Een gelukkige speling van het lot laat het lange en harde tennisseizoen starten in een van de aangenaamste toernooiomgevingen van het circuit. Melbourne, en bij uitbreiding heel Australië, staat gekend om zijn relaxte sfeer en het zonnige kader. Die sfeer slaat automatisch over op tennissers, begeleiders, pers en personeel. De vaak ijzige competitiviteit, druk en drukte van een grandslamtoernooi worden ontdooid door het vlotte vakantiegevoel Down Under. De dagtrip naar ginds blijft een heel karwei, het verblijf zorgt evenwel voor de beloning. De Australian Open heeft zich in de spelershoofden dan ook opgewerkt van een verplicht nummer tot een niet te missen afspraak.

Ooit was het anders. Tot 1988 werd de Australian Open in december, aan het eind van het seizoen dus, op de Kooyong Lawn Tennis Club gespeeld. De verre reis, de problematische datum, de matige infrastructuur en het door de kurkdroge omstandigheden vaak al na één week kapot gespeelde gras waren geen troeven om én het publiek én het tennislegertje gemotiveerd te krijgen. Heel veel toppers lieten het toernooi links liggen : Björn Borg en Jimmy Connors kwamen amper twee keer naar Australië, Chris Evert en John McEnroe zes keer in hun lange carrières. In 1988 gooiden de organisatoren het over een andere boeg. Weg met het oubollige Kooyong, weg met het traditionele gras en één jaar daarvoor was ook al de moeilijke datum opgedoekt. In de plaats kwam het moderne Flinders Park, nu Melbourne Park, met zijn ondergrond van rebound ace aan de boorden van de Yarra River. Het bleek een succes. Negentig procent meer toeschouwers in ’89 en een deelnemersveld dat per seizoen vollediger werd.

De organisatoren lieten traditie nu helemaal achter zich en staken een hand uit naar de toekomst. Als eerste van de vier grandslamtoernooien werd een centre court, de Rod Laver Arena, met een uitschuifbaar dak geopend. In 2001 omhelsden ze ook als eersten het gegeven van de stadionsponsoring : de Vodafone Arena met 10.000 zitjes en een uitschuifbaar dak zag het licht. De laatste twee jaar ten slotte mikt de Australian Open resoluut op de Aziatische markt. En niet voor niks : zomaar eventjes 41 procent van alle televisiebeelden worden versast naar de nog min of meer braakliggende tennislanden rondom.

Maar dat alles maakt natuurlijk de rekening van de speler niet. Die voelt zich vooral aangesproken door de Australische manier van leven, het gevoel van ruimte, de mooie en functionele infrastructuur, de nabijgelegen hotels, het pittoreske Melbourne en het enthousiaste maar niet te opdringerige publiek. Al van in het begin maakten die kleurrijke fans deel uit van de charme van de Australian Open. Vooral Zweden, Aussies en Nederlanders zorgden voor een stemmig decor. De laatste jaren worden toeschouwers zelfs aangepord verkleed naar Melbourne Park af te zakken, wat het vakantiesfeertje nog wat opvijzelt.

De rebound ace was voor de meeste tennissers wel wat aanpassen. Een soort van verende rubberlaag die het midden hield tussen een trage gravelbaan en het snellere hardcourt. De hoogopspringende bal laat de gravelliefhebbers toe met veel topspin te werken, het doorschietend slice-effect en de warme weersomstandigheden geven de meer aanvallend ingestelde spelers een troef in handen. Grootste probleem blijft echter het blessurerisico. Bij hoge temperaturen wordt het rubber werkelijk kleverig, wat heel wat enkel- en knieverdraaiingen tot gevolg heeft.

De Australian Open viert dit jaar zijn honderdjarig bestaan. Sinds 1905 heeft het toernooi een lange weg afgelegd. Qua traditie, eer, uitstraling en mondiale invloed staat het waarschijnlijk nog steeds achteraan in het rijtje van de vier grandslamtoernooien. Maar doe eens een rondvraag in het circuit over waar de spelers het liefst vertoeven. Negen op tien willen in het begin van het jaar die ” Cheers, mate” horen.

door Filip Dewulf

Met zijn defensieve speltype lijkt de eerste plaats op de wereldranglijst onbereikbaar voor Lleyton Hewitt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content