Standard heeft vrijdag Genk de baard niet afgedaan, dus ook de Snor staat er nog.

Een JamesDean heeft hij nooit willen zijn, want SefVergoossen is er de man niet naar om spelers te choqueren om ze in hun prestaties vooruit te jagen. Overleg is meer het pad dat zijn visie bewandelt. Of zoals hij het zelf ooit verwoordde : “Wat ik wil, is spelers gewoon zoveel mogelijk handvaten aanreiken.” Voorwaar een nobel streven. Maar de Snor, zoals Vergoossen door de chatters op het Genkse forum wordt genoemd, de Snor moest toch weg, vond een deel van de supporters vorige week.

Want hoewel Genk de terugronde een nieuw seizoen met voorkennis noemde in een poging de spons over het verleden te halen, dook na twee verloren uitwedstrijden op de tribunes nieuw ongenoegen op. Slap spel op Moeskroen lag aan de basis van het beklag, dat ook al weerklonk na de bekeruitschakeling tegen Heusden-Zolder. Te weinig heeft het Fenixstadion dit seizoen een strijdlustige ploeg te zien gekregen en al helemaal te weinig wie Genk ook buitenshuis aan het werk zag : 23 tegendoelpunten op verplaatsing, alleen zusterclub Heusden-Zolder deed slechter dan dat dieptepunt.

Niet geheel toevallig bracht Vergoossen daarom de grotere rijpheid van Standard onder de aandacht als het om het maken van overtredingen ging. Reden waarom hij overigens na een paar herhaalde nalatigheden van scheidsrechter DeBleeckere ostentatief tot óp het veld liep. Terecht, dat wel, maar evenzeer opmerkelijk. Of wou hij en passant de supporters gewoon ook wat vuur laten zien ? In elk geval klonk hij na afloop al minder geagiteerd. “Zo boos was ik nu ook weer niet. Voor dit soort grote en belangrijke wedstrijden kiezen ze niet voor niets dit type scheidsrechter, maar dan moet hij sommige fasen wel fluiten. In de kritieke momenten waarop we vijf, zes keer door hadden kunnen breken op links, toonde Standard gewoon meer ervaring.”

Aan de voorbereiding op de competitie begon Genk om uiteenlopende redenen zonder Mokoena, Seyfo, Beslija, Chatelle, Vandenbergh, Zokora en Daerden. Maar meer nog dan dat bleek het vertrek van Dagano, Sonck en Skoko het elftal parten te spelen. Weg waren plots de tempoversnellingen, wachten bleef het op een slinkse steekpass of een verrassende actie. Twee speeldagen ver al was de competitie voor met TheoJanssen een alternatief in het middenveld stond. Maar veel meer dan alternatief en in het middenveld staand, is hij helaas ook niet gebleken.

Veel zorgwekkender dan wat supportersongenoegen is dan ook het probleem dat nog altijd op het middenveld gaapt, want ook het surplus van GertClaessens‘ inbreng û Genk bond hem als tweeëndertigjarige voor drie en een half seizoen aan zich û laat nog op zich wachten. Waardoor BerndThijs, die het alleen ook allemaal niet belopen krijgt, als kapitein niet toevallig een van de meest geviseerde spelers werd.

Assistent-trainer JosDaerden : “De indruk dat we niet agressief genoeg speelden, heeft met kwaliteiten van spelers te maken, waardoor we te weinig druk op de tegenstander konden zetten. Dus ik wil zeker geen kritiek geven op sommige jongens. Bernd en Gert kunnen veel betekenen als we voorin die drang naar voren maar hebben. Want die druk naar voren is eigenlijk wel altijd onze sterkte geweest. Thomas(Chatelle, nvdr), zoals de trainer het mooi verwoordde, kon daarom in z’n onrust een troef voor ons zijn : er moest tegen Standard een vonk overspringen. Willen wij het spel dat ons past blijven spelen, dan zal het op deze manier moeten. Want we zijn nu veroordeeld om altijd voor de drie punten te gaan.”

Thomas Chatelle dus bleek eens te meer de troef die Genk in handen had. Eens te meer, want in de heenronde tegen Sint-Truiden was hij dat ook al geweest. “We proberen voetbal te brengen dat de supporters aanspreekt, maar misschien is de conclusie wel dat deze groep niet zover staat”, poneerde Vergoossen destijds om zijn belangrijkste tactische ingreep te motiveren. Vier wedstrijden speelde Genk niet in de vertrouwde 4-4-2, maar in een 4-5-1. Dat moest de ploeg in staat stellen Theo Janssens statigheid op te vangen en de ruimtes op het middenveld belopen te krijgen. Maar het leverde de ploeg amper een 4 op 12 op.

Het weerhield de trainer er niet van om tegen Standard opnieuw naar een ander systeem te grijpen, zij het met Chatelle niet alleen achter, maar ook naast de spits, dit keer Roussel in plaats van Kpaka. Gewonnen werd er niet, wel 1-1 gelijkgespeeld, zwak gepasst (de opbouw van achteren uit was mede door het ontbreken van Roumani en Mokoena bijwijlen dramatisch) en vooral gestreden. “Ik ben ontgoocheld over de uitslag”, zei de voorzitter achteraf, ” maar niet over de prestaties van de jongens of de opstelling die de trainer zelf bepaald heeft.”

Niet dat over dat laatste twijfel zou kunnen bestaan ; wel had Sef Vergoossen een en ander op de maandag na Moeskroen ter discussie op tafel gelegd in de sportieve commissie, waarin met PaulTheunis een ex-trainer zit. “Praten doen we elke maandag,” zegt Vergoossen, “vanuit de intentie om dingen beter te maken. Want met Paul Theunis en PaulHeylen hebben we daar natuurlijk ook geen achterlijken zitten. Ik heb aangegeven dat we in het centrum diepgang misten, waardoor we met de rest van de ploeg te veel energie in het creëren van die diepgang moeten steken. Als het altijd ondersteund moet worden door de buitenspelers om Cédric als targetman uit te spelen, heb je ook centraal iemand nodig die achter én tussen de linies kon komen. Paul opstellen zou zich tegen hem hebben kunnen keren, Kevin(Vandenbergh, nvdr) is meer iemand die ín de bal speelt, dus kies je voor Thomas, ook omdat je met Mirsad(Beslija, nvdr) een alternatief op rechts hebt. Bovendien speelden we met Wesley ook zo : die dook ook links en rechts op en tussen de lijnen.”

Niet meer dan een lapmiddel om het middenveld te compenseren is het. Vergoossen : “Gert moet nog groeien, maar ik ben absoluut niet ontevreden over hem. Want als je het hebt over balans in het elftal dan zie je dat hij door de juiste overtreding te maken of door achter iemand te komen heel nuttig kan zijn. Alleen naar voren toe moet het nog iets meer worden, al zag je met een schot net naast doel dat hij er soms plots wel staat.”

In Genk, waar men zich vragen stelt bij het aanblijven van de mental coach en het oortje van JanMoons – dat de doelman tegen Standard overigens niet in had : het contactpunt bleek gebroken en een nieuw exemplaar was in bestelling -, blijven dus de kopzorgen. Na afgelopen weekend is een Europese eindrangschikking weer wat moeilijker bereikbaar geworden. Wat Vergoossen overigens op de tiende speeldag al had aangegeven : “Genk staat boven zijn waarde geklasseerd”, besloot hij na de nederlaag in La Louvière. Genk stond toen tweede. Ook nu valt de Nederlander moeilijk te betrappen op een uitspraak dat zijn ploeg kwaliteit genoeg heeft om Europees voetbal te halen.

Twaalf speeldagen resten de spelersgroep nog om de overwinningsdrang weer in zichzelf te vinden. Anders zullen de Europese ambities veeleer a cause without a rebel lijken. En zullen ze in Genk onder druk van hun supporters concluderen een trainer te hebben die zijn vak beheerst, maar nooit keet schopt om de boel op te koteren. Tot hun eigen schaamte. “Want dat deze trainer ter discussie zou staan, daar kan geen sprake van zijn”, concludeerde JosVaessen na de wedstrijd. “Mijn vertrouwen in hem is zo groot, dat ik hoop dat we het seizoen samen uit kunnen doen.”

door Raoul De Groote

‘We zijn veroordeeld om altijd voor de drie punten te gaan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content