Het is alsof de voetbalsport niet leert uit eerdere fouten : net op het moment dat een hulpeloos spartelend Lierse een reddingsboei vond, doken er in Moeskroen verhalen op van naderend financieel onheil. Een paar jaar geleden droomden ze bij de Henegouwse club nog van een budget van één miljard oude Belgische franken en was de concurrentie met Anderlecht nog slechts een kwestie van tijd. Het toont dat clubs, de strenge licentievoorwaarden ten spijt, nog altijd gebouwd worden op een kunstmatige voedingsbodem en vanuit een soort megalomanie alle gevoel voor de realiteit zijn kwijtgeraakt. Alleen weldoeners blijken dan in staat (tijdelijk) de lekken te dichten, maar zeldzaam zijn degenen die hun investeringen uiteindelijk konden omzetten in duidelijke beleidslijnen.

Het voetbal heeft nood aan sterke leiders die strategisch kunnen denken, maar niet aan veredelde supporters die hun club emotioneel besturen en zichzelf met ondoordachte uitspraken voorbijlopen. De manier waarop Roger Lambrecht in Lokeren de vloer aanveegde met de afgelopen maandag ontslagen Franky Van der Elst was ronduit beschamend. In plaats van de rangen te sluiten en intern te overleggen met zijn trainer, zette Lambrecht zo de supporters tegen Van der Elst op en bracht een sfeer van negativisme in de club waarin niemand kan overleven. Het is bizar dat trainers, de belangrijkste verbindingsstukken in een club, zelfs door die mensen worden gescheurd en ondergraven die hen rugdekking moeten geven.

Voetbal is emotie en drijft zelfs doorgewinterde zakenmensen mee in een spiraal van ongecontroleerdheid. Alle voornemens ten spijt kan ook Jos Vaessen zichzelf in Genk nog steeds niet beheersen. Openlijk plaatste hij vraagtekens bij enkele opties van René Vandereycken, die nu toch echt geen gebrek aan voetbalinzicht kan worden aangewreven. Welke dienst bewijs je daar je club mee ? En moet een voorzitter die zijn trainer bekritiseert vooral zichzelf niet ter verantwoording roepen ? Het betekent dat hij destijds (mee) een verkeerde keuze maakte.

Geen tijd in het jaar die meer uitnodigt tot bezinning dan deze eindejaarsperiode. Het probleem in de voetballerij is dat het dan telkens weer bij holle voornemens blijft. De kloof met het internationale topvoetbal wordt groter. Anderlecht sprokkelde geen enkel punt in de Champions League en tegen een Spaanse middenmoter als Real Zaragoza werd Club Brugge vorige week op een pijnlijke manier met zijn beperkingen geconfronteerd : als techniek gekoppeld moet worden aan snelheid, zo ondervond ook Standard tegen Athletic Bilbao, vallen de Belgische clubs door de mand. Vorig jaar braken zowel Anderlecht als Club naast het veld met verouderde denkpatronen en predikten modernisme, maar tussen de krijtlijnen valt daar weinig van te zien. Het is opmerkelijk dat Belgische clubs er zelfs dan niet in slagen Europees te overwinteren als er nog 32 clubs in de Uefacup zitten.

Van hogerhand blijft een duidelijk beleidsplan, dat aangeeft welke weg het voetbal moet inslaan, uit. Na amper drie wedstrijden is de nationale ploeg uit de race geslagen voor het WK in Duitsland, maar de voetbalbond blijft vasthouden aan archaïsche structuren. De roep om een sterke leider die, omringd door een professioneel apparaat, de lijnen uittekent, weerklinkt al jaren, maar bij de voetbalbond waagt niemand het om ook maar een aanzet te geven om de huidige constellatie te veranderen. Om de vertegenwoordigers van de provincies, die graag hun zegje doen, niet te choqueren.

Macht en belangrijkheid zijn de verblindende toverwoorden in de voetbalsport. Om het eigen territorium goed af te bakenen komt het al eens tot een botsing van ego’s. In Oostende gooide de ambitieuze Franklin Sleuyter vorige week gedemoraliseerd de handdoek in de ring. Het was het gevolg van een maandenlange controverse met voorzitter Eddy Vergeylen. De graag in de spotlights toevende Vergeylen zal dat ongetwijfeld als een persoonlijke triomf hebben aangezien. Nadat Sleuyter zijn vertrek aankondigde, stond hij glimmend de pers te woord. Zonder dat iemand dat kan verhinderen, wordt het belang van de club opgeofferd op het altaar van een persoonlijk dispuut.

Graag willen voetbalclubs zich vergelijken met het bedrijfsleven. Maar het blijft vreemd hoe weinig verenigingen erin slagen juist te calculeren. Filippo Gaone, de voorzitter van La Louvière, liet twee weken geleden zelfs weten dat de puntenhoogst te hoog is en dat er te veel premies betaald moeten worden. Als opsteker voor de supporters kan dat tellen : zij zullen in de toekomst gegarandeerd massaal naar het stadion stromen.

door Jacques Sys

Als techniek moet gekoppeld worden aan snelheid…

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content