Jurgen Cavens speelt het volgende halfjaar voor AA Gent. Waar liep het mis in de carrière van deze ooit veelbelovende aanvaller, dat hij vooral nog als een pingpongballetje door voetballand springt ?

Begin september weigerde Jurgen Cavens (25) nog in te gaan op het voorstel van Michel Preud’homme, sportief manager van Standard, om op uitleenbasis voor Sporting Charleroi te gaan voetballen. Omdat, was zijn antwoord, hij het gevoel had dat hij zich nog naar een titularispositie kon werken in Luik. Dat was hem, sinds hij in 2001 naar Standard ging, niet gelukt. Al heel vroeg stuurde Standard hem naar Marseille, waar hij al na één dag de telefoon pakte om Preud’homme te vragen of hij niet terug mocht keren. Het mocht, maar opnieuw raakte hij niet verder dan het behang aan de boorden van de Maas. Een uitleenbeurt aan FC Twente moest hem er weer bovenop helpen, maar de Nederlandse club besliste de optie tot aankoop niet te lichten. “Omdat er geen geld was om me te betalen”, verklaarde Cavens.

De waarheid is genuanceerder. Binnen zijn beperkte budget vond Twente op het eind van het seizoen de definitieve aanwerving van Cavens geen prioriteit. Trainer René Vandereycken was niet ontevreden over hem, maar een onverdeeld succes was zijn aanwezigheid nu ook niet geweest. Vooral scoorde hij te weinig. Vandereycken : “De hoeveelheid kansen die hij afdwong, was wel op niveau. Maar je moet er meer mee doen. Na zijn eerste invalbeurt op RKC, waar hij meteen scoorde, dacht iedereen : dít is hem. Maar het was niet gemakkelijk, want we zaten krap in de aanvallende sector. Een spits hangt af van de aanvoer en die was niet ideaal. In het elftal van nu zou hij het veel beter hebben.”

Het enige wat Vandereycken Cavens verwijt, is “dat hij in moeilijke momenten misschien wat harder had kunnen zijn voor zichzelf.”

De laatste invalbeurt van Cavens met Standard, eind november op Charleroi, was slap. Met twee invalbeurten en twee assists op zijn magere Luikse rapport van dit kampioenschap verhuist hij nu naar Gent. Daar moet hij, waarschuwde trainer Herman Vermeulen, de concurrentie aangaan met Miljan Mrdakovic, Venance Zézéto en Patrick Dimbala. Allerminst ronkende namen, maar zover is het dus gekomen : met hén moet de man die in 1999 met twee goals de bekerfinale voor Lierse beslechtte, de strijd aanbinden. Geen spoor meer van de toenmalige interesse van enkele Nederlandse clubs (waaronder PSV), Borussia Dortmund, RC Genk (dat 1,5 miljoen euro voor hem veil zou hebben gehad) of Rijsel.

Meteen na de finale liet toenmalig bondscoach Georges Leekens Cavens naar Azië overkomen, waar de Rode Duivels een zomertoernee afwerkten. Toen hij een jaar later overstapte naar Standard, deed hij dat om zijn kansen bij de nationale ploeg te verhogen. Lierse, dat dringend geld nodig had, kwam dat toen erg goed uit. De interlandteller van Cavens sprong van vier op vijf – en bleef daar staan.

Waar is het toch verkeerd gelopen met Jurgen Cavens ? Vooral bij Lierse, meent ex-Liersespeler en huidig Standardscout Stan Vandenbuys, die ontkent dat de spits op zijn verzoek naar Sclessin verhuisde. Hij noemt Cavens een typisch voorbeeld van een Belgisch talent dat er wel is gekomen, maar het belangrijkste vergat : bevestigen.

Vandenbuys : “Van zijn tiende tot zijn eenentwintigste kende hij alleen maar succes. Hij won altijd en werd nooit met weerstand geconfronteerd. Talent wordt doodgeknuffeld, niet alleen bij Lierse, maar bij alle clubs. Mentale weerbaarheid moet je niet meer leren als je negentien bent, maar voordien. Anders schrikken jonge spelers zich een ongeluk wanneer ze prof worden, want in het profvoetbal worden er geen cadeaus uitgedeeld. Toen hij met de nationale ploeg de nationale top bereikte, kreeg hij voor het eerst kritiek, omdat men toen pas ging zien wat hij niét had. Plots werd hij met de grond gelijk gemaakt en daar kon hij niet mee om. Terwijl iemand als Carl Hoefkens, die het van zijn inzet en fysieke kwaliteiten moest hebben, altijd veel harder heeft moeten werken om er te komen en daar mentaal zijn voordeel mee doet wanneer het minder goed gaat.”

Misschien, denkt Vandenbuys, is Cavens te zacht om een spits te zijn. “Arrogant is hij zeker niet, maar ik denk dat hij mentaal te broos is voor het topvoetbal. Hij twijfelt snel aan zichzelf, terwijl je als het minder gaat vooral niet mag nadenken, maar moet werken.”

Doodgeknuffeld ? Dan toch niet door zijn ouders. Jeugddirecteur Marcel Vets van Lierse herinnert zich nog hoe hij moest bemiddelen in het gezin Cavens, omdat moeder vond dat vader, voor wie het nooit goed genoeg was, te hard was voor zijn zoon.

Vets had niet verwacht dat het met Cavens zo steil bergaf zou gaan. De jeugdtrainer die jaren geleden verklaarde dat Cavens misschien wel het grootste talent was waar hij in zijn bijna 30-jarige loopbaan mee had gewerkt, vindt niet dat het al bij Lierse verkeerd liep. “Als je zo jong in het eerste elftal zit en op je twintigste de nationale ploeg haalt, kan er tot op dat moment niets verkeerd gelopen zijn. Dan zit je op schema. Wat er daarna fout is gegaan, weet ik niet, daar heb ik geen zicht op. Misschien is het de wierook die hem heeft bedwelmd.”

Volgens Vets, een aanhanger van de strenge, maar rechtvaardige opvoeding, is Cavens bij Lierse wel degelijk op zijn plichten gewezen. Altijd is hem gezegd dat hij harder moest zijn voor zichzelf en niet te gauw tevreden. Vets : “In ons jeugdcentrum hangt een bordje met onze werkleuze : karakter maakt de topper. Altijd heb ik hem gezegd dat het te gemakkelijk ging en dat hij veeleisender moest zijn voor zichzelf. Talentvolle jongens als hij nemen het soms iets te gemakkelijk op. Dan moet je als jeugdbegeleider meteen ingrijpen. Dat is in zijn geval wel gebeurd, hoor. Maar het is voor deze verwende generatie moeilijker dan vroeger, toen ook op school en in het dagelijkse leven respect en doorzettingsvermogen werden vereist.”

Natuurlijk vindt Vets het erg wat Cavens de laatste jaren overkomt, “zoals een leraar het betreurt als een begaafde leerling zijn talenten niet ontwikkelt.” Stiekem hoopt hij dat het in extremis goed komt met de spits. Eén ding maar moet hij doen bij Gent : “Keihard werken. Zichzelf pijnigen en overtreffen. Dat is de enige weg.”

door Geert Foutré

‘Hij is mentaal te broos voor topvoetbal.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content