Nog geen jaar geleden stapte Antonio Conte op bij Juventus, omdat hij er met drie titels alles meende uitgehaald te hebben. Een foute inschatting. Straks kan zijn opvolger na titel en beker ook de Champions League winnen.

Een pen. Een mooie pen, dat wel. Een Cartier. Met het logo van Milan. Maar toch: een pen. Na tien jaar Milan had het misschien wat meer mogen zijn als cadeau, bedenkt Andrea Pirlo die middag in de lente van 2011. Hij zit in het bureau van Adriano Galliani, vicevoorzitter van AC Milan, die de gespannen sfeer probeert te doorbreken met een grapje: “Gebruik ze nu niet om voor Juventus te tekenen, hé.”

Pirlo heeft het gevoel dat het mooi is geweest qua samenwerking, hij heeft ook de indruk dat Milan daar zo over denkt. Dat maakt hij op uit een opmerking als: “De trainer is van plan om je een nieuwe functie te geven. Niet meer op het middenveld voor de verdediging, maar aan de linkerkant.” Galliani heeft nog een mededeling: “We hebben vanaf dit jaar een nieuwe politiek. Wie dertig of ouder is, krijgt voortaan maar één jaar contract meer.”

Pirlo zegt beleefd. “Bedankt, maar ik ben net met Juventus aan het onderhandelen over een contract van drie jaar.”

Milan mag dan de indruk hebben dat de beste jaren van Pirlo erop zitten, sommige clubs denken daar anders over. Franco Baldini, op dat moment sportief directeur van AS Roma, belt. Pirlo vindt Rome een fantastische stad en AS Roma een mooie club, maar hij kent de Amerikaanse overnemers niet. “Jij wil nooit naar de club komen waar ik zit”, zucht Baldini. Een paar jaar eerder had Fabio Capello Pirlo gebeld om naar Real Madrid te komen, waar Capello en Baldini op sportief vlak de dienst uitmaakten. Pirlo zag dat toen zelf erg zitten, maar AC Milan niet. Hetzelfde scenario speelt zich af wanneer hij na een wedstrijd in Barcelona in augustus 2010 een goed gesprek voert in het bureau van trainer Pep Guardiola, die op dat moment op ramkoers ligt met Zlatan Ibrahimovic. Pirlo is enthousiast: wanneer hij op afzondering Playstation speelt met zijn maatje Alessandro Nesta, speelt hij altijd met Barcelona, met Guardiola als trainer. De transfer gaat niet door, Milan wilde niet eens met Barcelona praten.

Nog geen jaar later mag hij wél weg, maakt Galliani duidelijk. Op een dag krijgt Pirlo zijn ex-ploegmaat Leonardo aan de lijn, op dat moment (nog) trainer bij Inter, die andere club uit Milaan, waar Pirlo ook al eens een paar jaar aan de slag was, én de club waar hij als jonge snaak voor supporterde. Maar Inter pakte de zaken wel heel traag aan. Wanneer Leonardo enthousiast zegt: “Ze zijn er klaar voor, Andrea, je wordt een hoofdpion op het schaakbord”, heeft hij zijn antwoord klaar. “Bedankt, Leo, maar ik heb gisteravond voor Juventus getekend.”

Werken, werken…

Een jaar eerder is bij Juventus opnieuw een Agnelli voorzitter geworden. Andrea Agnelli is pas 34 wanneer hij de job aanvaardt, precies 48 jaar nadat zijn vader Umberto dezelfde functie waarnam en 86 jaar nadat de eerste Agnelli, Edoardo,zich op 23 juli 1923 over de club ontfermde die op dat moment amper één landstitel had gewonnen (1905).

Na het voetbalschandaal in 2006 wordt Juve teruggezet naar tweede klasse, vertrekken de meeste vedetten en maakt de club een moeizame comeback naar boven.

Eerst kondigt Agnelli een kapitaalsverhoging van 120 miljoen euro aan om de benarde financiële situatie te verlichten (zie kader), meteen daarna stelt hij een nieuwe algemeen directeur aan, Giuseppe Marotta,tot dan sportief directeur bij Sampdoria. Het eerste seizoen valt tegen, onder Luigi Delneri eindigt Juventus net als het jaar voordien als zevende. Maar Agnelli houdt vast aan Marotta en kiest zelf de nieuwe trainer: oud-speler Antonio Conte.

De nieuwe voorzitter leidt zelf voltijds de club, het is afgelopen met delegeren. In zijn biografie typeert Andrea Pirlo waar het bij Andrea Agnelli om gaat: “Werken, werken en nog eens werken.”

Op zijn eerste dag bij Juventus ontmoet Pirlo de nieuwe trainer Conte. Die stelt zich kort maar krachtig aan zijn nieuwe spelers voor, schrijft Pirlo in zijn biografie: “Jullie zijn twee keer zevende geworden. Daarvoor ben ik niet naar hier gekomen. Het is tijd dat die onnozelheden afgelopen zijn. Jullie moeten maar één ding doen: naar mij luisteren en mij volgen. Jullie moeten allemaal dezelfde passie tonen als ik.”

“Vanaf de eerste dag wisten we dat we kampioen zouden worden”, voegt Pirlo toe. Hij beschrijft Conte als obsessief in elk detail, elke dag shadowgame, zonder tegenstander, herhalen tot het erin gedrild zit, en in wedstrijden geen moment verslappend. Maar: altijd overtuigend. Anders word je geen drie keer na elkaar kampioen. “Ik verwachtte dat Conte goed was, maar niet dat hij zo goed was.”

De komst van de voetbalgekke Conte en de op revanche beluste spelmaker met de gouden pass en het fantastische speldoorzicht maken van Juventus op het veld opnieuw wat Juve voor het Calciopolischandaal in 2006 was: een winnend team.

Naar buiten oogt Pirlo saai, hij praat weinig met de pers, maar hij praat wel met zijn voeten. Ook in de kleedkamer laat hij zich horen, en is hij – verrassend in vergelijking met zijn saaie imago – een van de grappenmakers. Niet dat hij dé leider van het team is, maar er wordt wel naar hem geluisterd, zoals er ook geluisterd wordt naar GianluigiBuffon.Sinds de keeper verlost is van zijn rugkwalen is hij opnieuw de topatleet die hij tevoren was. Hij wordt immens gerespecteerd omdat hij samen met Giorgio Chiellini en een handvol intussen gestopte of vertrokken spelers (Alessandro Del Piero, Pavel Nedved) besliste om na het schandaal de hel van tweede klasse mee te maken.

Een jaar na de komst van Pirlo vindt Juventus nog een belangrijke schakel. In augustus laat Conte in een oefenmatch tegen Benfica halfweg de tweede helft een jonge Franse middenvelder invallen die transfervrij is overgekomen van Manchester United. Paul Pogba is amper achttien en vond dat Sir Alex Ferguson hem geen kans gaf. Ferguson is ziedend en vindt dat Pogba respectloos is geweest tegenover de club. De vaste journalisten op die wedstrijd tegen Benfica hebben, net als Conte zelf, in twintig minuten gezien dat Ferguson een van de grootste blunders in zijn carrière heeft gemaakt.

Eind 2012 haalt voorzitter Andrea Agnelli in een interview aan dat je niet altijd veertig miljoen moet betalen voor goeie spelers. Het toptrio Pogba-Pirlo-Andrea Barzagli (verdediger die in 2006 nog wereldkampioen werd met Italië) heeft samen amper 300.000 euro gekost.

Koning Midas

Flash forward naar vorige week woensdag. Juventustrainer Massimiliano Allegri stapt de zaal in van een Turijns hotel om er de prijs voor meest verdienstelijke trainer, de Premio Enzo Bearzot, in ontvangst te nemen. De tweehonderd genodigden van de Turijnse tak van de Italiaanse trainersvereniging AIAC hangen aan zijn lippen tijdens zijn lezing met als onderwerp: hoe trainer zijn naast het veld. Allegri heeft als kampioen, bekerwinnaar en CL-finalist recht van spreken.

Het gaat over het belang van voeding (“je kan een kern van dertig spelers niet allemaal hetzelfde menu voorzetten”) en vooral de mentale aanpak. “Tactisch of technisch kan je in het voetbal niets meer uitvinden. Maar in de manier waarop je met de spelers omgaat, kan je wel nog het verschil maken. Je kan geen groep meer leiden met één succesformule, omdat elke speler anders in mekaar zit. Bij Milan maakte ik de fout niet te beseffen dat er bij mijn komst tal van kampioenen en winnaars in de groep zaten, wat in mijn laatste jaar niet meer het geval was. In mijn laatste jaar had ik de leider moeten zijn, zoals in mijn beginjaar bij Cagliari.”

Een dag eerder werd Allegri in Tuttosport vergeleken met koning Midas, die alles wat hij aanraakte, veranderde in goud. In negen maanden heeft hij de economische waarde van het spelerspark met 95 miljoen euro verhoogd, looft de Turijnse sportkrant, die heeft berekend dat het spelerspark van Juventus vandaag 385 miljoen euro waard is.

Allegri moet, als hij die superlatieven hoort of leest, terugdenken aan zijn eerste dag als trainer van Juventus: 16 juli 2014. Vandaag is hij koning Midas, maar nog geen tien maanden geleden werd hij net niet met pek en veren de stad uitgejaagd.

Poster van Platini

Op 15 juli 2014 hervat Juventus de trainingen voor het nieuwe seizoen. ’s Avonds kondigt trainer Conte verrassend aan dat hij het niet ziet zitten om door te gaan. Kampioen worden in de Serie A met zijn economisch slecht geleide clubs, zou nog kunnen, maar Europees meespelen voor de prijzen is wat anders. Conte is ervan overtuigd dat hij alles uit zijn spelers heeft gehaald, en dat hij, om verdere successen te halen, betere en dus dure voetballers nodig heeft. “In een restaurant waar de gangbare prijs honderd euro is, kan je niet gaan aanzitten als je maar tien euro op zak hebt”, laat hij zich ontvallen. Het zal zijn grootste vergissing blijken. Eén waar de club én de spelers wanneer ze een jaar later de ene prijs na de andere binnenhalen graag naar verwijzen.

In nog geen 24 uur heeft Giuseppe Marotta een vervanger. Een sterk staaltje, want de lijst van beschikbare trainers is niet lang. Wanneer Allegri Marotta aan de lijn krijgt, denkt hij dat die hem vraagt voor het komende seizoen vanaf medio 2015, wanneer het contract van Conte is afgelopen. Maar Marotta vraagt: “Kan je morgen op het veld staan?” Wanneer de nieuwe trainer op 16 juli op de club verschijnt, geraken de gemoederen verhit. Allegri wordt vereenzelvigd met Milan, de club die hij kampioen gemaakt heeft, ook al was hij in zijn jeugd fan van Juventus en hing er op zijn jongenskamer in Livorno een poster van Michel Platini. Terwijl de fans moord en brand schreeuwen, blijft Allegri rustig. Hij predikt geen revolutie, maar behoudt het spelsysteem met drie verdedigers waarmee de spelers onder Conte zo succesvol waren, ook al is hij een adept van de viermansverdediging. Pas in oktober tegen Olympiacos pakt hij voor het eerst uit met vier verdedigers. Vanaf dan schakelt Juventus moeiteloos om van het ene systeem, de 3-5-2 van Conte, naar Allegri’s favoriete 4-2-3-1 en omgekeerd. Desnoods binnen één wedstrijd. Dat kan, want Allegri heeft vanaf dag één gemerkt met wat voor spelers hij te maken heeft: intelligente voetballers die ook na drie landstitels nog honger hebben, ook al zijn de meeste titularissen dertig jaar of ouder. Zijn sterkste kunstje is dat hij zijn spelers overtuigt dat, als Juventus won, dat niet zozeer aan de trainer lag, maar vooral aan henzelf. En dat ze ook kunnen winnen wanneer een trainer niet 24 uur op 24 uur in hun oren schreeuwt dat ze nog harder moeten werken, zoals Conte deed.

Want één ding is duidelijk: Conte heeft zijn spelers uitgeperst als citroenen. Nooit was het goed genoeg, altijd was er nog wel iets op te merken, ook als de wedstrijd met ruim verschil gewonnen werd. De spelers liepen weg met Conte, die hen uit hun comfortzone haalde en hen ertoe bracht hun grenzen te verleggen, maar zijn ook opgelucht dat hij na drie jaar weg is. Eindelijk kunnen ze ademhalen.

Geleidelijk groeit het respect voor de nieuwe trainer, die hen niet alleen laat ademen, nooit schreeuwt of juicht, niet uitgaat van zijn systeem, maar zich aanpast aan de kwaliteiten van zijn spelers, en nooit uitleg geeft aan bankzitters. Ook voelen de spelers dat de nieuwe coach zijn pionnen goed zet. Wanneer de competitie begint zonder de geblesseerde Pirlo, dé motor van de voorgaande drie seizoenen, zet Allegri gewoon Claudio Marchisio, de enige Juventusspeler die uit de eigen opleiding komt, op Pirlo’s plaats. Die doet dat fantastisch.

Wanneer Pirlo terugkomt, staat hij meteen weer in de ploeg. Van enige wrijving tussen de twee is nooit iets te merken. Eén keer geeft Allegri aan dat Milan indertijd een economische keuze maakte, daarmee insinuerend dat hij het niet was die aanstuurde op een vertrek van de middenvelder.

Alleen heeft Pirlo het in een steeds vlotter draaiend Juventus moeilijk om zijn beste niveau terug te vinden. Hij blijft belangrijk voor het team, maar maakt meer fouten dan voorheen. Het is een van de paradoxen van dit seizoen, dat net in het slechtste seizoen van zijn beste voetballer Juventus het best presteert. Ook wanneer Pogba, het opkomende toptalent, een paar maanden geblesseerd aan de kant blijft, raast de machine in hetzelfde tempo door. Het toont dat het Juventus van Allegri niet van één of twee spelers afhangt, en ook niet van één systeem, zoals de jaren tevoren.

Wat de volgers van Juventus verrast, is niet dat Allegri succes kent, wel dat het zo snel gaat. Velen hadden verwacht dat het team, zonder de constante aanwezigheid van een schreeuwende en op elk detail lettende Conte, relaxter zou gaan spelen, minder geconcentreerd, maar dat is niet het geval.

Nainggolan

Op de cover van Tuttosport van 27 mei staat een grote foto van Radja Nainggolan,op wie Juventus al aasde toen hij nog voor Cagliari voetbalde.Elke dag worden andere ins en outs aangekondigd. Een paar weken geleden zaten Giuseppe Marotta en Ariedo Braida nog samen om te praten over Pogba. Braida, technisch directeur van Barcelona voor het buitenland, was tot vorig jaar technisch directeur van Milan en kent Marotta dus goed. Eerder hield Juventus een bod van Barcelona van 80 miljoen op Pogba af. Barcelona zit ook nog met een transferverbod tot eind 2015.

Wat Andrea Pirlo betreft, wordt een vertrek niet uitgesloten. Miami FC is een optie, maar ook Qatar, waar hij in 2011 nog een aanbieding van Al Sadd naast zich neerlegde. Hij kon er vier jaar lang tien miljoen euro verdienen.

Als Pirlo vertrekt, zal bij Juventus geen paniek uitbreken. Claudio Marchisio zal hem dan gewoon vervangen. Ook als nog iemand van het veelgevraagde trio Arturo Vidal, Carlos Tévez of Paul Pogba vertrekt, wordt Juve volgend seizoen minstens opnieuw kampioen van Italië. Daarvoor is de tegenstand in eigen land te zwak en de eigen machine te goed geolied. Kortom, Juventus is een Oude Dame met een jong hart.

Dat is ook iets wat watchers opvalt, zegt Maurizio Crosetti, die de club voor La Repubblica volgt: “Om het even wie naar Juventus trekt: ze worden er allemaal betere spelers. Ik weet niet of het in de lucht boven Turijn hangt, of dat het in het water zit. Het volstaat, als je echt talent hebt, dat je dat shirt aantrekt en het gaat een stuk beter. Die trui is geen gewicht dat op je schouders valt, het is een kracht die je vooruit stuwt.”

Afspraak komende zaterdag in Berlijn.

DOOR GEERT FOUTRÉ

Pirlo, Pogba en Barzagli samen kostten Juventus 300.000 euro.

Als Pirlo vertrekt, zal bij Juventus geen paniek uitbreken. Marchisio zal hem dan gewoon vervangen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content