Maandag is hij een van de favorieten om de Gouden Bal te winnen, maar eigenlijk vindt Cristiano Ronaldo dat die prijs hem elk jaar toekomt. Misplaatste arrogantie of gezond zelfbewustzijn? Op zoek naar de mens achter de façade.

Als het is om kwaad te spreken over Ronaldo, mogen jullie direct oprotten.” Nelson Rebolo zit op het met golfplaten overdekte terras van zijn biljartcafé Quinta do Falcão in de wijk Santo Antonio en hij is bepaald niet op zijn mond gevallen. Hij houdt niet van Maradona (“een verslaafde en een valsspeler”) en heeft respect voor Thierry Henry (“een zeer grote spits”), maar niet zoveel als voor de voetballer die in deze wijk van Funchal is opgegroeid. Slechts vier kilometers liggen tussen Santo Antonio en het welgestelde centrum van de hoofdstad van het eiland Madeira. Maar zelfs al is straatverlichting hier een luxe en zijn de bussen er zelden op tijd, toch heeft deze plaats niets van de miserabele omgeving die vaak ter sprake komt als het gaat over de jeugd van de zoon van Dinis en Maria Dolores Aveiro. “De Engelse kranten schreven dat Cristiano uit een van de armste wijken van het eiland kwam”, gaat Nelson tekeer. “Een jochie dat vanuit het niets de top bereikt, dat klinkt natuurlijk beter. Maar zo slecht is het leven hier nu ook weer niet. En zijn familie was er ook niet berooid aan toe – laat ons zeggen: lage middenklasse.”

Nelson Rebolo heeft niets liever dan dat de wereld zijn Cristiano leert kennen. Diegene die niet tegen zijn verlies kan aan de biljarttafel, degene die hem voorstelde om na de aardverschuiving in 2010 de werken in zijn bar voor zijn rekening te nemen. (“Uiteindelijk heeft de stad alles bekostigd maar Cristiano heeft me onmiddellijk gebeld om me zijn hulp aan te bieden.”) Kortom, de Ronaldo die niet veel mensen kennen. En wiens fout is dat? Nelson heeft wel enkele schuldigen in gedachten, maar zijn nummer een is toch een klein ventje uit Argentinië. “De mensen zeggen dat Messi vriendelijk is en Cristiano arrogant. Maar wie heeft na een match tegen Granada aan de veiligheidsdiensten gevraagd om een kind te verwijderen dat om zijn truitje vroeg? Messi, niet Cristiano.”

In de film is het Messi die de rol van onschuldig genie toegewezen kreeg en Ronaldo die van jaloerse rivaal. Het is Mozart tegen Salieri. Een Salieri met een indrukwekkend sixpack, een nieuw contract van 21 miljoen euro per jaar en een Russische mannequin in zijn bed, maar toch: een Salieri. En dat was niet echt voorzien in het scenario dat de Portugees voor zichzelf uitgestippeld had…

Huilbuien en dijspieren

Alles begint nochtans onder een vrij goed gesternte. Cristiano komt ter wereld in een voetbalfamilie. Vader Dinis is zowel tuinman als bestuurder/manusje-van-alles bij amateurclubje Andorinha – Portugees voor ‘zwaluw’. Heel de familie is in de ban van het ploegje, inclusief mama Maria Dolores, kok van opleiding. Het hoeft dus niet te verwonderen dat de eerste trucjes van de kleine Cristiano te bewonderen zijn op het veld van Andorinha. Vaak leiden zijn dribbels echter tot niets, want de zwaluwen laten zich geregeld pluimen. Cristiano heeft het daar moeilijk mee. Hij speelt dan zelfs liever niet. “Ik herinner me die keer dat ik besliste niet mee te doen omdat ik op voorhand wist dat we met 15-0 gingen verliezen”, vertelt de speler. Zijn vader moet hem uit zijn kamer sleuren en hij legt hem uit dat een Aveiro nooit opgeeft. De kleine onthoudt de les. Aan die jaren in de club van zijn vader heeft Cristiano een ongelooflijke afkeer voor verliezen overgehouden. Bij een nederlaag kan hij meestal zijn tranen niet bedwingen. Pedro Telhinhas, een van zijn trainers bij Nacional, kan zich de huilbuien van de jongen nog goed voor de geest halen: “Of het nu op training was of in een match, hij kon simpelweg niet tegen zijn verlies. Als hij verloor, weende hij.” De wereld is er ook getuige van hoe hij in snikken uitbarst na de verloren finale tegen Griekenland op het EK 2004 in Portugal.

Op nauwelijks tienjarige leeftijd doet Andorinha hem van de hand aan Nacional voor 500 euro en een paar versleten uitrustingen. Maar Cristiano is een ambitieuze werker, die zweert bij trainen. Of het nu bij Sporting, Manchester of Real is, de anekdotes zijn altijd dezelfde: hij is vroeg op de club, vertrekt laat en traint thuis verder. De Fransman David Bellion, die op hetzelfde moment als de Portugees in 2003 bij Manchester United belandt, heeft dat snel in de gaten: “’s Morgensvroeg zat hij al in de gym, om spieroefeningen te doen. En na de training bleef hij nog een uur helemaal alleen op het veld, om nieuwe dribbels in te studeren. Hij dwong respect af door de arbeid die hij verrichtte.”

“Hij is de grootste werker die ik ooit getraind heb”, bevestigt Mike Clegg, van 2000 tot 2011 verantwoordelijke voor het spierontwikkelingsprogramma van United. “Zijn leven staat volledig in het teken van voetbal. Hij had een chef in dienst genomen om er zeker van te zijn dat hij altijd de juiste dingen at. Ook vroeg hij een huis mét zwembad. Niet om zich te amuseren. Elke dag was hij er al voor de training begon. Eerst deed hij een spierversterkingssessie, dan een sessie om de spieren te activeren, en daarna ging hij trainen. Na de training kwam hij terug om nog aan zijn dijspieren te werken. Vervolgens reed hij naar huis, at, legde zich te rusten en ging zwemmen. Om te recupereren en om zijn lichaam verder te verstevigen. Vijf jaar lang leefde hij zo. Naar het schijnt heb je 10.000 uren oefening nodig om heel goed te worden in een discipline, of het nu schilderen, piano spelen of voetballen is. Cristiano heeft dat aantal uren al lang overschreden. Bij Manchester United trainde er niemand zo hard als hij.”

Drie Ferrari’s

Cristiano Ronaldo is in zekere zin exact het tegenovergestelde van Lionel Messi. Terwijl de Argentijn liever een wedstrijd speelt en alle vertrouwen stelt in zijn aangeboren talenten, heeft zijn rivaal zijn leven gewijd aan het maximaliseren van zijn overigens ook niet verwaarloosbare beginkapitaal. Met die stelling is Jorge Valdano, Argentijn maar ook ex-sportief directeur van Real Madrid, het eens: “Messi is een superieur talent. Maar als het over waarden gaat, is Cristiano een monument in het voetbal. Hij is een perfectionist, een groot voorbeeld. Hij staat bij niemand in het krijt. Al heel snel heeft hij het ouderlijke nest verlaten, en daarna heeft hij zichzelf gemaakt.”

Valdano heeft het dan over een cruciale passage in het levensverhaal van Ronaldo: de exodus naar Lissabon. Een twaalfjarige die op een voor hem onbekend continent op twee uur vliegen van het thuisfront terechtkomt… “Getransfereerd” vanwege een openstaande schuld van 22.000 euro tussen Nacional en Sporting. Al snel ontdekt hij het misprijzen van de hoofdstedelingen voor alles wat van Madeira komt. Dat zijn moeder af en toe overkomt en een appartement in het centrum van Lissabon betrekt, verzacht de pijn. Mama Dolores voelt dat Sporting voor haar zoon de kans van zijn leven is. Een kans om niet ten prooi te vallen aan de drugs, zoals zijn oudere broer Hugo en zo veel andere kinderen uit Santo Antonio. “Als hij geen voetballer was geworden, was hij misschien nu een drugsverslaafde”, verzekert ze tijdens een interview in 2008 met El País. “Veel van zijn jeugdvrienden zitten nu aan het spul of de drank.” Haar aanwezigheid maakt de kleine Ronaldo sterk. Ook zijn slechte schoolresultaten en de daarbij horende strafstudies deren hem niet. Hij stopt met school op zijn veertiende. Meer dan ooit is dan het doel om de beste te worden. “Tijdens zijn eerste weken bij Sporting”, vertelt onze vriend Nelson, “reed hij met een rammelkar. ‘He, kijk eens naar die Ferrari!’, grapten zijn ploegmaats. Cristiano antwoordde: ‘Nu lachen jullie, maar op een dag zal ik een echte Ferrari hebben.’ Vandaag heeft hij er drie.”

Miami Vice

Cristiano heeft nooit aan zichzelf getwijfeld. Valse bescheidenheid kent hij niet, of zoals hij het zelf verwoordt: “Te veel nederigheid is nooit goed. In Portugal zegt men dat buitensporige bescheidenheid eigenlijk ijdel is.” Hij vindt dat hij zich niet moet verontschuldigen voor zijn succes omdat het een gevolg is van zijn arbeid. Dus pronkt hij met zijn fortuin als een kleine jongen met zijn kerstcadeautjes. Joaquín Torres is de architect – uit Barcelona – die het huis van de speler heeft ingericht. Het stulpje ter waarde van 4,9 miljoen euro bevindt zich in de zwaar beveiligde vipwijk La Finca aan de rand van Madrid. Als we Torres’ beschrijving mogen geloven, richt zijn cliënt zijn woning graag in met de soberheid van een casino in Las Vegas. “Cristiano is de verpersoonlijking van de slechte smaak. Hij wilde een reuzenaquarium, een naaktfoto van hemzelf en een vleugelpiano, hoewel hij er niet op kan spelen. Hij drong er ook op aan om spiegels te hangen aan het plafond van zijn kamer. In feite is hij niet anders dan andere voetballers. Hij heeft geen gemakkelijke jeugd gehad en compenseert dat dan met dingen die hij waarschijnlijk gezien heeft in Miami Vice.”

Is Ronaldo haast karikaturaal geobsedeerd door zijn imago? Het gaat wél om een kerel die bijna 6000 euro per maand besteedt aan kleren. Of zoals Valdano het beleefd formuleert: “Tijdens zijn beginjaren bij de club heeft hij misschien enkele foutjes begaan, maar dan veeleer op het vlak van zijn uiterlijk.” Eigenlijk bedoelt Valdano: te veel gel, te veel Miami, te veel strak zittende kleding, te veel Diana Chaves, Nuria Bermudez, Merche Romero, Luciana Abreu, Gemma Atkinson, Paris Hilton of Nereida Gallardo (en nog een twintigtal andere sexy meiden volgens min of meer betrouwbare peilingen). Na hun breuk doet Gallardo, zijn verovering van de zomer van 2011, een boekje open over haar ex: “Ronaldo is egocentrisch, hij ziet zichzelf als god op aarde. Als hij me juwelen cadeau deed, waren zijn initialen erop gegraveerd. Thuis is zijn hele servies gekenmerkt met CR7.” De Spaanse schone heeft het over een minnaar die nogal veel belang hecht aan zijn individuele prestaties en die hun relatie beëindigde met een simpele sms. Wat de moeder van zijn zoon Cristiano Ronaldo Jr (die alle matchen van zijn vader bijwoont) betreft, die kreeg 7 miljoen euro toegestopt om voor altijd te verdwijnen, zo beweert Gallardo.

God de Vader

De Portugees kan zich soms verschrikkelijk gedragen. Zoals in december 2011, tijdens zijn eerste officiële uitje met Irina Shayk. Het kersverse koppel woont de ceremonie van de Prijs van de Mode bij, georganiseerd door het magazine Marie-Claire in de Franse ambassade in Madrid. Joana Bonet, de hoofdredactrice van de Spaanse versie van het vrouwenblad, heeft niet bepaald goede herinneringen aan haar ontmoeting met de sterspeler. “Ronaldo was net een autist. Hij vroeg een privézaal voor zichzelf, terwijl het in de ambassade barstte van de vips. De ene was niet belangrijker dan de andere, maar dat ging er bij meneer niet in. Het gevolg was dat alle aandacht naar hem ging en dat hij op de ambassadeur en de andere genodigden bijzonder respectloos overkwam. Hij en Irina stonden ook niet recht wanneer anderen hun prijs ontvingen, ze bleven maar naar hun telefoons staren. Ze vertrokken ook zonder te dineren. Als je het woord tot hen richtte, zeiden ze niets. Ronaldo voelde zich duidelijk verheven boven goed en kwaad. Hij dacht zeker dat hij God de Vader was.”

Ramón Calderón, de Realvoorzitter die Ronaldo’s transfer van Manchester United naar de Spaanse hoofdstad onderhandelde in 2009, vat het zo samen: “Zijn stijl doet hem onrecht aan. De mensen zien liever bescheidenheid dan arrogantie en Ronaldo heeft nu net dat gebrek: hij is arrogant. Hij zegt het overigens zelf: ‘Ik ben de mooiste, de sterkste, de grootste en de vrouwen vinden me aantrekkelijk…’ In zekere zin heeft hij ook gelijk. Maar dat hardop zeggen maakt hem niet populair, zeker niet in Spanje waar afgunst een hoofdzonde is.” Wanneer Forbes zijn vermogen schat op 160 miljoen dollar, doet hij onmiddellijk zijn beklag: “Wat dat blad schreef, is fout. Ik bezit 245 miljoen dollar.” Tijdens een Champions Leaguewedstrijd tegen Dinamo Zagreb in 2011 spreekt hij voor de camera’s de woorden die als het ultieme bewijs van zijn arrogantie gelden: “Het is omdat ik rijk, knap en een goeie voetballer ben dat men me uitfluit. De mensen zijn jaloers op me. Ik zie geen enkele andere verklaring.” Publieke zelfmoord.

Gouden Balletjes

Behalve de reputatie van oppervlakkige, arrogante, jonge snaak verwijt het publiek Cristiano Ronaldo ook dat zijn spel op het veld een reflectie is van zijn persoonlijkheid. Met andere woorden: veel tierlantijntjes, weinig efficiëntie. “Zijn techniek, zijn schijnbewegingen, het gegoochel met zijn benen, dat is voor hem een manier om te tonen dat hij de sterkste is”, analyseert Tonito, zijn ploegmaat bij Sporting. “Hij is de Michael Jordan van het voetbal.” In het begin komt hij eerder over als een Harlem Globetrotter of, erger, een circuspony.

Maar Ronaldo wil veranderen: sterker, sneller, efficiënter worden. Zijn lichaam muteert (gedurende zijn verblijf in Engeland wint hij acht kilo aan spieren) en zijn spel ook. René Meulensteen, de assistent van Ferguson, begeleidt de Portugees in zijn ontwikkeling tijdens het seizoen 2007/08. “Je moet vaker scoren. Het doel is goals maken. Cristiano, ik heb je statistieken bekeken van vorig seizoen en je hebt slechts 23 keer gescoord omdat je altijd het perfecte doelpunt wil maken.” De Nederlander laat Ronaldo trainen op afwerking. Voor doel, vanop de zijkanten, buiten de rechthoek. Wanneer hij de bal moet controleren en wanneer niet. Meulensteen geeft vier verschillende kleuren aan de vier hoeken van het doel en Ronaldo moet, naargelang van de positie waarin hij zich bevindt, een van die kleuren viseren. Zijn handelingen moeten onbewust worden. De machine Ronaldo komt op toerental. Op het einde van dat seizoen staat de teller op 46 doelpunten.

Op dat moment heeft Cristiano Ronaldo alles wat hij verlangt: een club die van hem houdt, een trainer die hem beschermt en na dat seizoen ook een eerste Gouden Bal op zijn schoorsteen. Die trofee is een echte obsessie voor hem. Zijn makelaar, de toen al almachtige Jorge Mendes, voerde zelfs een heuse campagne voor zijn poulain. Zo bood hij bij het organiserende magazine France Football vriendelijk aan om even de statistieken van zijn poulain te vergelijken met die van zijn rivalen (en vooral die van Messi).

Wanneer Ronaldo de prijs ontvangt, laat hij in Parijs door de officiële ontwerper van de trofee een twintigtal miniatuurtjes van de Gouden Bal maken om ze als hangertjes cadeau te geven aan zijn naasten. Ronaldo is gek op halskettingen: als fervent katholiek heeft hij duizenden hangertjes in de vorm van een kruisbeeld. Mendes voegt aan de bestelling nog een lading manchetknopen toe. Prijskaartje van het totaalpakket: 100.000 euro.

Cristiano heeft alles, maar hij wil nog meer. Om de beste te blijven, moet hij triomferen bij de beste club. In het hoofd van Mendes en Ronaldo komt dan maar één naam naar voren: Real Madrid.

Clash met Mourinho

In de Spaanse hoofdstad breekt CR7 alle individuele records. Maar echt gelukkig is hij er niet. Voorzitter Florentino Pérez negeert hem, Messi overschaduwt zijn prestaties en zijn trainer Mourinho lust hem niet. Ook al delen ze dezelfde nationaliteit en met Mendes dezelfde makelaar, het jongetje uit de ‘arme’ wijk van Funchal en de zoon van een gegoede familie uit Setúbal begrijpen elkaar niet. De wrijvingen dateren al van toen Mourinho een eerste keer trainer van Chelsea was. Hij verweet toen de scheidsrechters uit de Premier League een oogje dicht te knijpen als de nummer 7 van United zich weer eens liet vallen. Ronaldo reageerde fel: “Mourinho praat alleen maar om zijn mislukkingen te rechtvaardigen.” De Special One liet zich evenmin onbetuigd: “Ronaldo is een onvolwassen en respectloos kind. Dat heeft ongetwijfeld te maken met zijn moeilijke jeugd en het feit dat hij niet de beste opvoeding gehad heeft. Hij is een leugenaar.”

Wanneer Mourinho naar Madrid komt, heeft hij dus een probleem: hij kan zijn landgenoot niet uitstaan maar hij heeft hem nodig om te winnen. De twee mannen spreken uitsluitend met elkaar via een tussenpersoon: Rui Faria, de Portugese assistent van Mourinho. Ronaldo beschuldigt zijn trainer ervan dat hij teert op zijn successen, Mourinho verwijt zijn sterspeler dat hij de vedette uithangt. De koude oorlog gaat door tot de terugwedstrijd in de halve finale van de Champions League tegen Barcelona in 2011. In zijn recente boek Prepárense para perder (Bereid jullie voor op de nederlaag) geeft Diego Torres, de zeer goed geïnformeerde journalist van El País, een gedetailleerd relaas van alles wat er die dag gebeurt. Mourinho is van mening dat het onmogelijk is om in Camp Nou het 0-2-verlies van de heenwedstrijd goed te maken. Dus bereidt hij zijn spelers voor op een nederlaag op het veld, maar aan de andere kant wil hij de slag winnen in de media. Zijn plan is om nadien op de persconferentie met modder te gooien naar de scheidsrechters en de FIFA en zo de overwinning van de rivaal en de gebreken van de eigen ploeg te minimaliseren. De mannen van Mourinho slikken de onzin van hun coach, behalve eentje. Ronaldo gaat nooit het veld op om te verliezen. En zeker niet tegen het Barça met Messi. Na de uitschakeling – het werd een 1-1-gelijkspel -is hij de eerste om tegen de coach in te gaan, nog vóór de frontvorming van de Spanjaarden bij hun terugkeer van het EK 2012. Daarop schiet Mourinho in een Portugese colère en beschuldigt hij Ronaldo ervan de worm in de appel te zijn die de ploeg vanbinnenuit opvreet. “Je zegt dat we defensief spelen, maar weet je hoe dat komt? Door jou! Aangezien jij niet wil verdedigen, moet ik heel de ploeg achter jou zetten. (…) Je hebt geen respect voor je ploegmaats. Je gooit je handen in de lucht als je geen goeie ballen krijgt. Je staat erbij te kijken terwijl zij lopen. Je doet alleen je eigen zinnetje, terwijl ik een systeem heb uitgevonden voor jou, zodat jij je op je gemak voelt, zodat jij niet moet lopen en veel doelpunten kan maken. Als ik je vraag om op Alves te verdedigen, doe je het niet, maar voor Di María is dat geen enkel probleem, hoor. Denk je dat hij minder is dan jij?”

De twee mannen raken daarop bijna slaags.

Messi en de States

Vandaag is Ronaldo gelukkiger in Madrid. Er zit nog één kiezeltje in zijn schoen: Messi. Ronaldo vindt het ondraaglijk dat hij constant met de Argentijn vergeleken wordt. “Je kan een Ferrari toch ook niet met een Porsche vergelijken; ze hebben helemaal niet dezelfde motor.” Diep vanbinnen is Ronaldo er wel van overtuigd dat hij een grotere cilinderinhoud heeft dan zijn rivaal. Hij zal het nooit luidop zeggen, maar Messi verpest zijn leven. Tijdens een verplaatsing naar Cyprus met de Portugese nationale ploeg begroeten de lokale supporters hem op de luchthaven met “Messi! Messi!” Zoals altijd wanneer zijn eer geraakt wordt, reageert hij als door een adder gebeten: “De mensen die dat zingen, zijn abnormaal.”

Een en ander verbaast Aurélio Pereira, zijn eerste trainer bij Sporting, niet. “Cristiano Ronaldo schept er plezier in om geliefd te zijn door anderen. Aan de andere kant maakt het hem ook droevig als hij niet geliefd is.” Messi zou Ronaldo’s zwakke punt kunnen zijn, maar de Argentijn zal integendeel “zijn stimulans worden, diegene die hem beter maakt”, analyseert Ramón Calderón. Opgeven zit niet in Ronaldo’s genen.

Sinds enkele maanden voelt hij dat de wind keert. Het lichaam van Messi laat hem in de steek. Nu Guardiola vertrokken is, eet Messi weer zoals in zijn tienerjaren: veel vlees en te weinig groenten. Terwijl Ronaldo alleen maar sterker lijkt te worden. Bij Real heeft hij zijn gemiddelde aantal doelpunten nog opgedreven en hij loodste in zijn eentje Portugal voorbij Zweden richting WK in Brazilië. Ondertussen wordt Messi beschuldigd van belastingfraude. Op dit moment leidt Ronaldo op punten.

Voor hij zich weer achter zijn toog zet, vertelt Nelson Rebolo nog een weetje, dat hem is toevertrouwd door zijn vriend: “Hij heeft me gezegd dat hij op zijn 32e wil stoppen in Europa. Daarna gaat hij misschien voetballen in de Verenigde Staten.” Er resten hem dus nog vier jaar. Vier jaar om van hem te leren houden. Misschien lukt het niet, maar hij zal er hard voor werken.

DOOR ALEXANDRE PEDRO, WILLIAM PEREIRA EN JAVIER PRIETO SANTOS / SO FOOT BEELDEN: IMAGEGLOBE

“Het is omdat ik rijk, knap en een goeie voetballer ben dat men me uitfluit. De mensen zijn jaloers op me. Ik zie geen enkele andere verklaring.” Cristiano Ronaldo

“Als hij geen voetballer was geworden, was hij misschien nu een drugs-verslaafde. Veel van zijn jeugdvrienden zitten aan het spul of de drank.” moeder Maria Dolores

“Ronaldo is een onvolwassen en respectloos kind. Dat heeft ongetwijfeld te maken met zijn moeilijke jeugd en het feit dat hij niet de beste opvoeding gehad heeft.” José Mourinho

“Als hij me juwelen cadeau deed, waren zijn initialen erop gegraveerd.” Nereida Gallardo

“Je kan een Ferrari toch niet met een Porsche vergelijken; ze hebben helemaal niet dezelfde motor.” Cristiano Ronaldo over Messi

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content