Met zijn achttien lentes was de Portugees Renato Sanches de jongste voetballer die ooit een EK-finale speelde. En nu begint voor hem een avontuur bij Bayern. De roots van Sanches liggen in de verpauperde wijk Musgueira.

Naast alle gevestigde vedetten was de Portugees Renato Sanches een van de opvallendste spelers op het voorbije EK. Hij is amper achttien jaar, hij is snel, technisch briljant en mentaal sterk. In mei werd hij kampioen met Benfica. Hij werd, nog voor het EK, getransfereerd door Bayern München, dat er eens te meer in slaagt om jonge talenten (zoals ook Kingsley Coman) aan zich te binden. Het is het volgende hoofdstuk in een sprookje dat acht maanden geleden begon, het sprookje van de gettojongen die opklom tot voetbalster.

Renato Sanches komt uit de Barro Musgueira, een arm stadsdeel van Lissabon, dat zelfs door de stoerste leden van de Benfica Ultras gemeden wordt na zonsondergang. Politiepatrouilles viseren de jongeren uit Musgueira, want met hun baseballhoodies, dreadlocks en rapperskleren worden ze doorgaans beschouwd als tasjesdieven en drugsdealertjes. ‘Voor hij zijn eerste wedstrijd met Benfica speelde, kwam de politie geregeld langs en werden we tegen de muur gezet om onze broekzakken te controleren, ook die van Renato’, zegt Antonio (22), een van de beste vrienden van Sanches. ‘Dan, na die eerste match voor Benfica, kwam de politie weer en vroeg: ‘Ben jij Renato Sanches?’ Ze vroegen over hun radio wat ze moesten doen en kregen instructies om ons met rust te laten’, weet Antonio nog. ‘Enkele wedstrijden later kwamen diezelfde agenten zelfs om een handtekening bedelen.’

‘Ik denk dat het normaal is dat de mensen vooroordelen hebben. Ik ben wel blij dat ik nu in een joggingbroek en met een rastakapsel door de winkelcentra kan lopen zonder dat ik argwanend bekeken word’, vertelde Renato Sanches op een zondagochtend kort voor het EK. Hij had een dag vrij en hij vierde de verjaardag van zijn jongere broer met de vrienden uit zijn kinderjaren in Musgueira en de familie. ‘Het is niet omdat ik nu succes ken dat ik mijn oude vrienden en mijn vroegere leven zomaar vergeet. Telkens wanneer ik naar hier kom, voel ik me goed’, zei Sanches. Het viel te merken dat daar waar Lissabon zijn lelijkste gezicht toont, hij zijn dierbaarste herinneringen aan zijn kindertijd heeft.

SLOPPENWIJK

Renato Sanches werd geboren op 18 augustus 1997. Zijn eerste levensjaar bracht hij door in de sloppenwijken Pontinha en Buraca, die rond Lissabon liggen. Dan verliet Renato’s moeder zijn vader en trok ze naar het noorden van de hoofdstad, naar Quinta Grande, destijds de grootste slum van Europa. Daar spoelden als wrakhout mensen van allerlei slag aan: zowel migranten uit het arme noorden van Portugal en uit Alentejo als illegale inwijkelingen uit de voormalige Portugese kolonies in Afrika. Water werd met emmers uit containers geschept en elektriciteit was er alleen wanneer de leidingen clandestien werden afgetapt. In deze sloppenwijk woonde Renato’s grootmoeder, die ingeweken was van de Kaapverdische eilanden. Ze sprak met haar familie alleen creools. Haar kleinzoon gaf ze als baby de roepnaam Bulo.

Renato speelde als kind met zijn vriendjes op het betonnen pleintje voor een van de sociale woonblokken die de staat gebouwd had voor de bewoners van de slums Musgueira en later Quinta Grande. Er kwam veel volk samen en het lag dicht bij een voetbalclub, maar Renato en zijn kameraden speelden niet in clubverband. Ze speelden DDA, een soort minivoetbal dat alleen in de Afrikaanse getto’s rond Lissabon wijdverspreid is. ‘DDA is een fantastisch spel. Je traint er snelheid mee, reactievermogen en voetbal met één balcontact’, zo prijst Renato Sanches nu nog die spelvorm aan.

PAK RAMMEL

De nummer 16 van Portugal werd uiteindelijk ontdekt door de voorzitter van de lokale voetbalclub Asguias de Musgueira toen hij… ballen ging jatten. Renato en zijn vriend Chibi loerden op ballen die de spelers van de eerste ploeg bij de training over de omheining trapten. Antonio Quadros, de voorzitter van de Adelaars van Musgueira, vond daar een slimme oplossing voor: ‘De enige manier om hen dat te beletten, was die kwajongens in onze jeugdploegen op te nemen.’ Renato speelde toen altijd met het nummer 21 van zijn idool Nuno Gomes, die bij zijn lievelingsclub Benfica speelde. Reeds als achtjarige droeg hij dreadlocks en de lokale pers noemde hem al op jonge leeftijd ‘de Edgar Davids van Musgueira’. Voorzitter Quadros denkt terug aan een kleine maar dappere jongen, die huilde als hij vervangen werd en die tegenstanders die hem te hard aangepakt hadden, na de match opwachtte. ‘Zelfs als die tegenstanders een kop groter waren, wilde hij hen een pak rammel geven’, zegt Quadros hoofdschuddend.

Toen Renato tien jaar was, merkten scouts van Benfica en Sporting hem op. ‘Heel onze familie was voor Benfica. Toen de trainer van Sporting naar het telefoonnummer van mijn moeder vroeg, antwoordde ik hem dat wij geen telefoon hadden’, aldus Sanches. Enkele minuten testen bij Benfica volstonden om opgenomen te worden in de U11. ‘Het was een straatvoetballer, hard en snel. Zijn manier van spelen ontbrak bij al onze andere jongeren, die overwegend uit welgestelde families kwamen’, weet João Tralhão, Renato’s eerste jeugdtrainer, nog. Hij speelde zo woest dat de ouders van de andere jeugdspelers begonnen te klagen, ze vroegen wie die wildeman was die hun kind sloeg…’

Zijn gespierde voetbal heeft Renato Sanches bewaard, met zijn 70 kilogram voor 1,76 meter verliest hij weinig duels. ‘Hij schept zo veel plezier in voetbal. Toen we voor het eerst tegen de jeugdploeg van Sporting speelden, maakte Renato zijn eerste twee goals en telkens rende hij meteen naar het doel om de bal uit het net te halen. Hij wilde meer, altijd meer’, zegt Tralhão.

ACHT ONGELOOFLIJKE MAANDEN

Eind oktober 2015 haalde de nieuwe coach van Benfica, Rui Vitoria, de A-junior naar de profs van de eerste ploeg. Benfica had net de derby tegen Sporting met 0-3 verloren en lag in de stand al acht punten achter op de stadsrivaal. Rui Vitoria’s voornaamste probleem was het middenveld. Het had geen stabiliteit, geen slagkracht en de vaste basisspelers Pizzi en Andreas Samaris waren uit vorm.

‘Ik vroeg aan Renato na een training met de reserven of hij zich rijp voelde voor de eerste ploeg. Hij antwoordde: ‘Dat weet ik niet, maar ik kan u één ding zeggen: zodra ik in de eerste ploeg speel, geef ik mijn plaats niet meer af. Zeg dat maar tegen Pizzi en Samaris!”, herinnert beloftecoach Renato Paiva zich nog. En zo geschiedt: Sanches speelt op 30 oktober enkele minuten tegen Clube Deportivo de Tondela en wordt daarna meteen in de basis gedropt voor de uitwedstrijd bij Astana in het kader van de Champions League. Het weekend daarop staat hij voor het eerst aan de aftrap in het Estadio da Luz in Lissabon. Met een verwoestend afstandsschot vanop dertig meter treft hij raak tegen Academica Coimbra. ‘Ik wist niet eens hoe ik mijn doelpunt moest vieren’, vertelt Sanches over zijn eerste goal in zijn eerste thuismatch. ‘Ik wees gewoon naar mijn vrienden in de spionkop.’

De volgende zeven maanden staat Renato Sanches steeds in de basiself. Hij voert Benfica naar het landskampioenschap met 24 zeges en slechts één nederlaag. In de kwartfinale van de Champions League tegen Bayern München is hij de evenknie van Arturo Vidal en Xabi Alonso. Hij wordt voor het eerst opgeroepen voor de nationale ploeg van Portugal en wat later ook geselecteerd bij de 23 die naar het EK mogen. In de poulefase van het EK in Frankrijk mag hij twee keer invallen, net als in de achtste finale, maar vanaf de kwartfinale staat hij zijn basisplaats niet meer af. Tegen Polen tekent hij de gelijkmaker aan met een knappe afstandstreffer. Zijn eerste interlandgoal viert hij met Ricardo Quaresma, die ook uit een arme wijk afkomstig is en creools spreekt. In de strafschoppenepiloog schiet hij koel zijn elfmeter binnen, als tweede na Cristiano Ronaldo.

Dat alles gebeurde in een tijdsspanne van amper acht maanden… ‘Ik weet ook niet hoe ik dit seizoen kan verklaren’, zo zei hij voor het toernooi. ‘Het is gewoon een droom.’

DOOR TIAGO CARRASCO IN LISSABON – FOTO’S: BELGAIMAGE

‘Hij speelde zo woest dat de ouders van de andere jeugdspelers begonnen te klagen.’ JOãO TRALHãO, JEUGDTRAINER VAN BENFICA

‘Ik wist niet eens hoe ik mijn doelpunt moest vieren. Ik wees gewoon naar mijn vrienden in de spionkop.’ RENATO SANCHES

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content