De wedstrijd was banaal en eindigde op 2-2. Maar eigenlijk zal Lommel-Anderlecht nooit eindigen : de dood van Philippe Thirion.

Zoals scanners het lichaam van een mens lezen : brutaler kan de waarheid niet klinken. Op 21 oktober las de scanner van het Sint-Rafaëlla-ziekenhuis van Lommel de hersenen van Philippe Thirion en wat hij las was dat Philippe Thirion nooit meer dezelfde zou zijn. Maar zelfs dát zat er niet meer in : Philippe Thirion zou gewoon níét meer zijn. Op 23 oktober begaf zijn hart het. En waarvoor had het geklopt, in de 28 jaren van zijn leven ? Voor Anderlecht, onder meer. Philippe Thirion was supporter van Anderlecht. Fan en fanatiek, ma non troppo : radicaal in de liefde voor zijn club, maar zijn handen gebruikte hij om in de lucht te steken bij een doelpunt van paars-wit en om applaus te maken. Nooit om te slaan. Geen gebalde vuisten aan zijn lijf, hij hoefde geen haat om zijn voorkeur voor Anderlecht uit te drukken. Voor hem was voetbal geen oorlog. Wat dan wel ? Liefheb-berij. Philippe Thirion hield van voetbal, en binnen de context van dat voetbal, het meest van Anderlecht. Hij was, in de gezonde betekenis van het woord, supporter van Anderlecht. Mocht dat ? Neen, dus.

Ze hebben hem begraven. Zijn familie en zijn vrienden stonden rond zijn kist, in de kerk van Ezemaal, een parochie van Tienen. Woorden hielpen niet – dan maar wenen. Het schreeuwen van de stilte. Verpletterend onuitgesproken, de vraag der vragen. Waarom ?

Achteraf wordt een mens altijd mooier gemaakt dan hij in werkelijkheid was. Er wordt een mens veel vergeven – eens hij gestorven is. Dat doet daarom niet noodzakelijk helemaal afbreuk aan de waarheid : Philippe Thirion was een braaf man. Een eerlijk mens, zeggen de mensen die hem gekend hebben en zij kunnen het weten, ja toch ? Hij werkte bij Betonac en woonde bij zijn moeder. Hij woonde bij zijn moeder, dat zégt iets over een mens.

Zijn zus Linda zegt : “Vader is twaalf jaar geleden gestorven. Philippe is bij moeder gebleven. Hij was haar jongste. Kan je je voorstellen hoe zij zich voelt ?”

Supporter van Anderlecht ? Verdomd, het soortelijk gewicht van het woord supporter. Zijn zus Linda zegt : “Voetbal was een hobby. Meer niet. Hij supporterde voor Anderlecht, maar hij interesseerde zich voor alles wat met voetbal te maken had. In Sport/Voetbal Magazine las hij álle artikels. Hij had het karakter van zijn vader : niet kwaad te krijgen. Het geweld in en rond de voetbalstadions, daar hebben we het wel eens over gehad. Hij stelde ons altijd gerust. Er zou hem niets overkomen. Hij zou nooit moeilijkheden zoeken. En dus riskeerde hij niets, zei hij. De supporters van de andere ploegen, hij voelde zich met hen verbonden. Hij sprák met hen. Gesprekken van voetballiefhebbers onder elkaar. Hartelijk, niet hatelijk. Vriendschap is een duur woord. Maar toch. Ze deelden dezelfde passie, zei hij.”

E

n dus riskeerde hij niets, zei hij.

Zo is het gebeurd.

13 oktober, Lommel-Anderlecht is gedaan. Philippe Thirion bevindt zich in de tribune, in het blok voorbehouden aan de supporters van Anderlecht. In het gezelschap van vrienden verlaat hij het stadion langs de hoofdingang. Ze botsen op leden van de Green Lions, een supportersclub van Lommel. Die zitten op de kleine laterale tribune, naast de hoofdtribune.

Op straat, op de Gestelsedijk, wordt de sfeer grimmig. Drie mannen van de Green Lions keren zich tegen Philippe Thirion. Eén van hen bekent achteraf dat hij Philippe Thirion een vuistslag in gezicht heeft gegeven. Philippe Thirion slaat achterover. Zijn hoofd bonkt hard tegen het voetpad. Terwijl hij op de grond ligt trappen de Green Lions op hem in.

Op de afdeling Intensieve Zorgen van het Sint-Rafaëlla-ziekenhuis van Lommel stellen ze bij Philippe Thirion een schedelbreuk vast. En gebroken ribben – van de schoppen. Hij wordt kunstmatig in een coma gehouden, ze vrezen dat hij schade aan zijn hersenen heeft opgelopen. Een scanneronderzoek … – maar dat verhaal kent u al.

H

et soortelijk gewicht van het woord supporter.

De vraag der vragen : waarom ? Waarom keerden de Green Lions zich tegen Philippe Thirion ?

Ronny en Luc Noé waren er bij, die dramatische avond in Lommel. Net als Philippe Thirion zijn ze lid van ’t Hoekste Tienen, de supportersclub van Anderlecht. De verplaatsing naar Lommel maakten ze met twee personenwagens. De broers Noé : “Naar de thuiswedstrijden van Anderlecht gaan we met een autocar. Voor de uitwedstrijden zijn we met te weinig. Meestal met dezelfde acht mensen, zeven mannen en een vrouw.”

Ronny Noé werd die avond in Lommel zelf ook belaagd. Hij zegt : “Ik wou dat Philippe en ik hier nu met een koppel blauwe ogen zaten. Dan zou hij tenminste nog leven…” Hij kijkt met lege ogen.

Wat is er gebeurd ?

“Een vriend en ikzelf droegen een T-shirt van Anderlecht, Philippe droeg neutrale kledij, je kon niet zien dat hij voor Anderlecht supporterde. Een groep van zeker 25, 30 mensen heeft ons aangevallen. We hadden geen schijn van een kans. Het is zo stom begonnen. Ze zochten ruzie. Iemand gaf me een elleboogstoot. Ik ben verder gestapt, ik stelde me tussen hen en het meisje van onze groep op. Ik heb alleen gezegd : ik ben alleen maar een supporter. Ik kreeg een slag, opeens kwamen de slagen van overal. Nee, ik heb ze niet goed gezien. Alleen de man die de eerste klap uitdeelde, die zou ik kunnen herkennen, denk ik, maar op dit ogenblik heb ik de video’s van de politie of de foto’s nog niet bekeken. Green Lions ? Ik heb geen groen gezien. De man van de eerste slag was helemaal in het zwart gekleed. Velen droegen petten. Niemand droeg de kleuren van Lommel. Ik had niet de indruk dat ze te veel gedronken hadden. Het heeft hooguit één of twee minuten geduurd. Meer niet. Ik heb aan niets anders meer gedacht dan aan me te beschermen en te ontsnappen.”

Ronny Noé kón ontsnappen. Later keerde hij terug naar de plek van het onheil. “We zagen dat er een paar mensen van ons groepje ontbraken, dus draaiden we om.” Phillippe Thirion lag op de grond en was buiten bewustzijn. Een vrouw uit Lommel, lid van de Lommelse hulpdiensten, had de eerste zorgen toegediend.

H

et is woensdag, de dag van Anderlecht-Lokomotiv Moskou. Om vijf uur ’s namiddags is ’t Hoekske volgelopen. Glazen bier als schuimende wanhoop. Luider dan fluisteren durft niemand te spreken. Ze dragen een rouwband, en dat doet ook de foto van Philippe Thirion. Daaronder, in één woord, de vraag der vragen. Waarom ?

“Veel te braaf”, zegt Luc Noé over Philippe Thirion, en hij heeft hem gekend en dus kan hij weten, ja toch ? “Een vriendelijke, kalme jonge man. Hij kwam hier geregeld een pint drinken en hij was supporter van Anderlecht, hij ging naar elke wedstrijd kijken. In het begin van het seizoen heeft zich bij onze club aangesloten. Het was de logica zelve.”

Woede neemt de bovenhand bij Luc Noé. “Ik heb een zoon van zeven jaar. Naar alle thuismatchen van Anderlecht gaat hij mee. Anderlecht is veilig. Naar uitwedstrijden neem ik hem niet mee. Lommel, Sint-Truiden, Beveren : daar is het altijd kalm in de stadions. Maar de betaalde parking is er gemeenschappelijk. Het stadion van Lommel ligt in een soort van bos. De zichtbaarheid is er klein.”

In ’t Hoekske wenen de mensen stenen uit hun ogen : de verscheurende pijn van droog verdriet. Ronny Noé : “De zeven mensen die samen met Philippe Thirion naar Lommel-Anderlecht zijn gaan kijken en die het overleefd hebben, ze blijven samen. We praten veel met elkaar. Wie er niet bij was, kan moeilijk begrijpen wat er gebeurd is. We houden ook contact met de familie van Philippe. Op vraag van de familie zijn we in het ziekenhuis één keer in de kamer van Philippe geweest. Maar wat konden we daar doen, hij lag daar buiten bewustzijn.”

Ze willen steunkaarten verkopen, daar in ’t Hoekske. Anderlecht en de Belgische voetbalbond verleenden hun toestemming. Sympathiebetuigingen stromen binnen. “Kijk, hier, van de supporters van Club Brugge.”

Steunkaarten : steun waarvoor ? “Het geld moet dienen om de gerechtskosten te betalen. Die mensen moeten gestraft worden. Hun straf moet een voorbeeld zijn voor alle hooligans.”

D

e politie van Lommel heeft die avond van 13 oktober een einde aan de rellen gemaakt en naderhand drie mannen geïdentificeerd en opgepakt. Mannen van rond de twintig jaar, één van hen wordt weldra vader. Ze zitten in de gevangenis, het parket van Hasselt beschuldigt hen van doodslag. Hun hechtenis is inmiddels met één maand verlengd.

Het parket van Hasselt blijft discreet. Een woordvoerder : “We kunnen momenteel niets mededelen.”

Waren ze dronken ?

“Het spijt me, we beschikken nog niet over alle elementen.”

Wat hangt hen boven het hoofd ?

“Moordzaken worden normaal gezien voor een assisenjury behandeld. Ze riskeren een gevangenisstraf van twintig tot dertig jaar. Misschien komt er met voorbedachte rade bij, dan wordt het moord. In dat geval kunnen ze levenslang krijgen.”

Philippe Thirion, hij kreeg de doodstraf.

door Pascale Pierard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content