Drie à vijf medailles: de ambitie van het BOIC in Rio. Is een betere oogst dan in Londen 2012 (zilver voor Lionel Cox, brons voor Evi Van Acker en Charline Van Snick) realistisch voor België? Ja, zo blijkt uit een analyse van tien potentiële medaillekandidaten.

EVI VAN ACKER

Dé kandidate van ‘Team Belgium’ voor een (gouden) medaille. Al weigert Laser Radialzeilster Evi Van Acker (30) dat uit te spreken. Opvallend hoezeer ze benadrukt dat ze vooral wil genieten, om zo het maximum uit zichzelf te halen, waarna een medaille vanzelf komt. Tot vorig jaar vergat de Gentse immers af en toe hoe goed ze is en haalden in stresserende situaties negatieve emoties soms de bovenhand. Zoals op het WK 2015, waar ze als leidster de slotrace inging, maar met een 25e stek uiteindelijk ‘slechts’ brons pakte.

De Oost-Vlaamse heeft intussen onafhankelijk van omstandigheden en concurrenten leren denken en handelen, en is zich bewuster van wat ze kan. En dat is véél – nog meer dan in Londen. Fysiek was Van Acker nooit beter dan nu: qua kracht, dankzij meer specifieke en zwaardere oefeningen, en vooral qua basisconditie, door veel fietstrainingen waardoor ze na een week zeilen minder vermoeid raakt.

Gemixt met haar mentaal evenwicht, grote ervaring en tactisch inzicht na maanden varen op het zeer uitdagende water in Rio moet dat, in symbiose met haar coach Wil van Bladel en in haar allerlaatste grote competitie, minstens een medaille opleveren. Het zou de voortzetting van haar resultaten van de laatste twee jaar zijn, want sinds augustus 2014 eindigde Van Acker in zeventien wedstrijden slechts twee keer níét op het podium en won ze zeven races, waaronder twee World Cups, in Hyères en Miami, in 2016.

Grootste concurrente wordt allicht de Nederlandse Marit Bouwmeester (nipt voor Van Acker nummer een op de wereldranglijst, zilver in Londen, wereldkampioene van 2011 en 2014). Andere medaillekandidaten zijn de twee laatste wereldkampioenen: de Britse Alison Young (2016, in afwezigheid van Van Acker) en de Deense Anne Marie Rindom (2015). Ook de Chinese titelverdedigster Lijia Xu lijkt na vier mindere jaren plots weer in vorm.

KANS OP GOUD: 40 %

KANS OP MEDAILLE: 90 %.

COMPETITIE: maandag 8/8 tot maandag 15/8, laatste race om 18.05 uur (Belgische tijd).

JAOUAD ACHAB

Met Van Acker is Jaouad Achab (23) onze grootste kanshebber op een olympische titel/medaille. De taekwondoka was in 2015 de enige Belg die WK-goud veroverde in een olympische sport, en werd dit jaar voor de tweede keer Europees kampioen in zijn -63 kg-categorie. In die klasse is de Wilrijknaar nummer een op de wereldranglijst, net als in de olympische ranking van de -68 kg. Die twee categorieën worden op de Spelen immers samengevoegd. Volgens Achab echter geen nadeel, want tegen de grotere en zwaardere opponenten kan hij met zijn surplus aan explosiviteit en sprongkracht uitpakken.

Kanttekening: Achabs referenties tegen de toptaekwondoka’s, tegen wie hij nog maar weinig gevochten heeft. Tegen de nummer twee van de olympische ranking, de Zuid-Koreaan Dae-Hoon Lee, slechts éénmaal – duidelijk verlies in de halve finale van de Grand Prix Final in 2015 -, tegen de nummers drie en vijf, Saúl Gutiérrez en Servet Tazegul, nog geen enkele keer. Tegen de nummer vier, de Rus Aleksej Denisenko, won hij vorig jaar in de strijd om het brons in de GP Final, waar Achab in de kwartfinale ook het nummer zes, de Spanjaard Joel González Bonilla, versloeg, net als in de WK-finale van 2015.

In Rio zal hij twee van die toppers moeten kloppen, want na de eerste twee rondes (tegen een taekwondoka uit Papoea-Nieuw Guinea en allicht tegen de Pool Karol Robak), die de Belg normaal gezien moet kunnen winnen, komt hij in de halve finale waarschijnlijk uit tegen de winnaar van de kamp tussen Tazegul (regerend wereld- en olympisch kampioen in de -68 kg) en Denisenko (als die Rus mag meedoen). In de (eventuele) finale wachten Gutiérrez, González Bonilla of Dae-Hoon Lee (goud en zilver in Londen in de -58 kg).

Achabs pluspunten: hij is een fysiek en tactisch heel complete taekwondoka die op grote toernooien altijd schittert. Durft ook onomwonden te zeggen dat alleen goud telt – een droom die echter niet verlammend werkt. Integendeel: ondanks spartaanse trainingen straalde, net als bij van Acker, het genot van zijn gezicht in het vooruitzicht van de Spelen.

Interessant: op dezelfde dag als Achab vecht Raheleh Asemani in de -57 kg-categorie, en ook de ex-politiek vluchtelinge is niet kansloos voor een (bronzen) medaille, net als Si Mohamed Ketbi een dag eerder in de -58 kg bij de mannen.

KANS OP GOUD: 33 %

KANS OP MEDAILLE: 80 %.

COMPETITIE: donderdag 18/8, kwart en halve finales vanaf 20 uur, kleine finale en finale vanaf 1 uur.

PHILIP MILANOV

In 2015 de eerste Belg ooit die zilver won op een WK atletiek. Hooggespannen verwachtingen dus voor Philip Milanov (25). Zeker nadat de discuswerper begin mei zijn Belgisch record aanscherpte tot 67m26. Daarna had hij door examenstress een dipje, maar begin juli bevestigde hij met een tweede plaats op het EK in Amsterdam.

Even belangrijk: Milanov overleefde er probleemloos de kwalificaties. Voor een atleet van zijn kaliber ogenschijnlijk een formaliteit, maar de Bruggeling benadrukte al vele keren dat die kwalificatieronde voor hem véél moeilijker is dan de finale, wegens de grote druk om zich met slechts drie worpen bij de beste twaalf te plaatsen. Het juk van het EK 2014 (toen hij zich gebukt onder de stress niet kon kwalificeren) wierp hij in Amsterdam (definitief?) van zich af.

De nu meer zelfverzekerde Milanov kan in een finale naar eigen zeggen overschakelen op zijn ‘just do it‘-ingesteldheid. Gekoppeld aan meer spierkracht (door meer krachttrainingen), zijn explosieve draaisnelheid in de discusring (zijn sterkste punt) en een grotere constante in zijn (verre) worpen kan dat in Rio een medaille opleveren. Al blijft de (te) bescheiden West-Vlaming beklemtonen dat de finale zijn doel is.

Een medaille is immers geen garantie: met 67m26 staat Milanov ‘pas’ achtste op de wereldranglijst, al zullen de Amerikaan Sam Mattis (67m45, niet bij de top drie op de trials) en de Zuid-Afrikaan Victor Hogan (67m62, betrapt op doping) er in Brazilië niet bij zijn. Wel in Rio: drievoudig wereld- en regerend olympisch kampioen Robert Harting, die met een knieblessure forfait gaf voor het WK, en ook voor het laatste EK, maar alles op de Spelen zet. Als de Duitser weer zijn topniveau haalt (begin juni gooide hij 68m04) is hij de te kloppen man, samen met Piotr Malachowski, de Pool die Milanov van goud hield op het voorbije WK en EK, en de wereldranglijst aanvoert met 68m15.

Volgens de huidige verhoudingen strijdt de Bruggeling dan met Robert Harting (de broer van, 68m05 dit jaar) en de Jamaicaan Fedrick Dacres (68m02) allicht om brons. Milanov zal dan wellicht minstens in de buurt van zijn Belgisch record (67m26) moeten gooien, of dat zelfs moeten verbeteren. Op de twee laatste olympiades moest je voor een derde plaats immers respectievelijk 67m79 en 68m03 ver werpen. Het goeie nieuws: de West-Vlaming rondde dit jaar op training al twee keer ruim de kaap van de 68 m. Dat alleen nog herhalen in Rio.

KANS OP GOUD: 20 %

KANS OP MEDAILLE: 50 %.

COMPETITIE: vrijdag 12/8, kwalificaties 14.30 uur, zaterdag 13/8, finale 15.50 uur.

CHARLINE VAN SNICK

Zorgt Charline Van Snick (25) net als in Londen (toen brons) al op de eerste dag voor een Belgische medaille? Het kan, want de Waalse wil na tweemaal Europees goud, in 2015 en 2016, eindelijk haar eerste mondiale titel pakken. Dat wordt echter minder makkelijk, want de concurrentie bij de -48 kg komt vooral van buiten Europa. Bovendien is Van Snick door een wisselvallig seizoen – vijfde in Parijs, uitgeschakeld in de eerste ronde in Düsseldorf (februari) en op de Masters (mei) – geen reekshoofd in Rio. Daardoor kan ze na de eerste ronde al op een favoriete botsen. Van Snick trekt zich daar echter niks van aan: ‘Dan versla ik al die toppers gewoon op één dag.’

Geen utopie, want elke judoka uit de top vier van de wereldranking (de Mongoolse nummer een Urantsetseg Munkhbat, de Argentijnse wereldkampioene Paula Pareto, de Japanse Ami Kondo (1-0) en de Braziliaanse regerend olympisch kampioene en thuisfavoriete Sarah Menezes) heeft ze al minstens één keer geklopt. Maar ze heeft ook al (meerdere keren zelfs) van hen verloren.

Pluspunt voor Van Snick is dat ze een balans gevonden heeft in haar superstrenge dieet om onder de 48 kg te raken. Dat was begin dit jaar in Parijs en Düsseldorf nog niet het geval, toen ze fysiek (en daardoor ook mentaal) slap op de mat verscheen. Bovendien heeft de Luikse dat typische ‘eye of the tiger’ op kampioenschappen.

Extra peper in Van Snicks pikante soep: haar revanchegevoelens na de fameuze cocaïneaffaire, waarin het Internationaal Sporttribunaal haar na een korte schorsing vrijpleitte. De Waalse werd op het WK 2013 immers naar eigen zeggen vergiftigd. Haar resultaat toen: brons. Plaats: Rio… Van Snick zou Van Snick niet zijn als ze van méér droomt.

KANS OP GOUD: 20 %

KANS OP MEDAILLE: 33 %.

COMPETITIE: zaterdag 5/8, eerste ronde tot kwartfinale vanaf 15 uur, halve finales en finale vanaf 20.30 uur.

TOMA NIKIFOROV

Judoka Toma Nikiforov (23) stootte in 2015 in de -100 kg-categorie met brons op de Masters, het EK én het WK door tot de wereldtop. Technisch heel veelzijdig, leerde door zijn trainer Damiano Martinuzzi slimmer en tactischer vechten en van zijn psycholoog ook zijn agressiviteit en focus voor en tijdens een kamp te kanaliseren. Is ook een enorme bijter: veroverde op het WK, ondanks bijna ondraaglijke armkrampen, toch brons.

Die krampen bleken het gevolg van een compartimentsyndroom, een verstoring van de bloedtoevoer. Daaraan werd de Brusselaar in november 2015 geopereerd, maar dit jaar kreeg hij opnieuw last. Op een slecht moment: in de finale van het EK, waar Nikiforov tot zijn grote ontgoocheling verloor van de Nederlander Henk Grol. Niettemin de bevestiging dat hij er op kampioenschappen altijd staat, na nochtans een slechte seizoenstart.

Het probleem met de armen is echter niet van de baan, want de judoka sukkelt nu met het carpaletunnelsyndroom, een geknelde polszenuw. Een operatie vindt pas plaats ná Rio, tot dan zal hij met infiltraties en ijs krampen proberen te vermijden. Daarvan ondervindt Nikiforov wel pas hinder na drie, vier kampen, zoals in de EK-finale.

Als hij ook op de Spelen zo ver wil raken of goud wil pakken – zijn grote (uitgesproken) doel -, dan zal de Brusselaar allicht voorbij (een van) zijn twee boemannen moeten: de Tsjech Lukas Krpálek, van wie hij in 2015 vier keer verloor, en de Japanse wereldkampioen Ryunosuke Haga, die hem in 2015 tweemaal klopte.

De Bulgaarse Belg is wel reekshoofd, en zal Krpálek, Haga of andere kleppers, zoals de Azerbeidjaanse nummer een van de wereld Elmar Gazimov (tegen wie Nikiforov nog nooit vocht) en de nummer twee van die ranglijst Cyrille Maret (de Fransman die hij klopte voor WK-brons), pas laat in het toernooi ontmoeten. Als Nikiforov geen krampen krijgt én tactisch bij de les blijft, is een medaille mogelijk. Dat geldt (in mindere mate) ook voor Joachim Bottieau, in de -81 kg-klasse, als hij zijn stuntzege van in Düsseldorf, waar hij de wereldtop klopte, kan herhalen.

KANS OP GOUD: 15 %

KANS OP MEDAILLE: 33 %.

COMPETITIE: donderdag 11/8, eerste ronde tot kwartfinale vanaf 15 uur, halve finales en finale vanaf 20.30 uur.

JOLIEN D’HOORE

Wielrenster Jolien D’Hoore werd in Londen, op haar 22e, al vijfde op het omnium. Groeide sindsdien uit tot een wereldtopper op de weg, maar kon op de piste de stap naar het podium (nog) niet zetten: vierde op de WK’s van 2014 en 2015, zesde in 2016. Op dat laatste WK vielen haar sterke nummers (scratch, afvalling en de puntenkoers) wat tegen, maar bleek wel dat ze veel was verbeterd in haar voorheen zwakke(re) nummers (achtervolging, 500 meter en baanronde).

Om een medaille te halen in Rio zal de Oost-Vlaamse in elk van die drie tijdsonderdelen een persoonlijk record moeten neerzetten en vóór het slotnummer, de puntenkoers, al in de top drie/vier moeten staan. Daarin wordt bij de vrouwen immers heel verdedigend gekoerst en is het moeilijk om nog veel posities op te schuiven.

Aan het materiaal, cruciaal op de piste, zal het niet liggen, want D’Hoore onderging in de nieuwe windtunnel in Paal liefst 45 tests op zoek naar de ideale combinatie van helm, outfit en fietspositie. Zowel haar pakjes (Bioracer) als haar fietsen (Ridley) zijn bovendien van topkwaliteit.

Gezien de dominantie van de Britse Laura Trott, de regerende olympisch en wereldkampioene, wordt goud in Rio allicht moeilijk. Bovendien is de top in vergelijking met Londen breder geworden, met onder meer Laurie Berthon (Fra), SarahHammer (VS), de AnnetteEdmondson (Aus), AllisonBeveridge (Can) en KirstenWild (Ned).

KANS OP GOUD: 10 %

KANS OP MEDAILLE: 25 %.

COMPETITIE: maandag 15/8 en dinsdag 16/8, afsluitende puntenkoers om 22.05 uur.

RED LIONS

Na zilver op het EK 2013 in eigen land leek de toekomst van de Red Lions geplaveid met medailles. Maar vijfde plaatsen op het WK 2014 en het EK 2015 gaven de hoop op olympisch succes een dreun. Na die terugval onder de Nederlandse bondscoaches Marc Lammers (na Londen) en Jeroen Delmée (sinds juni 2014) bleek de keuze voor een nieuwe trainer, Shane McLeod (ervoor nog assistent), in september 2015 aanvankelijk een voltreffer: de Nieuw-Zeelander haalde de Lions weg uit hun tactisch keurslijf en liet hen weer vrijuit aanvallen. Resultaat: eind 2015 zilver in de World League, het belangrijkste toernooi na de Spelen en het WK.

In 2016 verruilden veel internationals hun buitenlandse clubs voor Belgische teams om met de Lions meer samen te kunnen trainen. Toch kwamen in juni de zwakke punten op de Champions Trophy weer bloot te liggen. Puur technisch zijn de Belgen wereldtop, maar ze zetten hun dominantie en mooie spel te weinig om in goals (vooral op strafcorners, al was sterspeler Tom Boon op de CT nog geblesseerd). En vooral: de Lions missen soms de geslepenheid en de cool om een voorsprong vast te houden, en gaan door defensieve blunders vaak op het einde nog kopje onder – een spiegelbeeld van de Rode Duivels.

Zijn de hockeymannen daarom kansloos voor een medaille? Neen, als ze bovenstaande euvels kunnen wegwerken, meer durven, en de angst om te verliezen van zich afgooien, dan is het potentieel groot. Cruciaal wordt de openingsmatch tegen Groot-Brittannië. In een poule met topfavoriet Australië (dat sinds 2014 alle grote toernooien won) en ‘zwakkere’ landen als Brazilië, Spanje en Nieuw-Zeeland gaat de strijd om plaats twee immers (allicht) tussen de Lions en de Britten. Verliest België dat eerste duel en wordt het pas derde in zijn groep, dan wacht in de kwartfinale allicht een veel moeilijkere tegenstander: titelverdediger Duitsland, Nederland of Argentinië. En dan kan, mede door een deuk in het vertrouwen, een (te) vroege uitschakeling een feit zijn.

KANS OP GOUD: 10 %

KANS OP MEDAILLE: 20 %.

COMPETITIE: zaterdag 6/8 eerste poulematch, zondag 14/8 kwartfinales, dinsdag 16/8 halve finales om 17 uur en 22 uur, donderdag 18/8 kleine finale en finale om 17 uur en 22 uur.

PIETER TIMMERS

Pieter Timmers laat de 200 m vrije slag vallen om alles op de estafettes en de 100 m te zetten. Meer dan met de aflossingsploegen (die wel finales, maar geen medaille kunnen halen) heeft de Limburger op het koningsnummer van het zwemmen een (kleine) kans op het podium – weliswaar hooguit brons.

Op het WK 2015 haalde Timmers voor het eerst een mondiale finale op de 100 m vrij met een Belgisch record (48.22) in de halve finale. In de finale kon de Limburger dat niet herhalen (48.31), waardoor hij als zevende strandde, op 19 honderdsten van brons. Op het voorbije EK in Londen werd hij – mede door slaapproblemen – teleurstellend vijfde, in slechts 48.64.

Véél indrukwekkender was zijn 100 meter in de aflossing, waar Timmers België naar brons stuwde met een fenomenale 47.37 – zonder vliegende start 47.9 à 48.0 waard. Kan hij die prestatie eindelijk herhalen/licht verbeteren in een individuele competitie – zijn trainingstijden in aanloop naar Rio waren beter dan voor het WK en EK – dan komt Timmers met 47.7 à 47.8 in de buurt van brons.

Allicht zullen de Australiër Cameron McEvoy (47.04 dit jaar) en titelverdediger Nathan Adrian (47.72) hors catégorie zijn. Daarna volgt een heel peloton met Ning Zetao (de Chinese wereldkampioen in 2015 met ‘slechts’ 47.84), Jeremy Stravius en Clement Mignon (Fra), Luca Dotto (Ita), Santo Condrelli (Can), de jonge Caeleb Dressel (VS) en Kyle Chalmers (Aus). En dus ook Timmers. Aan hem om op het grootste moment van zijn carrière het beste uit zichzelf te halen.

KANS OP GOUD: 1 %

KANS OP MEDAILLE: 10 %.

COMPETITIE: dinsdag 9/8 reeksen en halve finale, woensdag 10/8 finale om 4.03 uur.

HANNES OBRENO

Roeier Hannes Obreno zou weleens het dark horse van Team Belgium kunnen zijn. Als belofte al wereldtop op de skiff (vierde en tweede op het WK 2012 en 2013) en in 2015 werd hij, op zijn 24e, al vijfde op het EK bij de senioren. Daarna hoopte de Bruggeling op het WK zijn olympisch ticket te veroveren, maar daar faalde hij in de B-finale door de stress.

Werkt sindsdien met een psycholoog en samen met opgedreven trainingsuren en een nog betere techniek (die al top was) leverde dat zijn vruchten af: derde op de World Cup in Varese, vierde op het EK (waar hij op slechts 19 honderdsten van brons strandde) en overtuigend winnaar van het olympisch kwalificatietoernooi. De Belgische roeibond kon echter slechts één ticket uitdelen, en dat ging naar Obreno, ten nadele van het duo Tim Brys en Nils Van Zandweghe.

Door die kwalificatie viel er een pak druk weg, en dat bleek in juni op de prestigieuze Henley Royal Regatta in Londen. Obreno versloeg er in de finale (in een rechtstreeks duel) regerend olympisch kampioen en vijfvoudig wereldkampioen Mahe Drysdale. Na die prestatie hoopt de West-Vlaming in Rio (op moeilijk water dat hem als technisch sterke roeier moet liggen) op een finale (top zes), wat op zijn 25e al heel knap zou zijn. Daarmee zou hij zijn Brugse voorganger in de skiff, Tim Maeyens, evenaren (zesde in 2004 in Athene, vierde in 2008 in Peking). Maeyens’ coach toen: Dirk Crois, en die traint nu ook Obreno.

KANS OP GOUD: 5 %

KANS OP MEDAILLE: 15 %.

COMPETITIE: dinsdag 9/8 kwartfinale vanaf 13.30 uur, donderdag 11/8 halve finales vanaf 14.10 uur, zaterdag 13/8 finale om 15 uur.

AFLOSSINGSPLOEG 4X400 METER ATLETIEK

Keiharde realiteit: Kevin en Jonathan Borlée zijn geen wereldtop (meer). Op het WK 2015 liepen ze nochtans geen slechte tijden (respectievelijk 44.74 en 44.67), alleen deed een nieuwe generatie nog veel beter dan de nu 28-jarige tweeling. Ook hun persoonlijk record (44.56 en 44.43) zal niet meer volstaan voor een olympische finale.

Bovendien kwamen Kevin en Jonathan dit jaar niet eens in de buurt: met respectievelijk 45.17 en 45.34 staan ze pas 34e en 47e op de wereldranglijst. Beiden werden immers geplaagd door blessures. Zo kon Kevin de voorbije weken niet voluit trainen wegens een voetontsteking. Een blessure die vader/coach JacquesBorlée ‘niet dramatisch, wel onrustwekkend’ noemde.

Vooral voor de 4×400 meter, want daarin hebben de Belgen wél een (kleine) kans op een (bronzen) medaille. Alleen moeten Kevin en Jonathan in die aflossing dan wel ruim onder de 45 seconden kunnen duiken, zoals op het voorbije EK in Amsterdam.

Dat leverde een tweede Europese titel op, met name door een flitsende eindsprint van Kevin. Met die bedenking dat topfavoriet Groot-Brittannië zijn beste loper, Europees kampioen Martyn Rooney, niet inzette. Met 3.01.10 bleven de Tornado’s (met ook Julien Watrin en Dylan Borlée) bovendien bijna twee seconden boven het Belgisch record dat ze in de reeksen van het WK 2015 vestigden (2.59.27).

Voor een medaille in Rio zal echter 2.58 nodig zijn. Het is echter de vraag of die tijd, laat staan een Belgisch record, mogelijk is. De Tornado’s kregen wel een mentale boost op het EK, maar op de Spelen tellen ook de benen, en als die door blessures niet meewillen…

Een meevaller is dat Watrin zijn beste vorm benadert (45.73 op het BK), waar Robin Vanderbemden zijn persoonlijk record verbeterde tot 45.98. Bovendien liep Dylan Borlée, ook al het hele jaar gekweld door blessures, net voor de Spelen 45.82, zijn op één na snelste chrono ooit. Sowieso zullen hij, Watrin en mogelijk Vanderbemden (als reserveloper), zichzelf moeten overtreffen (richting 45.50), en zullen Jonathan en Kevin topfit moeten zijn, willen ze in de buurt komen van brons, zoals op het WK aflossingen in 2015.

KANS OP GOUD: 1 %

KANS OP MEDAILLE: 10 %.

COMPETITIE: vrijdag 19/8 reeksen om 2.10 uur, zaterdag 20/8 finale om 3.35 uur.

DOOR JONAS CRETEUR – FOTO’S BELGAIMAGE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content