Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Geherstructureerd, gerestyled en voor het eerst sedert lang nog eens landskampioen : Club Brugge wil in de toekomst nog meer dromen realiseren.

Paniek ging het feest uiteindelijk nog vooraf. Nadat STVV zes minuten voor tijd had gelijkgemaakt, haalde Club Brugge slechts krampachtig het einde : 1-1, één punt. Het volstond net voor de eerste titelviering in vijf jaar. De twaalfde in de geschiedenis. Het dozijn is eindelijk vol. “Het blijft elke keer heel mooi, zeker ook omdat het al zo lang geleden is”, sprak Gert Verheyen over zijn vierde. “Ik denk dat iedereen in het stadion het verdient dat we vandaag kampioen worden.” Het stadion was vol. Uitverkocht. 26.909 toeschouwers waren er voor een wedstrijd die werd ingeluid met een beklijvend y ou’ll never walk alone en eindigde met we are the champions, simply the best, better than all the rest, better than anyone, et cetera.

“Dit is een immens gevoel van vreugde”, zei Olivier De Cock, een echte Bruggeling die in het verleden al eens een traan liet voor een gemiste titel. “Dit is mijn eerste titel waarbij ik volwaardig basisspeler ben. Dat het gebeurt na een voor mezelf fantastisch seizoen waarin ik zelfs in de nationale ploeg ben geraakt, maakt het nog intenser.

“We kenden dit keer geen terugval, hé. Veel jongens zijn erop vooruitgegaan in vergelijking met vorig seizoen. Vooral het collectief heeft het gedaan. Er stond echt een ploeg op het veld. Na de ervaringen van de voorbije jaren was het besef groter dat we nuchter en scherp moesten blijven tot het einde. De grote interne concurrentie heeft ons daarbij zeker geholpen; de Champions League maakte ons rustiger en rijper. De supprematie in België moeten we de komende jaren proberen te behouden, want we hebben nog een paar titels in te halen. Op internationaal vlak gaandeweg nog wat beter doen, is natuurlijk niet zo eenvoudig. Maar wie weet, als ik zie wat er allemaal in de club gebeurt.”

Er gebeurt inderdaad wat in de club. Vrijdag was er de persconferentie geweest over de toekomst van Club Brugge. Voorzitter Michel D’Hooghe deed er zijn “prospectieve analyse” uiteen. Het ging over herstructurering, restyling ook, en het begon met de infrastructuur. Omdat er in het Jan Breydelstadion van de 21ste eeuw toch stilaan meer nodig is dan een fatsoenlijk bureau voor Antoine Vanhove, zal meteen na het seizoen het gebouw waarin de clubshop gevestigd is, verbouwd worden tot nieuw administratief centrum Michel Van Maele. Beheerder en architect Pol Jonckheere lichtte het project toe en het klonk goed. Er zal volgend seizoen door iedereen fatsoenlijk gewerkt en vergaderd kunnen worden, er zullen ook fatsoenlijk mensen ontvangen kunnen worden.

Michel D’Hooghe sprak van een prestigieuze vereniging op het vlak van talent en prestaties, maar ook op het vlak van inzet, van discipline, van fairplay, van fierheid op de clubkleuren, van een goeie organisatie, van service aan het cliënteel, van bestuurlijke motivatie van iedereen, van onderling respect, collegialiteit en vriendschap.

“Club Brugge is natuurlijk één club, één beleid en één ambitie, maar de analyse leert dat er in feite drie departementen werkzaam zijn”, zei hij. “Het sportdepartement, het sociaal departement en het economisch departement.” Marcel Kyndt, eerste ondervoorzitter en voorzitter van het directiecomité, wordt voorzitter van het totale economische departement; Raoul Beuls, tweede ondervoorzitter, wordt voorzitter van het sociaal departement; en algemeen directeur en gerechtigd correspondent Antoine Vanhove wordt voorzitter van het sportieve departement.

“De tijd van het benevolaat in een profclub bestaat natuurlijk nog wel, zonder kan je niet verder, maar er is ook een professionele leiding”, ging D’Hooghe verder. Op dat vlak had de nieuwe voorzitter groot nieuws. Vanaf 1 juli wordt Marc Degryse sportleider en promoveert Filips Dhondt tot bedrijfsleider. De ene zal met andere woorden het sportief bedrijf Club Brugge leiden, de andere het economisch.

“Wij willen een hoofdrol blijven spelen in het Belgisch voetbal en rekenen erop zo constant mogelijk aanwezig te zijn in Europa, daarom stellen we een specifieke sportleider aan”, kondigde D’Hooghe Degryse aan, waarna hij niet toevallig niet meer ophield het ego van Antoine Vanhove te strelen. “Onze politiek is deze die Antoine Vanhove ons al jaren doceert : een politiek van beperkte doch gerichte transfers. We gaan onze kern afslanken, we gaan de jeugddoorstroming stimuleren, ons scoutingsysteem en onze medische afdeling verder op punt zetten.”

“Ik zou willen duidelijk maken dat woorden als machtsovername of machtsoverdracht die in het verleden zijn gebruikt, helemaal niet ter zake zijn”, aldus D’Hooghe. “De raad van beheer wil duidelijk stellen dat Club Brugge verder rekent op de grote sportieve knowhow van Antoine Vanhove en heeft dat geïllustreerd door zijn benoeming tot voorzitter van het totale sportdepartement.” Welke lading zijn titel van algemeen directeur in de praktijk nog dekt, werd er niet bij gezegd.

“Toen Antoine zijn hartoperatie heeft ondergaan,” ging D’Hooghe verder, “is gezegd dat Club Brugge tijdens zijn afwezigheid is blijven stilstaan. Dat is het grootste compliment dat hem gemaakt kan worden. Maar dat mag natuurlijk niet meer. We moeten naar een structuur waarin de ene de andere opvangt, waarin wij verder kunnen werken, via een verruiming van de uitbouw van onze club. Club Brugge wenst verder te werken in de specifieke traditie die zo succesrijk is geweest in de voorbije jaren. Dat wil zeggen : geen miljardentransfers, gerichte transfers van jonge spelers, ondersteund door enkele buitenlandse sterkhouders, doch altijd met behoud van de Belgische identiteit van onze vereniging.”

“In de relatie tussen de sportieve leiding en de trainersstaf, kan ik u melden, verandert er niets. De competentie van onze trainersstaf over de kern is en blijft absoluut. Wel is het zo dat onze sportieve leiding met de trainers meedenkt over de oriëntatie van de kern, en natuurlijk met onze bestuursorganen via ons dagelijks bestuur. Marc zal de eerste drie maanden in alle rust en bescheidenheid gebruiken als oriëntatie. Hij heeft de knowhow en ervaring nog niet die Filips Dhondt wel al heeft. Gedurende zijn inloopperiode van een jaar zal hij moeten groeien in de functie. Voor Marc is het een leerschool waarbij er geen exclusieve machtsgebieden zijn. Wij werken allemaal samen, wij hebben maar één baas en dat is Club Brugge. Opdrachten voor Marc en Filips zullen uitgaan van het dagelijks bestuur.”

Een dagelijks bestuur waartoe, behalve algemeen secretaris en officieel woordvoerder van het beleid Jacques De Nolf en Antoine Vanhove, ook de blijkbaar zeer actieve nieuwe voorzitter Michel D’Hooghe en zijn twee apostelen Marc Degryse en Filips D’Hondt behoren.

“Club Brugge is een vereniging met een enorm potentieel op diverse terreinen”, sprak Filips Dhondt, “Over sportieve materies heb ik mij nog nooit uitgesproken en ik zal dat ook nu niet doen.” Waarna hij het had over analyse van de onderbouw van de club als bedrijf, analyse van de structuur en analyse van de werkingsprocedures. “Waar het mij en mijn voorzitter om gaat, is op de meest efficiënte wijze een optimaal resultaat halen. Maar ik hou eraan dat het gebeurt op de sfeervolle, volkse manier die eigen is aan dit huis. Ik denk dat de enorme kwaliteiten op bestuurlijk, administratief, organisatorisch en commercieel vlak die hier aanwezig zijn, borg staan voor een enorme verdere versterking van Club Brugge.”

“Het zal straks precies twintig jaar geleden zijn dat ik hier beneden met Antoine Vanhove, George Kessler en mijn ouders mijn eerste profcontract tekende”, vertelde daarna Marc Degryse. “Van de schoolbanken kwam ik in een profvoetbalwereld terecht die ik niet kende. Ik heb toen het geluk gehad om met ervaren spelers als Jan Ceulemans te kunnen spelen, en het verstand om mijn oren en ogen open te houden, en zo stilletjes aan het vak van profvoetballer te leren. Nu zal ik dat ook weer doen.”

“Ook nu kom ik weer in een nieuwe wereld terecht,” vervolgde hij, “en ook nu zal ik het geluk hebben, denk ik, dat er hier ervaren mensen zijn die het al dertig jaar heel goed hebben gedaan. Ik reken op hun steun. Ik zal hun raad zeker gebruiken en weten te waarderen om ook in deze nieuwe wereld mijn weg te vinden. We spraken af dat het eerste jaar een inloopperiode wordt, maar het is zeker niet de bedoeling om hier alles op zijn kop te zetten. Integendeel. Ik denk dat Club Brugge de laatste tijd al enorm geëvolueerd is. Mijn enige intentie en hoop is dat ook ik in de toekomst mijn steentje kan bijdragen om die evolutie verder succesvol te maken.”

Wie zich afvroeg hoe Michel D’Hooghe na vijftig dagen denkwerk uiteindelijk bij de titels bedrijfsleider en sportleider was uitgekomen, kreeg ook daar een antwoord op. Manager klinkt te Engels, liet hij de toehoorders weten. “Dat past niet voor een Vlaamse club.”

Waarna hij er een Latijnse spreuk uitgooide waarvan we alleen de bijgevoegde vertaling hebben onthouden. “Door dienstbaarheid naar vreugde. Is dat niet mijn lijfleuze ?”

Eindigen deed de voorzitter in het Engels. “Ik zou willen eindigen met de code die ik deze week aan de raad van beheer gegeven heb :

There are people who live in a drea world

and there are some who face reality.

And then, there are those who turn the one into the other.

Wel, dat is mijn boodschap aan alle medewerkers van Club Brugge : turn the dream into reality. Dank u wel.”

Of ook Trond Sollied volgend seizoen nog een medewerker van Club Brugge zal zijn die dromen in realiteit helpt om te zetten, of de club ook dan nog dienstbaar aan zijn leer zal zijn, kon afgelopen weekend nog altijd niet met zekerheid gezegd worden. Er mag dan wel in februari een akkoord bereikt zijn voor drie bijkomende jaren, twee en een halve maand later is het nog altijd niet getekend. Het contract is namelijk nog altijd niet klaar. Een technische kwestie, in handen van boekhoudkundige specialisten. Aldus beide partijen. Waarom moet dat zó lang duren ? Hebben ze er beiden belang bij in deze tijden van herstructurering en vernieuwing nog even de vrijheid te behouden ?

Als er zich morgen een club naar zijn zin meldt, is Trond Sollied weg. “Of ik nu onder contract lig of niet, dat doet er niet toe”, liet hij afgelopen weekend in De Standaard noteren. “Als een club me wil, kunnen ze mijn contract altijd afkopen.” Benieuwd of hij er volgend seizoen nog zal zijn.

“In zijn totaliteit zit Club Brugge als club momenteel op veertig procent van zijn mogelijkheden”, zei Trond Sollied zaterdag op de persconferentie na de wedstrijd tegen Sint-Truiden. “Op sportief vlak hebben we nood aan zeer sterke verdedigers en een keeper met ervaring om een beetje concurrentieel Europa in te gaan. Duur hoeft dat niet te kosten. Ik praat niet over namen, maar over kwaliteiten, en die vind je overal. Aan de club om de nodige transacties te doen.”

door Christian Vandenabeele

‘Club Brugge is één club, één beleid en één ambitie.’ (Michel D’Hooghe)

‘Aan de club om de nodige transfers te doen.’ (Trond Sollied)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content