Terwijl Club Brugge zich opmaakt voor de titel vecht Jonathan Blondel om de doorbraak : ‘Volgend seizoen wordt het mijne.’

N astja Ceh, het moet een naam zijn die Jonathan Blondel (21) koude rillingen bezorgt. De Sloveen beleeft zo een sterk seizoen dat de beloftevolle Blondel amper aan spelen toe komt… Weer niet. Na zijn schitterend debuut bij Moeskroen, tijdens het seizoen 2001-2002 – de kleine Waal was op dat moment amper 17 jaar oud -, versierde Blondel een lucratieve transfer naar het Engelse Tottenham Hotspur. Hij bleef er twee seizoenen, maar zowel onder Glenn Hoddle als onder David Pleat raakte hij amper bij de A-kern. In die periode kregen we sporadisch enkele alarmerende interviews uit Londen te lezen. Blondel kwijnde weg in de eenzaamheid van het Britse profvoetbal. Met slechts twee officiële wedstrijden in de benen op twee jaar tijd keerde hij terug naar België.

Marc Degryse, pas aangesteld als sportleider van Club Brugge, haalde Blondel midden vorig seizoen naar het Jan Breydelstadion. Joe – zoals hij al snel door zijn nieuwe teammaats werd genoemd – ontpopte zich dankzij zijn combinatie van fighting spirit en technische onderlegdheid in geen tijd tot publiekslieveling (zijn truitje is na dat van Timmy Simons het tweede populairste bij de supporters). Als middenvelder zette hij aan de zijde van Simons en Gaëtan Englebert een sterke terugronde neer. Blondel blonk uit in de laatste acht partijen van het seizoen en Club Brugge greep zo na een ontgoochelende competitiestart alsnog de tweede plaats en het bijhorende ticket voor de Champions League. Choses faites, België herontdekte Blondelleke, een vinnig baasje dat destijds bestempeld werd als een van de grootste talenten dat ons landje herbergde.

Halfweg dit seizoen : Jonathan Blondel speelde amper acht wedstrijden mee tijdens de heenronde. Bijna altijd invalbeurten. “Ik kende nochtans een goede voorbereiding, maar dan liep ik een blessure op en was ik drie tot vier weken out. Met Ceh op het middenveld draaide de ploeg uitstekend, dus was het logisch dat de trainer daar niets aan veranderde”, vertelt Joe. “Op zo een moment moet ik zwijgen. Philippe Clement zat in de heenronde ook vaak op de bank en hij had veel meer reden om te klagen, hé. Het was enigszins geruststellend dat ik naast hem op de bank zat.”

Clement trok toen zijn bek open in de pers, wat coach Trond Sollied maar matig wist te waarderen. Clement kwam nog amper van de bank af. Voor Blondel, die te boek staat als een ongeduldig karakter, reden genoeg om zich koest te houden tijdens die lastige periode als bankzitter ? “Ik zou sowieso nooit reageren zoals Clement deed”, zegt hij. “Als je jong bent, mag je niet te snel naar de pers stappen. Ik ben 21, dan moet je vooral werken op training. Uiteindelijk pluk ik daar nu de vruchten van. Ik ben eigenlijk best tevreden over mijn seizoen, het is leuk én belangrijk dat ik het seizoen als titularis kan beëindigen.”

Titularis, inderdaad, zij het niet op zijn geliefkoosde stek als linkermiddenvelder in de befaamde tridente van Sollied, maar als onvervalste linksbuiten. Een positie waarop hij nu al enkele weken op rij zowel Victor, Bosko Balaban als Manaseh Ishiaku uit de ploeg houdt. Alleen afgelopen vrijdag, op Bergen, verhuisde Blondel dan toch weer naar de bank omdat Solllied de vorkeur gaf aan de balvastheid en de kracht van Ishiaku. Maar met de Noorse trainer weet je nooit. Best mogelijk dat Blondel in de kraker van zondag tegen Anderlecht toch weer van de partij is. Blondel : “Mijn favoriete plaats blijft die van middenvelder, maar het is al een plezier om te mogen starten, eender op welke positie. Als linksbuiten is het anders spelen. Je moet minder meeverdedigen, terwijl ik dat toch geleerd heb in Engeland en eigenlijk moet ik toegeven dat ik dat zelfs graag doe. Nu, als linksbuiten, heb je wel meer vrijheid en kan je je offensief uitleven. Ik krijg er vaak de bal en ik kom geregeld voor doel. Offensivement c’ést plus gaie. Maar voor volgend seizoen ambieer ik opnieuw die stek op het middenveld.” Daar zit je echter met een onaantastbaar trio Simons-Englebert-Ceh. “Ik begrijp wel dat de coach voor die automatismen koos bij het begin van het seizoen. Ceh speelt al vier seizoenen samen met Englebert en Simons”, aldus Blondel.

Het valt trouwens het hele gesprek op dat de nonchalant ogende jongeling met de eeuwige blozende kaakjes zijn woorden wikt en weegt. Duidelijk mediatraining gehad. Elke controversiële uitspraak gaat hij handig uit de weg. De vergelijking met Alin Stoica ? Diplomatisch : “Ik laat vergelijkingen aan de buitenwereld over. Dat is niet mijn taak.” Zijn relatie met Trond Sollied, een koele en zwijgzame Noor, terwijl Blondel altijd aangaf dat hij een trainer nodig heeft die met hem praat ? Afgemeten : “Ach, ik heb eerder in mijn carrière ook Hugo Broos en Glenn Hoddle gehad, dat waren evenmin trainers die veel praatten. Met geen van hen had ik problemen. Dus ook niet met Sollied. Waarom ook ? Er viel niets te zeggen.”

Maar de druk die de Clubsupporters op de schouders legden van Sollied door steevast de naam van Blondel te scanderen, dat deed toch deugd ? “De steun van het publiek dééd deugd, maar je moet jezelf constant in vraag stellen en niet teren op de druk van het publiek”, klinkt het wederom ontwijkend. Het is duidelijk dat de onstuimige jongeling – die we wel nog regelmatig op het veld te zien krijgen, getuige de drie gele kaarten die hij al pakte – zich naast het terrein niet snel meer gek laat maken. Volgens Blondel allemaal te danken aan zijn ervaringen in de Premier League. “Vroeger kon ik tijdens een lastige periode erg geïrriteerd raken en dat liet ik ook merken. Door mijn avontuur in Engeland is dat fel verbeterd, ik neem mijn professionele problemen niet langer mee naar huis. De moeilijkste periode heb ik daar al meegemaakt : als je zo ver weg van huis op je eentje zit, is het niet eenvoudig om positief te blijven. Een mentale beproeving. Maar goed, ik geloof wel dat die ervaring mij in het verdere verloop van mijn carrière zal helpen. Ik kan nu veel meer aan.”

Tottenham beschouwt hij als een afgesloten hoofdstuk. Blondel : “Ik heb geen contact meer met Tottenham. Dat is gedaan. Maar ik ben niet ontgoocheld over de beslissingen die ik tot nu toe in mijn carrière nam. Als ik het allemaal opnieuw zou mogen doen, zou ik net dezelfde keuzes maken. Ik ben in Engeland mentaal en fysiek sterker geworden.” En hij heeft nóg beslissingen genomen. Joe is weer vrijgezel en woont alleen. Hij liet een piercing zetten in zijn linkerwenkbrauw en een tatoeage op zijn linkerbovenarm. “Een tribal“, beantwoordt hij onze vragende blik, “maar je moet er geen betekenis achter zoeken. Ik vind die dingen gewoon mooi en wilde ze al langer laten zetten. Het is geen statement.”

Rest er Blondel enkel nog zijn rijbewijs te halen. Hij lacht eens laconiek : “Inderdaad, nu moet mijn grootvader mij altijd naar de training voeren, ofwel rijd ik met enkele vrienden mee. Maar ik ben bezig met mijn praktische rijlessen, binnen een paar maanden zit ik zelf achter het stuur.” Om volgend seizoen zijn plaatsje naast Nastja Ceh op de parking op te eisen ? “Het is zeker dat ik volgend seizoen blijf. Ik voel aan alles dat het mijn seizoen wordt. Toen ik terugkeerde uit Engeland zocht ik een Belgische topclub, waar kan je dan beter zitten dan in Brugge ? Dit is echt wel een club voor mij. Ik lig nog drie jaar onder contract en ik ben nog helemaal niet van plan om te vertrekken. Vorig jaar won ik met Club de beker, dit jaar waarschijnlijk de titel, het is hier dat ik prijzen pak.”

door Matthias Stockmans

‘Als ik alles opnieuw mocht doen, zou ik net dezelfde keuzes maken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content