeweit. Alex, sinds twee en een half jaar samen met Tara, een Limburgse schone, wilde per se in België blijven. Sint-Truiden en Guido Brepoels boden hem een kans. Er volgde een testweek, met onder meer een oefenwedstrijd tegen Heerenveen. “Eigenlijk vond ik dat geen goed idee, ik kampte met een conditionele achterstand. Na mijn vrijgave door Genk hield ik me enkel bezig met in het bos te gaan lopen. Uiteindelijk wonnen we die wedstrijd tegen Heerenveen en kon ik scoren op penalty. Peter Delorge en Mario Cantaluppi overtuigden mij om voor STVV te tekenen, ze beweerden dat ze een type als ik goed konden gebruiken op de linkerflank. Ik voelde meteen hun vertrouwen. Ook van de trainer, al heeft Brepoels me goed liggen gehad: in die testweek was hij superrelaxed, maar zodra ik mijn krabbel had gezet onder het contract begon hij op training constant te roepen tegen mij. Ik dacht: wat krijgen we nu?!” ( lacht)

Het loopt mis bij Genk

De manier waarop zijn avontuur bij Genk eindigde, zit Alex nog steeds hoog. “Na het seizoen vertrok ik op vakantie naar Brazilië, een dag voor ik zou terugkeren, op 19 juni, kreeg ik een telefoontje van Dirk Degraen. Ik mocht tien dagen langer blijven, de club rekende toch niet meer meer op mij, vertelde hij. Ik vond dat van weinig respect getuigen. Waarom niet nog twee dagen wachten tot ik terug was om dan persoonlijk een gesprek te voeren?”

Alex was verrast door het slechte nieuws dat Degraen hem meedeelde. “Ik hoopte op een nieuwe start bij Genk. Nieuwe trainer, nieuwe wetten, dacht ik. Van William Barbosa (ex-Kortrijk) had ik vernomen dat Hein Van Haezebrouck een trainer is die van technische spelers houdt. Bovendien was Tom De Mul weer vertrokken, er lagen dus mogelijkheden.” Helaas voor Alex achtte Genk de tijd rijp voor een schoonmaak. Adam Nemec, Goran Ljubojevic en Alex mochten weg. Volgens Alex de beslissing van één man: ” Jos Vaessen. Ik ben er zeker van dat hij besliste dat ze van mij af moesten.”

Pierre Denier, die Alex drie jaar meemaakte in de Cristal Arena, betwist dat en verschaft uitleg bij de beslissing van Genk: “Alex was een aangename jongen om mee samen te werken. Op training stond hij er altijd. Die reputatie van moeilijke jongen moet ik dus betwisten. Zijn probleem was vooral dat hij te vaak balverlies leed, wat dan weer voor irritaties bij ploegmaats en publiek zorgde. Op den duur werd hij uitgefloten door onze eigen fans. Ons sportief comité, bestaande uit acht man, besliste om hem te laten gaan. Dat was ook beter voor Alex zelf.”

De technische kwaliteiten van Alex staan nochtans buiten discussie. “Op de korte ruimte deed hij ongelooflijke dingen”, bevestigt Denier. “Wanneer er op training drie tegen drie of vier tegen vier werd gespeeld, won zijn team bijna altijd. Maar hoe groter de ruimte, hoe moeilijker Alex het kreeg om zich door te zetten. Vooral in verdedigend opzicht. Dat hij nu bij Sint-Truiden doorbreekt, verbaast mij niet: Alex kan bij veel eersteklassers een meerwaarde betekenen, maar bij Genk ligt de lat hoger. Als je echter een ploeg in zijn dienst laat spelen, kan hij bepalend zijn.”

Te veel circusnummertjes

In Sint-Truiden oogst Alex weer applaus op de tribunes. Hij startte tot nu toe in elke competitiewedstrijd en prijkt met de pas gepromoveerde club bovenaan in het klassement. Le nouveau Alex ést arrivé? Waarschijnlijk niet. Alex is nog steeds dezelfde jongen, met dezelfde kwaliteiten en dezelfde gebreken, enkel de context is veranderd.

STVV is een groep die sterk aan elkaar hangt en die profiteert van het enthousiasme na de titel in tweede klasse. Bovendien mag Alex er voetballen onder de vleugels van een trainer die veel tijd aan hem besteedt. “Brepoels zit constant achter mijn veren,” zegt Alex met de glimlach, “maar hij doet dat om mij beter te maken. Als ik luister naar hem, maakt hij van mij een topper in België, zegt hij. Dat motiveert me enorm.”

Toch is enige scepis op zijn plaats. Ook bij Genk kende Alex goede periodes, zelfs vorig seizoen nog onder Ronny Van Geneugden, misschien is dit weer zo’n kortstondige opleving? Alex: “Bij Genk zaten we met een kern van 32 spelers, het was voor Ronny onmogelijk om voor iedereen tijd uit te trekken. Het voordeel dat Brepoels heeft bij Sint-Truiden is dat hij zich veel meer kan bezighouden met het individu. Als ik op training iets fout doe, legt hij het spel meteen stil om mij onder mijn voeten te geven. Hij vindt dat ik te veel circusnummertjes probeer.”

Wat wél een verschil kan maken, is zijn fysieke paraatheid. Brepoels: “Alex heeft in het verleden steeds aan zestig procent getraind. Hij kwam bij ons aan met een conditionele achterstand. We hebben voor hem meteen een aangepast programma uitgewerkt, waarbij hij ’s avonds nog een extra training kreeg.”

Beetje bij beetje betert zijn fysieke paraatheid. In het verleden startte hij dikwijls sterk, om daarna weg te deemsteren. Een gevolg van een zwakke conditie, zo beseft Alex nu. “Bij Genk trainden we maximaal anderhalf uur, bij STVV duren de trainingen soms tot twee en een half uur. Constant volle bak.”

Een villa of een tuinhuisje?

Had Brepoels dan geen schrik om een als moeilijke jongen gecatalogeerde speler in te halen, iemand die de zo essentiële goede ambiance in zijn groep kon verstoren?

“Neen”, antwoordt Brepoels. “Volgens mij is dat een kwestie van vertrouwen en ermee bezig zijn. Cephas Chimedza liep vorig seizoen ook niet zoals hij nu doet en Ibrahima Sidibe trapte twee seizoenen geleden geen deuk in een pakje boter. Dat had allemaal met vertrouwen te maken.

“Bovendien wist ik dat STVV de laatste kans was voor Alex, dat heb ik hem ook duidelijk gemaakt. Voetballen moet je hem niet leren, wel meeverdedigen en in teamverband leren denken. Dat doe je door iedere dag ruzie te maken, maar daarna zeg je ook wel dat het goed was. Als hij op training zijn defensieve taken verwaarloost, laat ik hem tien keer opdrukken. Nog zoiets dat Alex moet leren, is ruimte maken voor anderen. Hij gaat ervan uit dat hij altijd aan de bal moet komen om het spel te dirigeren, terwijl ik hem laat inzien dat hij door bepaalde looplijnen te hanteren ook ruimte kan maken voor anderen.

“Het is ook een kwestie van mentaliteit: als je na drie jaar nog geen Nederlands spreekt: sorry, dat begrijp ik niet. Sidibe en Chimedza spreken Nederlands. Daar wijs ik Alex op. Weet je wat ik – voor de hele groep – tegen Alex zei? ‘Nu woon je in een huisje, als je naar mij luistert woon je later in een villa. Doe je dat niet, dan kunje maximaal nog een tuinhuisje zetten.’ Ik merk dat hij mijn aanwijzingen oppikt. Ik zie hier elke dag een supergemotiveerde Alex op training, eentje die om 8 uur al op de club aankomt om te fitnessen.”

Voor Alex zelf kan het geluk niet op. “Het grote verschil is dat ik bij STVV weer vertrouwen voel”, glundert hij. “In Genk kreeg ik zelfs het publiek tegen mij. Ik begon nochtans sterk aan het vorige seizoen, jammer genoeg viel ik dan drie maanden uit met een blessure, bij mijn terugkeer speelde ik nog vier goede wedstrijden, maar toen haalde Genk Tom De Mul binnen … Dan weet je dat je het kunt schudden.

“Ik besef dat dit mijn laatste kans in België is, ik moet eindelijk eens een regelmatig seizoen kunnen spelen. Die ups en downs moeten eruit. Dat kan hier lukken, ik voel zowel van trainer als van ploegmaats vertrouwen. Ervaren mannen als Peter Delorge en Wim Mennes zeggen mij ook: voorbij de middenlijn mag ik doen wat ik wil, zij zullen eventueel balverlies wel rechtzetten, maar op de eigen helft moet ik geen domme dingen proberen. Ze hebben gelijk.”

Volgens ploegmakkers van Alex vervult Cephas Chimedza een belangrijke voorbeeldfunctie. Omdat de Braziliaan ziet dat Chimedza, eveneens een technisch vaardige voetballer, zijn deel van het defensieve werk doet.

Trainer Guido Brepoels weet als geen ander wat een geoliede tandem Chimedza-Alex betekent voor zijn ploeg: “Cephas en Alex zijn gelijkaardige types, ze verstaan elkaar en mogen constant van positie wisselen. Die verstandhouding is belangrijk voor ons team. Op deze manier is Alex absoluut een meerwaarde voor Sint-Truiden, maar er komt een terugval, dat weet ik nu al. Doordat hij een deel van de voorbereiding miste, zit hij nog in volle opbouwfase. Hij kan nog veel beter.”

door matthias stockmans – beelden: reporters

Brepoels zegt dat hij een topper van mij maakt. Dat motiveert me enorm.

Alex Da Silva

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content