Dromen aan de Leie

© Inge Kinnet

KMSK Deinze heeft eindelijk waar het al vier jaar op aast: de promotie naar 1B. In eerste afdeling amateurs had het geen concurrentie, maar is het daarom ook een aanwinst voor het Belgische profvoetbal? Op verkenning aan de oevers van de Leie.

Het licht schijnt in de duisternis, en dat doet het flink sinds vorig jaar in het Burgemeester Van De Wielestadion. Aan de rand van de stad werkt KMSK Deinze zijn thuiswedstrijden af sinds 1978 en met deze 800 lux is de club klaar voor 1B. Voor 1A is 1000 lux nodig, maar dat is voorlopig nog niet aan de orde.

Op deze koude februari-avond zijn voor het duel tegen degradatiekandidaat La Louvière-Centre zo’n 600 toeschouwers opgedaagd. Een paar weken eerder lokten de Lierse Kempenzonen een kleine 2000 man naar de boorden van het Schipdonkkanaal, maar dat was omdat Lierse zes autobussen mee had. Vanavond zitten in het bezoekersvak maar 17 fans, al maken die met twee trommels lawaai voor minstens het dubbele.

Een grote publiekstrekker is KMSK Deinze nooit geweest, maar net voor de opheffing van de toenmalige tweede klasse kwam het daar wel nog gemiddeld aan 1700 man. Straks mikt de club in een meer aantrekkelijke competitie op zo’n 1500 kijkers, zowat het dubbele van nu.

Aan de overkant van de goed gevulde hoofdtribune probeert sfeergroep 818 (genoemd naar het stamnummer) de boel op te zwepen aan het drankkot. Aan de aftrap staan bij de thuisploeg liefst negen Vlamingen, één Brusselaar ( Arnaud De Greef) en één buitenlander. Zo’n verhouding doet tegenwoordig pijn aan de ogen. De buitenlander, de inmiddels al 36-jarige Franse spelverdeler Flavien Le Postollec, voetbalde in de hoogste klasse met FC Brussels, RAEC Mons en OH Leuven. Als hij per kilometer betaald wordt, moet hij alvast de best verdienende speler van Deinze zijn, want Le Postollec woont in het Waals-Brabantse Waver en slaagt er, behalve in deze coronatijden, elke dag in om voorbij de Brusselse files om negen uur in Deinze te zijn.

Eén ding staat vast: ik zal de club nooit achterlaten met een deficit.’ Denijs Van De Weghe, voorzitter

Centraal op het middenveld voetbalt naast Le Postollec Alessio Staelens, zoon van Lorenzo. Ook de beloftevolle verdediger Viktor Boone heeft een bekende voetbalvader. Eind jaren negentig was Nico Boone een degelijke linksback bij KV Kortrijk, FC Dender en en RAEC Mons. Boone sr. is blij met de kansen die jonge Vlamingen nog bij Deinze krijgen: ‘Alleen jammer dat ze daarvoor moeten afzakken naar eerste amateur. In 1B wil men alleen nog ervaren buitenlanders. Alle jonge Belgen die ervaring willen opdoen, moeten dus naar eerste amateur komen.’ Alleen Gert Van Walle komt uit de eigen jeugd. Met de teloorgang van Roeselare en Lokeren krijgt KMSK Deinze bij de jeugd voor het eerst meer instroom dan uitstroom. Voorheen werkten de jeugdopleiding van Zulte Waregem, Club Brugge en KAA Gent als een magneet op de plaatselijke jeugd.

Echte amateurs zijn ze bij Deinze niet, ook al voetballen ze in een amateurreeks. Was vorig jaar nog maar de helft van de kern prof, dan is het sinds dit seizoen een fullprofploeg, met een professionele staf en een winterstage in Spanje. Maar Deinze was dit jaar niet de enige echte profploeg in de eerste amateurafdeling. Ook Seraing, RFC de Liège en Lierse Kempenzonen hielden er een voltijds profregime op na.

Ramones

De wedstrijd tegen Les Loups begint slecht voor de oranje-zwarten, die op achterstand komen, maar na de rust de zaken rechtzetten. Uiteindelijk wint Deinze met 3-1, en wéér heeft Lennart Mertens gescoord. Dit keer twee stuks. Het hadden er meer kunnen zijn, want twee andere goals van de 27-jarige Herzelenaar – die zijn carrière langzaam uitbouwde via Oost-Vlaamse clubs als Sottegem, Bambrugge en Dikkelvenne – werden (terecht) afgekeurd. En dan spetterde ook nog één bal tegen de paal en pakte de bezoekende keeper nog knap een paar zo goed als gemaakte goals.

Het stadion wordt vanaf eind dit jaar verbouwd, het budget met één miljoen verhoogd, tot 3,5 miljoen euro. 'Dat budget is nu al rond', verzekert voorzitter Van  De Weghe.
Het stadion wordt vanaf eind dit jaar verbouwd, het budget met één miljoen verhoogd, tot 3,5 miljoen euro. ‘Dat budget is nu al rond’, verzekert voorzitter Van De Weghe.© Inge Kinnet

Mertens gaf zijn visitekaartje in het Belgische voetbal al op de tweede speeldag af. Toen maakte hij tegen RFC de Liège bij een 5-0-zege liefst vier goals en gaf de assist voor de vijfde. Uiteindelijk sluit hij de competitie af met 28 doelpunten in amper 24 wedstrijden. Ook voor Deinzewatchers is Mertens een openbaring, al voetbalt hij hier al sinds 2016. De voorbije seizoenen zat hij nog regelmatig op de bank en scoorde nooit vaker dan negen keer. Wat het vertrouwen van een nieuwe trainer bij een spits al niet vermag.

Na elke thuisgoal klinkt ‘ I just can’t get enough!‘ van Depeche Mode, een hit uit begin jaren 80. In december 1984 werd het nummer 200 meter verderop live gespeeld aan de overkant van de ringlaan, als afsluiter van het concert dat Depeche Mode toen gaf. Dat soort toppers is voor concertzaal De Brielpoort niet meer haalbaar. Aan de voetbalclub om weer de massa naar de stad aan de Leie te trekken.

Na de overwinning tegen La Louvière begroeten de thuisspelers vrienden en familie in de eretribune. In de businessclub is voorzitter/eigenaar Denijs Van De Weghe naar gewoonte omringd door chique volk dat goed boert, allemaal ondernemers die in en rond Deinze actief zijn en daarom in de Oost-Vlaamse stad hoog worden ingeschat. Het is weer eens iets anders, een profclub in 1B in handen van lokale zakenmensen.

Na de wedstrijd zitten op de persconferentie naast perssyndicus Marcel Dingemans, een rasechte Antwerpenaar met een oude Beerschotpassie, niet zoals gewoonlijk twee of drie, maar liefst vier journalisten te luisteren naar trainer David Gevaert.

Gevaert begon exact twintig jaar eerder zijn trainersloopbaan bij Deinze, als physical trainer van Eddy Mestdagh. Daarvoor stopte hij na een resem blessures al op zijn 23e met voetballen. De voorbije jaren werkte hij als trainer bij Antwerp en Virton, om afgelopen zomer Regi Van Acker op te volgen bij zijn oude club.

De trainer oogt ontspannen, ondanks de hectische ommekeer in de match. ‘Het belangrijkst is dat ik kalm blijf. Dan zet dat zich over op je spelersgroep. Dat heb ik met de jaren geleerd.’

Gevaert drinkt eens van zijn pintje. Is hij verbaasd over het seizoen van Deinze, dat in februari al een straat voorsprong heeft? ‘Zeker en vast’, geeft hij eerlijk toe. ‘Dit overtreft onze stoutste verwachtingen. Het is echt niet dat we dachten dat we er met de vingers in de neus zouden door lopen.’

Alles begon met een prima start. Met twaalf op twaalf stond Deinze ineens alleen aan de leiding. Van de 24 wedstrijden verloor het er twee, op Lierse Kempenzonen en Seraing. Twee keer speelde het gelijk, thuis tegen Dessel Sport en op Olympic Charleroi. Met zo’n fenomenale reeks was het al kampioen op speeldag 24 op het veld van Dessel, zes speeldagen voor het einde van de reguliere competitie. Normaal had het nog een eindronde moeten betwisten, maar met 20 punten meer dan de nummer twee, Thes Sport, dat net als vorig seizoen geen licentie aanvroeg voor het profvoetbal, kan geen van de concurrenten evenveel aanspraak maken op de promotie naar 1B.

Tussen Gent en Waregem

Op het eerste zicht heeft Deinze een te klein hinterland om economisch leefbaar te zijn in het profvoetbal. De wegwijzers liegen niet langs de grote baan van Kortrijk naar Gent, die aan de linkerkant Kortrijkse Steenweg heet en meer naar Gent toe Gentsesteenweg. KAA Gent ligt op amper 20 kilometer, Zulte Waregem op 15, Kortrijk op 30 en ook Club Brugge is maar 40 kilometer ver. Probeer op zo’n zakdoek maar een voldoende talrijk cliënteel op te bouwen om een profclub levend te houden.

Wie langs de Leie door het centrum wandelt, merkt pas hoe dicht alles bij mekaar ligt. Op een kwartier ga je langs de Leie te voet van de markt naar het stadion. Die markt werd acht jaar geleden gerenoveerd, maar veel winkelpanden die de stad extra allure moesten geven staan nu leeg omdat er twee shoppingcentra zijn bijgekomen. Deinze is een compacte stad met alle voorzieningen op wandelafstand, met een jonge burgemeester. Die wil van Deinze een fietsstad wil maken, op maat van jonge gezinnen die hier een woning zoeken omdat het naburige Gent voor hen niet langer betaalbaar is.

Vorig jaar fuseerde de stad Deinze met het naburige Nevele. Daardoor is het nu met 43.571 inwoners de 38e stad van België en heeft het op zich een groter hinterland dan Sint-Truiden (40.590 inwoners), Waregem (38.260), Westerlo (25.000) en Eupen (19.600).

Het promotiefeestje vierde voorzitter/eigenaar Denijs Van De Weghe in coronatijden alleen met zijn vrouw in de huiskamer. De geboren Brusselaar groeide op in het Brabantse Meise en woont sinds 1988 in Deinze. Hij aasde al vier jaar op promotie naar 1B. In 1993 liet hij zich door een buurman meenemen naar de plaatselijke voetbalclub. Toen die na het wegvallen van Marc Hoste zonder voorzitter zat, nam hij in 2012 plaats in de cockpit. Twee jaar geleden eindigde de club als vierde, vorig jaar als tweede.

‘Als je in de sport stapt, moet je ambitie tonen. Gewoon wat meedraaien om jaarlijks in de top vier te eindigen, volstaat voor mij niet’, zegt Van De Weghe die zijn bedrijf Dakota (chemie) opstartte en de laatste jaren in handen liet van een CEO, waardoor hij tijd heeft om zich bezig te houden met KMSK Deinze.

Zoals Stayen

Drie jaar geleden kocht hij de gronden waarop het stadion zich bevindt voor 521.000 euro van de stad. Begin dit jaar werd het nieuwe bouwproject bij het stadion voorgesteld, dat tussen natuurcentrum de Brielmeersen en het Schipdonkkanaal ligt. In een eerste fase moeten de tribunes vernieuwd worden, want een van de voorwaarden voor een proflicentie is dat Deinze tegen december 2021 een stadion met minstens 8000 plaatsen heeft. Daarna wordt de rest van de verbouwingen aangepakt: de vier torens met de kantoren, het hotel, de residentiewoningen en de horecazaken. De totale kostprijs? 50 miljoen euro. Het wordt zoals op Stayen, maar dan zonder de warenhuizen: ‘Er zijn hier al een paar shoppingcentra, het is niet de bedoeling daarmee in concurrentie te gaan.’ Het nieuwe complex moet een extra aantrekkingspool zijn voor de stad, met onder meer ook een grote zaal van 1000 plaatsen. Kortom: het is de bedoeling een complex te maken dat net zoals de Ghelamco Arena en Stayen veel vaker benut wordt dan de 20 wedstrijddagen die de kalender van 1B voorziet.

Vanaf 1 juli wordt het voetbalbedrijf overgeheveld van de vzw naar een nv, waarvan Van De Weghe 100 procent aandeelhouder is. ‘Het stadion is van ons, wij betalen alle verbouwingen zelf. In eerste instantie krijgt het stadion de naam van mijn bedrijf, Dakota. Tenzij iemand bereid is om meer te betalen om er zijn eigen naam aan te geven.’

Straks wordt het budget, dat dit jaar 2,5 miljoen bedroeg, met één miljoen verhoogd. ‘Dat budget is nu al rond.’ Zo’n bedrag is peanuts in 1B, maar Van De Weghe is niet van plan om het geweer van schouder te veranderen en plots een legioen ervaren buitenlanders aan te kopen. Ervaren spelers zal hij dit keer wel halen, ‘maar we doen voort met wat we nu doen: jonge Vlaamse of Belgische spelers een kans geven, die in 1A en bij andere clubs in 1B geen kansen krijgen. Elk jaar veranderen we hooguit twee of drie spelers, waardoor wij nog een echt ploeggevoel hebben, met spelers die vrienden van mekaar zijn. Ik zal straks waarschijnlijk ook de enige Vlaamse voorzitter zijn in 1B.’

Verder kijkt Van De Weghe voorlopig niet: ‘Laten we maar eens zien wat 1B ons brengt. Wat er ook gebeurt, één ding is zeker: ik zal de club nooit achterlaten met een deficit.’

Sfeergroep 818 (genoemd naar het stamnummer) probeert er aan het drankkot tegenover de hoofdtribune  wat schwung  in te brengen.
Sfeergroep 818 (genoemd naar het stamnummer) probeert er aan het drankkot tegenover de hoofdtribune wat schwung in te brengen.© Inge Kinnet

Zeventien jaar tweede

Een rijk palmares heeft SK Deinze, opgericht in 1926, nog niet. Lang pendelde de club tussen eerste provinciale en vierde klasse. In 1982 ontsteeg het voor het laatst het provinciale voetbal, om tien jaar te blijven hangen in vierde klasse. In 1993 belandde het voor het eerst in zijn geschiedenis in tweede klasse, toen nog een gemengde reeks, met een paar profclubs en veel veredelde amateurteams.

Eén keer kwam de Oost-Vlaamse club heel dicht bij eerste klasse. Dat was in het seizoen 1996/97 toen het tweede eindigde, op amper één punt van kampioen SK Beveren. Er was toen een klacht ingediend tegen Eendracht Aalst wegens een vermeende poging tot omkoping met als doel in eerste te blijven. Bij een veroordeling van Eendracht zou Deinze promoveren, maar uiteindelijk werd Aalst niet veroordeeld bij gebrek aan bewijzen, en bleef Deinze waar het was, in tweede.

In die reeks voetbalde het, alles samen, zeventien seizoenen. Volgend jaar wordt het achttiende, maar het eerste in een volwaardige profcompetitie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content