Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

“Ik kom hier niet de vedette uithangen.” Tomas Van den Spiegel verschaft meteen duidelijkheid bij zijn terugkeer naar Oostende. De Italiaanse droom is voor even opgeborgen.

Bologna dus. Italiaanse studentenstad en met twee topbasketteams (Fortitudo en Virtus) het mekka van de basketwereld. Drie dagen voor de competitiestart gaat de jonge Belg op training door z’n knie. Drie maanden inactiviteit en vaarwel droom. Na een individuele revalidatieperiode van vier maanden, was de tijd rijp om zich weer onder de basketring te begeven. Van den Spiegel werd door Bologna tot het einde van dit seizoen uitgeleend aan Telindus Oostende. De club die hij een goed half jaar geleden de rug toekeerde.

“Een eerste diagnose wees nochtans uit dat het slechts om gescheurde ligamenten zou gaan.” De Belgische reus vertelt het met een toon van ongeloof in zijn stem. “Drie of vier weken uit, niets aan de hand. Nadien bleek ik een deuk in het scheenbeen opgelopen te hebben. De Italiaanse medische staf adviseerde me een operatie te ondergaan, uit voorzorg. Zoniet zou ik binnen een paar jaar zwaardere blessures riskeren. Ook dokter Martens deelde die mening. Een beetje tegen mijn zin liet ik me in Italië opereren. Het was toch een stap in het onbekende, je kent die mensen niet, hé. Maar goed, je bent daar pas, dan ga je niet moeilijk doen en eisen beginnen stellen.”

“Een blessure komt altijd slecht gelegen, maar ik had toch iets van : waarom nu ? Onze starting center Emilio Kovacic had net een letsel opgelopen en mijn speelkansen waren zeer reëel. Bologna rekende op mij. Ik verkeerde op dat moment in een uitstekende vorm. Op training deed ik dingen waarvan ik nooit het bestaan had vermoed. Je wordt er als het ware meegezogen naar een hoger niveau. Al besef ik ook wel dat uitblinken op training niet hetzelfde is als uitblinken tijdens een wedstrijd.”

mdat kalmpjes aan revalideren er niet meteen inzat bij een club die het Italiaanse kampioenschap aanvoert, nog in de landelijke beker actief is en daarbovenop de tweede ronde van de Euroliga behaalde, werd uitgekeken naar een uitleenformule. In januari was dat. Uiteindelijk zou Van den Spiegel pas twee maanden later een overeenkomst bereiken met Oostende. Hijzelf wijst met de vinger naar de clubs. “In eerste instantie zette Bologna mij onder druk om bij Pau Orthez te tekenen. Omdat de Fransen zich niet kwalificeerden voor de tweede ronde van de Euroliga sprong die deal af en sprak ik mijn voorkeur voor Oostende uit. Hier ben ik toch op vertrouwd terrein, dat vergemakkelijkt alles. Zolang er echter geen overeenkomst was op clubniveau, zag ik het nut niet in om zelf al met Oostende tot een akkoord te komen. Goed, nu ik hier ben, voelt het een beetje aan als thuiskomen. Maar in feite wil ik zo snel mogelijk terugkeren naar Italië om mezelf ginds te bewijzen.

“Tot nog toe heb ik geen enkele officiële minuut kunnen spelen voor Fortitudo, dat knaagt. Ik weet immers dat ik het aankan. Indien ik reeds enkele minuten had meegedaan, zou dat de pijn toch enigszins verzachten ; qua uitstraling naar de buitenwereld speelt dat toch een rol. Ik weet wel dat de bepaalde mensen nu over een mislukking spreken en eigenlijk raakt me dat niet. Simpelweg omdat ik de kans niet eens gehad heb om te mislukken. Net zoals bij mijn overstap van Aalst naar Oostende toen ik achttien was, verklaarde ook nagenoeg iedereen dat het te vroeg was. Ik zat twee jaar op de bank, elke dag hard trainen en het derde jaar stond ik in de basis. Dat zal bij Bologna niet anders zijn. De eerste twee jaar gaan de mensen weer zeggen : zie je wel !?

“En als ik in het derde jaar zal spelen, hoor je hen niet meer. Die paar jaar knokken voor een plaats zijn noodzakelijk in de evolutie van een jonge speler. Hetzelfde zie je nu met Christophe Beghin en Gerrit Major. Het is een kwestie van ambitie, altijd zo hoog mogelijk mikken. Daarom ben ik ook van mening dat een beloftevolle basketter nooit te jong naar het buitenland kan vertrekken. Dat is juist het probleem in België : we kunnen ons in de jeugdcategorieën gerust meten met de grote basketlanden, maar dan, vanaf ons achttiende, nemen de buitenlanders een voorsprong omdat zij elke dag in topcompetities kunnen trainen.”

De figuur Tomas Van den Spiegel werd altijd gecontesteerd. Rudolf Vanmoerkerke noemde hem “te dik betaald voor wat hij brengt”, met ex-coach Aaron McCarthy boterde het ook niet echt. “Te weinig body onder de ring”, sprak de Amerikaan. De jonge Gentenaar geeft nochtans blijk van een nuchtere kijk op de basketwereld en draagt volgens mentor Frans De Boeck het label van zeer coachable. “Vanwaar die aanhoudende kritiek dan ?” kaatst Van den Spiegel de vraag terug. “Het zal de Belgische mentaliteit wel zijn zeker ? Twee weken geleden vroeg een journalist mij waarom mijn transfers altijd zo lang aansleepten. Typisch Belgisch.

“Weet je dat ik in Bologna de eerste nieuwe aankoop was van het seizoen ? Daar stonden ze versteld van de snelle afhandeling. Het is gewoon een verschil in perspectief. Ook ikzelf heb dat verschil onderschat. De pers bijvoorbeeld. Ginds spitten ze elk detail uit, elk woord wordt neergepend. De spelers gebruiken de media ook om hun ongenoegen te uiten, zoiets is in België not done. Aan de andere kant schermt de club zijn spelers veel beter af voor de buitenwereld. In Italië heerst een echte vedettencultuur. Ik werd op straat meer herkend dan hier in België, zonder dat ik er één wedstrijd speelde. Onze Italiaanse spelers kunnen hun huis niet eens uit en bewegen zich daarom in een circuit van high societyrestaurants en clubs.

“Je merkt de eerste weken dat ze je beschouwen als die kleine Belg. Op de coach na, vermoed ik dat niemand er wist wie Tomas Van Den Spiegel was. Je nationaliteit vormt een bijkomende hindernis. We zijn toch zo’n klein basketland, hoor. Onze nationale ploeg straalt weinig uit en uiteindelijk word je daarop beoordeeld. Oostende kennen de Italianen wel van horen zeggen en van Charleroi denken ze dat het een Franse ploeg is. Ik denk dat Doum Lauwers en ikzelf daarom goeie uithangborden zijn, maar blijkbaar kan niet iedereen daar mee leven. Ik ben nu slechts 23 en lig bij een topclub als Fortitudo Bologna onder contract. Dan ben je op de goede weg, meen ik te mogen stellen.”

an tafel lekker zeveren en zwanzen met Andrea Meneghin, één tegen één trainen met Zoran Savic, beetje sparren met Anthony Goldwire : het is toch weer net ietsje anders dan op training bonken tegen Peter Van Paassen. “Terugkeren naar België viel me inderdaad moeilijk”, realiseert Van den Spiegel zich. “Het verschil in intensiteit en beleving is enorm. In Bologna doe je alles in groep, je leeft ook naast het basketbalveld tesamen. Daar moet je in België niet eens aan denken. Mijn ogen sperden zich wijd open toen ik de beroepsernst zag van die grote namen. Zo’n gast als Anthony Goldwire : Olympiakos, Barcelona, Bologna, Charlotte Hornets. Een palmares om u tegen te zeggen. Maar dan zie je hem nog elke dag hard werken op training, onvoorstelbaar. Op een vrije dag zit iedereen toch in de gym. En dan die sfeer rond het basket. Je wordt er als Fortitudino geboren en neemt dat mee tot in je graf. Een overwinning in de derby viert men alsof net de titel behaald werd. Alles is zo belangrijk en emotioneel. Ik hou daarvan. En eigenlijk van de hele club.

“Na de laatste wedstrijd met Oostende zoek ik weer de Italiaanse zon op. In juli verwacht Bologna mij terug. Maar mijn eerste zorg nu, ligt bij het opdoen van matchritme en de mentale last van die blessure van mij afschudden. Coach Eddy Casteels – een doorslaggevende factor in mijn keuze voor Oostende – maakte me meteen duidelijk dat hij zijn principes heeft en dat hij daar niet van afwijkt. Dat respecteer ik. Ik kom hier niet als vedette om het hele spel naar mij toe te trekken, ik kom Oostende en mezelf helpen. Dat Oostende met mij in te halen een zware investering doet, is hun keuze. De club mag veel van mij verwachten, maar iedereen ziet dat je na vier maanden stilliggen niet op niveau kan acteren. Tegen het begin van de play-offs wil ik er staan. Nochtans beweert iedereen hier dat ze vinden dat ik verder sta dan ze verwachtten. Ik weet natuurlijk niet wat ze hadden verwacht ( grijnst)… een rolstoelpatiënt misschien ?”

Net nu Oostende na een kwakkelstart het juiste ritme en de automatismen lijkt te vinden, komt daar een center bij en dient het systeem weer bijgeschaafd. “Ook voor mij is dit een nieuwe situatie,” wil Van den Spiegel even duidelijk maken. “Gelukkig ken ik de meeste jongens nog van vorig seizoen. Ik zal mij geleidelijk aan moeten inpassen. Je voelt in ieder geval minder druk om die titel te pakken dan vorig jaar. Nu zijn alle ogen op Charleroi gericht. En terecht, zij staan als club en organisatie volgens mij ook verder dan Oostende. Maar wees gerust, tegen de tijd dat het moet, zal Oostende er wel staan.”

door Matthias Stockmans,

“Ik heb de kans nog niet gehad om te mislukken.”

“Op de coach na, vermoed ik dat niemand bij Bologna wist wie Tomas Van den Spiegel was.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content