Met Valère Billen als mentor werkt Satellite FC in Ivoorkust aan de toekomst.

“Onder andere dáárom”, grijnst Valère Billen, “zijn die verre verplaatsingen geen plezierreisjes, want als je bovendien een paar honderd kilometer in het donker over slechte wegen door de brousse moet, is het nóg angstaanjagender. Dan denk je bij momenten : waar ben ik mee bezig ? En dan spreek ik nog niet over de onverwachte risico’s die in de struiken schuilen. Ik heb het een paar keer meegemaakt dat we tegengehouden werden en dat het kiezen of delen was : als je geld geeft, kan je verder. In het andere geval weet ik niet wat er gebeurt, hoor.”

Geamuseerd monstert Billen zijn geschrokken Belgisch bezoek, want van de enorme patat waarmee de bliksem zopas naast het hotel is ingeslagen, kijkt híj al lang niet meer op. In Abidjan, de hoofdstad van Ivoorkust waar Valère Billen als trainer van Satellite FC gedomicilieerd is, is het regenseizoen aangebroken. Het seizoen waarin de vochtige lucht de hitte nog pakkender maakt, het seizoen waarin onweer ’s avonds voor verkoeling zorgt. Net als veel andere Afrikaanse landen kent ook Ivoorkust armoede, maar Abidjan kan zich door de handel met het Westen enige luxe aanmeten. Sjieke hotels, riante villa’s en een bedrijvig zakencentrum verdrongen de verpaupering naar de buitenwijken.

In een van de betere buurten heeft Satellite FC voor zijn trainer een comfortabel appartement uitgezocht. Valère Billen werd door voorzitter Soulyemane Diabi, gefortuneerd importeur-exporteur, en Alfred Raoul, manager van de club, verzocht de betere spelers klaar te maken voor Europa. Want vooral daarom draait het. En ook al zette de club een partenariat op met Lokeren, dat inzake transfers een bevoorrechte positie heeft en onder andere Youla en Olufade overnam, in Zwitserland en Frankrijk heeft Satellite FC ook voetballers lopen.

Valère Billen : “Het is onze taak niet alleen de voetballer te verbeteren, maar ook de mens gelukkiger te maken. Als iemand weggaat die er niet klaar voor is en dan moet terugkomen, ziet die z’n droom stuk gaan. Vandaar mijn grote bezorgdheid om te beslissen wie er rijp voor is. Met Alfred Raoul hebben we het er daarom dikwijls over wie mentaal en fysiek klaar is voor Europa. Zo’n speler moet ook weten wat de alternatieven zijn als hij mislukt. Daarom speelt de voorzitter hier ook een grote rol, hij probeert de jongens die mislukken een job te geven of ze nog naar een ander land te sturen zodat ze hun brood kunnen verdienen. Want hier is het voetballen of op de weg slapen. Er zijn geen alternatieven.”

Satellite bestaat pas vier jaar en speelt al drie seizoenen in eerste klasse. In voetbalstad Abidjan kent het concurrentie van drie andere ploegen. Het grootste team, ASEC, beschikt over een accommodatie die sommige eersteklasseclubs in België niet eens kennen en dient als groot voorbeeld voor Satellite. Daarnaast zijn er ook nog Stade en Africa. “Met een aantal verbeteringen qua voedingssupplementen, outfits en materiaal, zodat ook de trainingsintensiteit naar omhoog kan, moeten wij met Satellite op relatief korte tijd voet naast ASEC kunnen zetten”, schat Billen.

Op training, zo blijkt, spaart Billen zijn spelers in de lome warmte allerminst. Er is discipline. “Discipline was in het begin een catastrofe. Afrikanen leven en handelen gevoelsmatig en dat brachten ze ook op het veld over : attitude, tja, daar kon je eigenlijk niet van spreken. Dus in het begin heb ik als een echte sergeant, heel dominant moeten optreden. Ik heb echt gezegd van : ik ben de patron en er is er geen tweede. Niemand moet over mijn schouder meekijken. Gelukkig is dat voor een groot stuk verbeterd. Je moet het alleen onderhouden, want toen ik terugkwam uit vakantie, merkte ik dat ik weer wat moest pushen. Zonder discipline is het hopeloos om te voetballen. In het begin was het zeer moeilijk te accepteren, maar je moet constant laten voelen dat jij verder staat dan zij.”

Er is methodiek. “De tactische besprekingen moet je heel progressief brengen. Bij ons heb je een soort abc van het voetbal, dat is hier niet het geval. Die opleiding vanaf hun achtste, negende, dat hebben ze hier niet gekregen. Ze hebben ook nooit gehoord van wat te doen bij balbezit en wat bij balverlies. Dat moet je eigenlijk met de lepel ingeven. Eerst wou ik bijvoorbeeld zonder libero spelen en dat had ik ook direct op training ingevoerd. Maar toen kwam heel simpel de opmerking uit de groep dat we met een man tekort waren. Ik heb toen in dat systeem gas moeten terugnemen, want ik kon ze echt niet overtuigen dat we met genoeg op het terrein stonden.”

Er móest een libero staan. “Geleidelijk ben ik dan begonnen met een inschuivende libero bij balbezit. Ik legde het spel vaak stil om stapsgewijs duidelijk te maken dat het accent op het middenveld moet liggen omdat de tegenstander in vijfennegentig procent van de gevallen toch met een libero speelt. Maar iedereen liep voortdurend achteruit. Dus was de volgende stap vanuit die bezetting druk geven op de bal. Eerst individueel, dan collectief, met glijden en kantelen. Daar zijn we nu mee bezig en dat lukt met wisselend succes. Zolang ze vrij fris zitten in het hoofd, loopt dat, mits je de nodige coaching toegepast, want je moet hier dus heel intensief coachen. Van het moment dat in hun hoofd het licht een beetje uitgaat, mag je alles vergeten.”

En er is het tempo. “Door de warmte zijn de omstandigheden uiteraard enorm zwaar. Het denken, merk je, loopt ook wat trager. Dat klimaat speelt zowel op training als in wedstrijden een heel grote rol. Je moet ze regelmatig laten drinken en met de zwakke voeding die ze nuttigen, is het ook nodig dat ze voedingssupplemeneten ter beschikking krijgen. Anders is het bijna niet mogelijk om een zekere intensiteit en frequentie in de trainingen aan te houden. Het wedstrijdbeeld is navenant : warm en weinig zuurstof, dat betekent statisch voetbal gebaseerd op acties maken. Van de elf die op het veld staan, zijn er maar een paar rond de bal die bewegen. Dat is voor mij een beetje het probleem in het Afrikaanse voetbal.”

Hoewel er aan goede wil geen gebrek is, moet een en ander af en toe door Billen gecounterd worden met een verbouwereerd : c’est quoi ça ? Zoals wanneer blijkt dat de spierwitte trainingstruitjes waar hij zo trots op was er door een verkeerde behandeling in de was die dag vaal bruin uitzien. Het lijkt een futiliteit, maar het is belangrijk. “Onze taak tegenover de spelers is niet alleen louter sprortief. We proberen hen ook uit te leggen wat Europa te bieden heeft, maar ook wat Europa vraagt. Hoe je je daar moet gedragen, hoe je moet omgaan met wat je verdient, hoe je voeding moet zijn. Daar probeer je hen op te wijzen. Want alleen wie er echt klaar voor is – wie sportief en extrasportief de attitude kent – kan slagen.”

Maar als N’Gbocho Guy Patrick op een afstandsschot naar de bal duikt met de rug naar het veld, gooit Billen een grijns in onze richting. “Keepers in Afrika hebben echt nood aan een basisopleiding. Een keeper zou vrij koel aan zijn taken moeten denken. Dat ze puur op emotie spelen, leidt tot de gekste toestanden. Iedere keeper blijft in een wedstrijd twee, drie keer dood liggen. Elke bal wordt gelost en uittrappen gaan meer buiten dan ze binnen blijven. Het is het zwakste onderdeel van alle ploegen. Daarom ook zou het heel verrijkend zijn mocht er bij ons nog een Europese trainer bijkomen. Ik heb een vaste hulptrainer en iemand die indoortrainingen geeft – eigenlijk was die ook hulptrainer, maar hebben we die wat weggepromoveerd – maar om oefenstof over te brengen… Zelfs als ik oefeningen op papier zet, lukt het nog niet. Aanvoelen waar de accenten liggen, die constante in de coaching is er niet. De hulptrainer staat met z’n benen open en beweegt of zegt tien minuten niets meer.”

Beetje bij beetje heeft Afrika zich aan Valère Billen geopenbaard en met de eigenheid ervan heeft hij leren omgaan. Dat betekent als Europeaan constant afwegingen maken tussen in toorn ontsteken of berusten in de Afrikaanse aard. Zoals wanneer hem doodleuk wordt gemeld dat ’s anderendaags de wedstrijden in de achtste finale van de beker niet zullen doorgaan. ASEC Abidjan heeft nogal veel spelers moeten afstaan voor een interland en alle bekerpartijen dan maar laten annuleren.

Dat iedereen zich daarbij neerlegt, frustreert de trainer, die alweer zijn trainingsschema moet aanpassen, mateloos. Het maakt hem soms moedeloos. “Maar pas op, de boeking voor het hotel waar we hier op afzondering komen, zeg ik nog niet af, hé. Het kan zijn dat we toch spelen, hoor, want hier kan echt alles ( grijnst). Vanaf november ben ik tot het nieuwe seizoen begint in februari wel toe aan vakantie, omdat het werk hier zo mentaal belastend is. We hebben een aantal keren tweemaal per dag getraind en ik mag wel zeggen : op dat moment is het bobijntje werkelijk áf. Ook door het feit dat je met een heel andere cultuur zit, constant moet bijsturen en dat niet altijd meteen vertaald ziet in direct rendement. Het constant repeterend moeten werken, maakt het eigenlijk heel zwaar. Niettegenstaande ik dankzij de club, Satellite, in heel comfortabele omstandigheden kan leven en werken, blijft het een zware opdracht.”

Op de wedstrijd, waarin Satellite het ’s anderendaags opneemt tegen tweedeklasser Cosmos FC, zit niet veel volk. De grote massa is naar het nationaal stadion getrokken, waar op quasi hetzelfde moment een galamatch plaatsvindt met George Weah en andere in Europa (ex-)actieve Afrikaanse spelers. Billen heeft daaromtrent op weg naar zijn bekerwedstrijd trouwens een uurtje eerder telefoon gekregen in de auto van de voorzitter. Of hij twee spelers wil afstaan voor die partij, waar onder andere Aruna op de bank zit ? Ach, twee kan hij er wel missen, zeker ?

De ploeg van Billen wint uiteindelijk makkelijk van Cosmos met 0-4. “Wij spelen in 4-3-3-concept met opdrachten in balbezit en balverlies die gangbaar zijn in het Belgisch voetbal. Hoge pressing, wat voor hen niet gemakkelijk is, en zonder libero. Af en toe pakken we soms uit met echte man-man, wat voor hen bibberen met de knieën is omdat ze altijd die dekking willen. Maar dat gaat het hen veel gemakkelijker maken als ze later in een Europese club staan. Ik verzeker je : wie hier een jaartje gewerkt heeft, is tactisch zo goed op de hoogte als de doorsnee Belgische voetballer.”

Het zal evenwel zo goed als zeker niet aan N’Gbocho Guy Patrick besteed zijn, die in de tweede helft bij een uittrap zijn steunbeen en zichzelf uit de wedstrijd schopt. Alle flair die hij op training uitstraalde, is uit hem weggevloeid. N’Gbocho Guy Patrick is ondanks de overwinning ontroostbaar in zijn lot. “Ik zei het al : het zijn gevoelsmensen, het rationele is nul en zo gedragen ze zich op en naast het veld. Bij winst is alles super, bij een nederlaag is alles catastrophe. Daar moet ik ook heel veel in bijpraten om gematigdheid te krijgen na een overwinning of een nederlaag. Ik heb niet graag die euforische of depressieve stemming. Ik probeer daarom altijd heel koel te zijn na een overwinning of optimistisch na verlies. Mijn instelling is een voorbeeld te zijn waaraan zij zich kunnen optrekken, maar dat is werken op lange termijn.”

Goed bezig !, is de Nederlandse uitdrukking die de hele entourage van Satellite inmiddels machtig is. Werd er oorspronkelijk nog getraind op een gewone wei zonder kleedkamer, inmiddels kan er naar Afrikaanse normen in degelijke omstandigheden worden gewerkt : op een echt veld met goede douches. Volgende grote stap wordt de aankoop van grond om een centre de formation uit de grond te stampen.

Maar eerst hoopt men via Lokeren nog werk te kunnen maken van de aankoop van een paar nieuwe bussen om de verplaatsingen mee te maken. Want Youla – zo luidt het opschrift op de huidige – heeft geen airconditioning. En dat wil voor wie op verplaatsing een paar honderd kilometer door de brousse moet, wel eens onaangenaam zijn. De trainer rijdt dan ook meestal mee in de mercedes van de voorzitter. Hoewel hij voor eigen gebruik zelf ook een auto kreeg, zo blijkt als hij enige tijd later kletsnat de lobby van het hotel komt binnengestapt en onze verbaasde blik met een brede lach beantwoordt. “Een nieuwe wagen zal het volgende zijn dat ik vraag ( lacht). Ik stop aan de verkeerslichten en ineens krijg ik een geut water over mijn hoofd. Er zit verdorie een gat in mijn dak. Ik zeg het : hier kan echt alles ( grijnst).”

door Raoul De Groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content