Ondanks enkele aanbiedingen uit het buitenland bleef Joël Bartholomeeussen in België voetballen. Liefst zo dicht mogelijk bij ‘zijn’ Zoersel. Daar is hij nu sinds anderhalf jaar werkzaam als technisch assistent van de groendienst.

Heel het leven van het gezin Bartholomeeussen draait rond voetbal. Vader Joël is speler-trainer bij bevorderingsclub Lille en traint daarnaast nog de jeugd van Zoersel waar zijn oudste zoon speelt. De jongste werd in het tussenseizoen getransfereerd van Lierse naar Antwerp. “Ik ben dus geen enkele avond thuis,” zegt hij, “maar ik heb geluk dat ook mijn vrouw behoorlijk voetbalgek is. Zij is van kindsbeen af supporter van Berchem Sport. Ze komt uit een gezin met veertien kinderen en sloeg vroeger met enkele van haar broers en zussen geen enkele wedstrijd over. Nu brengt ze de kinderen naar de training en daar is ze ook een hele week zoet mee. Een avondje gezellig samen voor de televisie kennen we niet, maar niemand die het mist. Ik zal na het werk hooguit even in de veranda in een tuinstoel ploffen, maar daar houdt het mee op. Wij leven echt voor het voetbal.”

Volgend seizoen wordt allicht zijn laatste als speler-trainer bij Lille. “Ik zou mijn loopbaan willen beëindigen waar ze begonnen is, hier in Zoersel. Maar in het trainersvak wil ik echt wel blijven. Lille was voor mij een prima leerschool, ook al is de combinatie speler-trainer nooit makkelijk. Het ene jaar sta je nog tussen de jongens, het andere moet je erboven staan. Als speler sloeg ik met hen achter de rug van de trainer ook wel eens een kegeltje over, nu moet ik hen in de gaten houden. Maar ze zijn me zelf komen vragen of ik geen trainer wilde worden. Ze hebben ook niet liever dan dat ik mezelf ook in de ploeg zet, maar de wissels tijdens de wedstrijd laat ik over aan de hulptrainer. Die moet echt geen schrik hebben om mij van het veld te halen als ik eens wat minder in de wedstrijd zit. Over mijn eerste seizoen als speler-trainer mag ik echt niet klagen, ook al eindigden we niet binnen de beoogde topvijf. Het gaat er hier nog gemoedelijk aan toe bij Lille. Geen dikkenekkerij.”

Bartholomeeussen vergelijkt de sfeer met wat hij destijds meemaakte bij Germinal Ekeren. “Het probleem is een beetje dat Lille niet echt is meegegroeid met zijn sportieve prestaties. Ook Germinal Ekeren heeft indertijd een steile vlucht genomen, maar kon rekenen op de centen en de knowhow van Jos Verhaegen. Zelf promoveerde ik twee keer met Germinal en bracht ik de club mee van derde naar eerste klasse. Het eerste jaar in eerste moesten we vechten om erin te blijven, maar we speelden wel de bekerfinale. Bij Germinal waren de mensen in de business-seats ook stuk voor stuk echte voetballiefhebbers, met wie je na de wedstrijd een faire discussie kon voeren. Dat was bij KV Mechelen soms anders. Daar zaten er die durfden te vragen waarom ik de bal op de paal had getrapt en niet in doel !”

De carrière van Joël Bartholomeeussen had een andere wending kunnen nemen als hij was ingegaan op de aanbiedingen uit het buitenland. “Met voetbalmakelaar Roger Van Gool woonde ik een wedstrijd van FC Keulen bij en later, in mijn tweede periode bij Germinal, vroeg Jean Fraiponts me of ik geïnteresseerd was om bij Kloppenburg, een satellietclub van het Nederlandse Heerenveen in de Duitse derde klasse, te gaan spelen. Financieel niet onaantrekkelijk, maar ik moest er een contract voor drie jaar tekenen en wilde het maar voor één jaar proberen. Zo blijft Lokeren de club die het verst van mijn dorp was gelegen, maar ik ben altijd in Zoersel blijven wonen. Ik heb hier niks te kort. De school van de kinderen ligt vlak achter onze tuin, in mijn vrije tijd ga ik het gras maaien van het voetbalveld in Zoersel.

“Intussen werk ik sinds anderhalf jaar als technisch assistent van de groendienst van de gemeente. Onderhoudswerken aan de gemeentelijke grasperken, wegen en verkeersborden. Een leuke job, want ik ben altijd buiten en ga er ook met de fiets naartoe. Iedereen kent mij hier. Ik heb ook nooit lang naar werk moeten zoeken. Meteen nadat ik mijn A3 mechanica behaald had, kon ik gedurende vijf jaar aan de slag bij een grote lampenzaak in Mortsel, waar ik elektriciteitsdraad moest snijden. Na mijn profcarrière werkte ik twee jaar bij mijn schoonbroer die woningen renoveerde. Toen hij failliet ging, moest ik drie maanden gaan stempelen, maar dat viel al bij al nog mee. Anderhalf jaar geleden dan kwam ik via de VDAB aan deze job.”

Joël Bartholomeeussen heeft ondanks zijn drukke voetbalbezigheden op lager niveau toch nog tijd voor het voetbal in eerste klasse. “Ik tracht geregeld te gaan kijken naar mijn vrienden van vroeger : Jan Moons, Wesley Sonck en Roman Vonasek. Als zij met hun ploeg naar Lierse komen, tracht ik meestal te gaan. Met de Tsjechen van Lokeren was het vroeger echt leuk. Als er een feestje was van de plaatselijke volleybalclub hier tegenover de deur, waren ze graag van de partij. Ook Jan Koller. Kunnen die mannen drinken ! Van Koller heb ik na zijn vertrek bij Lokeren jammer genoeg niet veel meer gehoord. Begrijpelijk. Toch zal Vonasek hem trachten te overhalen om tijdens onze jeugddag naar Zoersel te komen. Dat zou nogal wat zijn voor die jongens hier. Eerlijk waar, ik ben echt fier dat ik met zo’n speler ooit in dezelfde ploeg heb gestaan.”

door Stefan Van Loock

‘Ik ben fier dat ik ooit met Jan Koller in dezelfde ploeg heb gestaan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content