Clubs ‘bevriezen’ niet dikwijls een rugnummer, maar als ze het doen, hebben ze er vaak een verdomd goede reden voor. Sport/Voetbalmagazine stelde voor u een eigenzinnig elftal samen van rugnummers die nooit meer door een andere speler van die club gedragen mogen worden.

Dale Roberts (doelman)

Nummer: 1

Club: Rushden & Diamonds FC (Eng)

Reden: overlijden

Ontrouw zit bij de Terrybroers in het bloed. Enkele maanden nadat de affaire van John Terry aan het licht kwam, biechtte Lindsay Cowan, verloofde van jonge beloftevolle doelman Dale Roberts, op dat ze een scheve schaats had gereden met diens broer Paul Terry. De wereld van Roberts stortte in. Na een tijdelijke breuk herenigde het koppel zich, maar de doelman kon het overspel moeilijk verkroppen. Na een blessure in september 2010 ging het helemaal bergafwaarts: hij raakte verslaafd aan antidepressiva en stuurde meermaals zijn kat naar de training. De dag van zijn wederoptreden zond hij een sms naar zijn verloofde dat hij bang was om te spelen. Toen Roberts niet kwam opdagen voor de wedstrijd verwittigde ze de politie. Die trof zijn levenloze lichaam bij hem thuis aan. De jonge doelman had zich verhangen. In zijn afscheidsbrief verklaarde hij zijn liefde aan zijn overspelige verloofde. Rushden & Diamonds FC, de ploeg van Roberts, richtte een fonds op om de ouders van de overleden doelman te steunen, zodat de publiekslieveling de uitvaart kreeg die hij verdiende.

Dani Jarque (verdediger)

Nummer: 21

Club: Espanyol Barcelona (Spa)

Reden: overlijden

Dani Jarque brak op 19-jarige leeftijd door bij de eerste ploeg van het Spaanse Espanyol. De clubtrouwe verdediger erfde in de zomer van 2009 de aanvoerdersband van Raúl Tamudo. Enkele weken later nam de ploeg echter noodgedwongen afscheid van de nieuwbakken kapitein. Tijdens een telefoongesprek met zijn zwangere verloofde op trainingskamp in Italië werd een hartaanval hem fataal. Fans lieten massaal sjaals, vlaggen en kaarsen achter bij poort 21 van het stadion, wat ook het rugnummer van Jarque was. Ook de voetbalwereld bracht een hommage aan de verdediger. Zowel toenmalig Arsenalspeler Cesc Fàbregas als Jarques ploegmaat Iván Alonso toonde na het maken van een doelpunt een truitje met het nummer 21. Het bekendste eerbetoon staat op naam van Andrés Iniesta. Nadat hij de enige goal in de WK-finale van 2010 tegen Nederland had gemaakt, trok hij zijn wedstrijdtruitje uit en toonde aan de hele wereld een shirt met als opschrift: Jarque is altijd bij ons.

David di Tommaso (verdediger)

Nummers: 4 en 29

Clubs: FC Utrecht (Ned) en CS Sedan (Fra)

Reden: overlijden

Op 29 november 2005 werd de voetbalwereld in diepe rouw gedompeld. David di Tommaso was in zijn slaap bezweken aan een hartstilstand. De speler van FC Utrecht was amper 26 en liet een vrouw en zoon achter. Na passages bij AS Monaco en CS Sedan arriveerde Di Tommaso in 2004 in Utrecht. Daar veroverde de goedlachse verdediger al snel de harten van de fans en groeide hij uit tot een vaste waarde in de ploeg. Na zijn eerste seizoen verkozen de supporters DiTo tot de beste speler van de club. Maar op maandag 28 november 2005 ging hij slapen om nooit meer op te staan. Enkele uren na de bekendmaking van zijn overlijden ondertekenden duizenden supporters het rouwregister op de website van de club. Een emotionele afscheidsplechtigheid in stadion Galgenwaard volgde op 1 december. Zowel Sedan als Utrecht besloten om het rugnummer van de verdediger, respectievelijk 29 en 4, voorgoed in de kast te hangen. Utrecht doopte de prijs voor de beste speler van het seizoen om tot de David di Tommasotrofee en in mei 2013 onthulde de club een borstbeeld van de Fransman. Dat kreeg een ereplaats op de Bunnikside, tussen de fanatiekste supporters van de ploeg.

Bobby Moore (verdediger)

Nummer: 6

Club: West Ham United (Eng)

Reden: cultstatus

De nummer 6 van West Ham staat vandaag nog steeds bekend als de Golden Boy van Engeland. Supporters en tegenstanders roemden hem voor zijn passie, klasse en sportiviteit, Pelé omschreef Moore als de allerbeste verdediger tegen wie hij ooit had gespeeld. Zijn allergrootste successen behaalde de stervoetballer op Wembley. In drie jaar tijd mocht hij als kapitein drie verschillende bekers de lucht in steken. Met West Ham won hij in 1964 en 1965 respectievelijk de FA Cup en de Europacup II. In 1966 voegde hij ook nog het wereldkampioenschap aan zijn palmares toe. Na zijn voetbalcarrière waagde Moore zijn kans als trainer, echter zonder veel succes. In 1990 ging hij aan de slag als voetbalanalist en commentator bij het Londense radiostation Capital Gold. Drie jaar later werd bij Moore darmkanker gediagnosticeerd en negen dagen nadat hij de ziekte openbaar maakte, overleed hij op 53-jarige leeftijd. Vijftig jaar na zijn debuut voor West Ham bracht de club op gepaste wijze hulde aan haar legende en kende het rugnummer 6 niet meer toe aan een andere speler.

Aldair (verdediger)

Nummer: 6

Club: AS Roma

Reden: clublegende

Op een warme avond begin juni 2003 was het Stadio Olimpico in Rome tot de nok gevuld. Niet voor een grootse finale, maar om een ware clublegende uit te zwaaien: Aldair. De Braziliaan, die door de fans liefkozend de bijnaam Pluto kreeg toegewezen wegens zijn gelijkaardige loop als de Disneyfiguur, nam na dertien jaar afscheid van de Italiaanse hoofdstad. Dat afscheid was groots: Roma gaf partij aan de Braziliaanse wereldkampioenen van 1994, het team waarin Aldair een belangrijke rol speelde. Na een 3-3-gelijkspel – Aldair trof tweemaal raak – volgde een ereronde in het stadion en was er een groots vuurwerk. De oud-kapitein was zichtbaar geroerd door de massale opkomst en steun van de fans. Die stond in groot contrast met de dag waarop hij in Rome arriveerde. Zijn transfer van Benfica werd door fans en critici sceptisch onthaald. Maar Aldair snoerde iedereen de mond op het veld. Met Roma behaalde hij uiteindelijk drie grote prijzen: beker (1991), titel (2001) en supercup (2001). Niemand droeg nog het nummer 6, tot het vorige week verrassend werd toegekend aan Kevin Strootman.

Jonathan Richter (middenvelder)

Nummer: 26

Club: FC Nordsjælland (Den)

Reden: ongeval

In 2009 keek de Deense voetballer Jonathan Richter de dood in de ogen. Op 20 juli verstoorde een fel onweer de reservewedstrijd tussen FC Nordsjælland en Hivore. Een zware blikseminslag kegelde zes spelers op de grond en trof Richter in zijn linkeronderbeen. De middenvelder met Gambiaanse roots kreeg als gevolg hiervan een hartstilstand op het veld. Het medische team, dat pas een kwartier na het voorval ter plaatse was, slaagde erin hem te reanimeren. Dat gebeurde onder het toeziend oog van zijn tweelingbroer Simon, eveneens speler van Nordsjælland. Volgens de Deense standaardprocedure bij een hartaanval werd hij in een kunstmatige coma gehouden. Na tien dagen ontwaakte hij. Hoewel het eerst leek alsof de recuperatie probleemloos zou verlopen, traden er complicaties op. Richter kreeg het slechte nieuws te horen dat zijn zwaar gehavende linkeronderbeen niet meer te redden viel en stemde uiteindelijk in met een amputatie. Die betekende dan ook meteen het einde van zijn voetbalcarrière.

Gianfranco Zola (middenvelder)

Nummer: 25

Club: Chelsea (Eng)

Reden: clublegende

De grootste fout uit de trainerscarrière van Carlo Ancelotti was het doorsturen van Gianfranco Zola. De Italiaanse topcoach had bij Napoli geen plaats meer voor de vinnige middenvelder, die dan maar zijn heil zocht bij het opkomende Chelsea. Ondanks het agressieve Engelse spel ondervond Zola geen aanpassingsproblemen. In zijn eerste seizoen werd hij door de Football Writers Association uitgeroepen tot Speler van het Jaar. Die titel luidde het begin van een prachtige periode in. Onder impuls van de Italiaan won Chelsea verschillende prijzen: tweemaal de FA Cup (1997 en 2000), de Football League Cup (1998), de Europacup II (1998) en de Europese supercup (1998). Zola was immens populair en kreeg wegens zijn kleine gestalte en groot talent van de Chelsea-aanhang liefkozend de bijnaam Magic Box. Na zeven seizoenen bij de Londense club keerde Zola terug naar Italië, waar hij Cagliari naar de Serie A loodste. Hoewel Chelsea nooit officieel het rugnummer van Zola heeft ingetrokken, speelde sinds de passage van de Italiaan geen enkele andere Blue met het nummer 25.

Catalin Hildan (middenvelder)

Nummer: 11

Club: Dinamo Boekarest (Roe)

Reden: overlijden

Vanaf zijn jeugd verdedigde de Roemeen Catalin Hildan de kleuren van Dinamo Boekarest. Op 18-jarige leeftijd debuteerde hij tegen de aartsrivaal Steaua Boekarest en hij groeide snel uit tot een van de belangrijkste spelers van het team. Dat werd beloond met de kapiteinsband. Op 5 oktober 2000 sloeg het noodlot echter toe. Tijdens een vriendschappelijke wedstrijd tegen FC Oltenita stuikte de 24-jarige middenvelder neer op het veld. De scheidsrechter legde onmiddellijk de match stil, maar alle hulp kwam te laat. Hildan overleed aan een hartstilstand. Een dag later werd het levenloze lichaam van de speler overgebracht naar het stadion. Fans stroomden massaal toe en zongen liederen voor hun kapitein. Ze eerden hem met de bijnaam ‘De Enige Aanvoerder’. Tot vandaag scanderen de Dinamofans voor aanvang van een wedstrijd de naam van de onfortuinlijke verdediger. De club bracht hem hulde door het nummer 11 niet meer toe te wijzen. Bovendien werd een tribune aan de noordzijde van het stadion naar hem genoemd.

Diego Mendieta (aanvaller)

Nummer: 33

Club: Persis Solo (Ino)

Reden: overlijden

Het verhaal van Diego Mendieta is het tragische verhaal van de voetballer die volledig aan zijn lot werd overgelaten. Nadat zijn contract in juni 2012 ten einde liep en zijn Indonesische club Persis Solo hem nog vier maanden salaris verschuldigd was, leefde Mendieta in erbarmelijke omstandigheden. De Paraguayaanse voetballer kon de huur van zijn appartement niet meer betalen en vrienden, ex-collega’s en fans staken hem geregeld geld toe om eten te kopen. In november raakte hij besmet met het cytomegalovirus. Omdat hij niet over voldoende middelen beschikte om de medische kosten te vergoeden, trok hij van het ene ziekenhuis naar het andere. De fel verzwakte Mendieta verloor in één maand tijd 17 kilogram. Hij vertrouwde een lokale krant toe dat hij niets liever wilde dan terug te keren naar zijn thuisland Paraguay om in de nabijheid van zijn gezin te sterven. Maar op 3 december overleed hij in alle eenzaamheid op een ziekenhuisbed in Indonesië. Toen zijn tragische verhaal bekend werd gemaakt, was er wereldwijd verontwaardiging. Persis Solo vergoedde de getroffen familie en bevroor het rugnummer van de aanvaller.

Miklós Fehér (aanvaller)

Nummer: 29

Club: Benfica (Por)

Reden: overlijden

Het was 25 januari 2004. Benfica beet zijn tanden stuk op het veld van het stugge Vitoria Guimarães. Een halfuur voor het einde bracht Benficacoach Antonio Camacho de Hongaarse international Miklós Fehér op het veld om een doorbraak te forceren. Met succes. Enkele minuten later vond Fehér een opening waardoor Fernando Aguiar het verlossende doelpunt voor Benfica scoorde. In de blessuretijd kreeg Fehér een gele kaart wegens tijdrekken. De aanvaller lachte naar de ref, maar toen hij zich omdraaide om zijn positie opnieuw in te nemen, boog hij plots voorover en zakte in elkaar. De taferelen die zich vervolgens in het stadion afspeelden, waren er van totale paniek. Wanhopige spelers vielen op hun knieën en riepen de hulp van God in. Artsen, bijgestaan door spelers, probeerden het hart van de 24-jarige spits te reanimeren. Minutenlang scandeerde het publiek “Miki, Miki, Miki…” Maar tevergeefs. Zijn laatste lach staat voor altijd in het geheugen van de Benficasupporters gegrift.

Johan Cruijff (aanvaller)

Nummer: 14

Club: Ajax (Ned)

Reden: clublegende

Een naam die zeker niet mocht ontbreken, is die van een van de grootste spelers aller tijden, Johan Cruijff. De aanvaller was wegens zijn onovertroffen techniek, snelheid en spelinzicht van onschatbare waarde voor het Nederlands voetbal. Negen seizoenen lang maakte hij het mooie weer bij zijn club Ajax, waarmee hij drie keer Europacup I won. De spelverdeler begon bij Ajax aanvankelijk met het nummer 9. Na een slepende liesblessure maakte hij zijn rentree in De Meer met het rugnummer 14 en behield dat tot het einde van zijn carrière. Naar aanleiding van zijn zestigste verjaardag bevroor Ajax het rugnummer. Cruijff haalde daar in De Telegraaf echter scherp naar uit: “Dat is toch geen eerbetoon? Je moet juist altijd je beste speler met nummer 14 laten spelen.” Hoewel het nummer niet meer wordt uitgereikt, speelde Ajacied Aras Özbiliz vier jaar later eenmalig een oefenwedstrijd met het befaamde shirt. Blijkbaar bracht het wel geluk. Ruim een half jaar later maakte Özbiliz immers het allereerste Ajaxdoelpunt ooit op Old Trafford.

DOOR JASMIEN SCHAEVERS – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Dat is toch geen eerbetoon? Je moet juist altijd je beste speler met nummer 14 laten spelen.” Johan Cruijff

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content