Italië begon slecht aan het WK en dus krijgt de coach vervelende vragen, maar Lippi beantwoordt ze allemaal.

Marcello Lippi, de held van heel Italië, de beste trainer van de wereld. Vier jaar later balanceert de Squadra op de rand van de uitschakeling. Donderdag is het erop of eronder tegen Slowakije.

Tandengeknars alom, de Italiaanse pers ergert zich en raakt stilaan in paniek. Dan wordt natuurlijk de trainer onder vuur genomen. Bijna elke dag staat Lippi – zoals alle bondscoaches op dit WK – de pers te woord. Il condottiero (de leider) heeft in deze roerige tijden ongetwijfeld zijn buik vol van die verplichting, maar hij laat het niet blijken. Of toch niet zo erg. Onder het spervuur van steeds lastiger en stekeliger vragen bewaart hij zijn kalmte. Geen stemverheffing, amper cynisme, nauwelijks een boze blik, maar toch: de spanning tussen de Italiaanse journalisten en hun bondscoach is meer dan ooit tastbaar.

Op vele van die ‘mondelinge examens’ van Lippi waren we aanwezig: van de sombere avond tegen Paraguay tot de bijna doodse namiddag tegen Nieuw-Zeeland. Een bloemlezing.

Complete onnozelaar

Bent u er nog altijd van overtuigd dat u de juiste keuzes gemaakt hebt?

Marcello Lippi: ( houdt zich van den domme maar is enigszins geïrriteerd) “Welke keuzes bedoelt u precies?”

Gelooft u dat u de beste spelers geselecteerd hebt?

“Met permissie: daarop komen we na het toernooi terug. Nu is het nog te vroeg om de balans op te maken. U mag gerust weten dat als er een buitenaards wezen met de Italiaanse nationaliteit ter beschikking was geweest, ik dat zeker in de kern had opgenomen… Kijk, elke trainer droomt van een supervoetballer, maar ik zie geen enkele Italiaan die op zijn eentje het verschil kan maken. Het voetbal dat we momenteel brengen, komt wel niet overeen met onze mogelijkheden, want ik blijf erbij dat we over een heel sterke ploeg beschikken. Waarom we er momenteel niet in slagen om beter te spelen, weet ik ook niet.”

Een gebrek aan persoonlijkheden?

“Neen. Ik geef een voorbeeld: is Mauro Camoranesi geen buitengewone persoonlijkheid?”

Vooraan probeerde u al van alles uit. Tegen Nieuw-Zeeland zijn zowat alle spelers die een goal kunnen maken op het veld verschenen. Toch lukt het niet …

“Hou ermee op individuele spelers aan te vallen. Vandaag de ene, morgen een andere. Dat is niet correct. Ik meende Nieuw-Zeeland aan het wankelen te kunnen brengen door al mijn offensieve spelers in de strijd te gooien. Ik had gehoopt dat Giampaolo Pazzini of Antonio Di Natale het verschil zouden kunnen maken, maar het liep niet volgens plan.”

Kunt u verklaren waarom alle spelers in die eerste twee matchen met zichzelf leken te worstelen?

“Je krijgt twee keer een ongelukkig doelpunt tegen en dan moet je anders gaan voetballen dan bij 0-0. We wilden het forceren, joegen ons op en verloren de samenhang. Als de bal er maar niet in wil, dan gaat dat op den duur ten koste van je kwaliteiten. En veel kansen kregen we al niet. Tegen Nieuw-Zeeland kampeerden we voortdurend op de helft van de tegenstander en toch kende die een relatief rustige namiddag. We speelden goed tot aan hun grote rechthoek, maar het gebrek aan koelbloedigheid vooraan was frappant en daarbij gingen we defensief enkele keren in de fout.”

Maar u blijft erbij dat het spelsysteem in die twee wedstrijden het juiste was?

“Olala … U moet pagina’s en pagina’s vullen en daarom blijft u maar bezig over tactiek en nog eens tactiek. Maar wat is dat? Je begint met een bepaald systeem, je gaat dan over naar een tweede, een derde. Een wedstrijd evolueert. Geloof me vrij: ik ben geen complete onnozelaar … Ik vraag u alleen om wat vertrouwen te hebben in de coach die nog altijd de titel van wereldkampioen draagt.”

Paolo Rossi

Denkt u dat een overwinning tegen Slowakije absoluut noodzakelijk zal zijn?

“Daar ga ik van uit. Misschien dat een gelijkspel voldoende is, maar voor een land als Italië zou het niet al te mooi staan om zonder zege naar de achtste finales te gaan – ook al werd Italië in 1982 wereldkampioen na drie draws in de eerste ronde ( tegen Polen, Peru en Kameroen, nvdr). In elk geval is er niemand die nu al naar huis wenst te gaan. De wil in de groep en bij de staf is nog groot.”

Is Andrea Pirlo uw laatste hoop?

“Ik weet nog niet of hij tegen donderdag speelklaar raakt. Ik hoop van wel, maar men moet niet verwachten dat één speler ons zal kwalificeren of wereldkampioen zal laten worden. U weet toch dat Argentinië – met Lionel Messi – zich bijna niet geplaatst had voor het WK? En Messi wordt toch beschouwd als de beste speler ter wereld? Iedereen kent hem, weet precies wat hij gaat doen en toch is er maar één iemand die een remedie tegen Messi gevonden heeft: José Mourinho. In de halve finale van de Champions League liet hij zien dat de Argentijn niet in de mandekking, maar collectief opgevangen moet worden.”

Alberto Gilardino wist al twee maanden niet meer te scoren: is dat geen reden tot ongerustheid?

“Daar trek ik me niks van aan. Herinner u Paolo Rossi in 1982: raakte geen bal in de eerste ronde, maar Enzo Bearzot liet hem staan en hij werd nog topschutter van het toernooi. Ik hoop dat ik nu ook mijn Rossi vind.”

Gilardino gaat dus uw Rossi worden?

( opgewonden) “Maar dat heb ik toch niet gezegd! Ik zal u aan het einde van het toernooi laten weten wie de nieuwe Rossi geworden is.”

Vijftig kansen

Panikeert u wanneer u aan de mogelijkheid van een uitschakeling denkt?

“Panikeren? Ik? Weet u, ik ben al veertig jaar trainer, waarvan heel wat jaren op het hoogste niveau. Ik zal hier mijn palmares niet opdreunen, want dat is uw vraag niet, maar ik wil u er toch op wijzen dat ik titels behaald heb in Italië, de Champions League heb gewonnen, wereldkampioen ben geworden … Dus: panikeren? Ik heb wel meer meegemaakt, begrijpt u. In de Champions League hebben mijn ploegen vaak in de laatste seconden de overwinning behaald. Meermaals waren we de uitschakeling nabij en gingen we toch door. Wacht er dus alstublieft nog even mee om te schrijven dat het WK mislukt is voor Italië. Vier jaar geleden zijn we ook niet zo overtuigend aan het toernooi begonnen. Gaandeweg is het toen beter beginnen te lopen. Het is niet belangrijk dat je er staat op 11 juni, maar op 11 juli. Ik heb nog nooit een grote ploeg tegen honderd procent een WK zien openen. Daar zijn redenen van psychologische en fysieke aard voor. Hadden we in onze eerste wedstrijd vijftig kansen gecreëerd, dan was ik niet teleurgesteld geweest, maar toch enigszins verontrust.”

Gelooft u met zo’n uitleg de supporters in Italië te bedaren?

“De dag na de match tegen Paraguay heb ik de Italiaanse kranten gelezen. Ik begrijp jullie analyses en jullie scepticisme niet. Er zaten 19 miljoen mensen voor hun tv en als ik me niet vergis, waren die tevreden met onze prestatie. Zij hadden het tenminste door dat er kwaliteit in onze kern zit. Het is voor hen dat we het doen. In Italië gaapt er vaak een kloof tussen wat het publiek denkt en wat de pers schrijft. Na Nieuw-Zeeland lag dat natuurlijk anders, het is logisch dat de supporters toen ontgoocheld waren.”

Er ligt nog een andere Italiaanse coach onder vuur: Fabio Capello. Bent u het ermee eens dat hij van Engeland een defensieve ploeg gemaakt heeft?

“Daar hou ik me niet mee bezig. De problemen van Capello zijn de mijne niet.”

Leeft u mee met Raymond Domenech in de affaire rond Nicolas Anelka?

“Ik leef met niemand mee.”

Nogal wat trainers ergeren zich aan de vuvuzela’s. U ook?

“Een dik uur voor de match tegen Paraguay ben ik het veld gaan inspecteren. Er zaten toen nog amper 10.000 toeschouwers op de tribunes, maar die maakten een hels lawaai. Horen en zien verging erbij. Gek genoeg was er tijdens de wedstrijd – wanneer er 70.000 toeschouwers waren – niet méér lawaai. Je zou nog gaan geloven dat ze dat geluid door de luidsprekers jagen zodat het altijd even luid klinkt.”

door pierre danvoye – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content