Zijn vertrek in mineur uit het Westelse Kuipje zadelt hem nog steeds met een naar gevoel op, maar na een verhelderende passage bij het Nederlandse MVV, voelt Bart Deelkens zich bij Sint-Truiden opnieuw ergens thuis.

Met een schitterende reflex in de slotfase van de wedstrijd op Brussels tekende Bart Deelkens (28) voor de eerste puntenwinst van zijn club. De achtentwintigjarige doelman, kortgeknipte haren, felle blik, straalt dan ook zelfvertrouwen uit. “Het uitblijven van die eerste punten heeft me nooit echt zorgen gebaard,” stelt Deelkens, “intrinsiek beschikken we daarvoor over te veel kwaliteit. In die wedstrijden waar we de boot in gingen, hebben we qua spelpeil nooit ondergelegen. Tegen Anderlecht moet ik vier keer de bal uit de netten rapen : ( grijnst) vier goals op vijf schoten binnen het kader, van efficiëntie gesproken. Wat punten betreft hebben we onze start misschien gemist, maar dat geldt niet voor het voetbal dat we opdisten.”

Wisselopties

Je vraagt je af of er op zulke momenten niet snel frustratie in een groep sluipt. “Van twijfel is nooit sprake geweest. Iedereen voelde dat de punten niet konden uitblijven. Onze kern is steeds beter gestoffeerd. De komst van Vanczák zorgt voor meer alternatieven. Qua duelkracht is hij iets minder dan Nicky ( Hayennvdr.) en Egon ( Wisniowskinvdr.), maar op technisch vlak steekt hij er boven uit. Tegen Brussels liep het meteen vrij vlot met hem in de ploeg. Communicatie is geen probleem, hij drukt zich vlot in het Engels uit.”

Deelkens looft ook de wisselopties van de huidige STVV-kern. “Met de comeback van Kalisa in het vooruitzicht en het bevestigen van Chimedza zijn de verdedigende problemen van de baan. Het is tekenend hoe feilloos we de schorsingen van Delorge en Debroux tegen Brussels konden opvangen, PeterVan Houdt en Sishuba zetten zelfs een uitstekende prestatie neer. In deze kern zijn heel wat spelers aan mekaar gewaagd. Die concurrentie komt het elftal ten goede, beter doen dan vorig jaar moet een must zijn. Een tiende stek lijkt me realistisch.” Dat de gemiddelde leeftijd van de ploeg met iets meer dan vierentwintig jaar aan de lage kant ligt, is volgens de doelman een surplus. “Deze ploeg heeft honger. Je kan beter teren op jeugdig enthousiasme, dan op een ploeg met volgevreten vedettes. Het is aan de anciens om op de gepaste momenten hun verantwoordelijkheid op te nemen. Dat geldt voor mezelf, Désiré ( Mbonabucyanvdr.), Peter Van Houdt en Marc Hendrikx. Die jonge gasten hebben nood aan begeleiding.”

Nederlandse maturiteit

Het zijn ietwat vreemde woorden uit de mond van een man die zich in het verleden nooit manifesteerde als een grote persoonlijkheid. Ook de doelman zelf erkent dat leiding geven niet in zijn natuur ingebakken zit. Vanwaar dan die plotse metamorfose ? “Dat dank ik aan mijn verblijf in Nederland, bij MVV. ( denkt) Ik heb het daar niet onder de markt gehad. Het blijft verbazend hoe sterk de voetbalbenadering in twee landen die zo fel op mekaar gelijken dermate kan verschillen. Terwijl het er hier toch allemaal wat gemoedelijker aan toe gaat, word je ginds afgemaakt tot op het bot. Ze maken je hard ginds, bij een slecht balcontact kafferen ze je ruwweg uit. Misschien klinkt het vreemd, maar die zes maanden in Nederland hebben me als mens veranderd : mijn gevoelige snaar wordt niet zo snel meer geraakt als voorheen. Ik besef nu dat ik mezelf moet laten gelden. Ik ben assertiever, niemand loopt nog zonder slag of stoot over me heen. Ik heb een pak maturiteit ingewonnen.”

Die ervaring komt hem op het veld ten goede, vindt hij. “Ik vond het steeds belangrijk om te praten op het veld. Dat is ook de taak van een keeper : je ziet als enige het ganse spel voor je. Aanwijzingen geven om de jongens beter te laten functioneren, probeer ik meer en meer te doen. Ik tracht zelfvertrouwen uit te stralen, al heb ik nog steeds af en toe zelf nood aan een opkikker, een mentaal duwtje in de rug. Vandaar het belang om de eerste bal goed te pakken, dan groeit het vertrouwen en is de kans op een degelijke wedstrijd veel groter.” Ook zijn manier om met kritiek om te gaan is gewijzigd. “Ik heb geleerd alles van me af te zetten. Ik speel voor mezelf nu. Wat ze schrijven of zeggen is bullshit. Ik ben te lang te braaf geweest.”

Eeuwige belofte ?

Verklaart dat meteen waarom een échte doorbraak voor Bart Deelkens is uitgebleven ? Op zijn eenentwintigste heette de doelman een rastalent, werd zijn naam aan de nationale ploeg gelinkt, maar verder dan één interland met de aspiranten geraakte Deelkens nooit. “Ik blik met gemengde gevoelens terug op die periode. Mijn eerste volledige seizoen in eerste klasse was een succesverhaal. Plots hoor je als jonge gast dat Genk en Club Brugge geinteresseerd zijn. Misschien had ik sneller moeten vertrekken bij Westerlo, maar uiteindelijk kende ik zeven mooie jaren bij die club, al ligt de manier waarop ik er uitgerangeerd ben me nog steeds op de maag. Het laatste seizoen in Westerlo was het figuurlijke jaar te veel. Dat heeft me gekwetst, op dat punt ben ik nog steeds een erg gevoelige gast. Op het eind leek het wel alsof ik elke wedstrijd een glansprestatie moest neerzetten. In 2001 werd ik na Runje beste keeper van België. Blijkbaar verwachtte men dat ik dat niveau zou blijven aanhouden. Telkens vergeleek men later met mijn prestaties van dat jaar. Ik geef toe dat ik wel eens een dipje heb gekend, maar mijn niveau was steeds degelijk.”

( stilte) “Als ik de slotsom van mijn carrière tot nog toe maak, doet dat pijn. Op een bepaald ogenblik noemt iedereen je dé belofte van België, vier jaar later wordt er nog amper over je gesproken. Toch vind ik niet dat ik verkeerde keuzes maakte. Ik wilde rustig kunnen rijpen, stap voor stap vooruitgang boeken. Het is ook de raad die ik andere talentvolle jonge doelmannen, zoals Stijn Stijnen, die ik toevallig goed ken, geef : bevestig op het huidige niveau, werk je suf op training, om later een stap hogerop te gaan.”

BERT BOONEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content