Marcus Burghardt kijkt en leert in de Vlaamse klassiekers.

Het Vlaamse voorjaar baarde alvast één nieuw toptalent : Marcus Burghardt (23), Oost-Duitser én toekomstig Flandrien. In de slotfase van Dwars door Vlaanderen was de renner van T-Mobile al bijzonder bedrijvig. En in de E3-Prijs moest Burghardt alleen Tom Boonen en Fabian Cancellara laten voorgaan. In de Ronde van Vlaanderen eindigde hij dertiende, drie dagen later haalde hij met Gent-Wevelgem zijn eerste profzege binnen. En wat voor een ! De jonge Burghardt liet zich in de slotfase niet ringeloren door Francisco Ventoso, die een gaatje liet vallen op de kopgroep en Burghardt aanmaande om het dicht te rijden. Neen, schudde die en bleef waar hij was. Een beetje ongelovig reed Ventoso het gaatje dan toch maar zelf dicht, om vervolgens vast te stellen dat Burghardt in zijn slipstream de beslissende versnelling plaatste.

Zulke capriolen in de finale vragen lef, zo weet ook Walter Godefroot, die Burghardt als jong broekje zag binnenkomen bij T-Mobile. “Voor de start in Harelbeke zei ik hem : proficiat Marcus, goed gereden woensdag in Waregem (Dwars door Vlaanderen, nvdr) ! ‘Dom, hé ?’ vraagt hij. ‘Hoegenaamd niet’, zei ik. ‘Je demarreerde op een kilometer van de streep. Als je dat tien keer doet en je wint één keer, dan ben je negen keer dom geweest en één keer slim. Het is de enige mogelijkheid.’ In Gent-Wevelgem moest ik wel lachen toen hij op een kilometer demarreerde. Hij pikt zoiets wel op.”

Dat Burghardt talent had, zag Godefroot al in 2005. “Hij was toen ook al bijzonder leergierig. Hij zaagde nooit om naar huis te gaan. Neen, Vlaanderen, dat was jé van hét voor hem. Marcus was iemand die echt leefde om wielrenner te worden. Alles wilde hij kennen en weten, of het nu over trainingen, kleding of materiaal ging. Dat heeft hij nog altijd. In Gent-Wevelgem had hij zich vooraf uitgebreid geïnformeerd over hoe hij best kon schakelen wanneer ze de Kemmelberg opdraaiden.” Als leermeesters noemt Burghardt steevast Andreas Klier en Steffen Wesemann. Godefroot : “Wesemann was zijn peetvader, Klier is de strateeg, de wegkapitein. Burghardt luistert naar mannen met ervaring.”

Wat is volgens Godefroot de grootste kwaliteit van Marcus Burghardt ? “Dat hij niet kapotgaat. Bij veel renners floept na 240 kilometer het licht uit. Dat probleem heeft Marcus volgens mij niet. Die kracht heeft hij van nature. Hij zal nog sterker worden en zich op alle terreinen kunnen verdedigen. Het is iemand die, zoals Leif Hoste nu, in de Vlaamse klassiekers finale kan rijden. Bovendien is Marcus zeker geen strijkijzer in de sprint. In een klein groepje zal hij zich wel verdedigen. Het is geen rassprinter, maar hij kan zich plaatsen. Die twee van de Ronde van Vlaanderen (Ballan en Hoste, nvdr) zou hij wel aangekund hebben, hoor.”

Zijn debuutjaar 2005 was geslaagd, maar in 2006 kon Burghardt niet bevestigen. Na een knieblessure en operatie zakte hij weg. “Na zijn goede prestaties als neoprof ging hij een beetje zweven”, zegt Godefroot. “Dat betaal je nadien cash. Maar ook uit die ervaring leerde hij.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content