Tieren als je scoort, venijnig lachen als de tegenpartij de bal buitenslaat, een pokerface opzetten als iets misloopt. ‘Het psychologische aspect is heel belangrijk’, blikt Roeselarespeler Kristof Hoho vooruit op de finale van de volleybalbeker, zondag tegen Maaseik.

Nog nooit won Roeselare de volleybalbeker in eigen stad. Zondag kunnen de West-Vlamingen tegen Maaseik dat witte vlekje op de palmares van de club wegvagen. De gedrevenheid blijkt erg groot. Coach Dominique Baeyens van Roeselare trekt in de aanloop naar de wedstrijd met zijn manschappen op hotel, ook al vindt de wedstrijd in de thuishaven van de club plaats. Pikant detail : de jongens van Maaseik lieten hun oog vallen op hetzelfde hotel om de nacht voor de wedstrijd door te brengen.

Voor Kristof Hoho hangt nog meer elektriciteit in de lucht. De 25-jarige receptieman van Roeselare is een jeugdproduct van de tegenstander van zondag, hij is geboren en getogen in Maaseik en zijn vriendin werkt bij Noliko, de naamsponsor van de Limburgers. “Een match tegen hen is iets speciaals”, klinkt als een serieus understatement.

Tikjes uitdelen

In de reguliere competitie trokken de West-Vlamingen twee keer aan het langste eind in de wedstrijden tegen Maaseik. “Een bekerfinale is totaal anders”, benadrukt Hoho. “De competitie dient enkel om te bepalen wie tegen wie speelt in de play-offs. Fouten kan je er nog rechtzetten. De bekerfinale is één wedstrijd. Verliezen betekent dat je met lege handen achterblijft. En wie zondag wint, trakteert de ander op een serieuze opdoffer met het oog op de play-offs.

“Een bekerfinale is een mentale oorlog. Tijdens de wedstrijd daag je elkaar uit. Als je op service een ace scoort, ga je dat niet ingetogen vieren. Je schreeuwt het uit en zorgt ervoor dat de tegenstander dat goed kan zien. Krijg je een punt omdat zij de bal buitenslaan, dan lach je daar even mee. Zo deel je kleine tikjes uit. Het zijn van die details die de supporters vaak niet opmerken, maar die een bepalende invloed kunnen hebben. Het psychologische aspect is heel belangrijk.

“Als je tien punten moet goedmaken, dien je vooral te laten uitschijnen dat je rustig blijft, ook al vreet je jezelf vanbinnen op. Door op die momenten kalmte uit te stralen, een punt te maken met een goed blok en dan eventjes te grijnzen, maak je die mannen aan de andere kant van het net gek. Zo laat je hen de muren oplopen, het lijkt alsof ze je niet uit verband kunnen spelen. En ondertussen kom je terug in de match.

“Soms zie ik spelers in onze ploeg ontploffen. Frank Depestele is bijvoorbeeld iemand die zich snel laat horen als het minder goed gaat. Hij steekt niet weg dat het misloopt, dat het niet goed gaat. Dat mag je eigenlijk niet doen.”

Deksel

Zondag is Roeselare de grote favoriet. In de reguliere competitie verloor de landskampioen amper één wedstrijd, tegen Menen. Hoho : “Wat met het oog op komend weekend vooral telt, is dat we Maaseik vorig seizoen in de halve finales uit de beker hebben geknikkerd. We speelden hen weg, in hun eigen Limburg.

“De laatste jaren was Roeselare telkens de underdog. Nu zijn die rollen omgekeerd, omdat Maaseik in 2005 naast de beker en de titel greep. Wij moesten vorig seizoen bewijzen dat we iedereen aankonden. Nu moeten we tonen dat we dat opnieuw kunnen. Dat is niet gemakkelijker, maar de sfeer is wel meer relaxed. De grote angst voor Maaseik is weg.

“Met onze eerste plaats in de reguliere competitie kopen we voorlopig niks. Zeg bijvoorbeeld niet dat het seizoen van Maaseik mislukt is omdat ze pas derde zijn geëindigd in de reguliere competitie. Als zij straks de beker meegraaien en de titel op zak steken, dan is óns seizoen mislukt. Nu begint het pas.

“Enkele weken geleden hamerde onze trainer er nog eens goed op dat het mogelijk blijft dat we het deksel op de neus krijgen. We speelden een heel matige wedstrijd tegen Averbode en wonnen maar heel nipt. De eerste set haalden we vrij makkelijk binnen, waarna we in set twee een 19-9-achterstand opliepen. Alles viel bij ons als een kaartenhuisje in elkaar.

“Toen waarschuwde Dominique ons : ‘Dit wil ik niet meer zien.’ Niets zouden we halen in de play-offs en de beker als we zo bleven spelen, zei hij. Twee, drie dagen na elkaar heeft hij ons laten zien wat we allemaal fout deden, gezegd dat het zo niet verder kon. Het was onaanvaardbaar dat onze ploeg enkele weken voor de bekerfinale zo slecht speelde.”

Slachtbank

“De zwakke prestatie hadden we onszelf te verwijten, het lag aan de manier waarop we in die periode aan het trainen waren. De concentratie was weg. We dachten : ‘O, we spelen maar tegen deze of gene kleine ploeg en eindigen toch zeker als eerste.’ Nu zijn de trainingen weer veel beter. Die match tegen Averbode is ons geluk geweest. Ik zou bijna zeggen dat het nog beter was geweest als we die wedstrijd hadden verloren. Zoiets zorgt ervoor dat je weer met je voeten op de grond belandt.

“Je moet elke match spelen alsof Maaseik aan de overkant staat. Het is echter allerminst gemakkelijk om je telkens opnieuw op te laden voor wedstrijden tegen kleine ploegen. Wat je vaak ziet bij dergelijke teams, is dat die jongens in onze zaal starten met het idee : ‘Wat komen we hier toch doen ? Moeten we zo ver rijden om een uurtje te volleyballen ?’ Mocht ik een speler zijn bij een dergelijk team, ik zou alles uit de kast halen, alles geven om het de tegenstander zo moeilijk mogelijk te maken. Als je naar hier komt in de overtuiging dat je toch niet kan winnen, dan hoef je eigenlijk niet eens te beginnen. Gedraag je toch niet alsof je naar de slachtbank wordt geleid. Kijk naar Leif Hoste in de Ronde van Vlaanderen. Natuurlijk ging Tom Boonen meespringen als hij aanviel. Maar hij probeerde ten minste.

“Misschien moet eens nagedacht worden over één competitie voor België, Nederland en Duitsland. Dan zou je een resem topteams bij elkaar kunnen brengen, met onder meer Roeselare, Maaseik, Nesselande, Friedrichshafen, Berlijn en Düren. Ik besef dat zoiets moeilijk realiseerbaar is. Maar het zou het volleybal ten goede komen en helpen om deze sport een plaatsje te bezorgen tussen koning voetbal en koning wielrennen.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content