Als speler paste hij zich moeiteloos aan elke positie aan, maar op de arbeidsmarkt vindt Patrick Van Veirdeghem minder gemakkelijk zijn weg.

Lokeren bekomt van de kerst- en nieuwjaarsdagen, maar in de cafés op Grote Markt is het nog gezellig druk. De penibele situatie van de plaatselijke eersteklasser lijkt voor de meeste inwoners niet de eerste zorg. “Maar wel de veiligheid op straat”, fluistert Patrick Van Veirdeghem terwijl we naar één van de betere zaken van de stad wandelen. “Oudere mensen durven ’s avonds niet langer buiten te komen omdat allochtone jongeren de buurt onveilig maken. Soms worden op de Grote Markt heuse rodeo’s gehouden. ‘ s Avonds is Lokeren dood.”

Ook Van Veirdeghem is niet te fel meer begaan met wat er gebeurt op Daknam, waar hij als voetballer opgroeide en deel uitmaakte van de twee grote generaties die Lokeren ook Europees op de kaart zetten. “Ik speelde zowel met Bob Hoogenboom, Preben Larsen, Gregor Lato, Wlodek Lubanski en René Verheyen als met de broers Versavel, Rony Somers, Ronny Laroy en Angelo Nijskens. Een jonge ploeg waarvan ik als aanvoerder het verlengstuk van trainer Aimé Anthuenis was. We werden afgeschilderd als een degradatiekandidaat, maar behaalden uiteindelijk Europees voetbal. De financiële problemen waarmee de club toen kampte, deden echter een groot deel van de spelers vertrekken. Zelf verhuisde ik – niet zonder enige moeite, want Anthuenis wilde me absoluut houden – naar Antwerp. De binding met Lokeren is intussen helemaal weg, al woon ik er nog wel. Maar op Daknam ben ik al zeker twee jaar niet meer geweest. Ik ga zelden nog naar een wedstrijd in eerste klasse kijken.”

Als hij nog naar het voetbal gaat, is het naar tweedeklasser Ronse, waar zijn zoon Kenny sinds kort in de A-kern zit. Maar omdat hij zelf nog voetbalt bij derdeprovincialer Merendree, kan dat lang niet elk weekend.

Het was vooral zijn gevecht tegen de overtollige kilo’s dat hem deed besluiten om de voetbalschoenen weer aan te trekken. “Met 1 meter 72 ben ik al niet van de grootste,” zucht hij, “maar op relatief korte tijd ging mijn gewicht van 64 naar 74 kilo en daar voelde ik me niet echt lekker bij. Dankzij een vriend, Thiery Lootens die nog bij Eeklo speelde en die trainer is bij Merendree, zette ik opnieuw de stap. In geen tijd stond ik in het eerste elftal. Maar het is uiteraard provinciaal niveau, met al zijn goede en minder goede kanten. Je gaat niet zomaar een halfuur na de douche al naar huis. Dat ideale competitiegewicht van 62 kilo zal ik dus allicht nooit meer halen (lacht).”

Patrick Van Veirdeghem heeft zich opnieuw ingeschreven als werkzoekende, nadat de recentste voetbalstage die hij wilde organiseren bij gebrek aan sponsors werd afgeblazen. Hij wil zijn situatie helemaal niet dramatiseren.

“Die voetbalstages organiseren”, vertelt hij, “was mijn lange leven. Altijd in het buitenland en in de betere hotels. Maar de voorbereiding en dan vooral de zoektocht naar sponsors was slopend. Het zijn erg dure stages, met alles erop en eraan. Op en top professioneel. Twee fulltime trainers, een extra begeleider en een kinesist. Daarnaast krijgen de spelers ook een soort mediatraining waarbij ze voor of na de stage door journalisten uit de regio geïnterviewd worden en waarbij hen wordt geleerd hoe ze met pers en media horen om te gaan. We beperken de groep tot ongeveer vijfentwintig man. Van twaalf tot achttien jaar. De meeste spelers komen dan ook uit eersteklasseclubs. Het doet echt deugd als je zo’n speler dan bij een eerste elftal ziet debuteren, zoals onlangs Dieter Van Tornhout bij Club Brugge. Mooie reclame ook voor ons.”

Maar bij de organisatie van de laatste stage – naar Dubai – liep de zoektocht naar sponsors vast, zodat de trip werd geschrapt. Vandaar dat Van Veirdeghem zich opnieuw als werkzoekende heeft ingeschreven. Maar de allrounder die tijdens zijn loopbaan ook nog een sportwinkel openhield, wil dit voorjaar al nieuwe stages organiseren, onder meer naar Madrid. Er is een mogelijkheid dat hij vast aan de slag kan als reisleider, maar dat ziet hij wegens de moeilijke combinatie met competitievoetbal, op welk niveau ook, niet zo zitten.

Maar Van Veirdeghem is een doorbijter. Anders durf je het niet aan iemand als Antwerpvoorzitter Eddy Wauters voor de rechtbank te dagen, zoals hij deed. “In mijn contract bij Antwerp stond dat ik bij een blessure recht had op de winstpremies. Maar toen ik enkele weken onbeschikbaar was, werden ze niet uitbetaald. Samen met Sporta trok ik naar de rechtbank en ik heb mijn geld, weliswaar drie jaar later, toch nog gekregen. Met Eddy Wauters kun je beter geen professionele relatie hebben. Spelers van de andere kant van de Schelde moesten zich er altijd dubbel bewijzen voor ze zowel door bestuur als supporters aanvaard werden. Maar eens ze je in de armen sluiten, kan de sfeer niet meer stuk. Toch heerste er op de Bosuil constant druk. Vandaar dat mijn transfer naar KV Oostende, waar ik de beste jaren van de club meemaakte, een echte verademing was. Voetballen aan de kust was heerlijk. Om de haverklap werd je bij supporters en bestuursleden uitgenodigd. Zó blij waren die mensen dat ze in eerste klasse speelden.”

door Stefan Van Loock

‘Als aanvoerder was ik het verlengstuk van Aimé Anthuenis.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content