Via Beveren en Metallurg Donetsk kwam Igor Lolo vorig seizoen bij Germinal Beerschot terecht. Daar voelt hij zich volledig in zijn sas. Toch droomt hij hardop van ‘de grote competities’.

I gor Lolo (24) zal dit seizoensbegin niet snel vergeten. Een week nadat hij met twee bijna identieke doelpunten de held van de ploeg werd tegen Bergen, zakte hij na de wedstrijd tegen Sint-Truiden in elkaar. De rechtsachter kan niet exact navertellen wat er die avond precies aan de hand was. “Ik wist niet of ik op het terrein stond of niet. Ik was volledig mijn geheugen kwijt. Ze hebben mij volledig onderzocht, maar de testen brachten niets aan het licht. Waarschijnlijk was het ongemak te wijten aan de combinatie van een tik tegen het hoofd die ik tegen Bergen incasseerde en vermoeidheid. Het was een samenloop van omstandigheden.” Niets aan de hand dus, maar het was wel even schrikken. “Je weet dat voetbal risico’s inhoudt maar toch was ik ongerust. Ik had een beetje schrik voor mijn carrière en stond erop mij grondig te laten onderzoeken.”

Na een week voorgeschreven rust mocht Lolo de trainingen hervatten en ondertussen draait hij weer volop mee bij Germinal Beerschot. Een ploeg waar hij zich uitstekend thuis voelt. Hij verwijst meermaals naar de goede groepsgeest binnen de ploeg. “Ik voel me hier echt op mijn gemak, een beetje als bij familie. Het allerbelangrijkste in de carrière van een voetballer is een goed gevoel in het hoofd. Dat lukt me hier prima. We vormen een hechte groep waarin iedereen overeenkomt en elkaar verstaat. De vele nationaliteiten zijn geen probleem, het voetbal is een universele taal, in het spel begrijpen we elkaar direct.”

Ambitie

Daarnaast is het vooral de ambitie die Lolo aanspreekt in de club. Germinal Beerschot maakt er geen geheim van dat het op termijn wil meedraaien in de top vijf. Een droom die ook Lolo wil verwezenlijken. “Ik zou echt graag bij de eerste vier eindigen en UEFA Cup spelen. Ik wil ook graag een belangrijke schakel binnen de ploeg worden. En waarom zouden we geen nieuwe beker van België aan de club schenken ?”

Aan persoonlijke ambitie geen gebrek. De begrippen Champions League en UEFA Cup lopen als een rode draad door zijn verhaal. Hij bekent dat hij terugkeerde naar België om zich in de kijker te spelen. In Oekraïne zaten te weinig scouts in de tribune. “Ik droom van een transfer. Dat is mijn prioriteit. Ik wil graag aan de grote competities deelnemen om op topniveau te raken. Ik heb vrienden die Champions League spelen en het zou me echt plezier doen, mocht ik dat ook kunnen bereiken.” Graag zou hij bij een Engelse ploeg met de Champions League kennismaken. Liverpool is al sinds jaar en dag zijn ploeg, met Jamie Carragher als voorbeeld. “Ik kijk steevast naar hun matchen op televisie. Dat doe ik in de eerste plaats om bij te leren. Dan probeer ik mij in de plaats te stellen van de spelers. In mijn hoofd speel ik mee en zoek ik naar oplossingen.”

Het gebrek aan internationale aandacht is de enige reden waarom de Ivoriaan vertrok uit Oekraïne. Een land dat volgens hem over een sterke competitie beschikt met ploegen die ook Europees potten kunnen breken. Van racisme of armoede heeft hij er weinig gemerkt. “Ik heb er graag gespeeld. Het Oekraïense voetbal is te vergelijken met het Engelse. De scheidsrechters fluiten minder snel voor fouten en er worden minder kaarten uitgedeeld. Toen ik hier toekwam, zat die mentaliteit nog in mij.” Dat brak de verdediger zuur op. Tijdens zijn eerste wedstrijden pakte hij tweemaal rood. Daardoor werd hij als een vuile speler bestempeld. “In het begin had ik wat aanpassingsproblemen. Het voetbal hier is helemaal anders dan het Oekraïense. Trainers, entourage en zelfs spelers hebben er vorig seizoen alles aan gedaan om mij hier op niveau te doen komen. Ik ben blijven werken en heb me aan het Belgische spel aangepast. Daar haal ik nu voordeel uit. Een verdediger moet een soort kracht bezitten. Niet om pijn te doen, maar om te laten voelen dat je er bent. Een soort agressiviteit, in de goede zin van het woord. Beetje bij beetje heb ik in België mijn draai gevonden. Ik leer nog elke dag bij en werk hard want ik heb nog een groeimarge. Ik weet dat dat zijn vruchten zal afwerpen.”

Academie

Lolo blikt met plezier terug op zijn periode bij Metallurg Donetsk. Hij wil er zelfs zijn carrière beëindigen. Met evenveel liefde in de stem praat hij over zijn andere ex-club Beveren. Hij kwam er in augustus 2003 aan en vertrok dankzij sterke prestaties een halfjaar later richting Oekraïne. De ploeg draagt een speciale plaats in zijn hart. “Ik volg hun prestaties op de voet. Ik heb er ook nog veel vrienden, die ik heel vaak zie. Ze zijn als familie voor mij.” Sinds zijn vertrek is er nochtans heel wat veranderd. Jean-Marc Guillou werd aan de deur gezet en de club wil zich opnieuw Vlaams profileren. “Guillou heeft goede spelers naar Beveren gebracht waarvan er al verschillende naar grote clubs vertrokken zijn. Ik weet niet precies wat er gebeurd is – daarover wou Guillou niet in detail treden – maar zijn ontslag heeft me geraakt.” Net zoals voor vele Ivorianen is Guillou een belangrijk persoon in zijn leven. Ze hebben nog regelmatig contact. “Hij heeft ons gedurende zeven jaar gevormd. Als je zolang met iemand samenwerkt, dan wordt hij een stuk familie. Guillou geeft ons de raad altijd te werken om beter te worden. Hij kan ons niet overal volgen, maar stuurt berichten en belt ons regelmatig. Hij is echt als een vader voor mij.”

Het begin van de voetbalcarrière van Lolo is gelijklopend met dat van vele Afrikaanse voetballers. “Ik begon op straat te voetballen toen ik heel klein was. In 1992 ben ik toegetreden tot de Academie van Jean-Marc Guillou. In 1999 speelde ik voor het eerst in de nationale competitie van Ivoorkust. Daar heb ik de titel en de beker gewonnen. Ik speelde ook in de Afrikaanse Champions League, maar dat is niet te vergelijken met de Europese versie. Die is echt top ! We hebben ook verschillende Europese toernooien gespeeld. Zo hadden we al een idee van Europa. Het was een meerwaarde dat ik de mentaliteit en het voetbal van hier al een beetje kende toen ik in 2003 in Europa kwam spelen. Dat was een droom die werkelijkheid werd.”

De overstap naar de academie van Jean-Marc Guillou bracht heel wat veranderingen met zich mee. Als kind speelde hij op het middenveld, nu werd hij tot verdediger geschoold. De reden daarvoor was dat hij samen met onder anderen Zokora en Diabis tot de grotere spelers behoorde. Daarnaast moest hij leren voetballen op voetbalschoenen. Volgens Lolo is het een voordeel dat hij eerst blootsvoets leerde spelen. “Je krijgt balgevoel omdat je de bal rechtstreeks aanraakt. Je voelt de bal beter aan, je kent hem beter”, verklaart hij. “Mijn hoofd bestaat alleen uit voetbal. Ik hou enorm veel van het spel en wist altijd dat ik voetballer wou worden. Ik weet niet wat ik anders geworden zou zijn. Misschien had ik gestudeerd.”

Zal hij dat na zijn carrière nog verwezenlijken ? “Ik weet het niet. Eerst wil ik uitrusten en vijf jaar lang niets doen. Daarna kan ik dan beslissen wat ik wil doen.” Een toekomst in België misschien ? “Ik heb een boontje voor jullie land. Antwerpen en Brussel zijn schitterende steden. Ook de mentaliteit staat me aan. Mensen zijn hier niet egoïstisch en ze vertellen je waar het op slaat. Daar hou ik wel van.”l

LEEN MALLEZIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content