Hij kwam in januari en loste de eerste verwachting al in: play-off 1 halen. Maar bij het begin van deze minicompetitie blijven er nog een aantal vraagtekens over.

Hij kreeg de tijd om zich in te werken, na de kleine polemiek die bij zijn aankomst ontstaan was. Maar nu de play-offs in aantocht zijn, leek het ons zowel interessant als belangrijk om José Riga eens te confronteren met de eerste maanden van zijn tweede trainerschap bij Standard.

De resultaten waren goed maar ook volgens de verwachtingen, gezien de zwakke tegenstand. Was het ongeveer wat u verhoopt had of was het minder?

José Riga: “Het was van belang dat we vier keer thuis wonnen. Dit is Standard, u kent het publiek. Buitenshuis hadden we meer moeten halen in Mechelen. De omstandigheden waren daar speciaal, met de uitsluiting van Imoh Ezekiel al vroeg in de match, waardoor we die wedstrijd nooit echt in handen konden nemen. De balans had dus uitstekend kunnen zijn, maar kom…”

We hebben nog altijd de indruk dat we niet goed weten hoe we dit Standard moeten inschatten, wat we ervan moeten verwachten…

“Ik begrijp dat men die indruk heeft. Het is een beetje naar het beeld van het ganse seizoen, met diepe dalen en goede periodes – niet altijd met mooi voetbal, maar met resultaten. Dat is een beetje het Standard van dit jaar. Vergeet niet dat dit een nieuwe ploeg is. We hebben op bepaalde momenten kunnen verrassen, maar dit Standard blijft een vraagteken. De enige zekerheid die we hebben is dat de geestdrift en de goesting aanwezig zijn, wat al veel garanties biedt in een ploegsport. De echte waarde van dit team gaan we leren kennen in de play-offs, want tijdens zo’n korte competitie mag je geen fouten maken.”

Standard eindigde in de reguliere competitie op de vierde plaats: weerspiegelt die de waarde van deze ploeg?

“Ik zou graag zeggen: neen. Maar als ik het parcours en de kwaliteiten van de ploegen voor ons bekijk, en dan zeker het feit dat hun spel erg samenhangend is, dan is het wel niet ver van de waarheid. Maar ik hoop heel erg dat ik me vergis.”

Standard wordt als een outsider beschouwd. Bevalt u dat?

“Of dat de ideale positie is, zal pas blijken tijdens en na de play-offs. Men moet gewoon weten vanwaar Standard komt. Dat je eerst twaalfde staat en dan als vierde eindigt heeft een reden – en ik wil daarmee absoluut niet beweren dat het alleen maar dankzij mij is, want anderen hebben daar ook mee aan geholpen. Zeggen dat we geen favoriet zijn, lijkt me normaal als je naar het hele seizoen kijkt.”

Niet alleen voor de ploeg vormen deze play-offs een testcase. Ook voor u, aangezien u nog niet tegen de topteams hebt gespeeld en men u voortdurend herinnert aan uw play-offs van 2012.

“Zo voel ik dat niet aan. Voor een coach is alles een testcase. Zowel een gemakkelijke match die je verliest als het meedoen aan de play-offs. Er zijn zo veel momenten waarop je beoordeeld wordt. Ik wil gewoon zo hoog mogelijk eindigen in deze competitie. Maar ik ga ook niet verkondigen dat men nu de echte Riga gaat zien. Ik denk dat ik voordien al voldoende betekenisvolle dingen heb gedaan om te weten wie Riga is.”

Maar u hebt nog nooit over een langere periode bij een topploeg kunnen bewijzen…

“Dat klopt. Maar de play-offs zijn geen lange periode. Een heel korte zelfs…”

Als u een tweede keer mislukt in de play-offs, dan is uw reputatie wel gemaakt…

“Mijn carrière staat of valt niet met deze play-offs. Je kunt op acht weken tijd niet twintig jaar werk beoordelen!”

Spelniveau

Toen u de functie van trainer aanvaardde, besefte u toen dat het een helse uitdaging was, gezien Ivan Vukomanovic een goed parcours had afgelegd?

“Natuurlijk, ik ben niet gek. Dat besefte ik wel. Ik was verrast door de vraag en door het moment waarop. Door met bepaalde personen (Bruno Venanzi en Axel Lawarée, nvdr) te praten, begreep ik het waarom. Ik was er me terdege van bewust dat ik meer te verliezen dan te winnen had, maar sommige mensen oordeelden dat ik de juiste man op de juiste plaats was.”

Het was nog meer een vergiftigd geschenk omdat men u niet alleen om resultaten vroeg, maar ook dat de manier waarop die behaald werden goed zou zijn…

“Ik denk niet dat men mij om mooi voetbal gevraagd heeft. Ze hebben meer regelmaat en stabiliteit in de prestaties en tijdens de wedstrijden gevraagd. Als je voor een project van drie maanden komt, hoe wil je dan echt iets op poten zetten? Er waren prioriteiten in de opdracht die ik gekregen heb. De eerste was resultaten halen en een plaats in play-off 1 afdwingen. Nu die missie volbracht is, vraagt men mij om degelijke play-offs af te werken. Je kunt tenslotte niet van vandaag op morgen een goed voetballende ploeg bouwen. Van nature uit probeer ik het spel te maken, maar je moet geen eisen willen opleggen die niet passen bij het profiel van de spelerskern… (pauzeert) Niettemin denk ik dat resultaten er komen door goed voetbal en niet alleen door fysieke inzet. Ik leid momenteel een ploeg die vaak dooreengegooid is en het is niet gemakkelijk om daar meteen samenhang in te brengen. Daarom kies ik eerder voor het resultaat dan voor de manier waarop, ook al weet ik dat de manier waarop ook goed moet zijn om over een langere termijn resultaten te halen.”

Nochtans wordt u meer dan anderen beoordeeld op basis van het spel. Begint dat u niet te irriteren?

“Neen. Ik vind het goed om vast te stellen dat men veel verwacht op het gebied van spelniveau wanneer ik ergens begin. Dat wil zeggen dat ik daar op andere plaatsen in geslaagd ben. Maar u vergist zich als u zegt dat ik daarop afgerekend zal worden. Ik zal afgerekend worden op de prestaties die ik met deze ploeg zal realiseren.”

Was het gepast om aan Vukomanovic te vragen om assistent-trainer te blijven?

“Dat idee kwam niet van mij. Wat dat betreft had ik niets voorbereid.”

Maar hebt u niet de gelegenheid gehad om te zeggen dat het geen goed idee was?

“Zo ben ik niet. Ik ben vaak bij een club begonnen zonder mijn eigen staf mee te brengen. Ik schenk vertrouwen aan de mensen en ik werk met de mensen die er zijn. Dat was het basisidee.”

Als u in die situatie had verkeerd, had u het geaccepteerd om opnieuw assistent te worden?

“Die vraag stelt zich niet, want ik ben nooit in zijn situatie geweest. Ik zou het seizoen niet als assistent zijn begonnen.”

Keuzes met risico

Hoe bent u te werk gegaan toen u hier arriveerde?

“Ik heb geprobeerd om verstandig te handelen en niet om te gooien wat goed werkte. Ik heb wel de nodige klemtonen verlegd om competitief te kunnen zijn. Aanvankelijk moest ik vooral een goeie samenwerking installeren en de start van de play-offs voorbereiden. Maar praten over wat ik heb bijgedragen houdt eigenlijk ook in dat je moet praten over wat mijn voorganger gedaan heeft en dat kan ik niet, ik ken hem niet.”

Hoe bent u omgegaan met het vrij koele onthaal door de supporters en de media, die er niets van begrepen dat Vukomanovic werd weggestuurd?

“Kijk, je bent trainer, je wordt ergens gevraagd en men legt je de situatie uit. Van het moment dat je ja zegt, word je verantwoordelijk. Het was natuurlijk geen gemakkelijke situatie, maar ik denk dat ik daar goed mee omgegaan ben. Ik hield me voor dat de mensen wel snel zouden zien of ik voor de club werkte of voor mezelf.”

Had u niet de indruk dat het wel een remake leek van het einde van het seizoen 2011/12 met de blessure van Ezekiel?

“Die link wordt onvermijdelijk gelegd, maar daar moet je niet te veel op focussen, want dat was een andere situatie en een andere tijd. Zo’n speler moeten missen is altijd heel spijtig, zeker bij het begin van de play-offs. Er zijn zaken die je niet in de hand hebt. Als er één speler was die ik niet wilde missen – vanwege zijn unieke profiel – dan was het Imoh Ezekiel wel. Ik zou hetzelfde zeggen over Igor De Camargo, want zo’n targetman hebben we er ook maar één. We moeten daar een oplossing voor zoeken en die is alleen te vinden in het collectief. Ik kan niet iemand pushen om in de diepte te spelen als hij dat niet in zijn spel heeft.”

Een van uw eerste ingrepen was om Julien de Sart weer in de ploeg te droppen. Waarom deed u dat?

Julien is een van de zeldzame spelers op ons middenveld met dieptezicht. Hij heeft een precieze pass en geeft zo zuurstof aan ons spel. Hij heeft ook een groot loopvermogen en ik vond dat hij complementair was met Adrien Trebel.”

Is dat de linie waar de keuzes het moeilijkst zijn?

“Het is goed om meerdere mogelijkheden te hebben. Het zijn allemaal verschillende spelers en ik merk dat ze allemaal competitief aan het worden zijn. De keuzes zullen gemaakt worden in functie van de tegenstrever en door het feit of we uit of thuis spelen. Maar als je naar de ploeg van anderhalf jaar geleden kijkt, waar de kaarten duidelijk lagen op het middenveld, dan is dat nu inderdaad niet het geval. Er zijn heel wat redenen waarom we nu nog niet de formule hebben die in alle omstandigheden werkt. Op zich is dat geen probleem, we moeten er gewoon een voordeel van zien te maken: iedereen zal op die manier fris en gemotiveerd blijven.”

Is het een blunder van de rekruteringscel geweest om zo veel spelers te halen om William Vainqueur te vervangen?

“Ik kan niet zeggen hoe dat gegaan is, want ik was hier toen niet. Op dit ogenblik hebben we spelers die bepaalde mogelijkheden hebben en het is mijn taak om daaruit te kiezen. Waarom er precies in deze linie zoveel spelers zijn? Daar heb ik geen uitleg voor.”

Trebel doet het alleszins goed op het middenveld…

“Hij is tamelijk compleet, waardoor hij verschillende taken aankan. Hij kan in een 4-4-2 spelen of een beetje hoger in een 4-2-3-1 of een 4-4-1-1. Als ik Julien de Sart naast hem zet, moet hij meer aan zijn defensieve taak denken. Dat is minder het geval aan de zijde van Ricardo Faty. Ik vind dat hij dat dynamische aspect moet behouden en tegelijk nog efficiënter worden op sommige momenten.”

U hebt Jelle Van Damme naar de bank verwezen. Was dat om aan te tonen dat niemand untouchable is?

“Neen, je doet zoiets niet om iets te bewijzen. Ik zag dat Andrade veel kwaliteiten had. Op sommige momenten zit het kort bijeen in onze kern. De prestatie van Andrade tegen Mouscron-Péruwelz gaf me een goed gevoel. Maar ik speel geen spelletjes om mijn gezag aan te tonen.”

Maar Van Damme is de kapitein. Het is altijd gevaarlijk om het evenwicht in een kleedkamer te verstoren…

“Neen, Jelle weet dat ik hem respecteer. Ik heb die beslissing genomen omdat ik vond dat Andrade ons iets kon bijbrengen. En ik stel met genoegen vast dat Jelle sterker terugkomt. Elke keuze houdt een zeker risico in, maar als je intuïtie het zo aangeeft, dan doe je het zo.”

Waarom koos je voor Thuram in doel terwijl hij u niet kon overtuigen bij Charlton?

“Toen ik bij Charlton aankwam, lagen de zaken daar al in de plooi. De Engelse keeper Ben Hamer had net goede prestaties neergezet en die gunstige spiraal moest niet doorbroken worden. Dat zou een nodeloos risico betekend hebben. Het is niet op basis van de waarde van Yohann Thuram dat ik die beslissing genomen heb. Bij Standard bevond ik me in dezelfde situatie, dit keer met Thuram als basisdoelman. En ik heb hier net zo gereageerd als bij Charlton, een bewijs dat ik consequent handel.”

Voorzitters

De oplossingen zouden van drie spelers moeten komen: Louis, Carcela en Mujangi Bia. Hoe verklaart u het dat die drie nog niet alles gegeven hebben?

“Van toen ik hier de eerste keer werkte, weet ik nog dat Geoffrey Mujangi Bia al goeie wedstrijden gespeeld had, met name in de Europacup, en dat hij nadien geblesseerd geraakte. Ik heb iemand aangetroffen die erg gefocust was, en vastbesloten. Ik heb gezien wat hij ervoor doet, waar dat toe leidt en welke impact hij heeft, en ik wil dat hij daar voortdurend naar op zoek gaat. Hij kan beslissend zijn, hij is dat trouwens al vaak geweest.”

Het publiek heeft het niet zo op hem begrepen. Hoe verklaart u dat?

“Een kwestie van spelstijl. Je moet hem niet vragen om drie keer per wedstrijd te tackelen. Het publiek wil dat hij zijn truitje natmaakt en ik heb de indruk dat hij dat ook doet. Dat probleem zal snel vanzelf verdwijnen.”

Is het misschien te verklaren door het feit dat hij weinig emoties toont?

“Ik ben zelf ook niet zo extravert. Daar moet je de mensen niet op beoordelen. Iedereen heeft zijn persoonlijkheid. Zolang hij op het veld maar rendeert.”

Carcela is nog te wisselvallig?

“Hij is teruggekeerd na veel blessureleed en heeft heel wat wedstrijden gespeeld. Ook hij is nog op zoek naar zijn beste niveau. Hij moet het goede ritme nog te pakken krijgen. Maar hij werkt daar hard aan en hij blijft altijd een onvoorspelbare speler. Hij krijgt nog wel wat hij verdient.”

Louis moest de nieuwe vedette worden. Hoe verklaart u het dat hij nog altijd niet echt is doorgebroken?

“Hij kan beslissend zijn omdat hij natuurlijke kwaliteiten heeft die ver boven het gemiddelde liggen, maar die moeten er ook uitkomen in een wedstrijd. Hij speelt op instinct. Het is zaak om die bepaalde vrijheid op het veld in te passen in het collectief.”

Denkt hij niet genoeg in functie van dat collectief?

“Dat is niet bewust. Dat ligt in zijn aard. We moeten zien dat we die onvoorspelbare, onbezorgde kant van hem niet tenietdoen.”

Hoe is uw verhouding met Roland Duchâtelet?

“We horen elkaar zelden. Een keer of twee, drie hebben we elkaar per telefoon gesproken.”

Geen rancune?

“Elke keer dat hij mij het vertrouwen heeft geschonken, denk ik dat hij tevreden was. Ik praat meer met Axel Lawarée en Bruno Venanzi en ik denk dat zij vertrouwen hebben in mij.”

Tot slot: wat is uw mening aangaande Mons en Visé, twee clubs die dreigen te verdwijnen?

“Het probleem van Visé is niet de spilzucht van een voorzitter. Guy Thiry heeft jarenlang op zijn eentje moeten vechten tegen overname. Jammer voor hem, want het was een uitstekende voorzitter. En omdat het dicht bij mij is, raakt het me. Wat Mons betreft: het is spijtig dat ze op het juiste moment geen helpende hand gekregen hebben om hun stadion af te werken.”

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE – FOTO’S BELGAIMAGE / YORICK JANSENS

“Ik zal niet afgerekend worden op het spelniveau, maar op de prestaties die ik met deze ploeg zal realiseren.”

“Ik speel geen spelletjes om mijn gezag aan te tonen.”

“Mijn carrière staat of valt niet met deze play-offs. Je kunt op acht weken tijd niet twintig jaar werk beoordelen!”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content