Michel Louwagie mag blij zijn met de tip van opa Depoitre. Diens kleinzoon Laurent stuwt de Buffalo’s naar een play-off 1-ticket. ‘Wanneer iedereen het van hem verwacht, staat hij er’, weet zijn moeder.

Het lijkt wel of het leven stilstaat in het Henegouwse Kain, een deelgemeente van Doornik, gelegen op een goede tien kilometer van de Franse grens. “Hier komt geen mens of geen geluid de oneindige rust verstoren”, weerklinkt symbolisch op Radio1 uit de mond van kleinkunstenaar Zjef Vanuytsel zijn Zotte Morgen.

We bevinden ons met Fabrice Lecomte op de sportinfrastructuur van huidig derdeprovincialer Ass. Montkainoise, waar Laurent Depoitre tussen november 1995 en juli 2001 zijn eerste voetbalstappen zette. “Veel animo valt hier inderdaad niet te beleven”, verklaart de man die ooit Benjamin Deceuninck naar het team loodste als eerste doelman. De RTBF-journalist was eerst door Georges Leekens bij Excelsior Mouscron gebarreerd voor de A-kern wegens te klein. “Alleen om acht uur in de ochtend en rond vier uur in de middag gonst het hier van de bedrijvigheid, want we zitten opgescheept met maar liefst zes scholen. En schrik daarbij zeker niet van het aantal Franse nummerplaten. Kain lijkt wel een toevluchtsoord te worden voor hen. Zo wordt er momenteel een nieuw zorgcentrum opgetrokken aan de overkant van het dorp, waar van de 120 nieuwe bedden er een pak worden ingenomen door onze zuiderburen.”

Terwijl Lecomte wijst naar het college achter de drie trainingsvelden, horen we op de achtergrond veel geklop en getimmer. Het geluid is afkomstig uit de sporthal, waar ook basketbalclub ASTE Kain binnen afzienbare tijd zijn onderkomen zal vinden. Ondertussen druppelt een aantal scholieren binnen aan het nabijgelegen zwembad, waar de keeperstrainer van de nationale U15, U16 en U17 ons aan de zijkant van het gebouw wijst op de voormalige kleedkamers, een bouwvallige barak. “Erbarmelijke omstandigheden, echt waar”, schudt Lecomte het hoofd.

Verbetenheid

Als leerkracht lichamelijke opvoeding was het Lecomte die per toeval coach werd bij de toenmalige duivels van Ass. Montkainoise, ook al omdat zijn zoon Jérémie van hetzelfde geboortejaar is als Laurent Depoitre. “We hadden een kleine groep van spelers, maar wel een heel getalenteerde lichting, met ook onder meer Joseph Bruggeman“, herinnert hij zich. “Niet alleen werden we meerdere malen kampioen, ooit speelden we de halve finale van de beker van Henegouwen tegen Binche en ook haalden we eens de laatste vier van de beker van België. We verloren toen wel met 1-3 van Charleroi.”

Vader Pierre Depoitre en moeder Valérie Bauduin woonden eerst in Kain en later in Rumillies, een gehucht verderop. Ondanks de nabijheid van voetbalclub ASC Havinnes, op enkele honderden meters van de ouderlijke woonst, werd er toch gekozen voor Ass. Montkainoise. “De jeugdschool had een uitstekende reputatie, het neefje van Laurent speelde er ook en ik had veel vrienden die daar trainer waren”, oppert Pierre, zelf ooit – net als zijn tweelingbroer – een begenadigd waterpolospeler die het als wielrenner ook tot jeugdkampioen van Henegouwen schopte en succesvol was op de Gentse wielerpiste. “Ik kan je met zekerheid zeggen: de sportieve kwaliteiten en de kracht heeft Laurent van mij, het grootste gedeelte van zijn intelligentie kreeg hij van zijn mama, hoewel ik ook licentie lichamelijke opleiding studeerde.”

Opa Jean-Claude Bauduin moet er eens hartelijk om lachen, want de gewezen voorzitter van waterpoloclub Doornik verklapt ons iets. “Weet je hoe Laurent leerde voetballen bij mij thuis?”, fluistert hij. “Met onze hond Lassie. Die stond in doel en gaf alle ballen terug aan Laulau.”

“Laurent speelde altijd voor het plezier en was eigenlijk vroeger al heel sportief ingesteld”, vult mama Valérie aan. “Hij reed ook met de pony, deed een jaartje aan waterpolo en speelde tennis. Bij de schoollopen eindigde hij ook altijd voorin. Je moet weten dat Laurent als kind een heel nerveus type was. En zeker tijdens de vakantieperiodes konden we hem geen groter plezier doen dan hem in te schrijven voor sportstages. Maar het voetbal vormde zijn grootste passie en uitlaatklep.”

Fabrice Lecomte kan die stelling alleen maar bevestigen. “Laurent was niet de uitblinker van ons team, maar je kon wel altijd op hem rekenen. Hij was niet van de grootsten toen, en als jonge gast was hij wat bang om te koppen. (lacht) Nu is dat volledig weg. Vandaag zie ik nog altijd diezelfde collectieve ingesteldheid en dat engagement terug”, vertelt hij. “Laurent speelde meestal als middenvelder, vaak op rechts, en was gevaarlijk door zijn infiltraties. De werkkracht droop ervan af. Laurent was geen uitzonderlijk talent, maar wel telkens positief ingesteld en de speler met de grootste werkkracht. Een beetje zoals Yves Vanderhaeghe ooit, heel regelmatig en vooral veel grinta. Ik herinner me zelfs eens dat hij voor een wedstrijd, in zijn ogen een heel belangrijke, aan zijn mama had gevraagd om zijn gips te verwijderen. Dat hij dan ook nog eens beslissend was, maakte zijn vreugde alleen maar groter.”

Eén keer zag Lecomte de jonge Depoitre wenen. “Het jeugdtoernooi van Velaines, op 1 mei 1996”, diept hij snel op uit zijn geheugen. “De dag dat mijn jongste dochter werd geboren. Ik had acht spelers ter beschikking, we speelden vijf tegen vijf. Maar er was geen doelman. De afspraak was dat iedereen eens in doel zou staan. Alleen bij Laurent viel dat zwaar tegen. Tranen met tuiten waren het gevolg. Hij wilde dat nooit meer doen.”

Lecomte zag ook nog een groot verschil met zijn eigen kinderen. “Laurent was al van jongs af aan verschillend. Terwijl onze kapoenen graag nog eens buiten gingen spelen, trok hij zich vaak graag terug met een woordenboek.” Moeder Valérie bevestigt: “Op zijn nachtkastje lag een atlas. Laurent was altijd iemand met een brede interesse. Op televisie keek hij als kind eigenlijk weinig naar voetbal, hij speelde het liever zelf vaak alleen in onze tuin of op PlayStation, met Barcelona. Op skivakantie, in Valmeinier, kwamen we Johan Walem tegen. Daar wilde hij absoluut mee op de foto.”

Stormram

Op zijn dertiende verhuisde Laurent Depoitre samen met Joseph Bruggeman naar Futurosport, het opleidingscentrum van Exc. Mouscron. Een moeilijke periode, waar na amper twee jaar tijd een abrupt einde aan kwam. “Er bestond een heel grote concurrentiestrijd”, zegt Pascal Michel, die hem als nationale cadet begeleidde. “Je zag heel wat goede wil en veel bereidheid, maar het ontbrak bij Laurent toen gewoon aan de techniek om zich door te zetten. Dat hij later uiteindelijk toch zijn weg vond naar eerste klasse, is voor mij alleen maar een bewijs van zijn karaktersterkte en doorzettingsvermogen.”

Het was uiteindelijk zijn laatste coach, Robert Dardenne, die in de kleedkamer meedeelde aan Joseph Bruggeman en Laurent Depoitre dat ze andere oorden mochten opzoeken. “Mouscron legde sterk de nadruk op techniek en beweging, Laurent was meer de man van de pure power”, weet Lecomte. “Valérie was toen blijkbaar zo teleurgesteld in die handelwijze dat ze zelf naar voorzitter Jean-Pierre Detremmerie belde om te zeggen hoe ontgoocheld ze was over de omgang met haar kind, nota bene iemand van de eigen regio.”

Moeder Valérie wil er liever niet te veel woorden meer aan vuil maken. “De prijs voor de beste psychologische aanpak werd er alleszins niet mee gewonnen”, stelt ze. “Ik wilde niet dat Laurent in Moeskroen op internaat ging. Voor sommigen betekende dat een handicap. Begrijp je? Bovendien was het in Futurosport echt knokken voor een plaatsje. Laurent zat er te veel op de bank, terwijl hij zich vooral wilde amuseren door veel te spelen. Hij had lang getwijfeld, maar ging er toch naartoe door de aanwezigheid van zijn beste vrienden en het feit dat hij regelmatig kon meerijden met zijn trainer, die vlakbij woonde. Oké, onze jongen was een van de kleinsten, onder andere omdat hij werd geboren in december. Dat speelt ook een rol, hé. Gelukkig voelde hij op tijd aan dat er een negatieve evaluatie zou volgen. Hij was erop voorbereid.” Vader Pierre trekt een andere conclusie. “Een moeilijke etappe, maar het haalde Laurent gelukkig niet uit zijn evenwicht. Hij studeerde goed en dacht totaal niet aan een toekomst als profvoetballer. Dus weiger ik te spreken over een drama. Hij sloeg die pagina snel om.”

Joseph Bruggeman, die samen met Depoitre Futurosport achterliet voor Doornik, spreekt nog altijd over een schok als hij terugdenkt aan de manier waarop ze beiden werden bedankt voor bewezen diensten. “We waren op Futurosport met vier jongens uit Doornik, want ook Sylvain Berton en Maxime Leclercq kregen er een gedeelte van hun opleiding. Tactisch hebben we er veel opgestoken, maar puur menselijk werden er toch bepaalde limieten overschreden. Het was niet het leukste moment uit ons leven, dat kan ik je garanderen. Echt vechten voor je plaatsje, daar kwam het eenvoudig gesteld op neer. Maar Laurent reageert altijd op dezelfde serene manier, hij bekijkt de zaken heel cool. Vandaar dat hij dat niet echt als een gemiste kans beschouwde. Als ik toch één verschil zie met vroeger: Laurent toont nu wel meer zelfverzekerdheid in publieke optredens.”

Op zijn zestiende volgde er voor Depoitre de noodzakelijke groeischeut, waardoor hij forse stappen vooruit zette bij Doornik. “Bij de scholieren werd hij een monster zoals Jan Koller, echt waar. Een jongeman werd een stevige volwassene”, lacht Joseph Bruggeman er nog eens hartelijk om. “De trainer van de junioren posteerde hem als eerste diep voorin, omdat we nogal vaak achteruit werden gedwongen door de betere tegenstanders en we ons dienden te behelpen met lange ballen. Pas dan zagen we voor het eerst Laurent als stormram, die een muur kon slopen, want hij maakte toen als pivot de meest onmogelijke doelpunten. Hij werd een echte killer voor doel.”

Vader Pierre, die nagenoeg geen enkele wedstrijd van zijn zoon mist, verwijst naar de belangrijke rol van Jacques Urbain en later Pierre Neubert als coaches bij derdeklasser RRC Péruwelz. Daar kwam Depoitre op zijn achttiende terecht. Hij voetbalde er aan de zijde van doelman Patrick De Vlamynck, Giovanni Seynhaeve (ex-Mouscron) en Eric Joly (ex-AA Gent). De bonkige aanvaller boekte er een grote progressie. “Zijn regelmaat en grote collectieve inspanningen werden beloond met een hogere efficiëntie voor doel”, beweert papa Depoitre. “Laurent is en blijft een atypische spits, maar bijzonder leergierig. Zijn stijl mag dan niet al te verfijnd ogen, het zorgde er wel voor dat onze zoon stapsgewijs zijn loopbaan kon uitbouwen. Hij vertrok daar vanwege de financiële problemen. Op een gegeven moment begonnen de oudere spelers zelfs te staken omdat er een betalingsachterstand was.”

Stressmomenten

De scheiding van zijn ouders, die overigens nog perfect overeenkomen, een tiental jaren geleden woog niet op het leven van Laurent Depoitre (26), die als oudste van drie kinderen – zus Elise (24) is kinesiste, Sarah (20) studeert nog aan de Solvay Brussels School of Economics and Management (ULB) – een diploma van burgerlijk ingenieur kan voorleggen. “En toch was hij als student nooit echt een voorbeeld”, zegt moeder Valérie op strenge toon. “Het gebeurde vaak dat Laurent op een week tijd alles nog in orde bracht. Dan zat hij wel nagenoeg dag en nacht achter zijn boeken. Laurent had nood aan die stressmomenten om volledig onder stoom te komen. (lacht) Hij rekende alles goed uit. Ik herken dat gevoel, want ik ben zelfstandig vertaalster en heb soms ook nood aan een duidelijke deadline.” Volgens vader Pierre het bewijs dat zijn oudste kind het best presteert onder druk. “Net als in het voetbal is hij dan een toonbeeld van inzet, maar alles op het laatste moment. Ook qua studiekeuze zocht hij zelf naar zijn eigen parcours. Laurent was nooit de meest spraakzame, je moest zelf vragen naar zijn resultaten. Hij was vooral sterk in wetenschappen en wiskunde. Daarom werd hij ook geen advocaat. Zijn jongste zus is supergeorganiseerd, Laurent besteedde daar – zacht uitgedrukt – iets minder tijd aan.”

Het verbaast Pierre Depoitre wat dat zijn zoon populairder en bekender is in Vlaanderen dan in Wallonië. “Alleen Philippe Saint-Jean wilde hem als regiospeler ooit eens terughalen naar Mouscron, maar Laurent koos toen zelf voor Aalst. Hij bezocht die club helemaal alleen, en gaf hen de voorkeur boven RC Mechelen. Maar het tekent zijn zelfstandigheid en vastberadenheid dat hij een hoger voetbalniveau en betere infrastructurele omstandigheden wilde ontdekken. Vanuit Brussel als uitvalsbasis, waar Laurent studeerde, was Aalst nu ook niet zo ver.”

“Nochtans is Laurent een twijfelaar, maar hij spreekt zijn twijfels weinig uit”, vervolgt moeder Valérie. “Hij wikt en weegt alles goed af. Dan, op het einde, komt hij altijd bij mij terecht. Maar wanneer iedereen het van hem verwacht, staat hij er.”

In Kain en Moeskroen, en bij uitbreiding in geheel Henegouwen, wordt er nog vaak verwezen naar de topperiode met Luikenaar Luigi Pieroni als topschutter. Laurent Depoitre is de eerste uit de streek die sinds het seizoen 2003/04 een even steile opgang beleeft. “Klopt, maar je zal hem nooit egoïsme voor doel kunnen verwijten, hetgeen een echte afwerker wel misschien moet hebben”, waarschuwt moeder Valérie. “Laurent denkt altijd collectief en soms denkt hij wat te veel met de bal aan de voet. (grijnst) Waarschijnlijk trapt hij daarom geen penalty’s.” Vader Pierre knikt. “Hij denkt altijd aan het teambelang. Laurent is een realist, maar ook een perfectionist, die nu aan tachtig procent van zijn mogelijkheden zit. Laat hem vooral rustig doorgroeien en zijn eigen grenzen verleggen.”

Het laatste woord is voor grootvader Jean-Claude Bauduin. “Michel Louwagie is me nog wat verschuldigd, vrees ik, als er straks een buitenlandse club aan de kassa passeert”, lacht hij. “Een klein percentage volstaat.”

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE – FOTO’S BELGAIMAGE / DAVID STOCKMAN

“Laurent reageert altijd op dezelfde serene manier, hij bekijkt de zaken heel cool.” Joseph Bruggeman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content