Tegen Moskou gaf Rolando twee keer zijn visitekaartje af. Anderlecht heeft er een topverdediger bij, maar wel een met een gehavend parcours.

Is Rolando een hautain man, die zich te goed voelt om in België te spelen? Die indruk werd toch gewekt, zeker toen hij aangaf de eerste wedstrijden niet te willen spelen omdat hij zich niet fit genoeg achtte. Dat beeld werd al bijgesteld in de twee wedstrijden van de Europa League tegen Dinamo Moskou. Dat moet ook, uiteindelijk zijn deze zes maanden in Brussel een kantelmoment in zijn loopbaan.

Rolando is een intelligente man, en niet alleen omdat hij vlot zes talen spreekt. “Hij is sterk in wiskunde, en zat uren achter zijn computer”, zegt Rosinda Paio, zogoed alszijn adoptiemoeder bij zijn aankomst in Portugal. “In de school waar hij les volgde, hangt er een herinneringsbordje aan hem. Hij schreef zich zelfs in aan de universiteit, tot Belenenses hem benaderde. Voetballen was zijn droom.”

Rolando Jorge Pires da Fonseca is veertien jaar en speelt bij Batuque Futebol Clube op de Kaapverdische eilanden wanneer een manager hem benadert. João Cardoso da Silva brengt hem naar Portugal. De man neemt alle kosten op zich, maar Rolando verveelt zich stierlijk in Campomaiorense, een club in de provincie Alentejo, op 225 kilometer van de hoofdstad Lissabon en een paar kilometer van de Spaanse grens. Zijn ouders wonen op dat moment in Madrid, waar zijn vader werkt als kok. Op school geraakt Rolando bevriend met José, de zoon van Rosinda. “Op een dag kwam José thuis en vroeg of zijn vriend bij ons mocht komen eten, ook al was het een kleurling. Dat was oké voor ons, op de duur bleef Rolando bij ons slapen.”

In 2007 stapt José uit het leven. Op dat moment voetbalt Rolando bij Belenenses. “Zijn toenmalige trainer, Jorge Jesús (huidig trainer van Benfica, nvdr) wilde niet dat Rolando ons kwam opzoeken om afscheid te nemen, maar ’s anderendaags daagde hij toch op.”

Kaapverdië

Over zijn privéleven (hij heeft drie kinderen) blijft Rolando discreet. In het algemeen is hij een zwijgzaam man. “Als je hem niet zelf aansprak, kon hij een hele avond in dezelfde kamer zitten zonder een woord te zeggen”, herinnert Rosinda Pinto zich. Hij pakt ook niet uit met de financiële hulp aan zijn geboortedorp op de Kaapverdische eilanden, waar hij zich ontfermt over de plaatselijke voetbalclub, de vereniging SOS Kinderdorpen, maar waar hij ook de 5600 euro op tafel legt die nodig zijn voor de bouw van een polyvalente zaal in een school.

Het is zijn manier om eer te betuigen aan een regio die hij op jonge leeftijd verliet. Zo keert hij in 2010 terug voor een vakantie nadat hij dat seizoen alles gewonnen heeft met FC Porto. Langs het hele traject van de luchthaven naar zijn huis, tien kilometer lang, wordt hij toegejuicht. “Er zijn geen woorden om te beschrijven wat er toen in me omging”, zegt hij daarover.

De sterkste emoties weekt hij los bij de Kaapverdische bevolking wanneer hij de vlag mee over het veld sleurt nadat Porto de Europa League wint tegen Braga. Een gebaar waar niet iedereen in Portugal mee opgezet is, maar waar hij geen spijt van heeft. “Ik nam de vlag die een vriend me aanreikte, het was een manier om eer te betuigen aan mijn roots. Toen ik bij Michel Platini mijn medaille ging ophalen, vroeg hij me van welk land die vlag rond mijn nek was. Dankzij mij kent Platini de kleuren van Kaapverdië.”

Daarom komt het voor velen in zijn geboorteland ook als een schok wanneer hij in maart 2006 de Portugese nationaliteit aanneemt. “Op een dag riep de bondscoach van Kaapverdië, Alexandre Alinho, me op. Hij vond me een beetje jong voor de nationale ploeg. Alleen omdat een van zijn spelers geblesseerd was, dacht hij aan mij. Terwijl ik voor de trainer van de Portugese U21 eerste keus was.” Op dat moment voetbalt Rolando bij Belenenses, dat hem weghaalt uit de jeugdselecties van Campomaiorense. Boavista benadert hem eerst, maar stuurt hem door omdat het al te veel niet-EU-voetballers heeft. “Hij is ook bij ons in Benfica geweest”, zegt Alberto Bastos Lopes,voormalig juniorentrainer van de topclub uit Lissabon. “Ik maakte een positief rapport maar daar werd geen gevolg aan gegeven.”

André Villas-Boas

Op die manier belandt Rolando in Belem, waar hij na een seizoen bij de jeugd in zijn tweede jaar in 2004 opgesteld wordt door Carlos Carvalhal. Op de eerste speeldag scoort hij meteen.

Na vier jaar Belenenses gaat het naar FC Porto. Het team waarin Rolando belandt, is net drie keer kampioen geworden en heeft een ijzersterke verdedigende as, maar in zijn eerste seizoen speelt hij al 28 keer, waardoor hij een ruim aandeel heeft in de drie prijzen dat seizoen (titel, beker, supercup). Op 11 februari 2009 krijgt Rolando van de Portugese bondscoach Carlos Queiroz de eerste van 19 A-caps.

In 2010 heeft Porto een nieuwe jonge trainer: André Villas-Boas,die meteen alles wint, Europa League inbegrepen. Rolando noemt hem de beste trainer met wie hij ooit werkte en zat in gedachten al bij Zenit Sint-Petersburg, waar Villas-Boas coacht, toen Anderlecht hem benaderde. “Villas-Boas staat dicht bij zijn spelers. Hij bereidt zijn wedstrijden grondig voor en zijn coaching is goed. Voor de supercup tegen Benfica zei hij ons: ‘Als jullie vertrouwen in me hebben, doe dan wat ik zeg en alles zal goed gaan.'”

Het gaat zo goed dat Chelsea Villas-Boas voor vijftien miljoen euro wegkaapt. Met diens opvolger, Vitor Pereira, wordt Rolando opnieuw kampioen, maar na het seizoen zegt de kapitein dat het tijd is om te vertrekken. Daar wil Porto niet van weten. Wanneer hij weigert een nieuw contract te tekenen, belandt Rolando eerst in de B-kern, wordt hij vervolgens uitgeleend aan Napoli en Inter, en belandt uiteindelijk bij Anderlecht.

Bij de Italiaanse topclubs brengt hij het er goed af. Toch loopt het verkeerd. Tegenover de Portugese radiozender Antena I wijst hij Vitor Pereira met de vinger. “Als mens heeft hij me ontgoocheld.” Ook bij de nationale ploeg stokt zijn carrière. Hij maakt deel uit van de selectie tijdens het WK 2010 en het EK 2012 maar speelt geen minuut. In 2014 zorgen zijn sterke prestaties bij Inter voor een selectie in een oefenwedstrijd tegen Kameroen maar uiteindelijk weerhoudt bondscoach Paulo Bento hem niet voor de definitieve WK-selectie voor Brazilië.

Bij Anderlecht moet Rolando, die makkelijk scoort (zeventien goals in vier jaar Porto) maar soms te zacht is in rechtstreekse duels, de twijfels van zich af spelen.

DOOR PATRICE SINTZEN

“Dankzij mij kent Platini de kleuren van Kaapverdië.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content