Zelden werd een competitieleider zo bekritiseerd als dit Standard. Waarom bevalt het voetbal van de Rouches niet?

Normaal leeft een club die eerste staat op wolkjes. Geen conflicten in de kleedkamer noch gejoel op de tribunes, alleen maar lof, ook in de pers. De cijfers spreken voor zich: Standard is autoritair leider, herfstkampioen ook. In de competitie verloor het nog maar een keer. En toch is er geen greintje euforie, geen bewondering. Zelfs de eigen supporters zijn verdeeld. Niet alleen wegens het spel, ook vanwege de teleurstellingen in de twee bekercompetities.

Vanwaar dat gevoel, in de ogen van sommigen zelfs haat? Alles begint bij het tussenseizoen en de herrie van toen. Voorzitter Roland Duchâtelet is er nog steeds niet in geslaagd de curve van zijn getaande populariteit om te buigen, ondanks het verlengen van een aantal contracten én de komst van goeie spelers. Dat vertaalt zich in kil gedrag op de tribunes tegenover trainer Guy Luzon. Die is niet populair, omdat hij de plaats van de aanbeden Mircea Rednic innam en geassocieerd wordt met de voorzitter. De trainer deed er eerst alles aan om het publiek goed te stemmen, ging handjes schudden met de fans, presenteerde zijn familie, maar begreep snel dat het weinig zin had. Zijn sportieve keuzes legde hij niet uit, wat de twee partijen opnieuw uit mekaar dreef. De fans verweten hem dat hij neerkeek op de Europabeker, waar zij hun ploeg graag hadden zien uitblinken in een meer dan haalbare groep.

Een ander heikel punt is de rotatie (zie kader), die tot in het extreme werd doorgedreven. Onbegrepen noch verdedigd door de directie, tenzij na de nederlaag in Esbjerg. Sommige keuzes waren ongepast, of op zijn minst bizar. Laurent Ciman en Paul-José Mpoku, twee publiekslievelingen, betaalden vaak de rekening. Op de koop toe kon die rotatie de bekeruitschakeling (tegen Cercle) noch de Europese uitschakeling (tot voor de laatste match maar 1 op 15) beletten. Misschien werpt die rotatie later dit seizoen haar vruchten af, maar dat werd onvoldoende gecommuniceerd. Liever dan zich te buigen over het waarom van de nederlaag bij Cercle in de Belgische beker, richtten coach en spelers bovendien hun pijlen op de arbitrage. Twee dagen na die match deed Luzon daar nog een schepje bovenop. Kan een mens zo’n houding direct na de wedstrijd nog afwentelen op frustraties, dan is dat gedrag twee dagen later minder te verdedigen. Frustratie moet dan plaats kunnen maken voor zelfkritiek.

Het spel

Naast die rotatie was ook het voetbal van de Rouches een punt waarop de volgers graag focusten. Onderwerp van verhit debat, zeker na thuiswedstrijden. Ook daar zat Standard niet op dezelfde lijn als de rest van België.

De Rouches beschikken over een pak individueel talent in het middenveld (Geoffrey Mujangi Bia, William Vainqueur, Paul-José Mpoku, Frédéric Bulot, Mehdi Carcela), maar geen motor of draaischijf. Het middenveld is georganiseerd in functie de kwaliteiten van de aanvallers: snelheid, techniek en diepgang. Het doel is zo snel mogelijk de twee snelle spitsen bereiken.

Daarom probeert Standard in de beginfase van een match de tegenstander koud te pakken, en zoekt het graag de snelle tegenaanval (zoals bij de gelijkmaker op Anderlecht).

Een andere kwaliteit van het spel van Standard betreft de spelhervattingen. Twaalf goals vloeiden daar al uit voort. En dan is er ook de stevige organisatie. Zo duurde het liefst tot de zevende speeldag voor er een eerste tegendoelpunt (op Oostende) werd geslikt. Van speeldag 14 tot 18 werd opnieuw vijf keer op rij de nul gehouden. Dat maakt al elf competitiewedstrijden zonder tegengoal voor Eiji Kawashima. Geen enkele eersteklasser doet beter.

Bij Standard vinden ze dat de huidige analyses onvoldoende rekening houden met die parameters en de defensieve stabiliteit die helemaal aan Luzon wordt toegeschreven. Dat klopt, met één nuance: de verdediging heeft een pak kwaliteiten en defensieve stabiliteit was er ook al onder Mircea Rednic. Kawashima, Van Damme, Ciman en Kanu waren ook vorig seizoen titularissen. En Daniel Opare, die de plaats innam van Goreux, is evenmin een nieuwkomer. Luzon heeft niks uitgevonden, ook al wist hij ook in zijn vorige clubs een performante defensieve structuur neer te zetten.

Ruimte

Een goeie verdediging is noodzakelijk voor resultaten, maar volstaat niet om in de legende te treden. Hoe zit dat?

Wie uitgaat van het principe dat een leider een wedstrijd moet domineren, de bal moet monopoliseren en het spel moet verzorgen, wordt teleurgesteld door dit Standard. Wie vindt dat domineren gelijk staat met toeslaan op de goeie momenten, met voetbal dat gebaseerd is op reactiesnelheid, zal van dit Standard genieten.

Een aantal zeges kwam er na slaapverwekkende wedstrijden. Kortrijk (2-0), Lokeren (2-1), OHL (1-0), Bergen (0-2). Recent krikten prestaties tegen Bergen (1-0), OHL (0-0), Waasland Beveren (2-2) of Charleroi (2-2) het niveau evenmin op. Maar de voorzitter is een man van statistieken en die schetsen een heel ander beeld. Wie het aantal schoten op doel en de kansen per wedstrijd vergelijkt, merkt dat Standard het in elke match (met uitzondering van het duel bij OHL van zondag) beter doet dan zijn tegenstander. Tegen Charleroi had de ploeg 66 procent balbezit. Tegen Mons 52 procent. Balbezit is niet zaligmakend: van Lierse won Standard thuis met 3-0 na ‘slechts’ 43 procent balbezit.

Voor de Rouches is het duidelijk: Standard domineert altijd zijn tegenstander, ook al is dat niet altijd via combinatiespel, maar vaak met werkvoetbal, als diep spelen niet lukt. “In de meeste wedstrijden wacht Standard af, omdat het ruimte nodig heeft voor zijn spel’, zag Marc Degryse ook al. “Ze hebben nog niet getoond dat ze met geduldige opbouw een tegenstander kunnen ontregelen.” De indruk is dan ook dat Standard, als het niet snel een oplossing vindt, niet op een plan B kan terugvallen.

Dit verklaart misschien waarom Standard buitenshuis meer op zijn gemak lijkt (23 punten) dan thuis (18 punten, met twee wedstrijden minder). Luzon ontkent dat: “We hebben genoeg capaciteiten om thuis te winnen. In de matchen met de twee gelijke spelen (Waasland Beveren en Charleroi) hadden we genoeg kansen om te winnen.”

Kunnen ze bij Standard leven met de huidige tactische aanpak? Technisch directeur Jean-François de Sart wel: “We hebben niet de stijl van Barcelona, maar evenmin die ambitie. Wij zoeken niet noodzakelijk de combinatie. Mensen moeten accepteren dat iedereen voetbalt met zijn eigen wapens. Dit spel is niet afgestemd op onze huiscultuur, maar we moeten wel onze geschiedenis respecteren en we zijn ook op zoek gegaan naar profielen die binnen die stijl passen.”

Geconfronteerd met de kritiek op het spel en de analyse dat zijn voetbal gebaseerd is op de counter, heeft Luzon het moeilijker. “Wij een counterploeg? Tegen Lierse scoorden we toch uit een combinatie. Van de 35 goals vielen er maar twaalf via combinatie? Het zijn de goals die tellen, niet de manier waarop…”

Het doel, zegt Luzon, is winnen.”Met vier, vijf spelmakers mogen ze van ons voetbal op zijn Nederlands verwachten. Maar die hebben we niet. Toen Barcelona kampioen werd, baseerde het zijn spel op balbezit. Real Madrid volgde hen op met voetbal dat steunde op kracht en de snelle tegenaanval. Zowel Guardiola als Mourinho gebruikten de kwaliteiten van hun spelers.”

Ongetwijfeld heeft Luzon gelijk. Anderzijds: in de samenstelling van zijn kern had ook hij zijn zeg. Hij heeft dus zelf dit soort voetbal voorgesteld.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

“Het zijn de goals die tellen, niet de manier waarop.”

Guy Luzon:

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content