Club Brugge verwacht dit seizoen niet alleen heil van zijn nieuwe spelers, maar wil ook het verschil maken met het mysterieuze Personal Performance Centre, een moderne en multidisciplinaire manier om spelers te begeleiden. ‘Al maakt het ons één procent beter, het blijft de moeite waard.’

Toen in april de eerste contouren van het Personal Performance Centre (PPC) van Club Brugge zichtbaar werden, deed het systeem veel stof opwaaien. Waarnemers deden lacherig over de kooklessen voor de partners en het invoeren van het Engels als voertaal. Ook binnen Club fronsten sommigen de wenkbrauwen, maar ondertussen raakt het PPC stilaan ingebakken in de dagelijkse routine van de spelers en de entourage, zo konden we tijdens de voorbereiding vaststellen.

“Aan de top kunnen kleine zaken het verschil maken”, zo vertelde professor Peter Hespel, inspanningsfysioloog en expert voeding binnen het nieuwe Club Brugge, vorige week aan ClubTV. Het hoofddoel van het PPC is dus om spelers van nabij op te volgen en daardoor hun prestaties te optimaliseren.

Maar hoe werkt het nu eigenlijk? De kranten hadden het tijdens deze voorbereiding regelmatig over het PPC: hartslagregistratie, touchscreens, dehydratatie vermijden, linietrainingen, … Maar op de vraag hoe al die nieuwe (en minder nieuwe) technieken een geheel vormden, kwam nog geen antwoord. Sport/Voetbalmagazine kreeg meer uitleg over het PPC tijdens een exclusieve inkijk achter de schermen van de oefenstage in Koksijde.

Vertrekken vanuit het voetbal

“In de eerste plaats wil ik aanstippen dat Club Brugge het Personal Performance Centre volledig zelf ontwikkeld heeft”, steekt sportmanager Henk Mariman van wal, nippend van zijn koffie in de eetzaal van de hotelschool Ter Duinen in Koksijde. “Het uitgangspunt van Club Brugge is om altijd te vertrekken vanuit het voetbal zelf. Het Milan Lab bijvoorbeeld start eigenlijk vanuit de wetenschap en vertaalt dat dan naar het voetbal. Wij geloven dat het omgekeerd moet. Ons vertrekpunt was: hoe wil Club Brugge spelen en hoe moeten we trainen om die doelstellingen te bereiken?”

“We merkten al snel dat we een soort ‘zenuwcentrum’ nodig hadden om alles te coördineren”, gaat Mariman verder. “Een centraal punt waar alle individuele gegevens van de spelers samenkomen en specialisten ermee aan de slag kunnen. We trokken mensen aan als Rudy Heylen voor het mentale, Joost Desender voor het fysieke, professor Hespel, de linietrainers, … Zij zijn de experts die het PPC mee vormgeven.”

Mariman vervolgt: “Onze weekschema’s worden echter niet opgesteld in een of andere universiteit: alles komt uit onszelf. Het resultaat is iets compleet nieuws, volledig op maat gemaakt voor Club Brugge. De naam Personal Performance Centre hebben we er zelf aan gegeven.” Hoe zit dat PPC nu in elkaar? “We verzamelen gegevens van de spelers, verdeeld over zes verschillende aspecten”, legt Mariman uit. “Eén: hun persoonlijke en sociale context. Hebben ze een gezin? Familie in België? Wie zijn hun vrienden? … Twee: de mentale poot – hoe zit een speler in elkaar? Drie: het tactisch/technisch aspect – alles dat met het voetbalprofiel van de speler te maken heeft. Vier: een fysieke screening – zijn snelheid, uithouding, coördinatie en kracht. Vijf: het medische vlak – gebit, zicht, urine- en bloedtests, … En zes: de blessurepreventie – waar liggen de gevoeligheden van elke speler en wat kunnen we doen om blessures te vermijden? Al die eigenschappen van die zes aspecten kan je ruwweg onderverdelen in twee categorieën: de eigenschappen die niet ’trainbaar’ of beïnvloedbaar zijn, en de eigenschappen die dat wel zijn.”

Shape en hartslag

De sleutel van het PPC zit volgens Mariman in de vertaling van al die complexe gegevens naar een overzichtelijk geheel. “Het heeft geen zin om aan iedereen van de staf de lijst te bezorgen met alle ’trainbare’ gegevens. Onze experts zijn cruciaal om die gegevens per speler te analyseren én te kanaliseren. Ze vertalen het kluwen van informatie naar concrete doelstellingen voor een speler.”

Mariman geeft een voorbeeld: “De linietrainers krijgen een A4’tje per speler met daarop de gegevens die specifiek voor hen en hun trainingen belangrijk zijn. Wat zijn de sterke punten van elke speler en waaraan moet hij nog werken om de ploeg beter te kunnen maken? Een linietrainer kan zijn oefenstof daarop afstellen. Voor de ene speler zal een bepaalde oefening, of een bepaalde frequentie, te belastend zijn en risico’s voor blessures inhouden. Een andere speler zit misschien met persoonlijke problemen wat zijn minder functioneren kan verklaren. Nog een ander moet werken aan zijn positiespel enz. Het PPC zorgt ervoor dat iedereen in de entourage, van trainer over verzorger tot woordvoerder, de informatie krijgt die hij of zij nodig heeft om een speler optimaal te begeleiden en zijn prestaties te maximaliseren.”

Tijdens de stage in Koksijde vorige week zagen we inderdaad hoe de spelers doorlopend gescreend werden. Voor iedere maaltijd gaat elke speler verplicht langs bij Siebe Hannosset (24), een voormalige leerling van professor Hespel en professor Werner Helsen om zijn ‘ shape‘ aan te geven. De spelers dienen een waarde aan te geven van 1 tot 5 over hoe ze hun vorm inschatten en over de mate van spierstijfheid die ze ervaren. Tijdens de looptraining is het opnieuw Hannosset die aan de zijkant van het veld de hartslag van alle spelers in de gaten houdt. “De Team Polar, waarmee je in real time de hartslaggegevens van alle spelers kunt volgen, gebruiken intussen al verschillende clubs in België. Het verschil maak je echter door wat je met die gegevens doet”, zegt Hannosset geheimzinnig. Hij is fulltime in dienst van Club Brugge als performance coach. Hij moet de input van de gegevens en het gebruik van het PPC bij de spelers dagelijks opvolgen.

Nine to five

Het middagmaal op de stage (pladijs- of kalkoenfilet met venkel, pastinaak en tagliatelle) is zoals alle maaltijden zorgvuldig samengesteld. “De voorschriften zijn in vergelijking met vorig jaar veel strenger geworden”, blaast een van de kookvrijwilligers vanuit de keuken. “Enkel mager vlees, verschillende soorten groenten, … En bij het ontbijt komt er slechts éénmaal per week choco op tafel.” ( lacht)

Aangepaste voeding is een van de stokpaardjes van het PPC, vandaar ook dat Club Brugge werk maakt van kooklessen voor de spelers en hun partners. Bij voorkeur eet een speler van Club dit seizoen echter niet thuis, maar neemt hij zijn drie dagelijkse maaltijden, van ontbijt tot avondmaal, op de club. “Voetbal wordt stilaan een echte nine-to-fivejob“, reageert Ryan Donk. “Er wordt van de spelers meer aanwezigheid op de club verwacht, we moeten meer letten op voeding en er zijn een pak nieuwe regels. Misschien dat je wel een deel van je vrijheid verliest, want je wordt bijna dagelijks gescreend, maar sommige spelers hebben dat juist nodig. Bij AZ Alkmaar maakte ik ook zo’n professionele manier van werken mee. Het past bij de ambitie van Club Brugge.”

Ook Colin Coosemans bevestigt dat iedereen bereid is om mee te stappen in het verhaal van het PPC. “Er waren vorig jaar al spelers die zich tot in de puntjes verzorgden, maar toen moest je het nog meer op jezelf doen. Nu wordt alles vanuit de club geregeld, en voor een perfectionist als ik is dat wel prettig. Al maakt het ons slechts één luttel procentje beter, dat is de moeite al waard.”

Na de maaltijd is er tijd voor rust en verzorging. Enkele spelers moeten op de weegschaal, anderen gaan naar een geïmproviseerde medische ruimte. “We zitten hier wat krap,” zegt een van de kinesisten, “maar we trekken ons uit de slag.” De medische staf hoeft echter niet te wanhopen, want tijdens de vakantie en de stage werd er intussen hard gewerkt op Jan Breydel, in het kader van het PPC. “De spelers zullen hun vorm niet meer aangeven op papier, zoals hier op stage, maar op iPads die in de kleedkamer hangen”, legt Mariman uit. “Er is ook een nieuwe fitnesszaal, een vernieuwde en grotere kineruimte, een spinningzaal, een apart huisje naast het trainingsveld van waaruit Siebe de hartslagmeters zal kunnen opvolgen, er ligt sinds deze zomer ook een kunstgrasveld … Tijdens de voorbereiding, een cyclus van zes weken, werken we nog deels aan de algemene ontwikkeling van de groep. Maar eens de competitie start en met onze vernieuwde faciliteiten in Jan Breydel, zal het Personal Performance Centre pas écht op volle toeren draaien.”

DOOR BREGT VERMEULEN BEELDEN MICHEL GOUVERNEUR (REPORTERS)

“Het Milan Lab bijvoorbeeld start vanuit de wetenschap en vertaalt dat naar het voetbal. Wij geloven dat het omgekeerd moet.” Henk Mariman

“De spelers zullen hun vorm straks aangeven op iPads die in de kleedkamer hangen.” Henk Mariman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content