De grote, 24-jarige Senegalees is de motor van paars-wit, maar waar komt hij nu het best tot zijn recht: achterin of op het middenveld?

Turkije, januari 2013. Anderlecht is er op winterstage. Zonder Lucas Biglia, want die staakt. Besnik Hasi, toen nog T2, zegt ons: “Biglia verdient het om in een betere competitie te spelen. De beste optie voor een oplossing is dat we in de eigen rangen een vervanger vinden. We denken eventueel aan Cheikhou Kouyaté. Al kan dat natuurlijk gevolgen hebben voor de verdediging.” Maar Kouyaté zegt ons enkele dagen later: “Normaal gezien zal ik bij Anderlecht nooit nog op het middenveld spelen. Ik heb echt mijn plaats in de verdediging gevonden. Er zijn voldoende kenners, zoals Hein Vanhaezebrouck en Ariël Jacobs, die me daarvan overtuigd hebben. Verschillende mensen die met kennis van zaken spreken, hebben me gezegd: ‘Het is niet zeker dat je geen grote carrière als middenvelder kunt uitbouwen, maar het is wel zeker dat je heel ver zult geraken als verdediger.’ Ik heb er dus goed aan gedaan om een linie lager te gaan spelen. Vincent Kompany heeft trouwens dezelfde stap gezet.” Enkele maanden eerder had hij ons al gezegd: “Ik ben dol op die positie, ik voel me er veel meer op mijn gemak dan op het middenveld en ik ben niet langer verplicht om vijftig kilometer per wedstrijd af te malen.”

De Senegalees speelde drie jaar lang in de defensie van paars-wit. Hij maakte deel uit van tal van verschillende duo’s, maar de samenwerking met Chancel Mbemba is ongetwijfeld de meest efficiënte gebleken. Toch werden de twee van elkaar gescheiden zodra Besnik Hasi hoofdcoach werd. Kouyaté opnieuw op het middenveld zetten, was een van de eerste knopen die Hasi doorhakte. “Hij heeft geen seconde getwijfeld toen ik hem erover aansprak”, verklapt de huidige Anderlechttrainer. “Het is op die positie dat ik me het best voel”, zegt Kouyaté nu. “Hoe vaker ik de bal voel en hoe meer kilometers ik mag vreten, hoe beter ik me voel.” Het lijkt erop dat hij zelf niet echt weet wat zijn beste positie is. Een analyse dringt zich op.

De wedstrijd Lokeren – Anderlecht in de play-offs van het seizoen 2010-2011 bleek een kantelmoment in de carrière van toenmalige middenvelder Cheikhou Kouyaté. MarcinWasilewski werd uitgesloten en Ariël Jacobs trok de Senegalees een rij achteruit. “Dat was hoegenaamd niet zo gepland”, aldus de toenmalige coach. “Het was een beslissing die werd ingegeven door de omstandigheden, maar Kouyaté trok meteen zijn streng als verdediger, dus heb ik die positiewissel nadien met hem besproken. Ik had de indruk dat hij wel te vinden was voor die verandering op lange termijn. Hij zei me duidelijk dat het idee hem wel beviel.” Jacobs had meerdere redenen om Kouyaté achterin te houden. “Als ik zijn sterke en minder sterke punten tegen elkaar afweeg, blijf ik ervan overtuigd dat hij gemaakt is om als verdediger te spelen. Cheikhou blinkt nergens in uit, maar hij is goed op verschillende vlakken. Als verdediger heeft hij het spel voor zich en kan hij infiltreren op het juiste moment. Zijn verdedigend kopspel is uitstekend. Hij is niet het explosieve type, maar wel snel. Op korte afstand is hij niet de allersnelste, maar dankzij zijn lange benen zal je hem er op langere afstanden zelden aflopen. Zodra hij gelanceerd is, is hij zelfs snel genoeg om een doorgebroken speler terug te gaan halen. Een ander voordeel is zijn sobere spel. Hij weet dat zijn inspeelpas nog beter kan en neemt dan ook weinig risico’s.”

Ariël Jacobs voert nog een extra argument aan om zijn keuze te verantwoorden. “Vergeet niet dat ik toen ook Lucas Biglia in de kern had lopen. Lucas was incontournable als verdedigende middenvelder en volgens mij was de combinatie Biglia-Kouyaté een beetje te veel van het goeie.”

Niet gelukkig als verdediger

Toen Cheikhou Kouyaté in 2008 bij FC Brussels neerstreek, werd hij daar aanvankelijk ingelijfd als aanvaller. “Ik zag meteen dat hij als spits geen enkele toekomst had”, herinnert toenmalig trainer Albert Cartier zich. “Hij bewoog niet goed en draaide veel te traag. Ik was er echter wel van overtuigd dat hij op het middenveld kon slagen.” Cartier gelooft in Kouyaté, maar dat kan niet gezegd worden van voorzitter Johan Vermeersch, die twijfelde om de Senegalees een contract aan te bieden. “Ik ben naar Vermeersch gestapt en heb hem gezegd: ‘Waar wacht u op? U geeft uw beste speler geen contract? Zodra dat contract ondertekend is, stel ik hem op in de eerste ploeg’, voegde ik er nog aan toe.” De Fransman hield woord en Kouyaté toonde zich zowel bij Cartier als bij diens opvolger, Franky Van der Elst, de revelatie van het seizoen. “Ik heb hem nooit als spits weten spelen, maar dat lijkt me inderdaad niet aan hem besteed”, aldus Van der Elst. “Zijn timing was bijvoorbeeld niet goed. Ik zag hem bij vrijschoppen en corners steevast te vroeg of te laat komen. En hij verspilde nodeloos veel energie, een enorm vervelende eigenschap aangezien aanvallers best zo fris mogelijk voor doel moeten komen. Hij is ook lang niet rustig genoeg voor een spits. Als hij moet kiezen tussen een carrière als aanvaller of verdediger, kan hij maar beter voor dat laatste kiezen. De beste keuze voor hem is echter zeker het middenveld.”

Albert Cartier is erg duidelijk: “Kouyaté als verdediger uitspelen, is pure verspilling. Cheikhou is een echte box-to-boxmiddenvelder. Hij heeft immers een gigantisch volume en sluit snel mee aan, maar is ook snel terug. Daar komt nog eens bij dat hij als een echte pitbull tekeergaat als het op balrecuperatie aankomt. Ik heb hem ooit één keer als verdediger opgesteld, gewoon om even te depanneren. Als hij achterin staat, krijg je de indruk dat hij nog amper deelneemt aan het spel. Cheikhou moet ervan overtuigd zijn dat hij bestaat, alleen dan kan hij goed presteren. Het is eigenlijk gevaarlijk om hem in dat keurslijf van verdediger te dwingen, want als je een voetballer op die manier beperkt, verliest hij het spelplezier. Dan verbleekt hij en wordt hij uiteindelijk een middelmatige speler. Ik bekijk nog altijd de beelden van het Belgisch kampioenschap en ik heb Kouyaté dit seizoen minder goed zien worden. Bij momenten was hij anoniem, en stond hij zelfs ter discussie. Onbegrijpelijk voor een speler met zulke kwaliteiten. Ik herinner me zelfs een wedstrijd waar hij voor elk van de drie tegendoelpunten verantwoordelijk werd geacht. Dat is niet de echte Cheikhou Kouyaté! Hij was niet gelukkig, dat zag ik gewoon. Besnik Hasi nam de enige juiste beslissing door hem naar het middenveld door te schuiven.”

Hogere marktwaarde

Ariël Jacobs vindt ook niet dat Kouyaté een toekomst had als aanvaller. “Hij loopt eender waar, kan niet terugvallen op een geweldige techniek en heeft niet de vista die een spits moet hebben.” Jacobs begrijpt de positiewissel die zijn ex-assistent nu doorvoert. “Als Kouyaté een stap hogerop wil geraken, is het goed dat hij op twee verschillende posities uit de voeten kan. Goed spelen als middenvelder, kan een extra troef worden voor Cheikhou. Daar komt nog eens bij dat het makkelijker is om een middenvelder te verkopen dan een verdediger. Zijn marktwaarde zal alleen maar de hoogte ingaan door als middenvelder te spelen.” Op dat moment zal de Senegalees de Belgische competitie ook echt moeten verlaten. Anderlecht probeerde hem vorig seizoen al te verpatsen aan Kiev, maar Kouyaté weigerde, tobde een hele tijd over die move van zijn club en ziet daarin ook een verklaring voor zijn bewogen seizoen. Hij sprak zelfs van een “gebrek aan menselijkheid” van het bestuur. Maar alles zou opgelost worden tijdens de zomer. “Cheikhou is onze enige speler die bijna einde contract is, dus we hebben hem beloofd dat we hem zouden helpen bij een eventuele transfer”, aldus HermanVan Holsbeeck. “Ik zeg niet dat hij de absolute top zal halen, maar bij een subtopper van een grote competitie heeft hij zijn plaats op het middenveld”, meent Franky Van der Elst.

“Ik vond hem dit seizoen achteraan minder goed dan de voorgaande seizoenen”, vervolgt Van der Elst. “Anderlecht draaide niet en ik had de indruk dat Cheikhou de verdediging niet georganiseerd kreeg. Hasi deed er dan ook goed aan om hem weer naar het middenveld te halen. Daar kan hij meer toevoegen aan het spel van paars-wit. Hij recupereert immers geweldig veel ballen en blijkt enorm complementair met Youri Tielemans. De rolverdeling is duidelijk: Kouyaté pakt de bal af en Tielemans verzorgt de opbouw. Dat is perfect aangezien de inspeelpass niet het sterkste punt van Cheikhou is. Daar staat tegenover dat hij er wel telkens staat. Sommige andere spelers zijn vaak onzichtbaar. Kouyaté is bijvoorbeeld veel meer aanwezig dan Sacha Kljestan. Hij doet er de hele wedstrijd lang alles aan om beslissend te zijn. Mislukt er eens een bepaalde actie, dan begint hij meteen opnieuw.” Van der Elst vergelijkt dit seizoen ook nog even met de voorbije seizoenen. “Lucas Biglia had een betere passing, raakte veel vaker de bal – de opbouw verliep steevast via de Argentijn – en voelde zich ook veel meer op zijn gemak met de bal aan de voet. Maar met Cheikhou als verdedigende middenvelder verloopt het spel sneller en directer. Zijn wedstrijd tegen Club Brugge was fenomenaal, hij was werkelijk overal. Ik vraag me alleen af of hij dat soort prestatie week na week kan neerzetten.”

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Lucas Biglia had een betere passing en raakte veel vaker de bal, maar met Cheikhou als verdedigende middenvelder verloopt het spel sneller en directer.” Franky Van der Elst

“Vergeet niet dat ik toen ook Lucas Biglia had lopen. De combinatie Biglia-Kouyaté was een beetje te veel van het goeie.” Ariël Jacobs

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content