Berichten over gerommel achter de schermen bij RC Genk ten spijt schoot blauw-wit voortreffelijk uit de startblokken. ‘En dat is géén toeval’, veegt kersvers aanvoerder Thomas Chatelle alle commentaar resoluut van tafel.

“We kenden een heel goede voorbereiding en wisten dat we klaar zouden zijn voor de competitie.” Het gesprek is nog maar een paar minuten op gang en Thomas Chatelle gooit al een opmerkelijk zinnetje in zijn uitleg. Door verlieswedstrijden tegen Litex Lovech, Willem II en zelfs derdeklasser Tienen, oogde de aanloop van de Limburgers immers matig tot slecht. “Die resultaten zegden niet alles”, countert de nieuwe aanvoerder van de Limburgers. “De maniér was er in de laatste oefenwedstrijden, en daar waren we ons van bewust. Daarom begonnen we op speeldag 1 met een zeker vertrouwen.” En 360 spelminuten later staat RC Genk in het klassement te blinken met een fraaie tien op twaalf.

Verscheidene mensen, onder wie Steven Defour, Koen Daerden en Bob Peeters, verlieten de club na vorig seizoen. Jos Vaessen zit niet meer op de voorzittersstoel. Wie uit dat rijtje blijkt het moeilijkst vervangbaar ?

Thomas Chatelle : ” Koen Daerden was duidelijk de meest aanwezige speler in de kleedkamer en tevens de meest populaire binnen de club. Een jongen van de streek, die hier al heel lang rondliep. Hij ontpopte zich tot hét beeld van RC Genk en geldt zonder twijfel als het grootste verlies.”

Laat hij een leemte achter ?

“Nee. Een groep die enkele belangrijke spelers kwijtspeelt, moet zich aanpassen. Dat is wat nu gebeurt bij ons. De club hield goed in het achterhoofd welke jongens vertrokken waren toen ze nieuwe spelers aantrok. Er zat een lijn in de transferpolitiek.

“Denk niet dat het nu stil is in de kleedkamer. Koen was iemand die door zijn gedrevenheid en persoonlijkheid een zekere plaats innam. Maar nu heb je andere karakters die zich op een andere manier tonen.

“Dat is een van de sterktes van deze groep, dat er meer jongens zijn die hun verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Vorig seizoen werd er misschien te veel naar één persoon gekeken.”

Is dat een voordeel aan het vertrek van Daerden, dat iedereen vorig jaar alles een beetje op hem afschoof en dat dat nu niet meer kan ?

“Ja, misschien zijn er spelers die zich nu meer betrokken voelen.”

Maar meer leiders impliceert vaak ook : meer botsingen.

“Het is nooit goed voor een ploeg als je alleen maar één mening, één advies hebt. Er móéten in een groep reacties zijn, anders stelt zich een probleem. Ik zie graag dat verschillende personen hun verantwoordelijkheid opnemen en soms botsen ook. Als het te stil is, er te vriendelijk aan toegaat, moet je je zorgen beginnen maken. Het is nu de rol van de leiders bij Genk om te vermijden dat het te slap of te gemakkelijk wordt. Daar moeten we op letten. En altijd, na elke prestatie, zowel de groep als het individu in vraag stellen.”

En vorig seizoen kwam alles van Koen en zag je te weinig botsingen ?

“Ik kom niet graag terug op het verleden. Het was een slecht jaar voor iedereen. Ik denk dat niemand zich goed voelde bij wat er toen is gebeurd en gepresteerd. Daar is al veel over gezegd. Soms te veel, vind ik. We hebben een lijn getrokken onder onze laatste match in mei. Toen heeft de trainer gezegd : ‘Nu focussen we op het volgende seizoen en gaan we leren uit onze fouten.'”

En hoe luiden de getrokken lessen ?

“Wel, net dat we nooit te gemakkelijk, te passief en te braaf mogen zijn. We mogen onszelf niet in slaap wiegen, want dat is dodelijk. Zonder onze mentaliteit, zonder elke match aan honderd procent te nemen, kunnen we van iedereen verliezen. In het andere geval hoeven we van niemand bang te zijn.”

Iemand die iedereen op tijd eens kon wakker schudden was Jos Vaessen.

“Inderdaad, die zorgde ervoor dat het niet te rustig werd. Nu resten nog een trainer en een sportief directeur die die specifieke rol van hem kunnen overnemen als het moet. Maar wij, spelers, dienen er eigenlijk voor te zorgen dat het nooit zover komt dat we door anderen op ons nummer gezet moeten worden. Dat gaat over volwassener worden.”

Jij bent nu de nieuwe kapitein. Is dit een gemakkelijke groep om te sturen ?

“Dat moet niet te gemakkelijk zijn.”

Zijn er vaak botsingen ?

“Op training is het niet altijd rustig in Genk. Soms zijn er discussies, ook op het veld tijdens de training. Er is al veel gepraat en gediscussieerd over onze tactiek. We kunnen een verschillende mening zijn toegedaan, maar dat moet niet altijd geschreven worden.”

Als er te fel gediscussieerd wordt, beland je natuurlijk in een negatieve spiraal.

“Dat klopt, maar op dat vlak zijn er geen problemen. Wij hebben een zeker evenwicht gevonden, maar de groep moet nog groeien natuurlijk.”

In de wandelgangen is nochtans te horen dat er een slechte sfeer hangt in de groep.

“Daarvan zou ik de bewijzen dan wel eens willen zien. Het is heel jammer dat er zoveel geruchten zijn. Kijk, een groep zonder problemen, dat bestaat niet. En als die er wel zou zijn, is het niet goed. Maar met een negatieve sfeer haal je geen tien op twaalf. Die resultaten zijn géén toeval.”

Er was ook een speler die in de krant Het Laatste Nieuws anoniem kritiek uitte op trainer Hugo Broos. Wijst al die rook dan niet op vuur ?

“Anoniem dergelijke dingen zeggen, dat is te gemakkelijk. Kritiek zal er trouwens altijd zijn.

“Maar wat levert het op als ik nu reageer op die uitspraken ? Welk gewicht zou dat hebben ? Niks. De moeilijkheid van onze job is dat ons als antwoord niets anders rest dan onze prestaties op het veld. Daar reageren lukt vooralsnog heel goed. Ik vind dat er een goede sfeer is, de trainer bleef altijd dezelfde en met de kritiek gingen we met veel maturiteit om.”

De resultaten zijn inderdaad prima. Maar Standard slaagde er wel in de zwakte van jullie team bloot te leggen : als de flanken geblokkeerd worden, stokt het.

“We zochten naar oplossingen, maar vonden die inderdaad niet. Misschien schakelden we te veel over op lange ballen. Maar met onze aanvallers heeft dat geen zin tegen jongens als Onyewu en Sarr.

“Het komt er in een dergelijke situatie op aan te bewegen, de flankspelers niet op die flanken te houden, maar wat centraler te laten spelen en Wouter misschien wat meer de bal te laten vragen in de ruimte of aanvallers de flanken te laten opzoeken. Maar zulke oplossingen waaien niet van de eerste dag aan. Die komen er met de tijd en na hard werken.

“De organisatie en mentaliteit waren er in ieder geval al en daar kan je iets op bouwen. Dat is de basis, en dat moeten we weten.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content