Eigenlijk is het onwezenlijk dat een 26-jarige prof die tien maanden daarvoor succesvol debuteerde in de Italiaanse nationale ploeg in de Jupiler Pro League belandt. Bij Anderlecht wil Stefano Okaka sportief weerwraak nemen voor wat hem vorig seizoen overkwam.

Een paar uur nadat Stzefano Okaka op Neerpede zijn hart heeft gelucht, klopt de voormalige voetbalgrootmacht Italië, intussen afgegleden naar een historisch lage zestiende plaats op de FIFA-ranking, het bescheiden Malta met 1-0. Zelf fietst de 26-jarige Italiaan van Nigeriaanse afkomst er diplomatisch omheen tijdens het gesprek, maar stiekem had Okaka toch gehoopt dat hij erbij geweest was, tegen Malta en Bulgarije, nu hij na maanden zonder voetballen stilaan weer zijn niveau vindt. Nog geen jaar geleden debuteerde hij met de Squadra en maakte meteen de winning goal tegen Albanië. Daarna verdween hij uit beeld, al is hij nu weer goed bezig. Maar het is nu eenmaal niet zo vanzelfsprekend dat bondscoach Antonio Conte naar het Westelse Kuipke afzakt om er een speler aan het werk te zien.

Bij Anderlecht verwacht men wel dat Okaka zich met goeie prestaties in de Europa League opnieuw in de belangtelling in Italië voetbalt. Dat zou voor beide partijen een win-winsituatie zijn. Okaka trekt paars-wit in zijn zog mee omhoog, en Anderlecht biedt hem de kans op eerherstel nadat hij een aantal maanden van de voetbalvelden bleef, om redenen waar hij in het volgende gesprek voor het eerst over zal praten.

Herinner je je je allereerste wedstrijd in België nog?

STEFANO OKAKA: ‘Ja, tegen Gent. Of was het Genk? Die twee zijn moeilijk uit mekaar te houden. Ik weet dat we er met AS Roma met 1-7 wonnen, in een heel klein stadion, waar de toeschouwers dicht tegen het veld stonden. Ik maakte de 1-5 of 1-6, ik weet het niet meer, vlak voor het vak van onze fans. Ik zal die goal niet vergeten, het was mijn eerste doelpunt in de Europabeker. Toen floten ze ons uit. Logisch, dat waren we gewend, als grote club op bezoek bij een minder hoog aangeschreven tegenstander. En nu spelen ze Champions League.’

Je bent nog maar 26 jaar, maar Anderlecht is al je tiende club. Hoe komt dat?

OKAKA: ‘AS Roma leende me jaarlijks uit in januari. Dat is de gewoonte bij veel Italiaanse eersteklassers, met jonge talenten. Ik heb veel gereisd, maar de speler die ik nu ben, is niet meer dezelfde als toen ik jong was. Ik heb veel geleerd door al die ervaringen. Bijvoorbeeld dat een transfer in januari niet goed is. Je wordt ineens gedropt in een team en een systeem dat al op punt staat, je kan je niet echt ontwikkelen. Tegen de tijd dat je een beetje geïntegreerd bent, is het tijd om terug te keren naar je oude club.’

Het lijkt moeilijk om in Italië door te breken en echt kansen te krijgen in eerste klasse als je jong bent.

OKAKA: ‘Tegenwoordig valt het al mee, vroeger was het nog moeilijker. De laatste jaren probeert men in eerste klasse wat meer spelers vanuit de eigen opleiding in het eerste elftal te lanceren. Voorheen ging dat moeizamer, misschien ook omdat het niveau hoger lag en het door de concurrentie met ervaren topspelers moeilijker was om je kans te krijgen, en zeker om je plaats te behouden als je al eens een kans kreeg. Dus werd het de normaalste zaak van de wereld dat je als jong talent uitgeleend werd aan een kleinere club om ervaring op te doen. Hier bij Anderlecht zie ik wel jongens van twintig die al twee of drie jaar in het eerste elftal voetballen. Hier lijken niet de barrières te bestaan waar je in Italië als jong talent tegenaan botst. Als je daar toch je kans krijgt, schuiven ze je bij de eerste fout weer opzij. (denkt na) Mensen begrijpen niet dat een speler achttien is, een jongen nog maar. Die zien alleen een voetballer in het truitje van pakweg AS Roma – om van mijn voorbeeld te spreken – en verwachten dat die jongen dezelfde prestatie brengt als van een topspeler van Roma verwacht wordt. Het is moeilijk uit te leggen dat sommige spelers op die leeftijd klaar zijn voor de top terwijl anderen nog in volle ontwikkeling zijn en misschien de helft van de matchen aankunnen, maar niet meer. Dus gaan veel talenten verloren, omdat ze niet om kunnen met die enorme druk. En als ze niet kunnen bevestigen, haken ze na twee of drie wedstrijden bij een topclub af.’

Werd er van jou ook meer verwacht dan je kon brengen op je leeftijd?

OKAKA: ‘Ik was amper zestien toen Roma me haalde en ik meteen mocht spelen. Ik weet dat Francesco Totti ook maar zestien was toen hij debuteerde, maar niet alle talenten van zestien zijn als Totti. Mensen begrijpen niet dat je op je zeventiende goeie met slechte momenten afwisselt. Die denken: dit is AS Roma, hier moet je altijd alles winnen. Ze geven je geen tijd, de club geeft je evenmin tijd.’

KOFFERS PAKKEN

Het lijkt me niet eenvoudig om als jongere om de zes maanden te veranderen van club, van woning, van vriendenkring, van tactisch systeem.

OKAKA: ‘Daar wordt zelden bij stilgestaan. Als je jong bent, stel je jezelf die vraag niet. Je krijgt een nieuw voorstel, je pakt je koffers en je gaat. Pas na een aantal jaren realiseer je je: wat is dit allemaal? Met terugwerkende kracht besefte ik hoe zwaar en weinig vanzelfsprekend het allemaal was, de hele tijd over en weer reizen en opnieuw beginnen. Altijd maar weer je vrienden achterlaten, altijd nieuwe mensen moeten leren kennen, nieuwe tactische systemen aanleren, om zes maanden later te herbeginnen van nul af aan.’

Wat was er positief aan die ervaring?

OKAKA: ‘Dat je leert begrijpen dat het leven op het veld dezelfde normen en waarden hanteert als daarbuiten. Als je anderen respecteert en je ook jezelf respecteert op en naast het veld, zal je niet alleen een goeie speler, maar ook een goed mens worden. Ik heb nooit makkelijke wegen mogen bewandelen, het was altijd moeilijk, maar al die moeilijkheden hebben me wel sterker gemaakt.’

Hoe reageerden je ouders op die keuzes die je als voetballer moest maken of die voor jou gemaakt werden?

OKAKA: ‘Ik ben geboren in een dorpje aan het Trasimeense Meer in Umbrië. Toen ik naar Roma verhuisde, gingen mijn ouders gewoon mee en kregen ze een job bij de club. Toen ik twee jaar later meerderjarig werd, zijn ze teruggegaan naar Perugia. Ik geef toe dat er momenten geweest zijn dat ik het niet meer zag zitten, dat ik dacht: ik ga iets anders doen met mijn leven. Maar die momenten heb ik overwonnen.’

Op wie kon je, behalve je ouders, terugvallen als jong talent als je het naast het veld moeilijk had of verdrietig was?

OKAKA: ‘Als jong talent moet je altijd opletten en voorzichtig zijn. Mensen van wie je denkt dat ze je beste vrienden zijn of dat ze het beste met je voorhebben, kunnen degenen zijn voor wie je het meest moet oppassen, omdat ze je op de verkeerde weg kunnen brengen. Ideaal zou zijn als clubs jonge talenten ook naast het veld een stuk opvoeding zouden meegeven, hen leren wat te doen en wat niet te doen. Ik heb op jonge leeftijd veel stommiteiten uitgehaald, dingen die niet konden. Maar als je een gave of een talent hebt, komt er een kantelmoment waarop je beseft dat je je moet herpakken.’

Wanneer kwam dat moment voor jou?

OKAKA: ‘Redelijk laat, toen ik in 2012 uitgeleend werd aan tweedeklasser La Spezia. Ik werd 24, kwam van Roma en Parma en besefte plots: ik moet iets doen, want op dit niveau wil ik niet verder blijven hangen. Ineens wist ik dat ik vanaf dat moment het beste van mezelf moest geven om opnieuw hogerop te raken. Toen ben ik weer van nul af aan begonnen. Zo’n beslissing laat je je niet aanpraten door iemand anders, zo’n ommekeer moet uit jezelf komen. Je moet vanbinnen iets voelen en bereid zijn een klik te maken. O lavori o lavori. Het is: werken, of nog harder werken. Zo ben ik opnieuw in eerste klasse geraakt, bij Parma en vervolgens bij Sampdoria.’

Daar was Sinisa Mihajlovic, die nu bij Milan zit, je coach. Zijn trainers belangrijk voor de doorbraak van een jonge speler?

OKAKA: ‘Een trainer kan je de weg wijzen, maar uiteindelijk zijn het de spelers die het op het veld moeten doen. Als je daar niet rendeert, zal een trainer je niet opstellen.’

Bij Sampdoria ben je ook international geworden…

OKAKA: (kort) ‘Wat we daar vorig seizoen met de spelers bereikten, en nog extra hadden kunnen bereiken, was fenomenaal. Met een ploeg die voorbestemd leek om tegen de degradatie te vechten, streden we om een plaats in de Europabeker. We hadden zelfs zicht op een Champions Leagueticket, tot iemand – en dan heb ik het niet over de spelers – zich geroepen voelde om de ster te gaan uithangen.’

100 % ITALIAAN

Wat herinner je je van 14 november 2014?

OKAKA: (weer zacht) ‘Mijn eerste selectie met Italië, in mijn eigen stadion in Genua, tegen Albanië, waar ik de winning goal maak.’

Je had ook voor Nigeria kunnen uitkomen, het land waar je ouders vandaan komen. Maar die uitnodigingen legde je naast je neer.

OKAKA: ‘Voor mij was de keuze snel gemaakt. Als voetballer ben ik opgegroeid in Italië, het land waar ik geboren ben. Het had me moeilijk geleken om te kiezen voor een land waarvan ik de taal niet sprak en waarvan ik de culturele gewoontes niet kende. Uiteindelijk ben ik ooit één keer in Nigeria geweest, toen ik een jaar of twee was. Natuurlijk zouden mijn ouders het fijn gevonden hebben als ik voor hun land was uitgekomen, maar ze lieten mij de keuze. En ze waren heel trots en emotioneel die avond toen ik voor Italië speelde.’

Je bent pas op je achttiende Italiaan geworden.

OKAKA: ‘Dat is daar zo. Tot je achttiende heb je als kind van vreemde ouders eigenlijk geen nationaliteit, en op je achttiende moet je kiezen.’

Toen jij opgeroepen werd, kwam in Italië een discussie op gang die we in België al eerder meemaakten: wie hoort in de nationale ploeg? In welke mate stel je die open voor spelers van vreemde komaf?

OKAKA: ‘Mijn antwoord is simpel: ik ben geboren en opgegroeid in Italië en voel me voor honderd procent Italiaan. Mocht ik er als profvoetballer in de nationale ploeg geraakt zijn omdat ik een grootvader had die Italiaan was, dan was het anders geweest.’

Het leek voor jou een fantastisch jaar te worden: je voetbalde in een goeie ploeg en verkreeg een eerste selectie met de Squadra Azzurra, waarin je meteen de winning goal maakte. Vervolgens kom je niet meer aan spelen toe en verdwijn je ook bij de nationale ploeg, die toch met een spitsenprobleem kampt, helemaal uit beeld. Hoe kan dat?

OKAKA: (kort) ‘Dat moet je aan anderen vragen.’

FACEBOOK

Het blijft toch vreemd dat een speler die succesvol debuteert bij de nationale ploeg nog geen jaar later plots in België voetbalt.

OKAKA: ‘Als je problemen krijgt omdat je in je club te maken hebt met onbekwame mensen die niets van voetbal kennen en je in moeilijkheden brengen door stommiteiten te vertellen die door anderen opgepikt worden, kan dat. Dan heb ik het over bepaalde mensen bij Sampdoria…

(denkt even na) ‘Ik ga het toch maar vertellen. Schrijf maar op. In januari belandde ik van Parma bij Sampdoria, ook al wilde de sportief directeur me eigenlijk niet. Ik kwam enkel op aandringen van de toenmalige trainer, Sinisa Mihajlovic. De sportief directeur verdedigde zich door te zeggen dat hij zich voor zijn negatieve oordeel baseerde op de negatieve berichten die hij over mij op Facebook had gelezen. Op Facebook! Dus ben ik keihard beginnen te werken, en werkte me zo in de ploeg, waar ik het fantastisch deed. Niemand heeft me iets cadeau gegeven. Tot ik op een dag in april bij de directie geroepen word, samen met een andere speler. Die krijgt te horen dat hij fantastisch bezig is en dat hij een verbeterde aanbieding krijgt. Mij zeggen ze: jij bent ook goed bezig, maar het nieuwe contract dat we je geven zal lager zijn dan wat je nu hebt. Toen ben ik nog harder gaan werken, en nog beter gaan voetballen, met die nationale selectie tot gevolg. Toen riep de voorzitter (de excentrieke filmproducer, Massimo Ferrero, die in juni 2014 Sampdoria overnam, nvdr) me bij zich. Hij feliciteerde me en beloofde dat ik een nieuw contract kon krijgen… aan dezelfde voorwaarden. Toen was het voor mij over. Weet je: had men me bij Sampdoria een iets beter contract voorgesteld, ik had blind getekend, want ik voelde me er uitstekend. Ik vroeg ook niets. Maar nu vond ik dat ze me niet respecteerden. Ik bedoel: ik speel de pannen van het dak, en men biedt me geen beter contract aan, terwijl anderen daar minder goed speelden maar wel anderhalf miljoen euro per jaar opstreken.’

En toen?

OKAKA: ‘Toen dreigden ze me af: ‘Als je niet tekent, maken we je af in de pers en zorgen ervoor dat je niet meer aan voetballen toekomt. We breken je carrière.’ Dus speelde ik niet meer. De club vertelde aan de pers dat ik te veel geld vroeg voor een nieuw contract. Ik moest weg, terwijl ik de voorzitter niets misdaan had. Integendeel: ik had niets gevraagd, en zijn club alleen maar goeie dingen bijgebracht. Maar ik zat muurvast, en ik had een oplossing nodig. De aanbieding van Anderlecht kwam dus erg gelegen: een nieuwe start maken bij een gerenommeerde club in het buitenland. Aan de competitie dacht ik niet, alleen aan een nieuwe kans en het feit dat dat bij een grote club kon.’

Terwijl je in januari nog naar Milan had gekund.

OKAKA: ‘Dat klopt, maar dat is toen niet doorgegaan.’

Met alle respect: het moet toch moeilijk zijn om na het Olympisch Stadion in Rome en San Siro plots in het Kuipke bij Westerlo en uit in Oostende te gaan voetballen?

OKAKA: ‘Ook hier gaat het om dezelfde uitdagingen: hard werken, winnen en goals maken.’

Wat frappeert je in de Jupiler Pro League het meest, afgezien van het kwaliteitsverschil, in vergelijking met de Serie A?

OKAKA: ‘Het spelritme. Dat ligt in Italië heel hoog, en het gaat er veel harder aan toe. Maar ik had het eerlijk gezegd gemakkelijker verwacht hier. Dit is best een sterke en fysiek veeleisende competitie.’

Wanneer zal je seizoen geslaagd zijn?

OKAKA: ‘Als we kampioen worden, en als er nog iets gebeurt dat ik liever voor mezelf houd.’

Je bedoelt: een nieuwe selectie bij de nationale ploeg?

OKAKA: ‘Dat blijft een droom. Maar het enige wat ik kan doen, is hard werken. Als de bondscoach op een dag besluit dat hij me nodig heeft, omdat hij meent dat ik de ploeg wat kan bijbrengen, sta ik klaar.’ ?

DOOR GEERT FOUTRÉ – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Ik had een oplossing nodig. En Anderlecht bood me die.’ STEFANO OKAKA

‘Toen ik in de Italiaanse tweede klasse speelde, besefte ik plots: ik moet iets doen.’ STEFANO OKAKA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content