Zijn carrière begon bij Beveren en eindigde in Lokeren. Tussenin was er Anderlecht, de nationale ploeg, Sporting Lissabon en Sturm Graz. Maar nu is Filip De Wilde (51) terug waar het allemaal begon, bij Waasland-Beveren, als sportief raadgever. ‘Ik heb het gevoel dat ik meer kan dan keepers trainen.’

Waasland-Beveren in eerste klasse, dat valt, als we het kritisch bekijken, terug te brengen tot een paar kernwoorden: duiventil (in vijf seizoenen ongeveer 150 spelers in en out voor de A-kern), trainerskerkhof (zes sinds de terugkeer naar eerste klasse) en staartploeg, vorig seizoen pas in de blessuretijd van de slotspeeldag weg uit play-off 3. Dit seizoen waait een nieuwe wind door de Freethiel. Coarchitect van het nog prille geluk is Filip De Wilde, deeltijds werknemer van de voetbalbond en sinds een paar maanden sportief adviseur.

In Lokeren, komend weekend tegenstander voor Waasland-Beveren, heeft hij zijn carrière afgesloten. Een heel klein beetje in mineur. Filip De Wilde: ‘Ze stonden heel slecht, voorlaatste, toen ik na Nieuwjaar kwam. We zijn uiteindelijk nog goed in de middenmoot geëindigd, maar in het begin was er toch degradatiestress. Op een gegeven moment konden wij ons in een rechtstreeks duel met Antwerp definitief redden en hen veroordelen. Tijdens de zomer daarop probeerde ik in beweging te blijven. Je bent 39, dan wil je niet te lang stilzitten. Maar bij het lopen voelde ik de hele tijd wat hinder in de voet. Twee weken voor de start van de competitie zei ik thuis: ik ga stoppen met lopen, zodat het volledig weg is. Maar op de eerste training, eigenlijk een looptraining met voetbalschoenen op een hard veld, schoot ik in een bocht los door de voet. Stressfractuur. Ik zei tegen de voorzitter: ‘Ik zal alles doen om terug te komen, je weet nooit of je me nog nodig hebt, maar als ZvonkoMilojevic het goed doet, heeft de trainer geen redenen om te veranderen.’ Uiteindelijk was het niet meer nodig.’

Kijk je uit naar de derby?

FILIP DE WILDE: ‘Ik besef wel dat het heel gevoelig ligt. Bij mij minder, ik kijk altijd met een kritische blik. Ik heb zelf ook nooit gezegd dat ik geel-blauw of paars-wit bloed had. Maar het is wel al lang geleden dat ik zo meeleefde met de prestaties van een club. Ik ben blij voor de mensen die de club rechthouden, want zo breed heeft Waasland-Beveren het niet. Dat ze het blijven doen, ondanks al de kritiek van de supporters. Ik denk dat zoiets bij Dirk Poppe op de duur zo zwaar is beginnen te wegen, dat het zijn beslissing om met pensioen te gaan, versnelde.’

Hoe ben jij in Beveren terechtgekomen?

DE WILDE: ‘Dit verhaal begint eigenlijk in december vorig jaar. Toen verscheen in de pers dat ze alles wilden herstructureren. Dirkzei in een interview dat hij het zelf niet allemaal kon blijven beheren en dat hij wat sportieve ondersteuning kon gebruiken. Daarop stuurde ik mijn cv. Mijn palmares als speler, maar ook mijn andere diploma’s – boekhouder, vijf talen spreken – konden een meerwaarde betekenen voor Waasland-Beveren, dacht ik. Vrij snel kreeg ik antwoord, dat het op dat moment niet mogelijk was, maar dat hij me later zou contacteren. In april hebben ze me gevraagd voor een gesprek. Dirk Huyck, de ondervoorzitter, samen met Dirk Poppe. We hebben toen afgetast, hoe zij het zagen, hoe ik het zag, wat mogelijk was. En we zijn tot een akkoord gekomen.’

Waarom wilde je terug in het clubvoetbal?

DE WILDE: ‘Omdat ik voor de voetbalbond maar halftijds werkte en ruimte had. Een voltijdse functie zat er in Brussel niet in. Ik had ook iets van: ik kan veel méér dan doelmannen trainen. Op dat vlak heb ik het allemaal wel een beetje gezien, na vijf jaar Anderlecht en inmiddels, de twee periodes bij mekaar, ook al vijf jaar bij de bond. Indertijd was ik daar de enige keeperstrainer van alle categorieën, maar inmiddels heeft bijna elke leeftijd zijn eigen trainer. Ik combineer er nu nog twee, naast de beloften de U17, als de kalenders het toelaten. De generatie van Mile Svilar (de zoon van Ratko, nvdr) en anderen.’

STAPPENPLAN

Je bent bij Waasland-Beveren sportief raadgever, niet sportief directeur.

DE WILDE: ‘Die job was niet mogelijk. Enerzijds is het voor Waasland-Beveren niet betaalbaar, iemand voltijds in die job. Hadden ze het mij aangeboden, ik had het wel gedaan. Anderzijds: het is een andere wereld, eigenlijk wilde ik heel graag leren van Dirk Poppe. Op dat vlak is het jammer dat hij besloot met pensioen te gaan. Nu, Waasland-Beveren dat alles in naam van Filip De Wilde doet, daar was ik zeker nog niet klaar voor en bovendien werd ik er ook niet voor betaald. Daarom hebben we gekozen voor de omschrijving ‘sportief raadgever’. We hebben een sportieve raad, daarin zetelt de hoofdscout Daniël Declerck, teammanager Danny De Maesschalck, die in de praktijk veel werk van een technisch directeur doet, ik, en drie bestuursleden, Dirk Huyck, Hennie Van Gijsel en Gerry Smet.’

Zijn alle spelers via jullie commissie gepasseerd?

DE WILDE: ‘Ja. Nu is het allemaal in een hoerasfeer, maar we moeten toch nog wat marge inbouwen. (denkt na) Alles rond de club was de laatste jaren negatief. Als je een transfer deed, dan klonk het wat lacherig en sarcastisch: Waasland-Beveren heeft zich ‘versterkt’.’

Is zo’n sportieve commissie een goeie manier van werken of wordt het snel cafépraat?

DE WILDE: ‘Dat laatste zeker niet. Er zetelen mensen met een hart voor de club, die willen zien wat er gebeurt. Daarom zitten er mensen van de directie in de sportieve raad.’

Maar, en nu ga ik ze gemakshalve bij hun beroep noemen: kun je een stabiele eersteklasser worden als de garagehouder, landmeter of slager de spelers kiest?

DE WILDE: ‘Neen, maar zo is het ook niet. Zij bekijken niet de beelden van de spelers, maar horen wat er gebeurt, waar we naartoe willen. De spelers worden gekozen door de sportieve mensen in die raad en na de komst van de trainer mee door hem. Wij filteren, maar hij bekijkt ook nog eens de beelden.’

Heb je vorig seizoen veel matchen gezien?

DE WILDE: ‘De redding was al een feit, ik ben er tijdens play-off 2 ingestapt. De bodem gezien van de negatieve spiraal, denk ik, laat ons tenminste hopen dat het de bodem was!’

Zag je nog iets positiefs?

DE WILDE: ‘Beveren is op zich een rijke club: een stadion, een mooi complex van oefenvelden, een overheid die erachter staat. Het mangelde alleen wat aan sportieve knowhow. Ik ben ook al een tijdje overtuigd van het feit dat coaches het niet meer alleen kunnen, ze moeten een goed team samenstellen. Alle mensen die de laatste jaren in Waasland-Beveren zijn gepasseerd, hadden kwaliteiten, maar misschien werden ze niet voldoende ondersteund. Het feit dat de hele technische staf is veranderd, heeft daarmee te maken. De vorige staf heeft het ook verkeerd zien gaan, maar ze hebben er ook niet echt tegen gevochten. Misschien omdat ze mee zaten in het algemene negativisme. Niks was nog goed. Er was té weinig tegenwerking.’

Was die boodschap brengen moeilijk? Alex Czerniatynski en Wim De Corte gingen er lang van uit dat ze wél mochten blijven.

DE WILDE: ‘Wie hen wat beloofde, weet ik niet, maar het is lang in het ongewisse gebleven. De eerste prioriteit was het kiezen van een coach. Daarna had die de luxe om zelf zijn team samen te stellen. Ik denk dat het voor Stijn Vreven belangrijk was dat we Werner Martens, zijn rechterhand, uit Lommel meenamen. Daarna kwamen de andere assistenten. Ik wilde absoluut een heel sterke technische staf. De tijd dat één man alles deed of kon, die van pakweg Michel Verschueren, is toch wel een beetje voorbij.’

Heb jij Stijn Vreven gekozen?

DE WILDE: ‘Ik heb de gesprekken meegemaakt met de trainers die gesolliciteerd hebben. Wat mij daarbij vooral interesseerde, was niet zozeer de naam, maar iemands filosofie. Elke trainer wil offensief spelen, hoog druk zetten, mooi voetbal brengen, met resultaat, aanvallend als het kan, realistisch als het moet. Hoe je het wilt bereiken, dat interesseerde me. Een technisch-tactische discussie. Ik denk dat ik daar wel een meerwaarde heb tegenover de andere aanwezigen. Zij zien over het algemeen de wedstrijden, maar niet hoe zo’n ploeg wordt voorbereid. Dat weet ik wel. Ik kan ook wat dieper met een trainer napraten over een match, wat goed en fout was. Van Stijn viel me heel hard mee dat hij na een match de fout die hij maakte, zelf ook toegaf.’

Op basis waarvan koos je? Heb je informatie ingewonnen in Lommel?

DE WILDE: ‘Ik heb niet gebeld naar Lommel, neen, dat lag wat gevoelig, Stijn zat nog volop in de eindronde. Dat leek mij niet correct tegenover hen. Stijn praat heel goed. Dat vind ik niet onbelangrijk, voor de groep zie ik de bevestiging van het gevoel dat ik al had.’

Zijn jullie gaan spioneren op zijn trainingen?

DE WILDE: ‘Ik niet vanwege een te bekende kop, onze scout wel. En dat is iemand over wie we héél tevreden zijn. Iets zien is één, een mening hebben twee, maar die ook durven doordrukken, dat is soms niet makkelijk. Dat doet hij. Daarnaast vond ik ook de uitbouw van de sportieve omkadering belangrijk. De oude receptieruimte van de jeugd is omgebouwd tot fitness. Voordien was er ook wel een ruimte, maar heel ongezellig en donker. Deze ruimte nodigt spelers uit om aan zichzelf te werken. Zicht op het veld, met bescheiden middelen, met materiaal van Maurice Van Damme, een coach uit het volleybal, die vooral de compensatietraining doet. Ook dat is toch wat vernieuwend. Dat was ook mijn boodschap. Als je aan de hele omkadering niks verandert, zal je straks weer een nieuwe coach moeten zoeken.

‘Qua spelers zijn er weinig jongens gebleven, dat waren dingen die vooraf waren besloten door de directie. Die legde wat principes vast: verjongen, geen langdurige contracten voor jongens ouder dan dertig, de prioriteit was Belgisch gaan en niet te heterogeen, laat staan exotisch. En verder moesten we gewoon de koe bij de hoorns vatten.’

MONEYBALL

Ben jij plots intensief spelers gaan volgen? Tenslotte wist je als geen ander dat jouw naam en reputatie aan het transferbeleid ging worden gekoppeld.

DE WILDE: ‘Ik wilde niet de verantwoordelijkheid nemen als sportief directeur, omdat ik nog niet de volledige knowhow had. Dus wilde ik ook niet afgerekend worden op dingen die ik in se niet zelf had beslist. Ik had wel het aanvoelen dat ik werd gerespecteerd door heel veel mensen. Dat had zijn waarde bij een aantal contacten. Mijn invloed was dat ik mijn netwerk kon gebruiken als bepaalde namen vielen. En mensen vertrouwen me, is mijn gevoel. Er waren mensen die zegden dat ze voordien liever niet meer met Beveren wilden handelen, maar nu ik er ben, weer wel. Daar zijn twee spelers uitgekomen, die nu in de basis staan.’

Ben je zelf ook databases gaan uitpluizen?

DE WILDE: ‘Ja, want ik vind die enorm belangrijk. Daarmee kan je al heel veel filteren. Makelaars zijn inmiddels ook wel zo slim dat ze er die data zelf bijsteken. Statistieken vind ik zeer belangrijk. Ik weet niet of je Moneyball las of de film zag?’

Beide. De film is een geromantiseerde versie met Brad Pitt, het boek zakelijker maar top.

DE WILDE: ‘Mensen letten op mooie dingen: een beweging, een hakje,… De beste speler op een veld, negen van de tien hebben dat meestal wel gezien. Maar de man met de beste statistieken, dat is een ander verhaal.’

Het Jaap Stameffect?

DE WILDE: (nieuwsgierig) ‘???’

Uit de statistieken van Manchester United bleek dat die steeds minder tackelde. Hij raakt versleten, dacht Alex Ferguson die hem verkocht. Stam speelde vervolgens nog zes jaar aan de top in Italië. Wat bleek: door intelligenter positiespel vermeed hij tackles. Oppassen met statistieken!

DE WILDE: ‘Je hebt ook de andere kant van het verhaal, die mooie voetballers die iedereen zag, maar die niet efficiënt zijn. CharlyMusonda Jr bij de beloften: een topvoetballer, maar efficiënt is het nog niet altijd. Jongens die mooi lopen, er misschien snel uitzien, maar het helemaal niet zijn. Daarvoor dienen statistieken. Een statistiek die niet liegt, is die van het aantal wedstrijden. Wie vorig seizoen 45 van de 60 wedstrijden speelde, of eentje die er maar een handvol speelde in twee seizoenen en voortdurend van club wisselt,…’

Anderzijds, soms moet een ploeg een risico durven nemen. Wie nu offensief een probleem heeft, kan veel oplossen met Mboyo, ook al zijn er schaduwkanten.

DE WILDE: ‘Klopt. Maar dan moet je een speler écht kennen. Johan Walem kent Hervé Kage uit het verleden, weet hoe hij in mekaar zit en hoe hij hem kan raken. Hij heeft dat al een keer gedaan en hoopt dat het opnieuw lukt. Maar als wij een speler uit de Franse Ligue 2, een Deen of een Noor krijgen, dan moet je daar toch wel serieus rekening mee houden. Daarom zochten wij in de eerste plaats naar Belgen, of mensen uit de dichte omgeving.’

Heb je ook contracten onderhandeld?

DE WILDE: ‘Daar ben ik vooral toeschouwer geweest. (lacht) Het is toch vooral leren en observeren. Wij kenden ons totaalbudget, de loonmassa voor het nieuwe seizoen mocht niet meer bedragen dan die van het huidige. Je spreekt ook vooraf min of meer de mogelijkheden door, het heeft geen zin om iemand uit Frankrijk te laten komen en 40 te bieden, als hij 80 wil. Vaak is het al min of meer duidelijk en is het ter plaatse wat schuiven met een en ander.’

SCIFO

Ga je van je werk bij de bond profiteren om jongeren naar Beveren te halen?

DE WILDE: ‘Niet rechtstreeks, maar wat ik zie, zie ik. Dat is de realiteit van mensen die voor de voetbalbond werken. Francky Dury heeft er ook beloften leren kennen, die hij later naar Waregem haalde. Ik heb nu de Pro Licencecursus gegeven voor de keeperscoaches, heb de contacten met die jongens, heb veel gebeld, informatie ingewonnen over bepaalde spelers. Dat maakt deel uit van je netwerk. Ook daar moeten wij als club alert zijn, voor die Belgische spelers die jong zijn vertrokken, maar het niet maken en terug willen. Want voor dat niveau moet je super zijn. Jongens als Jonathan Buatu (verdediger die de vorige twee seizoenen bij Fulham zat, nvdr). Het was een vraagteken of hij na Fulham direct op het niveau van eerste klasse zou functioneren.’

Hoe beleefde jij de hele heisa rond Scifo?

DE WILDE: ‘Wat me vooral verbaasde, was dat er zo veel tijd verloren is gegaan. Als Marc Wilmots al drie maanden geleden na het opstappen van Johan Walem onmiddellijk met de naam van Enzo Scifo af kwam, weet ik niet waarom het zo lang moest duren. We hebben vandaag (vorige week woensdag, nvdr) voor het eerst vergaderd, er is veel tijd verloren. En dan is de vraag: wie draagt hier de verantwoordelijkheid? Of misschien: wie vertrouwt wie nog?’

Misschien was de vraag wel: heeft hij er de capaciteiten voor? Eerder dan: spreekt hij wel voldoende Nederlands?

DE WILDE: ‘Als dat zo was, moeten ze het ook zo durven zeggen.’

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘De beste speler op een veld hebben de mensen meestal wel gezien. Maar de man met de beste statistieken, dat is een ander verhaal.’ FILIP DE WILDE

‘Ik was nog niet klaar om nu al technisch directeur te worden.’ FILIP DE WILDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content