Stein Huysegems is weer hot. De nog altijd maar negentienjarige flankspeler loodste Lierse uit de degradatiezone én speelde zich opnieuw in de kijker van topclubs.

We staken ons licht op bij René Verniers (individueel begeleider), Walter Meeuws (oud-trainer, die hem in het seizoen 1999/2000 liet debuteren in het eerste elftal), Marcel Vets (jeugdcoördinator Lierse), Stan Van den Buijs (ex-Lierse, nu scout Standard) en Chris Van Puyvelde (assistent-trainer Club Brugge).

Stelling 1 : Pas sinds de individuele begeleiding door René Verniers veranderde Stein enorm. Wat was het moeilijkste aspect ?

René Verniers : “Ik spreek graag over de vier geboden. Stein was een ruwe diamant, die nog wat geslepen moest worden. In eerste instantie werkten we op het goed afschermen van de bal. Stein gaf ondanks zijn sterke lichaam de tegenstanders te veel de kans om hem het leer af te snoepen. Hij maakte zichzelf kwetsbaar.

“Verder bezit hij van nature over een heel goede dribbel. Hij maakte alleen de positionele fout om te eentonig naar binnen te komen. Ik heb hem geleerd verschillende oplossingen te zoeken. Hij beschikt over een heel goede richtingverandering, maar liep zich vroeger vaak vast op zijn rechtse voet. Nu heeft hij meerdere mogelijkheden : links, rechts of snel de man passeren.

“Ook de traptechniek verbeterden we. De woensdagvoormiddag voor de wedstrijd tegen Club Brugge oefenden we constant op de passeerbeweging en een strakke en lage trap richting doel. Voorheen was zijn houding niet goed en stond zijn steunvoet verkeerd. Hij is echter enorm leergierig en heeft dat snel opgenomen.

“Stein moet altijd hard leren werken. Daarmee bedoel ik : veel de bal opvragen, in het spel betrokken raken. Als hij dat doet, gaat hij altijd fantastische dingen tonen. Met een flits kan hij dan een wedstrijd beslissen. Hij moet zichzelf in het spel durven opdringen. In een afwachtende houding verliest Stein minstens de helft van zijn mogelijkheden.

“Ik weet niet door welke omstandigheden hij van zo ver moest terugkeren. Misschien was hij ingeslapen of rustte hij te veel op zijn lauweren ? Ik schudde hem alleszins wakker. Stein is een diesel, maar met de turbo van een Ferrari. Hij kan maar goed spelen als hij kansen en het vertrouwen van een trainer krijgt. Regi gaf hem dat. Ik vermoed dat hij zeker nog twintig procent kan groeien. Hij zit nu nog maar aan tachtig procent van zijn werkelijke kunnen.”

Stelling 2 : Stein werd op zestienjarige leeftijd voor de leeuwen gegooid en meteen in verband gebracht met Ajax, Barcelona en AS Roma. Werd hij te vroeg verbrand ?

Walter Meeuws : “Als je Stein in die drie maanden tijd bezig zag, in een periode waar Lierse het beste voetbal van België bracht, acteerde hij op een heel hoog niveau. Het was als een komeet en een raket die naar omhoog geschoten werden. Hij beantwoordde toen aan alle kwaliteiten die ik in hem vermoedde : fris van de lever, vrolijk, veel initiatief en snelheid in zijn bewegingen, gemakkelijk passerend en gevaarlijk in de zestien meter. Maar hij was toen onbekend en iedereen keek verbaasd op.

“De moeilijkste klip voor hem was dat de tegenstrevers zich begonnen te wapenen. Daar heeft hij het blijkbaar moeilijk mee gehad. Het was een proces van vallen en opstaan, niet onlogisch als je naar zijn leeftijd kijkt. Het verwachtingspatroon dat in hem gesteld werd, was gewoon onhaalbaar.

“Je kon van hem vorig seizoen moeilijk verwachten dat hij een ploeg die niet draaide, door de zware momenten heen zou helpen. In wezen is Stein een rustige jongen, die nog veel steun nodig heeft van zijn onmiddellijke omgeving. Hij is alleszins gehard uit die moeilijke periode gekomen en presteert gelukkig opnieuw veel standvastiger.”

Stelling 3 : Stein is een van de laatste exponenten van een unieke jongerengeneratie die de grote doorbraak niet echt konden forceren. Is hij op weg om een nieuwe Carl Hoefkens of Jurgen Cavens te worden, die respectievelijk als titularis van een middenmoter of invaller van een topclub fungeren ?

Marcel Vets : “Jongeren die talent hebben, komen zeer vroeg in de A-kern. Daar kunnen ze veel bijleren, maar worden ze ook blootgesteld aan de gevaren van het profvoetbal. De overgang van jeugd naar eerste ploeg verloopt op het menselijke vlak vaak vrij bruusk. Daar ontbreekt meestal de begeleiding, terwijl je daar net het talent voor moet beschermen. Ik denk dan voornamelijk aan het aspect geld.

“Wanneer jongens van achttien tot twintig met zulke ruime bedragen worden geconfronteerd, moet er toch strikte opvolging optreden. Aan welke verleidingen staan ze niet allemaal bloot ? Het leven wordt voorgesteld als rozengeur en maneschijn, ze zijn populair en graag gezien door iedereen. Ze zijn vaak slecht gewapend om die luxe te overleven. Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen. Ik denk dat degenen die daar een stap vooruit staan, het minste risico lopen hun talent te vergooien.

“Stein is een nuchtere Kempenzoon. Normaal lopen die niet snel naast hun schoenen. Hij is als een ster aan het firmament verschenen en heeft vorig seizoen ook al de keerzijde van de medaille gezien. Toen zat hij met de hele ploeg in de dieperik. Stein stagneerde. Hij was er wel heel vroeg bij, hé. Dat er een dipje of terugval komt, vind ik de normaalste zaak van de wereld. Hij moest het vak nog leren. In topsport ben je immers nooit gearriveerd.

“Eigenlijk moet Stein als tiener dankbaar zijn dat hij voor zijn twintigste al beide facetten van het profvoetbal mocht meemaken. Het was geen knock-outslag, maar wel een uppercut waar hij even dizzy van was. Daar heeft hij blijkbaar de nodige lessen uit getrokken.”

Stelling 4 : Het drama van Stein is dat hij maar over één beweging beschikt. Als linkerflankaanvaller kan hij alleen maar buitenom gaan en beschikt zodoende over te weinig technische bagage om voor verrassing te zorgen ?

Stan Van den Buijs : “Hij beschikt over meerdere bewegingen, maar werd de laatste jaren te veel aan de linkerflank gebruikt. Als Stein naar binnen komt, moet hij zijn rechtse voet gebruiken. Die is momenteel gewoon te weinig. Daarom wil en moet hij alles met links doen.

“Stein rendeert beter in een meer centrale rol. Hij is een speler die bewegingsvrijheid nodig heeft op het terrein. Stein is ook op zijn sterkst als hij van ver kan komen. Dan kan hij snelheid maken, heeft hij de goede lichaamsbewegingen om te dribbelen en blijft hij moeilijk af te stoppen. Ze hebben van Stein misschien iets te veel een buitenspeler willen maken. Daar moet je voor verrassingen kunnen zorgen. Bij hem hadden de meeste verdedigers na vijf duels zijn trukendoos al door. Uit stand presteert Stein minder goed dan op snelheid.

“Zijn leerschool is nog niet beëindigd. De komende weken moet Stein aantonen dat hij klaar is om ook constant te presteren. Hij kan beter nog een tweetal jaar bij Lierse blijven spelen, in zijn vertrouwd milieu en waar de speelkansen groter zijn.

“Bovendien moet hij ook meer een smeerlapke worden. Het gaat er in de opleiding bij Lierse veel te gemakkelijk aan toe. Ze winnen bijna alles en leren weinig incasseren. Als er dan wat meer weerstand ontstaat, ondervinden ze daar moeilijkheden mee.”

Stelling 5 : Zoals Grégory Dufer van Charleroi moet hij dringend naar een topclub vertrekken om zich verder te ontwikkelen.

Chris Van Puyvelde : “Eerste voorwaarde is en blijft dat een talent vaste waarde wordt in zijn club. Als je de laatste twee jaar in beschouwing neemt, kan je dat niet stellen voor Stein, wel voor Dufer.

“Het ontbreekt Stein aan regelmaat in zijn prestaties en acties. Hij moet het vooral van flitsen hebben. Tegen Aalst zag ik dat hij het een uur heel moeilijk had, maar plots een actie uit zijn mouw schudt waarvan je denkt : hij kan toch iets. Dat is primordiaal. Alleen moet hij die acties meerdere malen kunnen herhalen en variatie brengen in zijn schijnbewegingen. Hoe hoger je gaat spelen, hoe meer en intensiever gescout wordt. Dan moet Stein ook zeker een beweging op de rechtervoet oefenen.

“Hij is nog maar negentien. Ondanks zijn grootte denk ik ook dat zijn kopspel en de techniek van het duel nog veel beter kan. Soms moet hij ook meer een vooractie leren maken, een kwestie van démarquage en vrijlopen. Dat zijn allemaal zaken die aan te leren zijn.

“Stein heeft wel snelheid, een dribbel, staat stevig op zijn voeten. In mijn ogen zijn dat belangrijke facetten die nog weinig verbetering vergen. Het is een speler die ook als eenzame spits kan worden uitgespeeld. Je moet bij hem zeker op termijn kijken. Voordeel is ook dat hij al eens door een dal is gegaan. Hij is al uit de put gekropen.

“Elk jong binnenlands talent interesseert ons wel. Natuurlijk wordt hij ook automatisch aan ons gelinkt, omdat het de laatste jaren een politiek is die zijn vruchten afwerpt. Maar ik kan er niet over oordelen of er al concrete interesse bestaat. Dat is veeleer het échelon van mijnheer Vanhove.”

door Frédéric Vanheule,

“Van die uppercut was hij even dizzy, maar hij heeft er lessen uit getrokken.” (Marcel Vets)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content