Karim Essikal was op 10 april even van de wereld na zijn horrorbotsing met Kara Mbodj. Vier maanden later is de Brusselaar stilaan bekomen van het ongeval. ‘De dokters noemden mij een gelukzak.’

Success is no accident, it is hard work, perseverance, learning, studying, sacrifice and most of all love of what you are doing. Wie even het hoofd recht, kan niet naast die zin kijken die de fitnesszaal in het nieuwe hightechoefencomplex van Zulte Waregem siert. Het dient als geheugensteuntje voor de spelers van Essevee, maar op 10 april kreeg die boodschap een extra dimensie voor Karim Essikal. Zijn hoofd werd werkelijk aan diggelen geslagen na een koptackle van Kara Mbodji. ‘Ik heb er vrede mee genomen. Wat moet je anders doen? Je kan niet op een knop duwen om je leven terug te spoelen’, vertelt Essikal.

De 20-jarige verdedigende middenvelder liep de muren van zijn appartement op de eerste weken na het ongeval. Hij mocht een maand het huis niet uit, zijn zetel was zijn beste vriend. ‘Op psychologisch vlak was dat een kwelling. Eind mei, terwijl mijn ploegmaats op vakantie waren, ben ik eindelijk aan mijn revalidatie mogen beginnen. Elke morgen bezocht ik een kinesist die mij hielp om van mijn evenwichtsproblemen af te geraken.

‘Heel basic oefeningen: op een been blijven rechtstaan bijvoorbeeld. Voor veel mensen is dat de normaalste zaak van de wereld. Maar ik heb onlangs mijn enkel bezeerd op training omdat ik even mijn evenwicht was verloren.’

Je hebt alle wedstrijden gespeeld in de voorbereiding. Ben je opnieuw de oude?

KARIM ESSIKAL: ‘Mijn voeten willen mee, maar in de duels houd ik mij nog te veel in. Bij het opspringen denk ik een fractie van een seconde te lang na, terwijl je een duel moet aangaan zonder te rekenen. In het begin zwaaide ik ook overdreven met mijn armen. Onbewust was dat een manier om mij te beschermen. Met de tijd zal de vrees op een nieuwe knal wel wegebben. Om het genezingsproces te versnellen blijf ik na de training nog na met de tweede assistent om te koppen.’

Wat herinner je je nog van die botsing met Kara Mbodji?

ESSIKAL: ‘Alles… Ik zie mezelf nog in de eerste zone staan, klaar om de bal weg te koppen. En plots werd ik met een enorme oerkracht tegen de grond gegooid. Op dat moment had ik geen flauw benul van wat er aan de hand was, wie er mij had aangelopen. Ik was nog bij bewustzijn, al hoorde ik niets meer aan mijn rechteroor. Mijn eerste reflex was om recht te kruipen, maar mijn hoofd draaide zo fel, dat ik weer ging liggen. Ik zag de dokters en de kinesist rond mij staan, ik hoorde ook nog het publiek voor mij applaudisseren terwijl ik het veld verliet. In de kleedkamer deed ik een nog een poging om recht te staan, maar ik vond mijn evenwicht niet. Toen wist ik: dit is niet normaal.’

SCHEURTJE

Heb je geslapen die eerste nacht?

ESSIKAL: ‘Amper. In het ziekenhuis werd ik meteen aan het infuus gelegd. De zware medicatie die ik kreeg, hielp bijna niet. Ik had stekende koppijn en om de twee uur moest ik braken.’

Je had de ernst van je blessure klaarblijkelijk niet door want je wilde 24 uur na je opname in het ziekenhuis opnieuw gaan trainen.

ESSIKAL: ‘Ik heb dat idee snel mogen opbergen. Maandag — een dag na de match — kreeg ik het bezoek van een kinesist die mijn toestand moest evalueren. Ik geraakte met moeite uit bed en bij het stappen waggelde ik van links naar rechts. Ik was nog helemaal groggy van de slag. De dokters gingen uit van een onbeschikbaarheid van drie tot vier weken. Ik dacht toen: oké, voor de twee laatste wedstrijden in de play-offs zal ik fit zijn. Een verkeerde inschatting, zo bleek later. We zijn bijna vier maanden verder en ik besef nu pas hoe gek het was om te denken dat ik in een vingerknip zou terugkomen.’

Ben je bang geweest voor blijvende schade of een handicap?

ESSIKAL: ‘De eerste drie dagen hoorde ik enkel gesuis in mijn rechteroor, ik was haast doof. Toen begon ik lichtjes te panikeren. Mijn trommelvlies bleek vol bloed te zitten en ik had een scheurtje van drie centimeter opgelopen aan mijn schedel en dat had mijn evenwichtsorgaan doorboord. Daarom hoorde ik niets meer. Ik ben aan het ergste ontsnapt, de dokters noemden mij een gelukzak: een centimeter meer naar beneden en ik zou permanent doof zijn geweest. Na iets meer dan een maand is dat scheurtje vanzelf dichtgegroeid.’

De beelden van je botsing met Kara zijn heel België rondgegaan…

ESSIKAL: (onderbreekt) ‘Toen ik de fase terugzag, was ik zelf in shock. Ik kreeg er zelfs koude rillingen van. Gelukkig zaten mijn ouders toen in het buitenland, ze hadden anders de schrik van hun leven beleefd. Geen enkele ouder wil zijn kind zo toegetakeld zien worden. Mijn broers en ik hebben hen ook expliciet gevraagd de beelden niet te bekijken.’

Uiteindelijk werd Kara niet gestraft voor die fout.

ESSIKAL: ‘Ik weet dat Kara het niet bewust heeft gedaan. Het was alleszins niet met voorbedachten rade. Zo is hij niet. We hebben via sms contact gehouden en toen we op de laatste speeldag op bezoek gingen bij Anderlecht, hebben we elkaar even gesproken. Alles is uitgepraat. Het incident is gesloten voor mij.’

Dury reageerde emotioneler dan jij. Hij zei: als een koptackle deel uitmaakt van het voetbal dan hebben voetballers een gevaarlijke job. Ben je het daarmee eens?

ESSIKAL: ‘Voor mij was dat een werkongeval. Dit risico loop je nu eenmaal op een voetbalveld. Na een tackle kan je ook zes maanden out zijn. Ik ben mij altijd bewust geweest van de gevaren. Hoeveel spelers zijn er al gestorven op het veld? Hoe tragisch het ook is: het kan elke voetballer overkomen. Mijn blessure heeft mij vooral mentaal sterker gemaakt. En ze heeft mijn leven voorgoed veranderd. Daarvoor was ik redelijk onbekend buiten Waregem, nu word ik ook in mijn thuisstad Brussel herkend. Wat het mediacircus niet allemaal teweeg kan brengen.’

ZIDANEFILMPJES

Je hebt op korte tijd een lange weg afgelegd. Een paar jaar geleden mocht je zelfs niet op de bank zitten bij de beloften van Club Brugge.

ESSIKAL: ‘Bart Wilmssen, nu assistent-trainer bij Waasland-Beveren, moest niet veel van mij weten. Hij zei steeds: alles op zijn tijd. Ik mocht meetrainen met de beloften, maar voor de wedstrijden moest ik afzakken naar de U19. Op het einde van het seizoen probeerde het bestuur mij nog te paaien met een semiprofcontract, maar ik had mijn keuze al gemaakt. Aangezien Club Brugge er niet voor bekendstaat veel jeugdspelers te laten doorbreken, was ik beter af bij Zulte Waregem. Toen de voorbereiding halfweg was, nodigde Stoke City mij uit om het oefencomplex te bezoeken en een training mee te pikken. Maar ik voelde mij niet mans genoeg om alleen naar Engeland te gaan en van nul af aan te beginnen in een land met een andere cultuur. Ik heb toen voor continuïteit gekozen.’

Bij Zulte begon je twee jaar geleden onder aan de ladder. Je had geen profcontract en je speelde voor een wedstrijdpremie: 350 euro voor een overwinning en 150 euro bij een gelijkspel.

ESSIKAL: ‘Alle spelers bij de beloften kregen hetzelfde. Er was geen ruimte om te onderhandelen. Je zette je handtekening en dat was het. Gelukkig hebben we veel gewonnen dat seizoen. (knipoogt) Uiteindelijk had ik geen poot om op te staan. Ik was een nobody, ik had nog niets bewezen. Wat kon ik dan eisen? Bij Stoke City en Club Brugge kon ik meer geld verdienen, maar als jonge kerel moet je niet gaan rekenen hoeveel er elke maand op je bankrekening komt. Ik had op dat moment geen geld nodig. Ik trainde en ging rechtstreeks naar huis om te rusten.’

Ik kan me voorstellen dat het als nobele onbekende niet gemakkelijk was om Dury te overtuigen.

ESSIKAL: ‘Toen ik bij de A-kern kwam, heb ik mij geen vragen gesteld. Vroeger was ik meer een twijfelaar, dankzij mijn moeder is dat helemaal weg. Ik moet een jaar of veertien geweest zijn toen ik met Club Brugge tegen Anderlecht moest voetballen. Volgens mijn broers zou ik bezwijken onder de druk. Mijn moeder nam het voor mij op. Ze keek hen recht in de ogen aan en zei: Karim is al sinds zijn zes jaar aan het voetballen, waarom zou hij zich nog nerveus moeten maken voor een match? Ik ben die tussenkomst nooit meer vergeten.

‘In mijn periode bij Club trok ik mij ook op aan mijn jeugdidool Zinédine Zidane. Zijn documentaire ‘Comme dans un rêve’ heb ik tientallen keren bekeken op mijn smartphone toen ik in de trein zat richting Brugge. Ik ken de dialogen van de film nu nog uit mijn hoofd. Zidane is een grote inspiratiebron geweest voor mij als jeugdspeler.’

Na de wedstrijd tegen Anderlecht beweerde Dury dat hij met jou in de ploeg nooit verloren zou hebben. Dat betekent dat je je onmisbaar hebt gemaakt.

ESSIKAL: ‘De trainer doelde vooral op het feit dat we tijdens de play-offs de goede formule hadden gevonden. Maar ik weet ook dat mijn statuut niet meer hetzelfde is als in het begin van het seizoen. Van februari tot de wedstrijd tegen Anderlecht speelde ik alles. Ik wist dat er een mindere match tussen mocht zitten en dat ik toch zou blijven staan. Maar in voetbal is niemand onvervangbaar, hoor. Je moet jezelf elke week challengen.’

De twee wedstrijden in de reguliere competitie tegen Oostende waren jouw referentiewedstrijden. Je neutraliseerde toen twee keer Franck Berrier. Hou je ervan om je als een echte pitbull vast te bijten in een speler?

ESSIKAL: ‘Negentig minuten achter Berrier aanlopen is niet de meest dankbare job. Voor mij moet een verdedigende middenvelder vooral een alleskunner zijn: beenhard in de recuperatie, de ruimte kunnen bestrijken tussen de twee rechthoeken en een propere pass kunnen geven. Een zes hoeft niet voor zijn verdediging te blijven kamperen. Het moderne voetbal draait om positiewissels: de zes die meegaat, de spelverdeler die een rij terugzakt. Constant draaien, elkaars posities overnemen.’

Het bestuur wil pas in oktober met jou gaan samenzitten om je contract open te breken. Is dat niet een beetje laat na de goede tweede seizoenshelft die je gedraaid hebt?

ESSIKAL: ‘Mijn blessure zit daar natuurlijk voor iets tussen. Alle begrip daarvoor. Ik ben ook niet gehaast: na dit seizoen kan het bestuur de optie in mijn contract lichten en de overeenkomst met een jaar verlengen. In het tussenseizoen hebben enkele clubs gepolst naar mijn toekomst, maar ik zie mij hier niet snel vertrekken. Ik voel mij goed in Waregem, ik heb het vertrouwen van de trainer, van het bestuur. Alles is hier voorhanden om progressie te boeken.’

ROLMODEL

Jij bent in Versailles opgegroeid, een wijk in Neder-Over-Heembeek die geen al te goede reputatie geniet.

ESSIKAL: ‘Versailles past niet op een postkaartje, maar het is niet zo erg als de media willen doen uitschijnen. Ja, je hebt pubers die aan de straathoeken rondhangen en stommiteiten uithalen. Als je hen aanspreekt, blijken het niet de slechtste jongens te zijn. Ik probeer hen op andere gedachten te brengen. Of ze luisteren? Nu ik op tv kom, iets meer.’

Je bent een rolmodel geworden voor hen.

ESSIKAL: ‘Een van mijn jeugdvrienden stuurde mij ooit het volgende bericht: blijf volharden en laat ons verder dromen. Ik besefte niet hoe gelukkig ik die mensen kon maken. Voetbal is alomtegenwoordig in Versailles. Om aanzien te krijgen in de wijk moest je aan een vereiste voldoen: kunnen voetballen. Dat is de enige sport die iedereen beoefent.’

Was het soms moeilijk om aan de lokroep van easy money te weerstaan?

ESSIKAL: ‘Zonder het voetbal… Je kan snel meegesleurd worden. Na school blijf je nog wat op straat plakken en dan haal je wel eens van die domme stoten uit. Meestal puur uit stoerdoenerij. Ik zat niet zo in elkaar, ik kwam enkel buiten om te voetballen. Wanneer het donker werd, zat ik allang thuis. Ik had structuur in mijn leven en vier grote broers die mij niet de kans gaven om te ontsporen.’

Voel jij je als moslim geviseerd door alles wat er nu gaande is?

ESSIKAL: ‘Het zijn moeilijke momenten voor iedereen. Moslims en niet-moslims.

‘Ik ben nog altijd fier om moslim te zijn — laat daar geen twijfel over bestaan. Het enige wat ik kan doen, is een zo goed mogelijke moslim te zijn. Voor de rest houd ik mij afzijdig van alles wat met politiek te maken heeft. Er lopen op deze wereld competentere mensen rond om ons uit deze impasse te halen.’

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Mijn broers en ik hebben expliciet aan mijn ouders gevraagd de beelden niet te bekijken.’ KARIM ESSIKAL

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content