Op 2 juli streek Andrius Giedraitis neer in Oostende. Als de Litouwse international volledig hersteld geraakt van zijn knieblessure, wordt hij zeker één van de attracties in de Belgische competitie.

Even dreigde het bij landskampioen Telindus Oostende op een leegloop uit te draaien. Tomas Van de Spiegel wou absoluut weg, JR Holden werd door de komst van Michael Huger overbodig, Mike Doyle weg, Virginijus Praskevicius zou naar Malàga verhuizen… Daarmee verdween nagenoeg de hele kampioensploeg. Nu we stilaan een beter zicht krijgen op de transferbedrijvigheid van de Belgische clubs, kan je gerust stellen dat Oostende niet aan kwaliteit heeft moeten inboeten. Je kan zelfs spreken van een versterkte ploeg. Huger is een degelijke spelverdeler, Praskevicius blijft nu toch nog een jaartje in België, Peter Van Paasen blijkt een talentvolle center te zijn en Teo Cizmic is een goede role-player.

Maar dé transfer van de zomerperiode is ongetwijfeld de Litouwer Andrius Giedraitis. Snel, potig, dodelijk afstandsschot. Giedraitis is weer zo’n opportuniteit van de markt, net als Praskevicius vorig jaar, waar het bestuur van Oostende handig op inspeelde. Niet zonder risico overigens, want Giedraitis kampt al sinds februari met een knieblessure. Maar op papier oogt het allemaal mooi : Andrius Giedraitis, een 2- ( shooting guard) of een 3-speler ( small forward) die driemaal tot Most Valuable Player (MVP) van Litouwen werd gekroond, éénmaal MVP van de North European Basketball League was, viermaal topscorer in de Litouwse competitie, en olympisch brons met het nationale team in Sydney.

De eerste vraag ligt dan ook voor de hand :

Wat komt een speler van jouw kaliber in de Belgische competitie zoeken ?

Andrius Giedraitis : Op 25 februari liep ik een ernstige knieblessure op; dat zwakte de interesse van sommige clubs al wat af. Ik kon nog naar Spanje, naar Estudiantes Madrid, maar ik koos voor Oostende. In de eerste plaats omdat zij in de Euroliga uitkomen, wat voor een ambitieuze speler zeer belangrijk is. Daarnaast is de medische begeleiding in België beter. De club stuurde me meteen voor een behandeling naar dokter Martens, toch een man met een internationale reputatie. Voor mijn revalidatie was het dus ook beter zet om naar België te komen. En, ten derde, lagen de salarissen niet zover uiteen; Oostende heeft een mooie inspanning gedaan.

Had je, voor Oostende contact met je zocht, al van België gehoord ?

Niet erg veel. Ik kende twee ploegen : Charleroi en Oostende. Tegen Charleroi heb ik drie jaar geleden in de Saportacup gespeeld met Lietuvos Rytas Vilnius. We wonnen uit, maar verloren thuis. En vijf jaar geleden waren we met de nationale ploeg op winterstage in Oostende. Dat was alles.

Wat dacht je toen je van de Oostendse interesse hoorde ?

Bwah, ze nodigden me uit om de derde wedstrijd in de halve finales tegen Bree bij te wonen. Mijn vrouw is meegekomen en beiden vonden we het hier best aangenaam. Een geluk waarschijnlijk dat mijn vrouw nog nooit in Spanje geweest is ( lacht). Ik heb toen ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om eens met Virginijus te praten en hij vertelde me dat dit een goede club is.

Het heeft lang geduurd voor je de stap naar het buitenland zette. Je bent al 28.

Ik wou eerst iets bereiken in Litouwen. Een titel behalen en de SuproLiga spelen. Twee zaken die we vorig jaar met Lietuvos Rytas realiseerden. Daarom was nu het moment aangebroken om verder te evolueren. Maar om eerlijk te zijn : ik heb er eigenlijk nooit echt bij stil gestaan. Die drang was er helemaal niet. Toen ik vertrok bij Sakalai Vilnius, mijn eerste club, tekende ik een contract voor drie jaar bij Lietuvos Rytas. Ik was vast van plan die termijn ook uit te dienen. Daarenboven voelde ik me er goed, kort bij familie en vrienden. Mijn vrouw en ik hebben twee zonen, de oudste is drie en de jongste wordt binnenkort één jaar, dus dan denk je twee keer na voor je aan een buitenlands avontuur begint.

Toen je daarnet de trap opging, dacht ik je te zien trekkebenen. Hoe staat het eigenlijk met je blessure ? Verloopt de revalidatie naar wens ?

Dat hinken is vooral een mentale kwestie, want ik voel geen pijn meer. Op 2 juli ben ik al naar België afgezakt – alleen, zonder gezin – om intensief aan mijn revalidatie te werken. Voorlopig hou ik het vooral bij looptrainingen en fitness; dat doe ik al samen met de groep. Daarnaast train ik ook individueel. Het gaat de goede kant op, alleen de bruuske bewegingen zijn nog moeilijk. Zoals ik al zei : het zal vooral op mentaal vlak zwaar worden om die blessure uit mijn hoofd te zetten.

Wanneer denk je voluit te kunnen gaan ?

Normaal gezien zou ik tegen eind augustus bij de groep kunnen aansluiten. Alles hangt echter af van dokter Martens. Zijn wil is wet. Als hij zegt dat ik er begin september nog niet klaar voor ben, mag ik van het bestuur ook niet voluit gaan.

Heb je al kennis kunnen maken met de spelers ? Wat zijn je eerste indrukken ?

Tot nog toe heb ik altijd al de looptrainingen ’s morgens kunnen meedoen en ik blijf ’s namiddags vaak kijken naar de collega’s. Ik vind de sfeer echt optimaal. Je merkt ook dat er potentieel in de groep schuilt. Over het algemeen vind ik trouwens dat het niveau van de Belgische competitie hoger ligt dan in Litouwen.

Nochtans heeft Litouwen een reputatie als het op basketbal aankomt.

Ja, maar er is niet genoeg geld, zodat elk jaar de beste elementen naar het buitenland vertrekken. In Litouwen heb je twee topteams : Lietuvos Rytas en Zalgiris Kaunas. Al wat daarachter komt, stelt niet veel voor. Al denk ik wel dat Lietuvos en Zalgiris het zouden halen van Charleroi of Oostende.

Op de Olympische Spelen in Sydney kwam Litouwen op twee punten van winst tegen het Dream Team van de Verenigde Staten. Uiteindelijk haalden jullie brons.

Ongetwijfeld het mooiste moment in mijn carrière. Ik was zwaar onder de indruk van het gebeuren. De atmosfeer, al die grote namen… ( Kijkt mijmerend naar buiten) Mijn ogen zijn er opengegaan, ik heb er echt veel bijgeleerd. Ook al omdat Don Nelson jr ( coach van de Dallas Mavericks, nvdr) als onze bondscoach werd aangesteld, speciaal voor die Olympische Spelen. Ik leerde er veel kleine trucjes, maar die kan ik je niet uitleggen; dat is een geheim onder de spelers.

Wie heeft de grootste indruk op jou gemaakt ?

Ray Allen en Steve Smith van de VS. En niet enkel omdat ze toevallig op mijn positie spelen.

Zelf kreeg je nogal weinig speelgelegenheid. Was dat toch niet een domper op de euforie ?

Mja, ik was behoorlijk ontgoocheld. Dat zijn nu eenmaal de beslissingen van de coach, daar moet ik me bij neerleggen. Achteraf heb ik daarover een discussie gehad met de bondscoach. We zullen wel zien.

Nu we het over coaches hebben : jouw mentor is Sarunas Sakalauskas, voormalig trainer van Lietuvos Rytas.

Ja, hij ontdekte me toen ik tien jaar was. Hij was zelf nog maar 24 en net afgestudeerd aan de trainersschool. Op een dag kwam hij fysieke testen op onze school begeleiden. Ik was toen al de grootste van de klas en blijkbaar zag hij wel iets in mij, want hij stelde me voor om bij zijn topsportschool aan te sluiten. Uiteindelijk troffen we een regeling dat ik na mijn school aansloot bij zijn basketbalgroep op de sportschool. In die tijd speelde ik zowel voetbal als basketbal, louter recreatief wel te verstaan.

Sarunas heeft me alle grondbeginselen van het basketbal bijgebracht : shotten, faken, dribbelen. Hij is een speciale man, gehecht aan discipline. Hij had zo zijn eigen methodes. Hij vond het bijvoorbeeld zeer belangrijk dat zijn leerlingen ook goed presteerden op school, hij moest geen dommeriken. Eén van zijn methodes was bijvoorbeeld dat hij aan al zijn spelers vroeg om hun rapporten mee te brengen naar training en dan legde hij die naast elkaar om te vergelijken. Als je niet wou afgaan voor de hele groep, had je dus maar beter goede punten.

In december werd Sakalauskas ontslagen bij Lietuvos. Speelde dat ook mee in je beslissing om te vertrekken ?

Neen, helemaal niet. Ik zal altijd een speciale band blijven behouden met Sakalauskas. Hij zal altijd mijn eerste trainer blijven en vijftien jaar samenwerking, dat veeg je niet zomaar uit. Nu nog bellen we elkaar vaak op, gewoon als vrienden.

Heb je het al met Aaron McCarthy, je huidige trainer, gehad over de positie die je gaat bekleden ? Door je wendbaarheid en je lengte ben je zowel als shooting guard als als small forward inzetbaar.

Neen. Maakt mij ook niets uit, ik speel op beide posities graag. In de nationale ploeg of bij Lietuvos wisselde het ook voortdurend.

Voor de guardpositie zal je waarschijnlijk in balans liggen met Ralph Biggs. Komen daar geen problemen van ?

Hoezo ? Een beetje rivaliteit kan geen kwaad, het is zelfs een stimulans. Het houdt je scherp. Als een speler te zeker is van zijn plaats, riskeert hij in laksheid te vervallen. Trouwens, wie zegt dat Biggs en ik niet samen op het terrein kunnen staan ?

Een ander mogelijk probleem is je functie in het team. Bij Lietuvos was je de ster, de topschutter; hier gelden waarschijnlijk andere wetten. Praskevicius en Biggs zullen ook hun punten willen maken, je shotaantal zal omlaag moeten.

( Geïrriteerd) Dat weet ik niet. Daar heb ik eerlijk gezegd ook nog niet aan gedacht. En zeg nu zelf, vind jij een gemiddelde van 10 à 12 shotpogingen soms veel ? Het komt er op aan ze binnen te gooien. We zien wel. McCarthy kent mijn capaciteiten, hij speelde nog met het Finse Torpan Pojat, zijn vorige team, tegen Lietuvos. Hij beweert toch dat hij weet wat ik kan. De komende oefenwedstrijden zullen veel duidelijk maken.

Maar eerst moet ik volledig hersteld zijn van die kapotte knie.

door Matthias Stockmans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content