Een mix van talent, wilskracht en levenservaring, zo komt het dat het gezin Borlée met Olivia, Jonathan en Kevin drie Europese topatleten in huis heeft. Of hoe een turbulente familiegeschiedenis toch kan uitmonden in een successtory.

De Memorial Van Damme aanstaande vrijdag is voor de familie BorléeOlivia (24), Jonathan (22) en kersvers Europees kampioen Kevin (22) – in feite een terugkeer naar de roots. Daar in Wemmel, in de schaduw van het Koning Boudewijnstadion, brachten ze hun eerste levensjaren door.

Wanneer Kevin en Jonathan zes jaar oud zijn, gebeurt iets waar kinderen zo weinig vat op hebben en dat toch hun leven ingrijpend verandert: hun ouders gaan uit elkaar. Tijd voor verscheurende keuze nummer één: welke thuis krijgen ze?

Het gezin Borlée, op dat moment vijf telgen rijk, met naast de bekende drie ook nog de jongere Alizia (nu 19) en nog jongere Dylan (17), verhuist samen met moeder Edith Demaertelaere eerst naar Louvain-la-Neuve en een jaar later naar La Roche-en-Ardenne. Verstopt in het glooiende Ardeense landschap, met de gekende Baraque de Fraiture als stille buur.

Ze hadden het er financieel niet al te breed, maar veel meer wil de familie daar niet over kwijt. Over privézaken, en zeker over de scheiding, wordt zelden of nooit gepraat. Of toch … Olivia: “We hebben zeker geen miserabele jeugd gekend, verre van zelfs. Oké, het was natuurlijk een moeilijke periode, van de stad moesten we ineens naar het platteland. In een dorpje tussen de bossen, ver weg van de vriendjes en vriendinnetjes. Maar goed, we konden er hele dagen buiten spelen, in onze grote tuin of in het bos. Ik vermoed dat het onze onderlinge band wel versterkt heeft.”

Spelen, dat betekende in Olivia’s geval paardrijden. En in het geval van de tweelingbroertjes Kevin en Jonathan voornamelijk voetbal. Ze speelden bij de jeugd van het plaatselijke clubje Champlon-La Roche. Al bleef papa Jacques Borlée steeds waakzaam dat ze verschillende sporten beoefenden, een van zijn stokpaardjes: “De fout die we in België vaak maken, is om een talent in één sport te laten trainen. Volledig verkeerd, het is net belangrijk dat je als kind diverse spiermassa’s ontwikkelt. Zwemmen bijvoorbeeld, ideaal om de rugspieren te ontwikkelen. Of voetbal, tennis, atletiek, mij om het even, zolang mijn kinderen maar bewegen.”

In de weekends mochten de kinderen weer naar Brussel, naar het vadersnest. Zij het dan op geheel eigen wijze: met de fiets. “Het gebeurde geregeld dat we van La Roche, van aan de Baraque de Fraiture, tot Brussel reden. Jonathan en Kevin waren toen twaalf jaar. Of zelfs jonger.” Jacques zegt het onbewogen. “Ik herinner me nog een trip in putje winter, terwijl het sneeuwde. We kwamen pas ’s avonds aan in Brussel. Hard, maar de kinderen blikken er nu met weemoed op terug.”

Een familie van kampioenen

Dat één gezin zoveel looptalent voortbracht – liefst drie olympiërs en met Dylan misschien zelfs een vierde in aantocht – heeft enerzijds met opvoeding te maken, zoals voorgaande anekdote aangeeft. Anderzijds wellicht ook met genen. Edith Demaertelaere werd in 1981 Belgisch kampioene op de 200m en Jacques Borlée werd zelfs achtmaal Belgisch kampioen, op verschillende afstanden (100, 200 en 400 meter). Ook diens broer Jean-Pierre Borlée, ondertussen overleden, kroonde zich meermaals tot Belgisch kampioen op de kortere loopnummers. Tot overdreven euforie leidde dat allerminst. Illustratief is dat in het kleine appartementje te Sint-Lambrechts-Woluwe, waar Jacques ons ontvangt, amper foto’s, medailles of andere trofeeën prijken.

Jacques: “Wij kijken zelden achteruit. De toekomst is onze motor. Ik vind dat niet eens abnormaal, alleen val je met zo’n mentaliteit in België wel op. Het was van meet af aan duidelijk dat mijn kinderen talent hadden voor atletiek, op school wonnen ze ook steeds alle loopwedstrijden, maar dan nog heb ik hen nooit in die richting geduwd. Integendeel, ik heb hen altijd voorgespiegeld hoe hard het bestaan van een professionele atleet kan zijn. Eens ze echter de beslissing namen om zich op het lopen te storten, heb ik hen uiteraard volledig gesteund.”

Yves de Vrye was de man die de Borlées, alle vijf de kinderen, hun hele jeugd lang onder zijn hoede kreeg op sportstages tijdens de schoolvakanties. Hij kan het aangeboren talent van de Borlées volmondig beamen: “De Borléeclan hing heel sterk aan elkaar, ze waren gereputeerd in deze contreien. Allemaal droegen ze die gedrevenheid in zich en ze moedigden elkaar constant aan om tot het uiterste te gaan. Deden we een pentatlon, dan haastten ze zich na hun nummer meteen naar de baan waar broer of zus bezig was om daar te supporteren. Ze dreven elkaar tot de overwinning. Ik vond het allemaal best, zo motiveerden ze de andere kinderen om even competitief te zijn. Ja, het was immers heel wat als je een Borlée kon verslaan. In feite was Alizia nog de meest getalenteerde van allemaal, maar dat was net de enige die minder competitief was ingesteld.” Zo bleek ook: van de vijf Borlées is zij de enige die niet in de atletiek verderging, maar voor theater koos.

Sneller volwassen worden

De Borléeclan werd in de loop der jaren nog uitgebreid. Vader Jacques hertrouwde en kreeg nog twee kinderen, Ryan (11) en Ilian (9). Moeder Edith zorgde ook nog voor een halfbroertje, Youna (8). In totaal zijn ze dus met acht nu. Olivia, de oudste van de hoop, ziet er geen graten in: “Wij zijn één grote familie. Als oudste probeer ik de kerk wat in het midden te houden en te zorgen dat iedereen zich een beetje goed voelt, maar dat het niet altijd evident is, lijkt me logisch.”

Tien jaar lang woonden Jonathan, Kevin, Olivia, Dylan en Alizia bij hun moeder in de Ardennen. Tot daar in 2005 drastisch verandering in kwam: hun moeder besliste om naar Réunion te verhuizen, een klein eiland in de Indische Oceaan, genesteld tussen andere exotische namen als Mauritius en Madagaskar. Dylan en Alizia volgden hun mama. Kevin, Jonathan en Olivia bleven in België achter en keerden terug naar Brussel. Het altijd zo hechte gezin verscheurd, weer een moeilijke periode en in volle puberteit. Het heeft de Borlées ongetwijfeld karakterieel gevormd, de winnaarsmentaliteit die er al in zat nog aangescherpt en vermengd met een (gedwongen) versnelde maturiteit. In een zeldzaam moment van openheid twee jaar geleden in Het Nieuwsblad zei Kevin daarover: “Het heeft ons misschien wat sneller volwassen gemaakt en meer verantwoordelijkheid leren nemen. Misschien hebben we daarom minder last met de discipline die topsport vereist.” Moeder Edith vulde aan: “Ze hebben wel wat tegenslagen gekend, maar nooit hebben ze het hoofd laten hangen. Ze krabbelen altijd weer recht.” Verder zul je de Borlées over dat onderwerp nooit horen praten.

Midden in die turbulente periode tussen 2005 en 2008 gebeurde net de reconversie van multidisciplinaire sportamateurs naar profatleten. Olivia effende het pad door zich op zestienjarige leeftijd bij atletiekclub White Star in Woluwe aan te sluiten, de club van hun vader. Twee jaar later, toen ze eveneens zestien waren, volgden Kevin en Jonathan dat voorbeeld, op een moment dat ze het atheneum in La Roche hadden geruild voor een topsportschool in Anderlecht en daar tot de conclusie kwamen dat voetbal niet hún sport was. “Te gemeen en onfair”, weet Jacques Borlée te vertellen. “Die mentaliteit lag hen niet.” Het feit dat Olivia in staat was prestaties neer te zetten op de piste inspireerde de tweeling. “Vroeger had ik ook al eens even atletiek geprobeerd,” vertelt Olivia, “maar dat vond ik toen te serieus en te hard. Dus hebben we allerlei andere sporten gedaan, maar uiteindelijk keer je toch terug naar die waar je mee opgroeide.”

Nadat ze hun diploma in Anderlecht behaalden, trokken ze naar de ULB, waar Kevin kinesitherapie ging studeren en Jonathan voor Economische Wetenschappen koos. De atletiekcarrière van de Borlées nam een hoge vlucht. Olivia behaalde met het 4x100m-estafetteteam een zilveren medaille op de Olympische Spelen van 2008 in Peking, de broertjes Jonathan en Kevin vestigden Belgische records en nestelden zich in de Europese top op de 200m en de 400m. Na de Spelen van Peking verhuisden Kevin en Jonathan naar de VS om er aan de prestigieuze University of Florida school te lopen, waar ze nog sterker werden. Met het gekende resultaat: Kevin kroonde zich vorige maand in Barcelona tot Europees kampioen op de 400m en de kans is groot dat er straks, tijdens de Memorial, weer eentje op het podium staat. Onder het goedkeurende oog van papa, langs de zijlijn als trainer, en mama, die twee maanden per jaar naar België terugkeert om haar kinderen op de Memorial te zien lopen.

door matthias stockmans

Wij kijken niet achteruit.

De toekomst is onze motor.Jacques Borlée

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content