Ter gelegenheid van de Brugse Metten presenteert Club zaterdagavond tegen Rayo Vallecano het grote publiek de opvolger van Sven Vermant. Portret van Nastja Ceh.

Een linksvoetige, zo wil het cliché, is onvoorspelbaar. De linksvoetige voetballer Nastja Ceh blijkt bij het drinken van zijn koffie op het terras van het Boudewijn Hotel bijvoorbeeld rechtshandig. “Maar,” lacht hij, “ik kan ook met rechts sjòtten, hoor.”

Het is de ochtend nadat Club Brugge zwaar verloor van de Turkse subtopper Ankaragüçü, maar volgens de jongeheer Ceh hoeft niemand zich daar zorgen over te maken. “We speelden een uitstekende eerste helft, creëerden vier, vijf open kansen, maar geen ervan ging binnen”, vertelt hij. “Het laatste half uur, they killed us. We pakken een eerste goal op vrijschop en dan… ik weet niet wat er toen allemaal is gebeurd. Ach, het gaat om een oefenwedstrijd. Het gebeurt niet meer, dat weet ik zeker. Ik zeg dat omdat ik ondertussen de spelers en de groep ken. Zeer goeie spelers en een zeer homogene groep, zeer belangrijk als je succes wil halen. Spelen we zoals de trainer het vraagt en zetten we de kansen om in doelpunten, dan kunnen we van iedereen winnen. Ik geloof heel sterk dat we in staat zijn om kampioen te worden. Onze kans ligt in het vertrek van Goor, Radzinski en Koller. Ik ken Anderlecht, weet je. Met Olimpija Ljubljana speelde ik er twee jaar geleden in de eerste ronde van de Uefabeker twee keer tegen.”

Nastja Ceh is afkomstig van Ptuj, twintig kilometer van Maribor. “Mijn ouders runnen een textielwinkel”, vertelt hij. “Tot een jaar of tien geleden werkte mijn vader in een bank, maar nu doet hij niet veel meer. Sedertdien hield hij zich vooral met zijn voetballende zonen bezig. Zopas haalde hij ook zijn trainerslicentie. Hij traint dit seizoen een ploeg uit de buurt. We zijn vooral een sportieve familie. Ma deed ooit gymnastiek, pa speelde dertig jaar geleden een seizoen bij Maribor, mijn broer is twee jaar jonger dan ik en voetbalt in de spits bij een tweedeklasser.”

Hijzelf werd met 18 van Ptuj naar Maribor getransfereerd. De Sloveense toptrainer Bojan Prasnikar bracht er hem vrij snel in de eerste ploeg. “Nastja is een zeer interessante speler”, meent Prasnikar, die het voorbije seizoen het herstel van Olimpija inluidde. “Uitstekende linkerpoot, iemand die makkelijk de combinatie zoekt en zeer geïnteresseerd is in scoren. Aanvankelijk kende hij zeer grote problemen met zijn defensieve taak, maar dat beterde jaar na jaar. Fysiek beschikt hij over voldoende mogelijkheden, maar op dat vlak moet hij nog veel groeien. Nastja is iemand die veel en goed moet trainen, dan kan hij nog hele grote progressie maken. Zijn aandeel in de titel van Maribor was zeer groot, maar voor zijn persoonlijke ontwikkeling was het niet goed dat hij een vrije rol genoot en maar weinig moest verdedigen. Het belangrijkste voor zijn toekomst is dat hij aan zijn verdedigende taak gaat werken.”

“Voor mijn toekomst moest ik weg uit Slovenië”, besefte Ceh ook zelf. “Onze competitie stelt niet zoveel voor. Er zijn maar een paar goeie trainers, de velden zijn slecht en er komt geen volk kijken. Maribor trekt gemiddeld 3000 toeschouwers, andere wedstrijden maar 300 à 500. Bij Olimpija speelde ik ooit voor 52 man. Het was een slechte beslissing van mij om Maribor voor niet eens veel meer geld te verlaten voor Olimpija. Maar wat wil je, je bent 20 jaar en met zòveel dingen bezig. Ik liet mij toen door een paar mensen leiden. Uiteindelijk moest ik de club nog aanklagen bij de bond omdat ik mijn geld niet kreeg. De periode van negen maanden dat ik er speelde was één grote ontgoocheling. Ljubljana mag dan de hoofdstad van Slovenië zijn, het is geen voetbalstad. Veel studenten, dat wel, maar alleen het basketbal is er populair. Dat wist ik vooraf dus ook allemaal niet.

“Maar ik mag niet klagen. Ik heb veel geluk in mijn leven, was bijvoorbeeld nog nooit langdurig geblesseerd. Uiteindelijk speelde ik in Slovenië toch ook al 24 Europese wedstrijden. Tegen Besiktas onder andere, tegen PSV, tegen Ajax, tegen wie we twee jaar geleden met Maribor gelijkspeelden en ik de goal maakte. Met mijn transfer naar Club Brugge gaat alweer een droom in vervulling. Dejan Nemec had mij alleen maar goeie dingen verteld over de stad, de mensen en de club. Ik moet ze bevestigen, ik ben heel gelukkig hier.

Trond Sollied is een openbaring, dat is nogal wat anders dan wat ik gewoon was. Zeer interessant voor mij. Alle trainingen met de bal en tactisch alles nieuw. Een zeer intelligente man. De eerste week ben ik wel bijna gestorven omdat de intensiteit, het tempo zoveel hoger lag dan in Slovenië, waar we vooral grote afstanden moesten lopen. Zeer hard voor mij. Bovendien zat ik de eerste tien dagen ’s avonds ook nog mijn kop te breken over het collectieve positiespel dat zijn zonevoetbal vergt. Zeer moeilijk. Het gaat al beter, maar nog niet voor honderd procent. Bij Maribor had ik dan ook een vrije rol. De ploeg speelde voor mij, maar ik besef dat dat niet meer van deze tijd is. Ik wil modern Europees voetbal spelen, dus leer ik hier veel en snel bij.

“Club Brugge is voor mij de beste oplossing. Er was ook interesse uit Duitsland, maar van de Sloveense competitie was dat een te grote stap geweest. Ik had geen zin om er in de tribune te gaan zitten. Ik wil spelen. Ik zeg niet dat ik hier ook meteen zàl spelen, maar ik zal er alleszins alles aan doen. Trainen, trainen, trainen, dat is wat ik moet doen, mij zo goed mogelijk voorbereiden. Speel ik niet direct, dan zal ik vechten voor mijn plaats en wachten op mijn kans.”

De sportkrant Ekipa verkoos Nastja Ceh afgelopen seizoen tot beste speler van de Sloveense competitie. “Hij is een geweldige speler”, vindt voetbalredacteur Mitod Grkman. “Wel niet zo snel, maar uitstekende technische kwaliteiten, een goeie controle van de wedstrijd, een grote linker. Neen, hij is niet toevallig de speler met de meeste assists van onze eerste klasse.”

“Ook fysiek kan hij goed zijn,” weet Grkman, “op voorwaarde dat hij blessurevrij en helder is in de kop, dat hij weet waarvoor hij traint. Ik zeg dat omdat hij drie jaar geleden een heel slecht half seizoen speelde bij Olimpija. Omdat hij daar toen zijn geld niet kreeg, ook nog wat sukkelde met blessures en vooral met een terugkeer naar Maribor in het hoofd zat, kon hij geen echte motivatie meer vinden. Maar een slecht karakter heeft hij niet, hoor. Hij was toen ook nog maar een jaar of twintig. Uiteindelijk gaf hij toe dat de beslissing om Maribor, waar hij ook wat problemen had met een paar mensen, voor een beter contract bij Olympija te verlaten de grootste fout was die hij in zijn loopbaan maakte. Nastja is nog altijd jong, maar ik denk dat hij over de kwaliteiten beschikt om een internationale carrière zoals die van Zlatko Zahovic te maken.”

“Waarom hij nog niet één keer werd opgeroepen voor de nationale ploeg zal je bondscoach Srecko Katanec zelf moeten vragen,” lacht Grkman, “want sedert Euro 2000 is er tussen hem en Ekipa een koude oorlog aan de gang. Wij vonden toen dat hij in de wedstrijd tegen Joegoslavië enkele fouten maakte, en sedertdien is het over tussen ons. Katanec is een beetje een vreemde man. Hij heeft zijn opinie en soms begrijpt niemand hem. Zo is het iedereen een raadsel waarom hij Nastja vorig seizoen niet één keer opriep. Is het niet meteen om te spelen, dan haal je hem toch bij de groep gewoon om erbij te zijn en hem te laten zien hoe het bij de nationale ploeg werkt, om hem voor te bereiden voor de komende jaren ?”

“Het is,” aldus Bojan Prasnikar, “eigenlijk heel simpel. In de nationale ploeg staat Zahovic op zijn plaats. Bovendien heeft Maribor geen goed contact met Katanec. Nastja betaalt ook nog eens het conflict dat er tussen de voorzitter van Maribor en de bondscoach is.”

Ceh zegt niet te weten waarom Katanec hem niet selecteert : “Het enige contact dat ik met hem had, dateert ondertussen al van vier jaar geleden. Toen speelde ik bij de nationale beloften enkele wedstrijden onder zijn leiding. Hij was er toen assistenttrainer. Ik ben zeer ontgoocheld, maar wat kan ik doen ? Het is de bondscoach die beslist. Ik weet wel dat hij altijd zegt dat het niet goed is als je in de Sloveense competitie speelt, omdat het niveau slecht. Nu ik hier speel, zullen we zien – àls ik speel. Dan moet hij me toch minstens oproepen. Bovendien leerde ik in Brugge op niet eens een maand tijd al veel bij, zoals snel omschakelen bij balrecuperatie en positiespel bij balverlies. Ik ben er ook van overtuigd dat ik samen met Zahovic in de ploeg kan functioneren. De dag dat Katanec mij roept, zal ik alleszins zeer gelukkig en maximaal gemotiveerd zijn.”

Wanneer komt die dag ? Niet zo meteen, aldus Katanec. “Nastja speelt op de plaats waar ik Zahovic en Acimovic heb – en ook nog Pavlin“, zegt hij. “Dat zijn veel betere spelers dan hem. Mijn probleem is dat spelen voor Slovenië iets anders is dan in de Sloveense competitie. Nastja is potentieel een goeie speler, maar op dit moment komt hij niet in aanmerking voor de nationale ploeg. Ik kan hem nu ook niet laten meedoen om ervaring op te doen omdat ik resultaat moet halen in straks weer twee heel belangrijke kwalificatiewedstrijden voor het WK 2002. Later misschien. Als hij hard werkt en er in Brugge met hem op de juiste manier wordt gewerkt, kan hij echt een goeie speler worden. Nastja is technisch zeer onderlegd en beschikt over een hele mooie linker, maar moet misschien een beetje meer zijn best doen in defensief opzicht. Voor tachtig procent denkt hij louter aan aanvallen. Ik denk niet dat het een fysiek probleem is, maar dat hij zich moet realiseren dat er in internationaal topvoetbal met élf spelers hard gewerkt moet worden.”

door Christian Vandenabeele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content