Komend weekend ontvangt Germinal Beerschot Genk. Vergeten is de euforie na de zege tegen Club Brugge. Op het Kiel werd dit jaar meer verwacht, maar het lukte niet. Dat moet straks beter.

Na de training rijdt assistent-trainer Jean-Pierre Haverhals langs de oefenvelden van de Wilrijkse pleinen, op zoek naar hoofdtrainer Marc Brys en keeperstrainer Pierre Thyssen, die met hem mee moeten in de auto. Brys en Theyssen hebben zich verstopt achter een boom maar laten zich uiteindelijk door Haverhals vinden : anders moeten ze te voet terug naar het Kiel.

Als Marc Brys al ontgoocheld is dat zijn contract niet verlengd werd, is daar tijdens de trainingen niets van te merken. De verhouding met de spelers is niet verziekt, klinkt het in de groep. De meeste spelers vinden hem een toffe mens en appreciëren de energie waarmee hij van een verzameling individuen een groep probeert te maken.

Brys’ contract is niet verlengd omdat Germinal Beerschot dit seizoen veel te wisselvallig presteert. Ook spelers geven toe dat het team mentaal niet sterk genoeg is om elke week een prestatie als die tegen Club Brugge neer te zetten. Genk, Anderlecht en Standard zijn te hoog gegrepen, maar na de meeste andere matchen stapt men doorgaans van het veld met het gevoel dat er meer in zat. Veel spelers van Germinal Beerschot kunnen zich uitstekend opladen voor een vol stadion, maar niet wanneer er maar drieduizend man zit te kijken. Kenners prezen tegen Club Brugge de enorme technische bagage die in het team schuilt, maar niet elke week kan de ploeg het opbrengen om die technische bagage te koppelen aan een over-mijn-lijkmentaliteit.

Qua puur intrinsieke kwaliteit noemt Brys dit de meest getalenteerde van de drie spelersgroepen die hij onder handen had. “Maar voetbal is meer dan talent alleen.” Daarom moet hij niet lang nadenken over de goede raad die hij de spelers wil meegeven : “Eén woord : honger. Gedreven en ambitieus zijn. Als je er niet de hele week honderd procent voor gaat, lukt het niet om hogerop te komen.” Zelf bekent hij ook schuld : “Dat ik dat extraatje er niet uit kon halen, reken ik ook mezelf aan. Ik ben tekortgeschoten in het hongeriger en ambitieuzer maken van mijn spelers.” Toch blijft hij vinden dat Germinal Beerschot met de geleverde prestaties acht tot negen punten meer had kunnen claimen. De uitnederlaag op Anderlecht was een opdoffer : “Anders starten we met negen op negen, nu bleven we gefrustreerd achter.” Soms schrok hij van de ingesteldheid van de tegenstander : “Mij noemen ze een verdedigende trainer, maar als ik zie met welke instelling Lokeren hier kwam voetballen…” Zijn team kon die moeilijke wedstrijden niet afmaken, de ploegen die boven Germinal Beerschot staan, kunnen wél mindere matchen tegen een gesloten voetballende tegenstander winnend afsluiten.

Charleroi thuis

Te veel dieptepunten had Germinal Beerschot, zegt Jos Verhaegen. “De vijfde plaats was voor ons te hoog gegrepen. Zesde of zevende had gekund, maar ik heb mijn twijfels of dat nog lukt.”

De beslissing om niet met deze trainer door te gaan, was in feite al in november genomen, geeft Verhaegen toe. Het keerpunt was de thuiswedstrijd waarin Charleroi met acht spelers een punt weghaalde. Een paar dagen later vloog Germinal Beerschot op KV Mechelen uit de beker, nog vier dagen later kreeg het slaag op Genk. Een nieuwe trainer halen zag men op dat moment niet zitten. Technisch directeur Aimé Anthuenis had tevoren al voor zichzelf uitgemaakt dat hij een terugkeer naar het trainersschap niet zag zitten.

Van de nieuwe trainer verwacht voorzitter Jos Verhaegen een maximum aan inzet. Hij moet ook de spelers beter laten voetballen. Verhaegen was het die Marc Brys al na een half jaar terughaalde. Een eenmansactie, noemden andere bestuurders het. Verhaegen : “Ik heb toen mijn nek uitgestoken. Misschien had ik daar beter een paar jaar mee gewacht.”

Harm van Veldhoven weet dat volgend jaar de sportieve lat een stuk hoger wordt gelegd. Germinal Beerschot wil niet nog eens zo’n wisselvallig seizoen meemaken.

De politiek van de club verandert niet. Henk Mariman stapt niet over naar Club Brugge omdat de club zijn jeugdpolitiek stopzet, zegt hij zelf. “We zaten in december een paar keer rond de tafel, onze visies kwamen ongeveer overeen. Jos Verhaegen roept wel eens dat hij het liefst de hele jeugdwerking hier zou opdoeken, maar dat is een politieke uitspraak. Hij meent dat niet. Anders zou hij niet drie jaar na elkaar het jeugdbudget verhoogd hebben.” Waarom Mariman toch vertrok ? “Simpel : omdat men me bij die gesprekken nooit een nieuw voorstel heeft gedaan, terwijl mijn contract afliep.”

Technisch directeur Anthuenis, die benadrukt dat de besprekingen met de jeugdcoördinator niet zijn bevoegdheid waren, betreurt Marimans vertrek, dat hem verraste toen hij het in het buitenland hoorde. “Maar ik zeg u : jeugd blijft belangrijk bij deze club.” Sommigen vinden zo’n uitspraak maar geklets en ergeren zich aan de vele buitenlanders die op het Kiel neerstrijken, al dan niet via de buitenlandse contacten van Anthuenis. Als bijvoorbeeld de Argentijn Vicente Monje – niet via Anthuenis gehaald – de nieuwe Radzinski is, dan moet hij dat toch eerst nog maar eens op het veld – op training of in een match – tonen, vindt men. Anthuenis : “Het uitgangspunt van veel Belgische clubs is overleven. Daarom moeten sommigen zaken doen die ze liever niet zouden doen. Via onze samenwerking kunnen wij aan spelers raken die in Engeland om reglementaire redenen niet aan de slag kunnen. Wij halen zelf niemand.” Germinal Beerschot als proefstation, zeg maar, maar met een beperkt aantal proefpersonen.

Commerciële armslag

Misschien kan de club iets opsteken van zijn tegenstander van komend weekend. Genk toonde zich de afgelopen zes jaar alvast een gulle suikeroom voor Germinal Beerschot, met flinke transfersommen voor Jan Moons, Wesley Sonck, Moumou Dagano, Paul Kpaka en Wim De Decker. Zonder de centen voor De Decker had Germinal Beerschot nooit François Sterchele (in zijn eentje goed voor veertig procent van de paars-witte goals) kunnen halen.

Ooit stond Genk waar de Antwerpse club zich nu bevindt. Anthuenis maakte naar eigen zeggen weinig clubs mee die zo snel sportief succes omzetten in commercieel succes. “Als je die twee samen in een cirkel stopt, krijg je op termijn sportief meer armslag.” Die armslag zou Germinal Beerschot moeten krijgen met de hulp van Paul Heylen, die bij Genk jarenlang het commerciële beleid mee voerde.

Heylen was bij Genk omstreden, maar Anthuenis zag er hem wel gepassioneerd bezig : “Dikwijls al aan de slag om zeven uur ’s ochtends en pas weer naar huis na middernacht.”

De voorbije jaren moest Germinal Beerschot te vaak uit noodzaak zijn betere spelers verkopen. “Terwijl een gouden wet in het voetbal zegt dat je je betere spelers moet houden wil je sportief groeien. Eerst goed voetbal op de mat, dan kan het commerciële eventueel volgen. Vraag is : kunnen wij Sterchele houden ? Zijn vertrek zou een even groot verlies zijn als dat van Frutos voor Anderlecht.”

De uitdaging is plaats vijf, legt Anthuenis de lat hoog genoeg. Dit seizoen vond hij vooral thuis de ploeg, op een paar matchen na, te weinig dominant voor een Antwerps publiek dat verzot is op technisch voetbal. Hij maakt de vergelijking met Lokeren in de jaren zeventig. “Dat had meer dan een kampioenenploeg maar kon dat niet dragen met een hinterland van dertigduizend inwoners. Hier moet dat wel kunnen.”

Jos Verhaegen is weer helemaal zichzelf wanneer hem gevraagd wordt of Germinal Beerschot na moeilijke aanvangsjaren een gezonde basis heeft waardoor het de ambities kan verhogen. “Ach. Wij zijn een heel arm, gezond clubke.”

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content