Opvallend duidelijk onderstreepte Aimé Anthuenis vorige week woensdag na de wedstrijd tegen Kroatië de inzet waarmee de Rode Duivels hadden gespeeld. Er stond, zo benadrukte hij, een team op het veld. Maar dat is natuurlijk het minste wat je kan verwachten van een nationale ploeg die een (minieme) kans op EK-kwalificatie gaaf moet houden. Toch was het juist dat engagement dat ontbrak toen de Rode Duivels precies één jaar geleden begonnen te timmeren aan de weg naar Portugal : in een lamentabele thuismatch tegen Bulgarije werden oude Belgische waarden overboord gegooid. Er was geen agressie, geen sluwheid, geen leepheid, geen collectief blok. Toen sprak Aimé Anthuenis van de opbouw van een nieuwe ploeg. Het klonk als een verontschuldiging voor het eventueel missen van een EK-ticket.

De (geleidelijke) verjonging van de nationale ploeg is zonder enige twijfel de grootste verdienste van Aimé Anthuenis. Hij overgoot de ploeg met voetballend vermogen en hield opvallend consequent vast aan hetzelfde concept. Dat schiep op een gegeven moment een verkeerd verwachtingspatroon toen na de wedstrijden in Andorra en Estland de geboorte van de driehoek BuffelSonckEmile Mpenza te bombastisch werd bejubeld. Een gebrek aan valabele oefenpartners zorgde er toen voor dat de nationale ploeg nooit echt naar zijn mogelijkheden kon peilen. Het is één van de haperingen tijdens een EK-campagne waarin bijvoorbeeld ook de samenstelling van de kalender op zijn minst ongelukkig was : toen bleek dat de grootste twee concurrenten, Kroatië en Bulgarije, op de laatste speeldag tegenover elkaar zouden staan, werden er hier en daar wenkbrauwen gefronst.

Zelfs tegen de achtergrond van een dreigende uitschakeling kunnen de Rode Duivels op een behoorlijke EK-campagne terugkijken. Na een moeizame start werd er bij momenten fraai gevoetbald en zat er in de hernieuwde ploeg meer subtiliteit en techniciteit dan de jaren daarvoor. Dat zorgt voor dubbele gevoelens. Vreemd genoeg bleek het surplus aan talent nergens beter dan uitgerekend in de fatale uitwedstrijd van maart jongstleden in Zagreb, toen de ploeg zich na een snelle achterstand knap herpakte en het laatste kwartier voor de rust met zulke fraaie combinaties uitpakte dat er bij de Kroaten radeloosheid heerste. Tot de tweede treffer viel, de veer brak en de ploeg zich op een ontluisterende manier liet ridiculiseren. En Francky Vandendriessche uitgroeide tot een tragische antiheld. De selectie van de op dat moment niet echt in vorm stekende doelman van Moeskroen is de grootste fout die Aimé Anthuenis maakte. Onvoldoende werden de in Spanje spelende doelmannen Ronny Gaspercic en Edwin Lemmens gescout. Veel beter dan te klagen over de strafschop die Pierluigi Collina de Belgen in Bulgarije onthield, doet de bondscoach eraan uit dat soort dingen lessen te trekken. Arbitrale dwalingen zijn tijdens deze EK-campagne ook al in het voordeel van de Belgen geweest : het (enige) doelpunt dat Wesley Sonck in Andorra maakte, had nooit mogen worden toegekend omdat er voordien al was gefloten.

Toch is er geen enkele reden om Aimé Anthuenis met de vinger te wijzen. In niet altijd even gemakkelijke omstandigheden geeft hij iedereen een goed gevoel. Hij voerde de noodzakelijke correcties door en had een goeie hand in het opvissen van tal van spelers. In de selectie van Philippe Clement bijvoorbeeld, die als buffer voor de verdediging ijzersterk blijft spelen. En in de oproeping van Thomas Buffel uiteraard. De voetballer van Feyenoord speelde vorige week tegen Kroatië zijn met afstand zwakste interland, maar bleef frapperen door zijn werkkracht en liet zich herhaaldelijk mee diep terugvallen om ballen te recupereren. Een goed jaar geleden vond beloftecoach Jean-François de Sart de Bruggeling nog onvoldoende in het verdedigende werk. Het onderstreept hoe er aan de Nederlandse top, binnen een specifieke voetbalcultuur, wordt getraind. Terwijl Buffel echt vooruitgang boekt, blijft bijvoorbeeld Walter Baseggio op het internationale toneel hangen en kan geen trainer de knop bij hem omdraaien.

Langzamerhand is er hier en daar in het Belgisch voetbal sprake van een andere werkmoraal en moeten spelers meer uren doorbrengen op de club. Maar dat is natuurlijk een lachertje. Want met kwantiteit hebben trainingen niets te maken. Wel met kwaliteit.

door Jacques Sys

Er kan Anthuenis weinig worden aangewreven.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content