Met Parijs-Brussel start het klassieke najaar.

Parijs-Brussel. Wat de naam van de start- en aankomstplaats betreft, kan geen enkele andere wedstrijd aan het prestige van deze klassieker tippen. Voor het eerst georganiseerd in het gezegende jaar 1893 heeft de wedstrijd tussen de twee hoofdsteden ook een rijke geschiedenis. De eerste winnaar was André Henry, die Brussel bereikte na 407 kilometer en met een gemiddelde snelheid van 20,73 kilometer per uur. De man werd zodanig bejubeld dat hij niet veel later ten onder ging aan de roem en de drank.

Pas in 1906 werd Parijs-Brussel voor de tweede keer georganiseerd, maar de wedstrijd groeide wel uit tot een echte klassieker die sinds het begin van de jaren zestig deel uitmaakte van de Super Prestige Pernod, het prestigieuze regelmatigheidsklassement dat in 1987 met Stephen Roche zijn laatste laureaat kende. Samen met Milaan-Sanremo was Parijs-Brussel ook lange tijd de langste klassieker, maar het kon zijn status van topwedstrijd de laatste decennia nog moeilijk behouden.

De 89e editie, die zaterdag net zoals de voorgaande jaren vanuit Soissons vertrekt (ditmaal van aan de abdij van Saint-Jean-des-Vignes) en aankomt aan de Brusselse Houba de Strooperlaan, krijgt van de UCI echter nog altijd het label ‘buiten categorie’ mee. En ondanks de concurrentie van de Ronde van Spanje komt de helft van de 22 ploegen die aan de start staan uit de Pro Tour.

Wie moeten we op ons pronostiekblaadje invullen? Alvast een andere naam dan die van de winnaar van de voorbije vier edities. Robbie McEwen, die in mei tijdens de Ronde van België zijn scheenbeen brak en in Parijs-Brussel met een totaal van vijf overwinningen recordhouder is, besliste vorige week dat hij dit seizoen niet meer in actie komt. Ook het nummer twee van 2008, Gert Steegmans, zal er om de gekende reden niet bij zijn.

Als we voor de 46e keer een Belgische winnaar krijgen, dan is Greg Van Avermaet zeker een kanshebber. Vorig jaar schitterde de renner van Silence-Lotto ten tijde van Parijs-Brussel in de Vuelta, waar hij in zijn eerste grote ronde een ritoverwinning behaalde en met de puntentrui naar huis mocht. De Waaslander kon de (te) hoge verwachtingen dit seizoen nog niet inlossen, maar lijkt binnen zijn ploeg toch de aangewezen afwerker. Sébastien Rosseler, vorig jaar vijfde, is een andere kandidaat-winnaar aan Belgische zijde, maar binnen zijn eigen team Quick-Step dromen allicht ook Sylvain Chavanel en Steven de Jongh, vijfde in 2007 en derde in 2006, van de zege.

De laatste Belgische winnaar zal ook gebrand zijn op een sterke prestatie. Nick Nuyens, altijd goed in het najaar, wacht nog steeds op zijn eerste overwinning voor Rabobank. Eén probleem voor Nuyens: het parcours, met in de laatste 40 kilometer enkel de Hallestraat, de Bruineput en de Keperenberg als hellingen, is voor hem misschien onvoldoende selectief om de snellere mannen te lossen.

DOOR ROEL VAN DEN BROECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content