Van straatvoetballer en slachtoffer van een scheenbeenbreuk na drie competitiewedstrijden met Moeskroen tot herfstkampioen in de Bundesliga. Demba Ba’s carrièreverloop lijkt wel een sprookje van Grimm.

Hoffenheim, een plattelandsdorpje van drieduizend inwoners in het zuidwesten van Duitsland, staat meer dan ooit in de belangstelling. Het plaatselijke voetbalteam is een attractie geworden waaraan heel Europa zich vergaapt. Niet verwonderlijk: de club, die twee jaar terug nog in de derde klasse voetbalde, is de Duitse herfstkampioen. Hoffenheim totaliseert evenveel punten als Bayern München, maar heeft een beter doelpuntensaldo. Ze hebben, na Barcelona, de productiefste aanval van alle Europese kampioenschappen. Centrumspits Vedad Ibisevic scoorde al achttien goals.

Hoewel Hoffenheim, dat een wonderbaarlijke doorbraak forceerde dankzij de massale investeringen van de industrieel Dietmar Hopp, een club in volle opbouw blijft, gaat het hard voor de Duitse leider. Afgelopen seizoen speelde de ploeg nog in een klein stadion met 6000 plaatsen dat zich op de top van een heuvel bevond. De bezoekende clubs raadden hun supporters aan om op tijd te komen, omdat er slechts één weg naar het stadion loopt en omdat de verkeersopstoppingen talrijk waren vanaf het verlaten van de autosnelweg. Dit jaar speelt Hoffenheim zijn thuiswedstrijden in het stadion van Mannheim, op een vijftigtal kilometer van de oude thuishaven. Vanaf 2009 beschikt de club echter over een gloednieuwe tempel van 30.000 plaatsen in Sinsheim, de grootste gemeente binnen het district waarvan Hoffenheim deel uitmaakt. De club zal ongetwijfeld geen enkel probleem hebben om de extra zitjes op te vullen. Terwijl Hoffenheim afgelopen seizoen maar een handvol supporters telde, staat er dit jaar telkens een legioen van 25.000 aanhangers klaar in Mannheim. Ook op verplaatsing reizen duizenden fans mee, aangetrokken door het succes en het mooie spel van het team van Ralf Rangnick.

Dilemma

Na de training laat Demba Ba even op zich wachten, door problemen met een voetgewricht krijgt hij extra verzorging. Wanneer hij uiteindelijk opdaagt, moet hij zich eerst voorstellen aan een Duitse cameraploeg. Het zorgt meteen voor een eerste verassing: de Franse Senegalees praat na een dik jaar Duitsland vloeiend Duits.

Toen Ba tijdens de zomer van 2006 voor Moeskroen debuteerde, had geen kat van hem gehoord. De voorbereiding verduidelijkte Ba’s uitstekende voetbalkwaliteiten, maar doordat hij een scheenbeenbreuk opliep in de derde competitiewedstrijd, tegen Roeselare, verwierf hij nooit faam bij het Belgische publiek. Een half jaar onbeschikbaarheid en blessureleed waren het gevolg. Op het einde van het seizoen was hij opnieuw fit en Ba redde in extremis mee het team, dat tijdens zijn afwezigheid tot een oncomfortabele positie in het klassement was afgezakt. Met acht goals in tien wedstrijden verwierf hij de belangstelling van buitenlandse clubs. In augustus 2007 verkocht Philippe Dufermont hem voor drie miljoen aan Hoffenheim, een clubje uit een boerengat dat op dat ogenblikje promoveerde van de derde naar de tweede Bundesliga. Het begin van een sprookje …

Vandaag lijkt je transfer de juiste keuze te zijn geweest. Toen je overstapte, was Hoffenheim echter een clubje dat net naar de tweede klasse was gepromoveerd. Bovendien had de club na vier speeldagen nog maar één punt gepuurd uit vier wedstrijden. Had je een goed gevoel bij je overstap?

Demba Ba: “Niet echt. Ik stond voor een dilemma. In het begin wilde ik niet naar Hoffenheim. Toen Philippe Dufermont me vroeg of ik interesse had in een Duits avontuur, antwoordde ik kortweg neen. Het aandringen van de voorzitter en de trainer van Hoffenheim heeft me uiteindelijk over de streep getrokken. Rangnick stuurde me enkele cassettes op met beelden van de eerste wedstrijden, maar op basis van wat ik zag, was ik niet volledig overtuigd. De coach legde me uit dat het team nog zoekende was en zei dat de prestaties zouden verbeteren in de loop van het seizoen. Ik wilde hem wel geloven, maar het scepticisme nam toch steeds de bovenhand. Uiteindelijk zakte ik af naar Hoffenheim, bij wijze van ‘verkenningstocht’. Ik was verrast: hoewel in het dorp werkelijk niets te zien is, herbergt de regio enkele sympathieke stadjes. Vandaag woon ik in Heidelberg, een universiteitsstad waar ik me thuis voel. Op het sportieve vlak wist Rangnick me te overtuiging van de uitdaging: het team is kwalitatief goed en de accommodatie zal straks, na de afwerking, van wereldniveau zijn. Trouwens, boven alles kwam ik om te voetballen.”

Toeval of niet, sinds je komst wint het team en werd een spectaculaire remonte ingezet die uiteindelijk leidde tot promotie naar de eerste Bundesliga.

“Ik was niet de enige die afgelopen seizoen laattijdig arriveerde. Voor mijn komst werd me beloofd dat het team versterkt zou worden (onder andere met de jonge Braziliaanse middenvelder Carlos Eduardo, diens landgenoot Luis Gustavo en de Nigeriaanse aanvaller Chinedu Obasi, nvdr). Ook dat heeft mijn keuze voor Hoffenheim beïnvloed.”

Je bent inmiddels zo sterk geïntegreerd dat je Duits praat.

“Sinds mijn komst neem ik lessen. De club verplichtte me nochtans niet. Ik oefen geregeld de taal met teammaats. Ik druk me nog niet foutloos uit, maar het lukt me aardig.”

Desondanks verblijf je nog geregeld in Frankrijk. Om de batterijen op te laden?

“Neen, om mijn zoontje van veertien maanden, Ilian, te zien. Hij werd geboren in Rijsel, ik was op dat moment in Duitsland. Vandaag woont hij, samen met mijn vriendin, in Duinkerke. Vorig jaar woonden mijn vriendin en ik in Heidelberg, maar zij miste haar familie en vrienden en voelde zich niet op haar gemak. Ze vertrok opnieuw naar Frankrijk om er Engels te studeren. Door die situatie heb ik het niet altijd gemakkelijk, maar het hoort bij de opofferingen die je moet maken.”

Dribbelkont

Wat herinner je je van Moeskroen?

“Veel mooie herinneringen. Mijn laatste vriendschappelijke wedstrijd tegen Kortrijk bijvoorbeeld, net voor het seizoensbegin. Tijdens die match miste ik een penalty, maar nadien scoorde ik nog drie goals. Die wedstrijd heeft me gelanceerd. Verder staat mijn geslaagde debuut in de Belgische competitie in mijn geheugen gegrift. Natuurlijk kan ik ook die blessure nog helder voor de geest halen, ik heb het knarsende geluid op het ogenblik dat mijn been zich ontwricht nog lang in mijn hoofd horen gonzen. Ook de operatie en de eindeloze revalidatie lijken even nabij als gisteren. Ik ging zes maanden door de hel, maar de gedachte aan mijn tweewekelijkse familiebezoekjes in Parijs hielden me op de been. Ik heb me vaak nutteloos gevoeld binnen de ploeg, ik kon mijn ploegmaats slechts vocaal aanmoedigen. Ik heb veel aan mijn omgeving gehad, ook aan trainer Ariël Jacobs. Op bepaalde punten doet hij me denken aan Ralf Rangnick: hij is meer dan een trainer, praat met zijn spelers en biedt een luisterend oor voor iemand die problemen heeft. Daarnaast heb ik nog steeds contact met Mickaël Niçoise, die in Zwitserland zit, en Bertin Tomou, vandaag bij Westerlo. Van diegenen die nog bij Moeskroen zitten, bel ik regelmatig met Alexandre Teklak,Daan Van Gijseghem, kinesist Christophe Soyez en ploegafgevaardigde Patrick Stelandre.”

Blijkbaar ondervind je geen blijvende hinder van je blessure.

“De souplesse bij het dribbelen is toch minder dan voor mijn blessure. Hoewel, stilaan begint ook dat terug te komen.”

Vind je het spijtig dat je amper twaalf wedstrijden in de Belgische competitie speelde?

“Natuurlijk. Ik had graag meer gedaan voor Moeskroen, ik heb die club erg leren appreciëren. Eerlijk, ik had geen enkel bezwaar tegen een extra jaar. Iedereen had vertrouwen in me: de spelersgroep, de trainersstaf en de supporters. De fans stelden mijn attractieve spelstijl op prijs: geen balverlies, dribbelen en de tegenstander provoceren.”

Je bent een bedreven dribbelkont, is dat een erfenis uit je periode als straatvoetballer?

“Neen, ik leerde het tijdens de pauzes op school. We speelden op de speelplaats met vrienden steeds een partijtje voetbal.”

Je hebt een moeilijke jeugd gehad, legde je daar de basis voor je mentale kracht?

“Op het materiële vlak heeft het me nooit aan iets ontbroken. Het was eerder op het voetbalvlak dat ik een kruistocht heb afgelegd. Ik had het lastig om een profcontract te versieren, maar ben hard blijven trainen, omdat ik weigerde in een fabriek te gaan werken. Het kostte me veel zweet om uiteindelijk met het voetbal de kost te kunnen verdienen. Mijn manager Alex Gontrand zorgde voor de ommezwaai, ik leerde hem kennen toen ik een jaar of zestien was. Gontrand maakte me bewust van mijn eigen capaciteiten. Hij is een echte vriend geworden, we bellen meermaals per dag.”

Ibisevic

Welk geheim schuilt achter je ontbolstering?

“Bij Hoffenheim vertrekt alles vanuit het spel: we beschikken over een goeie, multiculturele groep, die graag voetbalt. We hebben ook de juiste mentaliteit, op training imiteren we onophoudelijk wedstrijdfases om ze tijdens de match te kunnen toepassen. Bovendien zijn we fysiek goed voorbereid: elke speler heeft een individueel programma. Het is niet essentieel om iedereen samen op het trainingsveld te krijgen, hoofdzaak is dat je honderd procent fit bent op matchdagen.”

Het merendeel van de analisten is opgetogen over de technische kwaliteit van het team.

“De meeste spelers hebben een bovengemiddelde technische bagage. Op het veld steekt niemand zich weg, iedereen vraagt de bal. Bovendien kenden we tot nog toe weinig blessures, waardoor er veel automatismen zijn.”

En de efficiëntie van Ibisevic doet de rest?

“In feite wel. Vedad is een echte aanvaller, met torinstinct. Elke balaanname heeft één doel: scoren. Omdat hij de meest vooruit geschoven pion is, is het logisch dat hij het vaakst raak treft.”

Ibisevic zegt dat hij zijn doorbraak dankt aan zijn ploegmaats, deels ook aan jou.

“Niemand is jaloers op wat hij presteert, want goals maken is werken voor de ploeg en iedereen geniet mee. Ik ben blij voor hem, hij is een goeie vriend geworden. Toen ik bij Hoffenheim kwam, heeft hij mijn overgang verzacht: hij stelde me op mijn gemak door Frans met me te praten. Bovendien heeft hij me geholpen om wat papierwerk op orde te maken. Ook in het dagelijkse leven trekken we vaak samen op.”

Ibisevic’ doorbraak kwam totaal onverwacht. Volgens insiders zou concurrent Obasi als titularis aan de competitie begonnen zijn indien hij niet op de Olympische Spelen zat met Nigeria.

“Mogelijk. Vedad heeft zijn kans voluit gegrepen. Hij heeft hoogtes en laagtes meegemaakt tijdens zijn carrière, een beetje zoals ik of zoals veel andere spelers van Hoffenheim. Hij heeft ingezien dat je met een dosis doorzettingsvermogen ver raakt. Hij voelt zich goed in het spelsysteem. Toen Obasi terugkeerde van de Spelen, zijn we in een 4-3-3 gaan spelen. Als we veel goals maken, is dat omdat we veel offensief ingestelde spelers opstellen.”

Wat voor een trainer is Ralf Rangnick?

“Tactisch is hij ijzersterk, maar ook als mens valt op hem niets aan te merken. Ik heb onder hem erg veel progressie gemaakt. Voor een match zijn de eerste raadgevingen verdedigend: hij vraagt aandacht voor de balrecuperatie, als we de verdedigers aan hun lot overlaten, halen we het niet. Nadien geeft hij aanvallend advies: amuseer jullie, speel naar je capaciteiten. Hij legt veel nadruk op spelplezier, ook voor mij is het voetbal pure passie.”

Heb je je persoonlijke ambitie inmiddels bijgesteld? De Amerikanen zouden zeggen: the sky is the limit.

“Ik blik niet te ver vooruit, ik probeer zo veel mogelijk te tonen. We zien wel wat er komt. Of we met Hoffenheim voor de titel moeten gaan? Ik ben zeker dat de club op een dag de titel wint, maar het zal niet dit seizoen worden. Vergeet niet dat we pas uit tweede komen, we draaiden een ongelooflijke heenronde, maar ik kan niet voorspellen hoe de terugronde zal verlopen.” S

door daniel devos – beelden: michel gouverneur (reporters)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content