EEN JAPANNER IN HEIDILAND

© BELGAIMAGE

Dat Yuya Kubo (23), vijf goals in zeven wedstrijden, direct een grote impact had bij zijn transfer naar AA Gent, heeft te maken met zijn passage bij YB Bern, waar hij zich kon aanpassen aan het leven in Europa. Evident was dat niet, leert een bezoek aan de Zwitserse stad.

Instant impact. Anders kan je het aandeel van Yuya Kubo in de kwalificatie van AA Gent voor play-off 1 moeilijk omschrijven. Hij kwam tijdens de winterstop en scoorde meteen bij zijn debuut tegen Club Brugge, zondag opnieuw de tegenstander. Het stond nog 0-0 toen de Japanner in de 53e minuut een vrijschop voorbij Ludovic Butelle trapte. In de zes wedstrijden daarop volgden nog vier goals. De laatste, tegen KV Mechelen, was de mooiste. Messi-achtig, schreef de Zwitserse pers. Boulevardblad Blick zette het filmpje op zijn website. Het was dat blad dat Kubo indertijd na een opmerkelijk begin in Bern een opvallende bijnaam gaf: de Sushi Bomber. En die had weer toegeslagen.

Zij die voor Gent de sociale media verzorgen, merken het aan hun cijfers: Kubo is hot, méér dan anderen. Wat ze posten, wordt aan de andere kant van de aardbol gretig gevolgd. Tweets over de Japanner en diens doen en laten in de Pro League zijn dan ook steevast in het Engels. Sportief is Kubo een sensatie. Zeven wedstrijden, vijf goals en telkens eentje per match. Geen man van uitschieters, met vier goals in één wedstrijd en dan een paar weken niks. Was het ook zo in Bern, bij de Young Boys? Heeft Gent goud in handen, zoals het indertijd ook leek bij de komst van Moses Simon, die Club in die periode ook op korte tijd zot maakte en Gent mee aan de titel hielp? Of is er hier ook gevaar voor een terugval? We trekken op onderzoek uit naar de Zwitserse hoofdstad Bern.

ONRUSTIGE CLUB

Een vriendelijke Zwitser wijst de weg. Er is wat chaos in de buurt van de Berner Expo, naast het Stade de Suisse, de thuishaven van de Young Boys. Er wordt getimmerd, standbouwers zoeken hun weg, Eigenheim Bern 2017 komt eraan, een soort Batibouw in het klein. Er is ook een beurs voor afgestudeerden en in de Postfinanz Arena vlakbij maakt de ijshockeyploeg zich op voor titelwedstrijden tegen Luzern. Bovendien heeft het kantoorpersoneel honger. Er loopt dan ook veel volk in en uit die middag, op zoek naar eten. Het selfservicerestaurant in de Arena serveert Aziatisch, achter zijn vuur rammelt een Japanse kok met de potten. Veel gewokte groenten maar toch vooral fastfood op grootkeukenformaat. We dachten aan sushi, maar kregen rund. Voor verfijning is er even geen tijd. Neen, veel zat Kubo hier niet. Begrijpelijk. Het is nochtans aan de overkant van het oefenveld…

Bern beweegt, maar op de maat van binnenstad Gent: rustig. Wanneer we na de middag op zoek gaan naar Dominic Wuillemin, die voor de Berner Zeitung Young Boys Bern volgt, valt het op hoe leeg de straten zijn. Hier regeren tram en fiets, niet koning auto. Zoals ze het in Gent graag willen. Stevige snelheidsbeperkingen ook: dertig per uur op de hoofdwegen, twintig (!) in de zijstraten. En overal lege parkeerplaatsen. Een droom om te wonen.

De Young Boys zijn een beetje het Standard van Zwitserland. Eigendom van twee ook in het wielrennen bekende broers: Andy en HansueliRihs. Andy zette die sport in 2000 op stelten door met Phonak de hemel te bestormen. Hoge lonen, veel wind. In 2006 stopte het avontuur, na het zoveelste dopingschandaal. De Tourzege van Floyd Landis was de druppel na de ook al in opspraak gekomen Santiago Botero, Tyler Hamilton en Oscar Camenzind. Rihs bleef na 2006 niet lang weg uit het wielrennen, drie jaar later keerde hij met BMC sterk terug. In 2011 won hij alweer de Tour, met Cadel Evans.

In het voetbal lukt het minder. YB is een zeer onrustige club, die voortdurend van management wisselt, van trainer, zelfs van politiek. Het Bayern van Zwitserland heet FC Basel, sinds 2009 onafgebroken kampioen. Met het geld van de Champions League heeft de club een grote voorsprong op de rest. YB probeert wel. Geregeld wordt het budget verhoogd en wordt Basel aangevallen. Eén keer bijna met succes: in 2010 stond YB iets voorbij halfweg dertien punten voor op de concurrent. Om het vervolgens op de laatste speeldag, thuis tegen Basel, alsnog uit handen te geven. In de Zwitserse sportwereld hebben ze er een staande uitdrukking voor: iets veryoungboysen betekent iets makkelijks door eigen fouten alsnog verkwanselen.

EEN CONTRACT?

Wat heeft dit met Yuya Kubo te maken? Alles.

Het was een van de voorgangers van het huidige management, Ilja Kaenzig, die met Maurizio Morana de transfer van de Japanner afsloot. Morana is een Italiaanse makelaar die zich specialiseerde in de Aziatische spelersmarkt: Zuid-Korea en Japan. Met de hoofdscout van een grote Italiaanse club reisde Morana in 2012 af naar Japan. Doel: checken of een speler van Gamba Osaka beantwoordde aan diens eisen. Morana: ‘Omdat Japan ver is, probeer ik altijd dingen te combineren. Zoeken naar nieuwe namen.’ Hij ontdekte dat een achttienjarige spits van tweedeklasser Kyoto Sanga het goed deed. Morana: ‘Kyoto ligt op een uurtje van Osaka en ik ging kijken. Eerlijk: het viel tegen. De match was niet goed en Yuya Kubo was dat evenmin.’

Morana bleef de Japanner wel volgen. ‘Want die jongen had iets dat me fascineerde.’ Toen hij later naar het land terugkeerde, in oktober, raakten ze in gesprek. Morana: ‘Yuya bleek zeer duidelijke ideeën te hebben. Hij toonde doorzettingsvermogen, wilde leren en hij wilde naar Europa. Het kostte enige moeite om hem te overtuigen dat de Zwitserse competitie een goeie keuze was, maar de jongen is intelligent en staat met beide voeten op de grond. Hij komt ook uit een heel normale familie. Hij heeft nog twee zussen, en ik geloof dat de mama huisvrouw is en de papa agent.’

Morana sprak zijn contacten aan en kwam terecht bij Bern. Kaenzig tekende het contract, maar toen Morana in de eerstvolgende transferperiode alles in orde wilde maken, bleek Kaenzig er al niet meer te werken. En de nieuwe sportdirecteur Fredy Bickel… bleek niet op de hoogte. Dominic Wuillemin: ‘Typisch Bern, ze wisten niet eens dat ze rechten hadden op een Japanner.’ Er was die winter zelfs geen plaats meer voor de nieuwkomer. Morana: ‘Afgesproken werd dat hij in de zomer van 2013 zou komen.’

KAGAWA

Negentien was Kubo toen hij in Bern neerstreek. Christoph Spycher, tot 2010 Zwitsers international en sinds september 2016 sportdirecteur bij de Young Boys, was in 2013 zijn ploegmaat. Spycher: ‘De jongen sprak alleen Japans. Toen ik hem na een training naar het hotel terugvoerde, deed ik in de auto een poging tot conversatie. Eerst probeerden we wat Engels, maar dat lukte niet. Duits vervolgens evenmin. Slechte vooruitzichten voor een integratieproces, dacht ik.’

Voetballend was er geen probleem. Kubo bleek supertechnisch en tweevoetig. Spycher: ‘En mentaal was hij sterk. We hebben in de club veel inspanningen gedaan om hem zo goed mogelijk te integreren, maar we moeten eerlijk zijn: op dat vlak heeft Yuya zelf een zeer grote verdienste. Hij leerde zeer snel Duits, ging de andere jonge spelers opzoeken en op het veld kon je goed met hem communiceren.’

Zijn start was zoals die in Gent: fenomenaal. YB had er een nieuwe ster bij. Al snel rolden de aanvragen voor interviews binnen, in die mate dat de club zich in september genoodzaakt zag om een persconferentie te beleggen. Kubo werd er bijgestaan door zijn lerares Duits en antwoordde op de vraag om wat over zichzelf te vertellen: ‘Ik ben Yuya Kubo en ik ben speler van YB.’ Punt.

Die middag leerden de verslaggevers niet veel. Dat hij al eens met de materiaalman was gaan vissen. ‘Had ik nog nooit gedaan.’ En dat voor hem Zwitserland ‘Heidiland’was. ‘Een figuurtje uit een in Japan bekend kinderboek.’ Later zou hij in interviews nog zeggen dat hij in zijn vrije tijd vooral naar Japanse televisie keek en dat hij het liefste de eigen keuken had. Naast de Italiaanse.

Wuillemin: ‘Eerlijk? We verwachtten niet zo heel veel van Kubo. Hij zou wel een investeringsproject zijn, dachten we. Ik geloof dat ze 600.000 euro voor hem betaalden, we dachten dat hij vrij snel weg zou zijn. Maar zijn voorbereiding was heel goed en plots ontstond een hype. Blick gaf hem zijn bijnaam en er werden voortdurend vergelijkingen gemaakt met Shinji Kagawa van Dortmund.’

Met een groepje buitenlandse ploegmaats volgde Kubo twee keer per week Duits, maar verder had hij niemand nodig. Spycher: ‘Morana was hier af en toe, en soms had hij bezoek, maar verder was er niemand bij hem.’ Spycher had andere gevallen gezien. Van 2005 tot 2010 voetbalde hij voor Eintracht Frankfurt. Daar waren Junichi Inamoto en Naohiro Takahara een tijdje ploegmaats. Spycher: ‘Bij hen was het anders: zij haddeneen eigen fysiotherapeut, een begeleider, iemand die met de Japanse media communiceerde, … Die jongens hadden ook een ander statuut, dat waren internationals. Het was voor Yuya ongetwijfeld veel moeilijker maar misschien heeft hij daarom nu betere vooruitzichten om de stap naar een grotere liga te zetten.’

ZWITSERSE CHOCOLADE

Zoals met alle jonge spelers was het vervolg wisselvalliger. Kubo ontwikkelde zich als 9,5, al gebruikte de club hem een paar keer op de flank, om daar eens een ander type te hebben. Spycher: ‘Op zijn verkeerde voet, zodat hij naar binnen kon komen, altijd wel naar de zone waarin een 9,5 normaal opereert.’

Kubo bleek gedisciplineerd, deed verdedigend zijn werk en bewoog zich intelligent tussen de lijnen. Spycher: ‘Na die goeie start kwam er een periode waarin hij zijn spel wat verloor. Binnen de club leefde het gevoel dat hij zich fysiek sterker moest ontwikkelen en daar is hard op gewerkt. In die mate dat hij tijdens de wedstrijden de duels ging opzoeken, om te tonen dat hij sterker was geworden. Dat leidde ertoe dat hij zijn spel uit het oog verloor. Vervolgens is dat teruggekeerd en is hij opnieuw gaan doen waarin hij sterk was.’

Wuillemin: ‘Tegenover de media was hij vriendelijk, na een tijdje deed hij ook zijn interviews in het Duits. Maar wat hij zei, bleef afstandelijk en oppervlakkig. Er vielen niet veel verhalen met hem te rapen. Hij was niet exuberant. Met de derde doelman schoot hij heel goed op, maar hij deed toch vooral zijn ding. Het was niet dat hij de hele tijd met zijn ploegmaats onderweg was.’

Japanse spelers zijn over het algemeen zeer rustig, bevestigt Spycher. ‘Correct, gedisciplineerd, altijd op tijd, taakbewust. Op training geven die jongens altijd alles. Wat vaak een probleem is, is het feit dat ze het zeer moeilijk hebben om iets te zeggen als het eens niet goed loopt. Mentaal, bedoel ik dan. Dan proberen ze dat eerder zelf op te lossen. Er is hier een moment geweest dat Yuya een dip had. Daar met hem over praten bleek heel moeilijk.’ De club werkt met een psycholoog, vooral in de opleiding, maar Kubo zag die man nooit.

Morana, zijn zaakwaarnemer, kadert een en ander: ‘Ik werk nu al met vier, vijf generaties Japanse voetballers en in mijn ogen is Yuya vrij uniek, in die zin dat het een jongen is die mentaal ouder is dan zijn leeftijd. Hij kreeg een zeer strikte opvoeding. Japanners passen zich in Europa beter aan dan Chinezen, is mijn ervaring. Haal een Chinees weg uit zijn omgeving en hij is verloren. Japanners niet.’

Spycher gebruikt zijn ervaringen bij Frankfurt in de begeleiding van spelers bij YB. ‘We hebben hier ook twee jonge spelers uit Venezuela gehad, Josef Martínez zit nu bij Torino en Alexander González bij Huesca in Spanje. Op een veld kan dat soort jongens wat speciaals brengen, maar je moet altijd beseffen dat je een mens binnenhaalt. Een mens die hulp nodig heeft om een leven in een andere cultuur op te bouwen. Ik heb een paar anekdotes met Japanners om dat te illustreren. Takahara was altijd zeer vriendelijk, die had nooit emotionele uitbarstingen. Tenzij die ene keer, in het begin van het seizoen bij Frankfurt. We deden dan altijd een handtekeningensessie voor de fans: twee uur lang drie spelers. Taka zat er samen met mij en nog een ander. Op een gegeven moment naderde het einde van de sessie en stond er nog veel volk. Die raakten wat in paniek, uit vrees dat we zouden vertrekken. Ze kwamen allemaal rond ons staan en werden opdringerig. Plots werd het Taka te veel. Dat kende hij niet in Japan, dat mensen zich niet aan de regels hielden. Hij stond ineens op en ging weg, hij kon er niet meer tegen.

‘Met Inamoto deelde ik de kamer tijdens een stage. Ik had Zwitserse chocolade bij me, legde die in een mandje en zei: ‘Ina, neem maar als je zin hebt, die is voor ons.’ Wel, niet één keer deed hij dat! Maar als ik hem het mandje voor hield en vroeg of hij ook een stukje wilde, zei hij direct: ‘Graag.’ In zijn cultuur kwam het niet eens bij hem op om zelf iets te nemen. Dat is hun cultuur, een ongelooflijk respect voor de medemens. Ze voelen zich verplicht om niemand te storen en te leven volgens regels die voor hen belangrijk zijn. Dat moet je weten als je met hen werkt.’

EGOÏST

Vorige zomer meldde AA Gent zich een eerste keer in Bern. Morana: ‘Ergens in augustus. Te laat.’ Spycher: ‘Er stond Europees nog te veel op het spel. Hem verkopen betekende dat we een nieuwe aanvaller moesten kopen. Dat zou te veel geld kosten.’

In januari kwam er een tweede bod. Binnen het voetbal leefde het idee dat YB budgettair een stapje terug moest zetten, na een nieuwe mislukte aanval op Basel. Spycher: ‘Dat klopt niet, wij zijn een gezonde club, maar het leefde wel. Genoa was hier voor Sékou Sanogo, maar het bod was onvoldoende en wij hebben neen gezegd. Niet dat we geen transfers nodig hebben, de Zwitserse competitie is op dat vlak zoals de Belgische: een opleidingscompetitie. Met dat verschil dat jullie, door het succes van de Belgen in Engeland, makkelijker aan clubs uit de Premier League kunnen verkopen. Wij slagen daar niet in, wij zijn eerder gericht op Duitsland of Italië. Maar het bod moet wel oké zijn.’

Voor Duitsland of Italië woog Kubo te licht. Spycher. ‘Wij waren zeer tevreden over hem, maar voor een volgende stap moest hij nog wat dingen bijwerken. Eén: meer scoren. En twee: in het laatste derde van het veld meer oog hebben voor de ploegmaats. Minder egoïstisch zijn en meer assists geven.’

Dominic Wuillemin kan zich daarin vinden: ‘Hier bleef hij altijd een beetje ‘de kleine’, in de schaduw, hoogtes met laagtes afwisselen. Vaak goed, maar evenzeer had hij wedstrijden waarin je hem niet zag. Het klinkt misschien raar voor jullie, maar hier heeft Kubo de reputatie een Chancentöter, kansenverknoeier, te zijn. Als hij vorig seizoen een beetje efficiënter was geweest, had hij 20 tot 25 keer kunnen scoren. Daarom was het geduld bij de fans een beetje op. Door nu voor Gent de recordtransfer (3,5 miljoen euro, nvdr) te zijn, komt hij volledig in de spotlights. Dat zal hem een ander gevoel geven. Voor mij is Gent een klein stapje vooruit. Enerzijds verrassend, anderzijds clevere carrièreplanning.’

Ligt er zoiets als een plan op tafel? Maurizio Morana, zijn zaakwaarnemer: ‘Zijn droom is de Serie A, de Premier League, La Liga. Het is als makelaar niet moeilijk om je spelers naar daar te transfereren, wel om ze daar te zien presteren. Eerlijk gezegd: aan België dachten we niet. Maar het project van Gent was tegelijk duidelijk en verrassend. Verrassend omdat het grote geld in januari niet zo vaak op tafel komt. Als clubs spenderen, is het meestal in de zomer. Maar AA Gent bleek Yuya zo mogelijk nog beter te kennen dan ik. Misschien is dit niet die stap die men voor hem droomde, maarvoor zijn carrière is het wel een goeie, denken wij. De vraag is nu: kan hij dit niveau van de eerste weken aanhouden? Het interessante komt er nu aan, in die play-offs van jullie.’

DOOR PETER T’KINT IN BERN – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Er is bij ons een moment geweest dat Yuya een dip had. Daar met hem over praten bleek heel moeilijk.’ – CHRISTOPH SPYCHER

‘Het klinkt misschien raar voor jullie, maar hier heeft Kubo de reputatie een kansenverknoeier te zijn.’ – DOMINIC WUILLEMIN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content