Na een 2-0-nederlaag in Westerlo is KV Oostende naar de laatste plaats in het klassement getuimeld. Slechts twintig minuten was een kwaliteitsarm elftal erin geslaagd wat weerwerk te bieden. Zo sloot KV Oostende een tragische week af waarin er na het ontslag van Gilbert Bodart door Eddy Vergeylen zo’n ontluisterende voorstelling werd opgevoerd, dat het ronduit onbegrijpelijk is dat niemand van de raad van bestuur van de club zich geroepen voelde om de voorzitter op de vingers te tikken. Vooral de mededeling van Vergeylen dat hij moeilijk kon vertellen waarom er echt een einde werd gemaakt aan de samenwerking met Bodart, was de schaamte voorbij. Dat soort insinuaties zijn goedkoop en stijlloos. Of je vertelt echt wat er aan de hand is, of je houdt je mond. Maar de beschuldigingen klonken in Oostende zo luid dat je je in een caféploeg waande en niet in een club die pretendeert aan profvoetbal te doen.

Steeds meer ontstaat de indruk dat het in Oostende niet alleen om het welzijn van de club gaat, maar om de belangrijkheid van een aantal mensen. Eddy Vergeylen, hoe groot zijn verdiensten in het verleden ook zijn geweest, spant wat dat laatste betreft de kroon. Zijn absoluut gloriemoment beleefde de naar aandacht snakkende zakenman toen hij Jean-Marie Pfaff bij wijze van stunt naar de kust haalde. Glimmend van trots zat Vergeylen toen op een persconferentie naast Pfaff, declamerend dat heel de voetbalwereld zou verschieten. Dat was inderdaad het geval. Pfaff leidde de club met een voorbijgestreefde trainingsmethodiek helemaal naar de afgrond en werd na twee maanden ontslagen. Vergeylen dacht er niet aan de schuld op zich te nemen. Hij wentelde zich verder in de publiciteit, ook al liet hij wel eens horen aan opstappen te denken.

Dat het ego daar anders over dacht, bleek toen Franklin Sleuyter de nieuwe sterke man werd. Vergeylen verdween als voorzitter naar de achtergrond en had duidelijk moeite met een leven in de schaduw. Vooral dit seizoen verliepen de vergaderingen op het hoogste niveau in een sfeer van wantrouwen. Eerder genomen beslissingen werden telkens opnieuw in vraag gesteld. Zo kwam het midden december tot een breuk. Officieel omdat de volmachten voor het directiecomité, die waren afgesproken in de raad van bestuur, nog altijd niet bekrachtigd werden in een statuutwijziging van de vzw. Sleuyter gooide gedemoraliseerd de handdoek in de ring. Het was vreemd dat dit zomaar kon gebeuren, want deze bouwheer en hoofdsponsor wilde zich financieel meer dan ooit engageren voor KVO. Veel meer dan om geld ging het hier kennelijk om macht. Dat ook Bodart, een adept van Sleuyter, zou moeten opstappen, was slechts een kwestie van tijd.

De manier waarop Bodart, na de winterstop en via een koud telefoontje, werd uitgerangeerd, is wel heel erg bedenkelijk. Bodart werkte in Oostende hard met het hem ter beschikking gestelde materiaal, verviel wel eens in Waalse nonchalance en predikte geen ijzeren discipline, maar fundamentele fouten konden hem niet worden aangewreven. Bodart zette zichzelf definitief buitenspel toen hij na het bloedloze 0-0-gelijkspel in de vriendschappelijke match tegen Scheveningen bedenkingen uitte bij het niveau van de vier testers. Terecht, want ze haalden niet eens provinciaal niveau en een van hen, de vroeger nog voor Moeskroen uitkomende Trésor Empoke, werd door derdeklasser RC Zuid-West wegens een gebrek aan discipline gedumpt. Hoe deze testers, die door de club werden aangebracht en niet door Bodart, Oostende ooit een meerwaarde hadden kunnen bezorgen, is een raadsel. Maar clubs in degradatiegevaar maken wel vaker vreemde bokkensprongen.

Met het ontslag van Gilbert Bodart wilde Eddy Vergeylen rust brengen in het Oostendse huishouden. Dat is niet echt gelukt. Vergeylen schrok zodanig van de impact van zijn insinuaties over Bodart dat hij alles haastig inslikte. Hij verkoos de breuk uiteindelijk correct af te werken. Intussen probeert Oostende met Herman Vermeulen aan een nieuwe periode te beginnen. Bij de aanstelling van de nieuwe trainer haalde Vergeylen zich dan weer het onbegrip van Henk Houwaart op de hals omdat hij de Hagenaar te duur had genoemd.

De voorzitter lijkt zich de afgelopen dagen constant te verga- lopperen. Het is twijfelachtig of dit tot enige bezinning leidt. Gegarandeerd dat het uiteindelijk allemaal de schuld zal zijn van de pers, de favoriete boosdoener van alle belaagde bestuurders.

door Jacques Sys

Vreemd dat niemand Vergeylen op de vingers tikte.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content