EEN KWESTIE VAN KWALITEIT

© BELGAIMAGE

In uitwedstrijden bij RE Mouscron en Kopenhagen kan Club Brugge zijn complexen van zich afschudden. Vraag is alleen: is daar voldoende kwaliteit voor?

Wat is er aan de hand met Club Brugge? Een gemiste start in de competitie, een gemiste start Europees. Een gebrek aan mentaliteit, of een gebrek aan kwaliteit? Te veel bezig geweest, de voorbije zomer, met het behouden van alle talent, en vergeten dat stilstaan achteruitgaan is? Of is de chemie tussen trainer en groep uitgewerkt en heeft die het moeilijk om zich op te laden voor een druk najaar? Allemaal vragen waar de ontgoochelde fan mee zat.

De feiten: we zijn half september en de kampioen heeft al vier keer verloren: drie keer in een uitwedstrijd in competitie, één keer Europees voor eigen volk.

Verrassend hoeft dat niet te zijn. Vorig seizoen verloor Club Brugge in de competitie acht (!) van zijn vijftien uitwedstrijden in de reguliere competitie. Een negende, bij Charleroi, eindigde gelijk. In de play-offs verloor het op verplaatsing twee op de vijf keer (de andere drie wedstrijden won het wel), Europees drie op de vijf keer. De twee andere Europese wedstrijden eindigden gelijk. Dat is, qua balans weg van het eigen Jan Breydel, ruim onvoldoende. Die trend wordt dit seizoen gewoon doorgetrokken.

Ook de thuisnederlaag tegen Leicester City past in een trend. Europese gasten op Jan Breydel waren vorig seizoen Panathinaikos, Manchester United, Napoli, Legia Warschau en FC Midtjylland. De Grieken en de Polen verloren, maar de rest kwam winnen. Napoli, met de B-ploeg in een leeg stadion (0-1), United en de Denen comfortabel met 0-4 en 1-3. De vesting die het eigen stadion in de Jupiler Pro League was (alleen Anderlecht kwam er winnen), was Europees ook maar een kaartenhuisje.

Hoe anders was het in 2014/15, het eerste Europese seizoen van Michel Preud’homme. Europees drong Club toen door tot in de kwartfinales van de Europa League. In zestien Europese wedstrijden werd maar één keer verloren: uit bij Dnjepr. Uit werd daarnaast slechts één keer gelijkgespeeld, bij Torino (0-0). Alle andere uitwedstrijden, ook in het Kopenhagen dat Club volgende week dinsdag treft, werden gewonnen, zes keer in totaal. Thuis werd toen drie keer gelijkgespeeld en vijf keer gewonnen.

Vergelijken we dan even met de competitie van toen, dan zien we daar hetzelfde patroon: in de reguliere competitie werd uit maar drie keer verloren: in Gent, Kortrijk en Mechelen. Vijf andere wedstrijden eindigden gelijk. Pas in de play-offs kraakte Club ook op verplaatsing, drie nederlagen in vijf wedstrijden. Oververmoeid na een lang seizoen was toen een (logische) conclusie.

DEFENSIEF VERVAL

Dat zijn de feiten, nu het waarom. Ligt het aan de aanval, de verdediging, zijn het de tegenstanders? Of ligt het aan de eigen kwaliteit, zowel defensief als offensief? Europees kan je verwijzen naar de tegenstand. Napoli, top in Italië, Manchester United en Leicester City, beiden top in Engeland: dat is andere koek dan wat in de herfst van 2014 of de lente van 2015 het pad van Club kruiste: Helsinki, Brøndby, Aalborg, Torino of zelfs Besiktas.

In 2014 stonden in de verdediging Matt Ryan, Thomas Meunier en Oscar Duarte. De doelman zit inmiddels, weliswaar op de bank, bij Valencia, de ander voetbalt met mondjesmaat bij PSG en mag zich rechtsachter van de Rode Duivels noemen, terwijl de Costa Ricaan een vaste waarde is bij Espanyol én in zijn nationale ploeg. Hun opvolgers? Twee spelers die werden doorgestuurd door Ajax, de voorbije jaren toch ook geen Europese referentie meer, al heeft met name Stefano Denswil (23) nog veel potentieel. En bij de doelmannen werden de titularissen van de herfst van vorig seizoen (SinanBolat en Sébastien Bruzzese) opzijgeschoven en vecht Ludovic Butelle met een zware vertrouwenscrisis. Aan de top komen in een grote club is één, er blijven nog wat anders. Wil hij het te goed doen en forceert hij dan de boel, of zit de timing bij het uitkomen gewoon tijdelijk niet goed? Of is het qua timing en coördinatie een zaak van kwaliteit en botst Butelle op zijn limieten?

Kortom: qua defensieve organisatie is het wellicht een combinatie van iets minder kwaliteit gekoppeld aan – Europees dan toch – sterkere tegenstand. Dat kan je ook afleiden uit de statistieken van het aantal tegengoals. In 2014 pakte Club Europees in 8 wedstrijden op verplaatsing maar 4 goals en thuiswedstrijden inbegrepen maar 7 goals in 16 matchen. Vorig seizoen waren dat 12 goals in 5 uitmatchen en thuiswedstrijden inbegrepen 20 in 10 matchen. En dit seizoen al direct drie. In de competitie is het verval minder significant. In het seizoen 2014/15 was het aantal tegengoals in de reguliere competitie bij uitwedstrijden 17. Vorig seizoen bedroeg dat 21, dit seizoen zitten we na drie uitwedstrijden al aan 4.

OFFENSIEVE LEEMTE

Hoe zit het met de offensieve cijfers in uitwedstrijden? Kijken we opnieuw naar 2014/15: Europees scoorde Club toen 17 keer op verplaatsing. Vorig seizoen was dat 5. In 2014/15 scoorde Club in de reguliere competitie 33 keer op verplaatsing, vorig seizoen was dat 22 keer, dit seizoen in3 matchen 1 keer.

Is het daar een zaak van vertrekkers? Ook. Bij de potentiële aangevers is Víctor Vázquez er niet meer. Omstreden (net als Duarte) maar met een voet in doelpunten. In 2014/15 op verplaatsing goed voor 7 assists en 2 goals in de reguliere competitie en op verplaatsing Europees maker van 2 doelpunten. Vorig seizoen, toen hij er nog een half jaar was, al niet meer in de uitstatistieken, tenzij in de kwalificaties voor de Champions League, met een ‘assist’ op Old Trafford bij de owngoal van Michael Carrick.

Sinds het vertrek van de Spanjaard is (de nu wat onder vuur liggende) Hans Vanaken de ‘spelmaker’. Hoe presteert hij op verplaatsing? Europees vorig seizoen was er 1 assist, in de reguliere competitie ook 1. Scoren deed hij wel op verplaatsing, 4 keer. In de play-offs kwamen daar nog 2 goals (in Gent) bovenop. Geen assists uit. Dit seizoen kwamen er2 assists in Mechelen en maakte hij de goal op Kortrijk.

Misschien komt Club in de aanval wel de nodige kwaliteit te kort en nijpt dat vooral op verplaatsing. Een opvolger voor Carlos Bacca (in de zomer van 2013 naar Sevilla vertrokken nadat hij in 54 matchen 31 keer scoorde) heeft Club nog steeds niet. Het had hem even in huis, Tom De Sutter scoorde voor Club in 89 wedstrijden 31 keer, waarvan 12 keer buitenshuis, maar deed hem in augustus 2015 weg, na tegenvallende play-offs. Het bewijs: zowel in Oostende, Kortrijk als op Beveren was het wapen in de slotfase Björn Engels in de spits gooien. Of hoe een noodoplossing bijna een vast aanvalsplan werd.

Abdoulay Diaby, JelleVossen, Wesley, en eerder Leandro Pereira, Nicolás Castillo en Obbi Oulare, naast De Sutter: dat zijn, sinds het vertrek van Bacca de centrumspitsen (geweest). Hoe deden zij het in uitwedstrijden? De Sutter goed: 12 goals. Maar de rest… Pereira scoorde nooit voor Club. Wesley, 19 pas en vaak geblesseerd, uit evenmin. Castillo deed het 5 keer, Oulare maakte er 2, Vossen 6 en Diaby 2. Dat laatste is opvallend. De Malinees was vorig seizoen met 20 goals in 53 wedstrijden (beker inbegrepen) de beste schutter van blauw-zwart, maar Europees en in de competitie maakte hij van zijn 16 goals er maar 2 buitenshuis.

Daar nijpt dus het schoentje, zeker als schaduwschutters JoséIzquierdo en/of Lior Refaelov er niet zijn. Preud’homme vindt, sinds het vertrek van De Sutter, buitenshuis geen manier om zijn centrumspits aan het scoren te krijgen. Koppel dat aan minder kwaliteit achterin en je krijgt dit verhaal.

DOOR PETER T’KINT – FOTO BELGAIMAGE

Een opvolger voor Carlos Bacca heeft Club nog steeds niet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content