Als alle plannen werkelijkheid worden, spelen dertien van de zestien eersteklassers tegen 2016 in een nieuw of grondig vernieuwd stadion. Een stand van zaken van de broodnodige facelift van onze Belgische voetbalarena’s.

Op het vlak van voetbalinfrastructuur is in België de klok blijven stilstaan sinds Euro 2000. In Nederland was er de Amsterdam ArenA (afgewerkt in 1996), de volledig gemoderniseerde Kuip in Rotterdam en de gloednieuwe GelreDome in Arnhem. In de vier Belgische EK-speelsteden (Luik, Charleroi, Brussel en Brugge) werd echter gekozen voor het opkalefateren van de bestaande verouderde arena’s.

The HollandBelgium Bid’, de huidige Nederlands-Belgische kandidatuur voor het WK 2018, lijkt dan toch eindelijk weer wat zaken in beweging te brengen. De clubs schreeuwen al langer om nieuwe stadions, maar zijn volledig afhankelijk van de goodwill van de overheid en/of privé- investeerders. Op 2 december maakt de FIFA bekend of het WK naar de lage landen komt of niet. Op dit moment geven de verschillende overheden de garantie dat er ook zonder WK-organisatie steun komt voor de meeste stadionprojecten. Voorzichtigheid blijft echter geboden, want de concrete financiering van die nieuwe voetbaltempels staat in veel gevallen pas in 2011 op de agenda.

Sport/Voetbalmagazine vroeg alle eersteklassers naar een stand van zaken over hun infrastructuur. In tabelvorm gegoten vindt u cijfers over de capaciteit, businessmogelijkheden, toegankelijkheid en inkomprijzen van de actuele stadions. Daarnaast gingen we bij alle clubs na hoever ze staan met hun stadionplannen en wat ze precies verwachten van die nieuwe projecten.

De lijdensweg van Gent

Het nieuwe Gentse Arteveldestadion – eerstesteenlegging in 2008, maar voorlopig niet meer dan 400 ondergrondse palen – is de moeder van alle Belgische stadion-dossiers. De eerste besprekingen startten intussen tien jaar geleden en de einddatum van het bouwproject werd tal van keren vooruitgeschoven. Pas in juni dit jaar raakte het financiële plaatje volledig rond, door de inbreng van projectontwikkelaar Ghelamco en de stad Gent. Dit najaar starten de bouwwerken opnieuw, waardoor AA Gent het Arteveldestadion vanaf het seizoen 2012/13 zal kunnen bespelen. De capaciteit wordt 21.000 toeschouwers, of 42.000 indien België en Nederland het WK binnenhalen. Sowieso kan er makkelijk uitgebreid worden naar 25.000 of 30.000.

“Een lijdensweg”, zo werden de voorbije jaren omschreven door Jeroen Piqueur, algemeen directeur van de financiële groep Optima en van bij de start betrokken bij het Arteveldestadion. De voorzitter van AA Gent, Ivan De Witte, nuanceert: “Tijdens de voorbereidende fase ervaar je misschien zo’n gevoel, maar achteraf moet je vaststellen dat het nu eenmaal minimaal zeven jaar duurt vooraleer je echt kunt beginnen te bouwen. Financiering, vergunningen, ontsluiting van de nieuwe site, zulke zaken krijg je niet rond in één of twee jaar. De andere clubs die bezig zijn met nieuwe projecten zullen dat ook nog ondervinden.”

Dat het ambitieuze AA Gent normaal als eerste Belgische club in een 21e-eeuwse arena zal kunnen spelen, stemt De Witte gelukkig. “Op die manier nemen we een belangrijke voorsprong. We kunnen onze supporters meer bieden en verwachten ons budget met vijftig procent op te krikken. In ons huidige stadion zitten we volledig aan ons maximum. Recent hadden we Dinamo Kiev te gast in het Ottenstadion. Ik denk dat hun bestuur het gevoel had dat ze ontvangen werden in een ontwikkelingsland.”

De totale kostprijs van het Arteveldestadion bedraagt 70 miljoen euro, waarvan AA Gent zelf 15 miljoen zal bijdragen. “Geen enkele Belgische club heeft voldoende cashflow om op eigen benen een nieuw stadion te financieren”, aldus De Witte. “Zonder overheid en privé-investeerders lukt het niet. Als we het WK binnenhalen, dan vormt dat een cruciale hefboom voor de beleidsmensen om te investeren. Maar zonder WK zie ik het eerder somber in. De overheid moet de tering naar de nering zetten. Een paar clubs zullen misschien nog hun plannen rond krijgen, maar in het algemeen vrees ik dat België dan opnieuw voor lange tijd in de woestijn terechtkomt.”

Brood en spelen

Ook in Brugge heeft het stadiondossier al een lange weg afgelegd. In eerste instantie wou Club Brugge samen met projectontwikkelaar Up-lace een eigen stadion- en shoppingcomplex neerpoten in Loppem. Fel protest uit verschillende hoeken en onvoldoende steun van de politiek leidden er echter toe dat Uplace afhaakte. De stad Brugge trok aan de kar voor een nieuw stadionproject op Brugs grondgebied (44.000 zitjes), dat zowel voor Club als voor Cercle de nieuwe thuisbasis zal vormen.

Gilbert De Neve, ex-topman van de Regie der Gebouwen, werd aangesteld als stadioncoördinator. “Het is de bedoeling dat we beginnen te bouwen tegen 2013 en dat het stadion in 2016 af is, de streefdatum van de FIFA. Maar ook zonder WK komt het stadion er.” Los van de toewijzing van het WK op 2 december verwacht De Neve in het najaar nog twee belangrijke etappes voor het Brugse stadionproject: “Wellicht eind dit jaar spreekt de Vlaamse regering zich uit over de ingediende bezwaarschriften en later hopen we met nieuws naar buiten te komen over de concrete financiering van het stadion. De kans bestaat dat een privaat-publieke samenwerking de enige haalbare financieringsformule is.”

Bij Club Brugge volgen ze het werk van de stedelijke stuurgroep van nabij op. “We vinden het een goed en discreet verhaal”, aldus operationeel manager Patrick Orlans. “Het is belangrijk om stap voor stap te gaan en geen dingen te bruuskeren. De verantwoordelijken hebben al goed werk geleverd. In de stuurgroep overleggen we samen met de stad en met Cercle Brugge over de invulling van het project. Dat kan vlot verlopen, want vergeet niet dat Club en Cercle al jaren onder één dak leven.

“De eerste simulaties tonen aan dat we op het gebied van business- en vipomkadering heel wat mogelijkheden zullen hebben”, aldus Orlans. “We willen ons budget niet optrekken door hogere ticketprijzen, maar door het feit dat we een pak meer publiek zullen kunnen ontvangen. Moderne brood en spelen tegen democratische prijzen, dat blijft ons uitgangspunt. Als we als eerste topclub in een stadion van 40.000 man kunnen spelen, én dat ook kunnen vullen, kan dat een verschil maken tussen Champions League of niet.”

Iets voorzichtiger is Yvan Vandamme, managing director van Cercle Brugge. “Het was een politieke beslissing om één stadion voor de twee ploegen te bouwen. Ik denk dat zowel Club als Cercle het dossier toch een beetje ervaart als een gemiste kans. Maar Cercle heeft de middelen niet om een eigen stadion te bouwen, dus we werken constructief mee aan het huidige project.”

Cercle Brugge heeft een aantal basisvoorwaarden en voorlopig kan het nieuwe project daaraan voldoen, legt Vandamme uit: “Ten eerste willen we absoluut in Brugge blijven, ten tweede wil Cercle Brugge huren van de overheid en willen we nooit afhankelijk zijn van een stadion waarvan Club Brugge de eigenaar is, en ten derde willen we dat onze jeugdopleiding mee verhuist naar de nieuwe locatie. De eerste twee voorwaarden zijn vervuld, maar vooral dat laatste zal een aandachtspuntje blijven.”

Stadsvernieuwing in Antwerpen en Charleroi

Dat Antwerpen als grootste Vlaamse stad de boot miste tijdens Euro 2000, beschouwen ze in de Scheldestad nog steeds als een schande. Dat mag geen twee keer gebeuren, dus ligt er een plan klaar om op Petroleum Zuid een nieuw stadion te bouwen voor 25.000 toeschouwers, of voor 44.000, afhankelijk van een eventuele WK-organisatie. Voor het stadsbestuur is het stadionproject ook de ideale gelegenheid om een stukje verloederd Antwerpen te herwaarderen.

Germinal Beerschot was in eerste instantie niet enthousiast over het plan van de stad om ook tweedeklasser Antwerp in het nieuwe stadion te huisvesten. Met Patrick Vanoppen bracht Germinal Beerschot iemand in het bestuur die beloofde om zonder geld van de stad een nieuw stadion te realiseren. Intussen is er van Vanoppen, vorige maand uit het bestuur gezet, geen sprake meer en nam een aparte beleidsgroep de planning van het stadionproject over. In die werkgroep: vertegenwoordigers van de twee clubs, Vlaams minister van Sport Philippe Muyters, burgemeester Patrick Janssens en twee schepenen.

“De bal ligt nu in het kamp van de overheid”, aldus Germinal Beerschotvoorzitter Herman Kesters. “Pas in september komen we een tweede keer bijeen, dus ik kan nog niet zeggen of het overleg tussen de stad en de twee clubs al dan niet constructief verloopt. Iedere club speelt liefst in een eigen stadion, maar dat is niet meer haalbaar.”

De beleidsgroep acht het mogelijk dat het nieuwe stadion er in 2015 staat, een vrij krappe timing. “Met de stedelijke overheid als bouwheer zal alles qua vergunningen wel een stuk sneller gaan dan normaal”, beweert Kesters. Het nieuwe Antwerpse stadion zou 100 miljoen euro gaan kosten, maar over de financiering kan de voorzitter van Germinal Beerschot nog niet veel kwijt: “Het is te vroeg om te zeggen hoe die constructie juist in elkaar zal zitten, maar de stad en het Havenbedrijf gaven al aan dat ze bereid zijn om te investeren. We zullen wel horen van de overheid wat onze rechten en onze plichten zijn. Maar als we als club willen groeien, moeten we naar een nieuw stadion.”

Ook in Charleroi probeert het stadsbestuur via een nieuw stadionproject aan stadsvernieuwing te doen. Er liggen plannen op tafel voor een multifunctioneel sportcomplex op een oud stuk industriegebied in deelgemeente Marchienne-au-Pont. Opnieuw zal de toewijzing van het WK 2018 de capaciteit bepalen: 25.000 of 44.000. Het ontwerp moet de thuishaven worden van zowel Sporting Charleroi als Olympic. Naast een voetbalstadion biedt het complex ook plaats voor commerciële ruimtes, kantoren, een sporthal en een res-taurant.

De eerste plannen zien er fraai uit, maar de hamvraag is andermaal wie het nieuwe project gaat financieren. De voorzitter van Sporting Charleroi, Abbas Bayat, wou liever geen commentaar geven, noch over het project zelf, noch over de financiering. Het Waalse gewest toonde zich al bereid om de saneringskosten van het terrein te betalen en om daarnaast nog eens tien miljoen te investeren in het nieuwe stadion. Een hoopvol signaal, maar slechts een fractie van de geschatte totaalkost van 100 à 150 miljoen. Van de stad Charleroi, diep in de schulden, hoeft weinig of geen financiële inbreng verwacht te worden. Conclusie: privé-investeerders en de Waalse of federale overheid zullen nog stevig over de brug moeten komen, willen ze de droom van de ‘ Porte des Sports‘ ooit werkelijkheid maken. Voorlopig zit het dossier tot december in de koelkast, en daar zou het wel eens kunnen blijven als het WK 2018 niet naar België en Nederland komt.

Luiks realisme en de WK-droom van Limburg

Ook Standard droomt al lang van een nieuw stadion. De clubdirectie onderzocht verschillende locaties in de omgeving van Luik, maar trok eind december 2009 toch voluit de kaart van Sclessin. “Het is misschien niet de meest ideale optie,” zo legt algemeen directeur Pierre François uit, “maar wel de meest realistische. Een nieuw stadion lijkt op korte termijn duurder, maar op lange termijn betaalt het zichzelf terug. Helaas vonden we geen locatie waar we vlot konden bouwen, dus kiezen we nu voor de oplossing van de minste weerstand. We gaan tribune 2 vervangen door een nieuwbouw waardoor Sclessin volledig wordt dichtgebouwd. Afhankelijk van de organisatie van het WK, verhogen we onze capaciteit naar 35.000 of 40.000 zitjes, met extra plaatsen voor pers en vips.” Standard schat de kostprijs van de verbouwingen op maximaal 60 miljoen euro. “We proberen zo snel mogelijk aan alle nodige vergunningen te raken, maar een concrete timing voor de start en het einde van de werken is er nog niet”, aldus François.

Ook in Genk zijn er plannen voor een uitbreiding, maar die komt er alleen als de Belgisch-Nederlandse WK-kandidatuur in haar opzet slaagt. “We zijn tevreden met de huidige capaciteit,” vertelt Erik Gerits, directeur organisatie van Racing Genk, “maar voor een eventueel WK willen we de Cristal Arena uitbreiden tot 44.000 toeschouwers. Er komt dan een extra ring boven op het huidige stadion, en ook de buitenzijde van het stadion gaat er een stuk moderner uitzien. Na het WK kunnen we het stadion zonder al te veel kosten afbouwen tot een arena voor 32.000 fans”, legt Gerits uit.

“Er is overleg geweest met alle burgemeesters uit de provincie en we wilden het WK absoluut naar Limburg halen”, aldus Gerits. “Voor de kostprijs van de uitbreiding, ongeveer 60 miljoen euro, rekenen we op de stad Genk, op de provincie en op de Vlaamse en de federale overheid. Racing Genk zelf brengt het huidige stadion in en kan daarbovenop nog eens tien miljoen bijdragen. Er zijn weinig clubs die zelf eige-naar zijn van hun stadion (Anderlecht, Lierse, RC Genk, Standard en STVV, nvdr), dus we doen een serieuze inspanning.”

Totaalprojecten en draagvlak

Omdat niet alleen de grote clubs en de potentiële WK-speelsteden overheidssteun zouden kunnen genieten, besliste de Vlaamse regering om ook aan zes ‘oefenstadions’ steun toe te kennen, dit in een vorm van een lening van vijf miljoen euro. De dossiers van Zulte Waregem, Lokeren, Mechelen, STVV, Westerlo en tweedeklasser OHL werden in april dit jaar door het kabinet van minister van Sport Philippe Muyters goedgekeurd.

Toch zijn de clubs in kwestie niet onverdeeld gelukkig. In een artikel in Trends vorige maand liet Vincent Mannaert, algemeen manager van Zulte Waregem, weten dat de voorwaarden van de zogezegd voordelige lening helemaal niet zo gunstig blijken te zijn. “De overheidssteun aan de oefenstadions heeft een vreemd parcours afgelegd”, verduidelijkt Mannaert. “In 2007 haalde voormalig minister van Sport Bert Anciaux de voorpagina’s met zijn ‘vijftig miljoen subsidies voor Vlaamse stadions’. In een eerste procedure werd ons project, de vernieuwing van het Regenboogstadion, weerhouden, maar met de regeringswissel vielen al die plannen in het water. De huidige Vlaamse regering geeft geen subsidies meer, maar een lening. Er kwam een nieuwe procedure en plots mocht iedereen opnieuw een dossier indienen.”

Ook STVV-voorzitter Roland Duchâtelet is scherp: “Ik vind de Vlaamse regering een onbetrouwbare partner, die halverwege de spelregels heeft veranderd. In principe financieren we de uitbouw van Stayen volledig zelf, al is die lening waar we nu blijkbaar toch aanspraak op kunnen maken, uiteraard mooi meegenomen.”

In 2009 plaatste STVV al een nieuwbouwtribune, met commerciële ruimtes, kantoren en een hotel. “Het resultaat is schitterend: alle ruimtes zijn verhuurd en de hotelopkomst ligt hoger dan verwacht”, aldus Duchâtelet. “In 2011 pakken we de oude tribune aan de lange kant van het veld aan, met dezelfde formule.”

In Waregem zijn de plannen even concreet. Op de site van het Regenboogstadion moet een splinternieuw complex komen voor 12.500 toeschouwers. “We zijn nu bezig met de laatste afhandeling van het administratieve luik”, vertelt Vincent Mannaert. “Normaliter gaan we in december via een openbare aanbesteding op zoek naar een projectontwikkelaar. Het doel is om medio 2011 te beginnen te bouwen. Zulte Waregem heeft er bewust voor gekozen om het dossier in alle luwte voor te bereiden. We hebben vooral goed gecommuniceerd met de betrokken partijen. Van bij aanvang wilden we een groot maatschappelijk draagvlak creëren. Het Regenboogstadion zit nog in het stedelijk weefsel, dus het is essentieel om goed te overleggen met een buurtcomité en met de middenstand.”

Net zoals STVV kiest Zulte Waregem voor een totaalproject. “We hebben ons gebaseerd op de businessmodellen van projecten in het buitenland met een vergelijkbare schaalgrootte”, aldus Mannaert. “In het nieuwe Regenboogstadion hebben we meer comfort en businessmogelijkheden. Het wordt een kruisbestuiving van voetbal met de commerciële ruimtes, entertainment en een hotel. Zo ontwikkel je als club een bredere aantrekkingskracht en kun je mikken op een serieuze budgetverhoging.”

Mechelse copycats en het masterplan van Lambrecht

Bij de andere ‘oefenstadions’ moeten nog niet meteen bouwkranen verwacht worden. KV Mechelen zou verhuizen naar een volledig nieuw stadion aan de R6, te delen met stadsgenoot Racing Mechelen. “Het wordt een min of meer exacte kopie van de Blue Water Arena, het stadion van de Deense eersteklasser Esbjerg”, vertelt KVM-voorzitter Johan Timmermans. “De stad coördineert het project en hoopt over vier jaar met de bouw te kunnen beginnen. Er komen 12.000 zitplaatsen en 6000 staanplaatsen, ideaal naar de normen van KV Mechelen. De kostprijs valt goed mee: 20 miljoen euro. De beide clubs zijn overeengekomen om elk 2,5 miljoen in te brengen. Ons huidige stadion is qua comfort en commerciële mogelijkheden hopeloos verouderd. Elk seizoen steken we ons in de kosten voor allerlei oplapwerken en aanpassingen.”

Bij het stadiondossier van Westerlo, een uitbreiding naar 12.000 plaatsen, staat er volgens manager Herman Wijnants één gedachte centraal: “Het heeft geen zin meer om nieuwe gebouwen te zetten die maar om de veertien dagen gebruikt worden. Dubbel gebruik is essentieel. We denken aan nieuwe vipruimtes waar we overdag de jeugdacademie kunnen onderbrengen. Ook een privaat revalidatiecentrum, dat zowel dienstdoet voor onze spelers als voor particulieren, is een piste.” Concrete plannen of een timing zijn er voorlopig nog niet.

Ook het dossier van Lokeren werd door de Vlaamse overheid goedgekeurd. De plannen voor de renovatie van Daknam liggen al een tijdje klaar, want in 2008 kondigde de club een masterplan aan waarbij het volledige stadion onder handen genomen zou worden. Voorzitter Roger Lam-brecht gaf aan te willen uitbreiden naar een capaciteit van 12.500 toeschouwers. Maar de motor lijkt een beetje te sputteren. De eerste fase van het masterplan, de bouw van een nieuwe tribune op de plaats waar nu achter het doel een ‘publiwall’ staat, werd al twee jaar geleden aangekondigd, maar is nog niet volledig gestart. “De centjes die we hebben, willen we eerst in de ploeg steken”, aldus voorzitter Lambrecht. “Ik kan er geen termijn op zetten, maar als de sportieve resultaten bevredigend zijn, dan zou de bouw van die nieuwe tribune snel kunnen gaan. De vergunningen zijn er, de plannen liggen klaar.”

En de rest?

Slechts vier clubs uit de eerste klasse zijn niet opgenomen in de plannen voor speel- of oefenstadions voor het WK 2018. Het meest in het oog springt Anderlecht, dat in maart dit jaar zijn uitbreidingsplannen bekendmaakte. De landskampioen wil tegen 2013 zijn capaciteit opkrikken tot 30.000 plaatsen door een derde ring op het Constant Vanden Stockstadion te bouwen. Bij die verbouwing zou ook de rest van het stadion opgefrist worden. Bij de voorstelling van de plannen was nog niet duidelijk of er in één of twee fases gebouwd zou worden en wanneer de werken zouden starten. Tijdens de renovatie is het stadion sowieso onbespeelbaar. Opmerkelijk: Anderlecht was niet bereid om te communiceren over de stand van zaken rond vergunningen en de verdere voortgang van het dossier.

Bij KV Kortrijk kwam het er de voorbije jaren vooral op aan om het oude Guldensporenstadion opnieuw eersteklassewaardig te maken. “De tribunes zijn opgeknapt, er is veldverwarming en we plaatsten nieuwe businessseats. We zijn de stad Kortrijk erkentelijk voor die inspanningen”, aldus voorzitter Joseph Allijns. “Maar we zijn ook al bezig met een eventueel nieuw project, want in onze huidige locatie zitten we commercieel aan onze limieten. Eerst moeten we verder uitgroeien tot een stabiele eersteklasser en dan kunnen die plannen concreet worden. Het bedrijventerrein Evolis aan de E17 zou een ideale locatie zijn.”

Met de terugkeer naar eerste klasse knapte ook Lierse zijn stadion nog verder op. “We plaatsten een nieuwe bezoekerstribune, zorgden voor meer parkingruimte voor zowel wagens als fietsen en verfraaiden onze businessruimtes,” aldus bestuurder Victor Van Sande. “Op het Lisp zijn er beperkte uitbreidingsmogelijkheden, maar als we slachtoffer zouden worden van ons eigen succes en op een termijn van vijf jaar aansluiting vinden bij de top zes, dan moeten we naar een nieuw project. Er zijn daarover al onderhandelingen, maar een locatie van 15 à 25 hectare recreatiegebied vinden is tegenwoordig heel lastig.”

En dan is er ook nog Eupen, de andere promovendus. “We investeerden deze zomer al in veldverwarming en nieuwe verlichting. Eind deze maand begint de bouw van onze nieuwbouwtribune”, vertelt manager Manfred Theissen. “Na die werken zijn we in orde met de vereisten voor eerste klasse, maar toch hebben we de komende jaren nog veel werk. Als we ons sportief handhaven, dan moeten we dringend onze cafetaria aanpakken en zorgen dat we ook bedrijven en sponsors een deftige ontvangst kunnen bieden.”

door bregt vermeulen

“Als we het WK 2018 niet binnenhalen, komt België opnieuw voor lange tijd in de woestijn terecht. Ivan De Witte”

“Zowel Cercle als Club ervaart het huidige stadionproject als een gemiste kans.” Yvan Vandamme

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content