De vorige vier jaar speelde hij in de Verenigde Staten voor de Utah State University. Dit seizoen debuteert Dimitri Jorssen met Pepinster in de eerste afdeling van het Belgische basket.

Het Belgische basketbalkampioenschap verwelkomt dit seizoen een rookie in de ware, Amerikaanse betekenis van het woord. Dimitri Jorssen (22 jaar, 2m10) begint bij Pepinster aan zijn eerste campagne in de Belgische eerste klasse nadat hij vier jaar aan de Utah State University heeft verbleven. Voor Jorssen betekent het een terugkeer naar de bron. Hij is afkomstig van Theux (mat, overigens, bij zijn geboorte al 59 centimeter) en baskette eerder al bij Pepinster, waar hij tot en met de juniores de jeugdrangen doorliep.

“Vijf jaar geleden speelde de Amerikaan Eric Franson bij Pepinster”, begint Dimitri Jorssen zijn verhaal. “Op training had hij opgemerkt dat ik over een zeker potentieel beschikte. Hij kwam uit Utah en raadde me aan een videocassette naar zijn gewezen coach te sturen. Op die manier ben ik aan een studiebeurs geraakt.

“Tijdens mijn eerste seizoen in de Verenigde Staten stuurden ze me naar een Junior College, om daar het Engels onder de knie te krijgen. Het was ook de ideale stap om me aan te passen aan een basketbal dat grondig verschilt van het onze. Uit de statistieken bleek dat ik stelselmatig progressie boekte : ik ben begonnen met wedstrijden waarin ik vier punten scoorde en ik eindigde met matchen van dertig punten.

“Na één seizoen ging ik naar de Utah State University. Ik verbleef in Logan, een stad van tachtigduizend inwoners, op anderhalf uur rijden ten noorden van Salt Lake City. Er zijn twintigduizend studenten op de universiteit, dat is dus geen kleine universiteit. De sportteams – basket, American football en ijshockey – van de universiteit komen in de eerste afdeling van de NCAA uit. Er stak veel evenwicht in ons team. Coach Morrill leverde er uitstekend werk en legde de klemtoon op het collectief. Vorig seizoen werden we na negentien opeenvolgende overwinningen ongeslagen kampioen van onze conferece. Wij hebben alle records uit de geschiedenis van onze universiteit gebroken : sommige van die records stonden al dertig jaar overeind.

“Net zoals in de NBA spelen de universitaire ploegen afwisselend een reeks wedstrijden thuis en een reeks wedstrijden buitenshuis. Dan gebeurde het dat we het vliegtuig namen en een week weg waren. Veel wedstrijden in Californië, New-Mexico en Idaho. Maar de beste herinneringen bewaar ik aan de derby’s tegen de erfrivaal : de University Utah in Salt Lake City zelf. Een paar jaar geleden bereikten die de Final Four van de NCAA. Vorig seizoen klopten wij hen thuis met één puntje verschil. Er brak toen een ongelooflijke geestdrift uit. Er waren twaalfduizend toeschouwers, die stonden allemaal te jubelen.

“Ik heb ook in het Delta Center, de zaal van de Utah Jazz gespeeld, dat was een match tegen Weber State University. Maar de grootste zaal waarin ik speelde, was die van Greensboro in North-Carolina : daar zaten 24.000 mensen. Het ging om een wedstrijd tegen UCLA. Na ons ging het team van Duke aan de slag op hetzelfde terrein.”

Helaas, aan alle mooie dingen komt een eind. Dimitri Jorssen toeft inmiddels weer in België. “Mijn universitaire cyclus van vier jaar zat erop. Er zijn niet veel jonge Belgen die ginds hun studies uitdoen. Dat ik daar wel in geslaagd ben, vind ik al een succes. Want zo gemakkelijk is het zeker niet. Ik heb een buitengewone ervaring achter de rug, zowel op sportief als op menselijk gebied. Ik had me nooit zo kunnen ontwikkelen als ik in België gebleven was. Hier heb je aan de ene kant de school, aan de andere kant het basket. In België vallen die twee bijna niet te combineren. Dat is één van de redenen waarom ik het avontuur in de Verenigde Staten per se wou uitproberen. Ik kon bij de juniores van Pepinster niet zoveel meer bijleren en voor de eerste ploeg kwam ik op dat moment nog te kort.

“Of ik alle jonge Belgische spelers zou aanmoedigen om mijn voorbeeld te volgen ? Ja en nee. Ondanks alles is het toch zeer hard. Je moet er echt je zinnen op zetten. Wie ginds gewoon een beetje wil spelen en reizen, valt gegarandeerd door de mand. Zeker in het begin heb je karakter nodig om aan te klampen. Je kent er niemand en je verstaat niemand, want met het Engels van de middelbare school geraak je daar niet ver. En je moet ook leren om alleen te wonen en je plan te trekken op zo’n enorme campus. Dat vraagt veel opofferingen, ook van mijn ouders die me flink geholpen hebben om me in de States te installeren. Ik was er ingeschreven in de sectie Talen en had geopteerd voor Frans en Duits. Mijn kennis van het Frans heeft me geholpen om te compenseren voor de lacunes in mijn Duits. Naast de studies trainden we drie uur of langer per dag. Dat gebeurde ’s namiddags na de lessen. Ook die trainingen zijn veeleisend, er wordt zeer intensief gewerkt.”

Dimitri Jorssen is met veel basketervaring uit de States teruggekeerd, en ook met een levensgezellin, met wie hij op 25 mei getrouwd is. Terug thuis ontdekte hij dat hij opnieuw moest wennen aan de Belgische manier van leven. “Ach, het valt wel mee. Ik ben blij dat ik opnieuw bij mijn familie ben. Maar je kunt die vier jaar in de Verenigde Staten niet zomaar wegvegen. Het overkomt me bij momenten dat ik heimwee krijg. Ik weet dat ik rond deze periode altijd het vliegtuig nam om terug naar ginds te keren. Het doet een beetje raar aan om nu hier te blijven. Ik kijk al ongeduldig uit naar het ogenblik dat ik nog eens kan oversteken om de vrienden te zien die ik daar gemaakt heb.”

Heeft hij bij het beëindigen van zijn studies niet aan de NBA-draft gedacht ? Dimitri Jorssen : “Ik heb eraan gedacht. Iedereen denkt eraan, maar je moet realistisch blijven. Velen voelen zich geroepen, weinig worden uitverkoren. De draft komt ook laat op het seizoen. Over het algemeen weet je het wel van te voren als je in aanmerking komt. Dan zijn er contacten. Welnu, die contacten had ik niet. Er waren alleen wat echo’s : ploegen die me naar het schijnt in de gaten hielden. Ik wou liever niet het risico nemen om te lang te wachten op een waterkansje om via de draft in de NBA te belanden. Ik vertrek ook van het principe dat als de NBA me wil, ze me wel zullen komen halen, om het even waar ik me bevind.”

Dat zal dus voorlopig in Pepinster zijn. “Die keuze was niet moeilijk. Het is de club waarbij ik speelde voor ik naar Amerika vertrok. Na vier jaar van afwezigheid wou ik ook een tijdje dicht bij mijn familie wonen en niet aan de andere kant van het land, zodat we weer gescheiden zouden zijn. Het vooruitzicht om met Niksa Bavcevic te werken, bevalt me zeer. Ik denk dat ik van die coach nog veel kan opsteken. Ik had andere mogelijkheden : andere teams in andere landen, maar ik wou niet opnieuw van huis weg.

“Ik vind dat het niveau in België enorm gestegen is. Dat merk je op de trainingen, dat zie je aan de spelers. Ik denk dat ik bij Pepinster wel mijn plaatsje zal hebben, maar ik heb nog geen seconde gedacht dat ik hier in België iedereen naar huis zal spelen. Ik stap in het onbekende, ik ken de tegenstanders amper. Wél stel ik vast dat we een goede ploeg hebben. Een jonge ploeg ook, met spelers die het maximum van zichzelf willen geven. Ik denk niet dat ik zelf al aan mijn plafond zit. Mijn spel is nog voor verbetering vatbaar, ik moet ook nog ervaring doen.

“In Amerika worden basketters voor een specifieke taak opgeleid. Ik moest bijvoorbeeld niet te veel dribbelen. Ik moest me in de buurt van de raket ophouden, de bal vragen en dan naar de ring bewegen. Hier worden er meer dingen van me gevraagd, ik moet mijn register uitbreiden. Ik mag bij Pepinster ook van de ring weg bewegen en vanop afstand pogingen ondernemen. Voor mijn persoonlijke ontwikkeling vind ik het verrijkend om te werken met bekwame mensen die verschillende methodes gebruiken.”

door Daniel Devos

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content