Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Net als Vincent Kompany vorig seizoen pakt nu ook Mbark Boussoufa op het einde van het seizoen alle individuele prijzen. De verdienstelijkste speler van AA Gent, die ook al als beste Afrikaanse voetballer van België werd gelauwerd, werd door zijn collega’s verkozen tot Profvoetballer en Jonge Prof van het Jaar.

Hij is 21, Mbark Boussoufa. Geboren in augustus 1984 kwam hij nog net in aanmerking voor de prijs van Jonge Prof van het Jaar. Maar die stond in de schaduw van de grote trofee, die van Profvoetballer van het Jaar. Ruim vierhonderd collega’s vonden hem de beste. Kan ook moeilijk anders, gezien zijn impact op het Gentse spel. Negen goals en zestien assists, voor een speler die begin maart van zijn trainer slechts een zeven kreeg voor afwerking, is dat voorwaar geen slecht rapport. Een record is het evenwel niet : vorig seizoen bracht Marius Mitu negentien goals aan en scoorde hij tien keer.

Georges Leekens bracht Boussoufa de voorbije twee seizoenen naar een hoger niveau. De trainer is vol lof over zijn poulain. “Boussoufa is geëvolueerd van een individuele naar een collectieve voetballer. Hij heeft klasse, heel veel zelfs, maar brengt die dit seizoen beter tot rendement in een collectief gegeven. Daar profiteerde op het einde de hele ploeg van, in het bijzonder Grégoire, De Beule en Vrancken. Vandaar dat ook zij een hele goeie tweede ronde speelden. Mbark heeft dit seizoen een bijkomend pigment gegeven aan zijn prestaties en zijn spel en is daardoor bepalend geworden voor AA Gent. Logische keuze dus.”

Hij herinnert zich als gisteren de dag dat Boussoufa zich in zijn kantoortje meldde. Leekens : “Een klein manneke, 120 centimeter groot en 45 kilogram, om het met enige overdrijving te stellen, maar klasse te koop. Aan het laten renderen van die klasse hebben we hard gewerkt. Zijn creativiteit ten dienste leren stellen van de ploeg. Na een jaar merkte hij, onder meer in de Intertoto, tegen Valencia, dat er nog iets meer moest worden gebracht. ‘Boussoufa ? Goeie voetballer, maar hij komt iets te kort in topwedstrijden’, was vorig seizoen de kritiek. Dat klopte, maar ik moest er toen toch wat mee lachen, de jongen kwam pas kijken. Ik wist dat zoiets op termijn zou gebeuren.”

Leekens noemt de Nederlandse Marokkaan coachable. “Zéér zeker. Vroeger wilde hij zich in elke actie bewijzen, alsof hij aan het publiek iedere keer wilde tonen dat hij spektakel kon brengen. Na een tijdje heb ik gezegd : ‘Stop daar maar mee, ze wéten het intussen. Probeer nu eens aan die acties een groter volume te geven.’ We hebben ook wat geschoven met hem doorheen het elftal, op zoek naar de beste plaats.”

Boussoufa evolueerde dit jaar van middenvelder tot spits. Leekens : “Op het middenveld vind je de ruimte niet meer. Ploegen spelen vaak met twee verdedigende middenvelders, het klassieke nummer tien heeft het heel moeilijk, misschien zelfs afgedaan. Waar ligt de ruimte dan nog wel, waar kunnen spelers nog uitblinken ? Tussen aanval en middenveld, op de flanken. Daar kiest Boussoufa heel intelligent positie. Met alle respect en misschien is de vergelijking wat ongelukkig, maar Ronaldinho speelt ook niet op het middenveld. Door Boussoufa van die ruimte gebruik te laten maken, met een actie, met een voorzet, hebben we het rendement van een pak andere jongens omhoog getild. Boussoufa krijgt vaak een dubbele dekking en daar profiteren zij van.”

Het komt het spektakel ten goede. Leekens : “Wij willen heel graag aanvallend spelen. Vorig seizoen hebben we vaak maximaal rendement gehaald uit onze wedstrijden, maar als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat de spektakelwaarde soms laag lag. Dat hebben we nu dankzij de evolutie van Boussoufa kunnen opkrikken. Als je dat op zijn leeftijd al kan en je hebt daarbij nog eens de uitstraling, het lef maar ook de rust waarmee je omgaat met de toegenomen belangstelling, dan ben je een grote in wording. Vorige donderdag waren hier nog journalisten uit Frankrijk en Nederland, de belangstelling voor hem in het buitenland groeit. Ik hoop dat hij blijft, want hij kan nog op alle vlakken progressie boeken. Maar als hij vertrekt, moet hij naar de Europese subtop, waar hij zijn evolutie verder kan afmaken. Genre Bordeaux, PSV. Ploegen waar men hem wat tijd zal geven.”

De ploegmaats

Wouter Vrancken profiteerde voluit van de ontwikkeling van Boussoufa, speelde misschien wel het beste seizoen uit zijn carrière. “Ik heb zeven goals gemaakt, zeker vijf daarvan kwamen er op voorzet van hem.”

Ze kwamen samen naar Gent, debuteerden samen met de B-ploeg van de Buffalo’s tegen Anderlecht. De Brusselaars wonnen die match met 4-1, maar het talent van Boussoufa was al meteen duidelijk. Vrancken : “Nog niet zo duidelijk als nu, maar hij viel toch op. Ook in de groep. Die jongen kwam van Ajax en van Chelsea, maar hij blies niet hoog van de toren. Nog steeds niet. Er komt heel wat op hem af, maar hij blijft verbazend cool. Privé ken ik hem niet echt goed, maar op het veld klikt het wel. Het is een echte Hollander, hij spreekt heel veel en dat heb ik graag, want het is altijd ten dienste van de ploeg.

“Het verschil met vorig seizoen is dat hij inderdaad veel meer rendement puurt uit wat hij doet. Toen maakte hij ook acties, maar vervolgens kapte hij nog eens achteruit of kwam hij terug, gaf hij die bal niet direct. Resultaat : de mannen die moesten komen, stonden er al toen de bal uiteindelijk voor de goal kwam en dan is de verrassing weg. Nu is de voorzet beter getimed. Verder was het wat zoeken naar zijn beste positie. Ik denk dat we de laatste maanden het evenwicht vonden, met Mbark niet langer op het middenveld, maar in de spits. Mister 50 procent ? Als je afgaat op de cijfers zeer zeker, maar het deed ons toch plezier dat we tegen Anderlecht ook zonder hem goed presteerden. Voor de supporters moet dat een opluchting zijn.”

De gemeenschap

Gent is niet alleen een studentenstad, het is ook een multiculturele stad. Speelt de doorbraak van iemand die van Marokkaanse afkomst is een rol in die gemeenschap ? Een foto van Mbark Boussoufa wordt momenteel als trigger gebruikt voor een project van de Gentse jeugddienst om probleemkinderen van straat te houden. Onder andere via een minivoetbaltoernooi dat in mei start en waarvan eind juni de finale wordt gespeeld. Kooitjesvoetbal. Joke Waelput (jeugddienst) “Het toernooi wordt gehouden in de zogenaamde moeilijke buurten, de Muide, de wijk van de Brugse Poort. Oude arbeiderswijken waar nu heel veel jongeren wonen.”

In de Karderijstraat ontmoeten we Moulay (31). Elke dag kunnen jongeren uit de buurt hier terecht om te voetballen. In de bar staat een biljart, de zaal is versierd met tags. Moulay is verantwoordelijk voor de jeugdwerking, een van de vier voltijdse krachten en initiatiefnemer van alle voetbalevenementen. Hij kent Boussoufa, ze delen zelfs een gemeenschappelijke achtergrond. Beiden komen uit het zuiden van Marokko, al is Boussoufa Nederlander en hij Belg. Moulay : “Het armere gedeelte van Marokko is dat niet, dat moet je eerder in het noorden situeren.”

Hier in de buurt wonen vooral Marokkanen, Turken en Albanezen. Een rustige buurt, volgens Moulay zonder zware conflicten. Voor die laatste twee groepen is Boussoufa geen voorbeeld, zegt hij. “De Turken kijken eerder naar jongens uit hun land, voor hen is Serhat van Anderlecht dan weer iemand naar wie ze opkijken. Voor ons Marokkanen is Boussoufa dat wel. Heel hard zelfs. Veel mensen weten dat ik contact met hem heb en vragen me naar zijn nummer. ( lacht) Hij is wel heel moeilijk bereikbaar, als ik hem dringend nodig heb, probeer ik iets te regelen via Davy De Beule. Die neemt sneller zijn telefoon op.”

In Gent leven ongeveer twaalfhonderd mensen van Marokkaanse afkomst. Karim wandelt binnen. Hij zit in het zaalvoetbalteam van Moulay en wil de printer van het jeugdhuis gebruiken. Hij schuift aan. “Boussoufa ? We zijn er fier op, ook al is hij niet van hier.”

Moulay : ” Nordin Jbari was wel van hier, maar zoveel Marokkanen breken er niet door, neen. Boussoufa is goed op weg. Zijn manier van spelen motiveert de jonge gasten hier heel hard.”

Karim : “Omdat hij zich ook niet wegstopt.”

Moulay : “Jbari zagen we hier nooit, tenzij op straat in zijn cabrio. ( lacht) Wel een goeie speler, maar hij heeft nooit bereikt wat Boussoufa op korte tijd voor mekaar wist te krijgen. De biotoop van Jbari was Brussel. Boussoufa woont hier vlakbij en kwam ook al twee keer langs bij initiatieven van de jeugdhuizen. Dat moest je gezien hebben, die keer in de Dampoort. We moesten rond hem gaan staan als bodyguard.”

Karim : “Zo’n voetballer moet niet bij Gent blijven, vind ik. Hij kan veel beter.”

Moulay : “Brugge is toch een heel bekende, degelijke ploeg. Die heeft hij helemaal kapot gespeeld, in zijn eentje. Ik vind Boussoufa een slimme speler. Hij laat zich veel vallen, maar dat is slim, zijn gebrek aan lengte en kracht compenseert hij met zijn intelligentie. ( lacht) Volgens mij zou Boussoufa beter ergens in Frankrijk gaan spelen. Daar voetballen ze beter dan hier.”

Karim : “Ik zal het hem eens zeggen. Elke zaterdag kom ik hem tegen in de Culture Club ( lacht). Vriendelijke gast, af en toe slaan we een babbeltje.”

In de zaal voetballen de jongeren intussen alsof hun leven ervan afhangt. Moulay roept Hakim, maar die heeft geen zin in een babbel. “Boussoufa ? Is dat een Marokkaan ?” ( lacht) Of hij iets wil zeggen ? Hakim is direct duidelijk : “Neen. Ik kom naar hier om te voetballen.” Af.

Neem hen het voetbal af, zegt Moulay, en het jeugdhuis loopt leeg. Veel pleintjes om te straatvoetballen hebben ze niet. “Als je buiten wil shotten, moet je naar de Blaarmeersen.” Hun zaal was vroeger een oude textielfabriek. Zij zitten in het gedeelte waar vroeger de machines werden hersteld. De stad heeft er hard aan gewerkt, legde onder meer een nieuwe vloer.

Karim : “En het dak stond op instorten.”

Moulay : “Vijftien jaar hebben we erover gedaan om hier iets moois van te maken.”

Karim : “Weet je wat ik jammer vind ? Dat die jongens daar geen kans krijgen om in een ploeg te spelen.”

Karim II schuift naar binnen. Eerst wat lacherig, net als Hakim, maar vervolgens toch iets meer geïnteresseerd, als de maats de deur uit zijn. Stoer in groep, nieuwsgierig alleen. Hij is lid van Lovendegem. Nu nog bij de beloften, volgend jaar misschien iets hoger. Hij is een van die talenten waar Karim I het net over heeft. Met de jeugdclub droogde hij tijdens een match voor de Keizer Karel Cup de jeugd van AA Gent af.

Karim I : “Onze jeugd is tienduizend keer beter. Technisch gezien toch. Onlangs hadden we een nachttoernooi, van tien tot zes. Ook daar speelden we tegen ploegen van AA Gent en die hebben toen evenmin veel bewezen.”

AA Gent moet zich geen grote zorgen maken, misschien voetbalt er al een nieuwe Boussoufa om de hoek.

PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content