‘Je kan wel loopfases inoefenen, maar uiteindelijk gaat het toch om keuzes, intuïtie en klasse.’ De analyse van Jacky Mathijssen na de nederlaag tegen Genk was eerlijk. Dit Club Brugge heeft kwaliteit, maar net iets te weinig voor de eerste plaats.

Heeft de beste ploeg zondagavond de topper tussen Club Brugge en RC Genk (0-2) gewonnen? Het is maar wat je verstaat onder beste ploeg. Is dat de ploeg die het meeste balbezit had? Die het meest in de box kwam? Of is dat de ploeg die het hoogste rendement puurde uit zijn acties? In de eerste twee gevallen is het antwoord neen. Club Brugge was zondagavond baas over de bal in eigen huis, het speelde een van zijn betere wedstrijden van het seizoen. Als je zeven, acht keer een penalty claimt – waarvan één, misschien twee keer terecht -, dan ben je dreigend geweest. Meer dan de tegenstander, die slechts een handvol keer opdook voor Geert De Vlieger.

Maar voetbal aan de top is meer dan dreiging, meer dan balbezit. Voetbal aan de top is rendement halen uit de actie. Vlijmscherp verticaal zijn. En daarin scoorde Genk beduidend hoger, althans het eerste uur, toen het nog voltallig was. Nadien zat er meer afval in de actie, sloeg de vermoeidheid toe bij pakweg iemand als StijnHuysegems, die nog een mooie kans op 0-3 liet liggen. Tot dan had Genk het perfect gespeeld, twee keer op dezelfde manier gescoord: een raid van Tom De Mul over rechts, die de nochtans niet slecht voetballende Michael Klukowski in de wind zette, en twee perfecte voorzetten. De eerste omgezet door Huysegems, de tweede door Jelle Vossen.

Opnieuw geen winst in een topper voor Club Brugge, dat thuis eerder al 1-1 speelde tegen Anderlecht en met 1-4 verloor van Standard. Toen was Club twee keer de mindere van de twee die in het klassement wat afstand namen. Tegen Standard viel het klassenverschil uit de stand af te leiden, maar ook Anderlecht, dat snel op achterstand kwam, was baas in Jan Breydel. Alleen verzuimden de Brusselaars het die middag af te maken.

Dit keer was het anders. Aan aanvallende kracht lag het zeker niet. Het volledige compartiment was beschikbaar. Meer nog, Jacky Mathijssen gooide dat na iets meer dan een uur quasi compleet in de strijd, toen Genk door de uitsluiting van Vossen met tien viel. Vargas, Akpala, Sonck, Dahmane, Van Heerden, Dirar, allemaal samen op een kluitje. Het baatte weinig, leidde tot lange ballen en stapelspel, soms stond er zelfs te veel volk voor de bal, zodat de counter van Genk dreigender leek dan het offensieve geweld van Club. Zelfs de klassieke truc met de verdediger voorin – vroeger Clement, nu aanvoerder Simaeys – baatte niet.

Bleke Kruska

Club Brugge de beste van de rest? Voor de West-Vlamingen, die voor de derde plaats op een duel met Genk lijken af te stevenen, wordt dit seizoen een doorslagje van vorig seizoen. Ondanks de injectie aan kwaliteit, zowel vorige zomer als in januari.

Heeft het transferbeleid dan gefaald? Mmm, te makkelijk. Zeker, er liep zondag misschien iets te veel van hetzelfde type voetballer in blauw-zwart rond. Goeie technisch sterke spelers, die bij wijze van spreken nog op vijf meter van de goal een actie opzetten. Maar aan die acties rendement koppelen lukt hen zo moeilijk. Stuk voor stuk lijkt elke speler zijn plaats bij een topclub te hebben, maar samen lukt het niet.

Of zijn ze toch een beetje verkeerd gecast. Ronald Vargas is geen flankspeler en na zondag zijn we geneigd om Hugo Broos te volgen in zijn oordeel dat MohamedDahmane voor een topclub geen diepe spits is. Hij begon goed aan de wedstrijd, kaatste en dook de ruimte in, maar vervolgens bleek dat hij voor die aartsmoeilijke positie centraal iets te weinig power heeft. Iets te weinig kopbalsterk, iets te weinig torinstinct. De weinige schoten waren te slap, de neus voor de juiste plaats verstopt. Pas toen hij in het slotkwartier weer vanaf de flank (links) mocht spelen, de favoriete positie van Nabil Dirar, zat er weer iets meer muziek in.

Muziek zit er ook in Vadis Odjidja, dé figuur van het wedstrijdbegin, maar toen hij wegzakte, zakte ook Club weg. Belangrijk als schakel tussen aanval en verdediging, de jongste speler van blauw-zwart, maar duidelijk de man met de meeste progressiemarge. Kan nog geen 90 minuten aan, zelfs geen 45 in toptempo, maar haalt desondanks nu al de bovenhand op zijn maatje centraal Marc-AndréKruska. Voor de tweede week op rij vervangen, en niet onterecht: de Duitser speelde bleek en onopvallend. Andere rol dan Odjidja, veel meer controlerend, maar van een verdedigende middenvelder mag je verwachten dat hij de ruimte afsnijdt als de backs naar voren lopen. Kruska had zijn rol kunnen spelen in het vermijden van het tweede Genkse tegendoelpunt, maar deed dat niet en, opvallend, wordt ook meer en meer overgeslagen in de opbouw. Hij is stil, de Duitser. De aard van het beestje of een teken van onwennigheid?

Derde plaats

Veel goeie spelers, maar geen ploeg. Heeft de trainer dan gefaald? Mmm, ook te makkelijk. Het stapelspel van het laatste halfuur mag je Mathijssen niet aanrekenen. Wie achter staat, gebruikt alle wapens. Hier geen te late wissels, zoals die hem vroeger al eens werden aangewreven. Voortdurend is Mathijssen op training bezig met corrigeren, zeker in het geval van Dirar en Vargas. Maar bij de Venezolaan speelt de taalbarrière en in het geval van de Marokkaan lijkt het soms contraproductief te werken. Dirar start vaak goed en snel in een wedstrijd, maar gaat vervolgens – als hij wat minder fris zit om zijn actie te maken – nadenken. En als intuïtie het overneemt van verstand, blokkeert hij. Waarna publiek en maats morren en het zelfvertrouwen wegkwijnt.

Ook verdedigend loopt het positioneel niet altijd goed. Onderlinge dekking, wisselwerking met de verdedigende middenvelders, te weinig coaching op het veld. Simaeys stuurt, Odjidja iets minder. De rest is héél stil, merk je op training.

Er zit progressie in Club, soms, bij vlagen. Progressie, maar geen constante. Het na Nieuwjaar nog een keer vernieuwde Club blijft te weinig efficiënt voor doel en is kwetsbaar in de omschakeling. Dat bleek op Waregem en nu weer tegen RC Genk.

Ligt het dan aan het gebrek aan kwaliteit? Je moet niet weer aan alles twijfelen, zuchtte Mathijssen zondagnacht. Hij hoopt dat Akpala uit zijn dipje raakt, en Wesley Sonck, zondag voor het eerst weer in de ploeg sinds 14 december, zijn neus voor goals terugvindt. De Ninovieter begon aarzelend, centraal, maar gaandeweg zag je de ervaring meespelen. Sonck koos voor de flank, creëerde ruimte voor zichzelf. Want, zo constateerde Mathijssen achteraf: “Je kan wel loopfases inoefenen, maar uiteindelijk gaat het toch om keuzes, intuïtie en klasse.”

En om de derde plaats. Alweer. S

door peter t’kint – beelden: belga

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content