Voor zijn acties en zijn doorsteekpasses werd middenvelder Dirk Geeraerd gevreesd. ‘Hij maakte het verschil met zijn technische finesse.’

Je hoeft, wordt gezegd, geen grote voetballer geweest te zijn om een goede trainer te worden. Het is een adagium dat zeker opgaat voor Dirk Geeraerd (44), die op zijn 24ste wegens aanhoudende knieproblemen de schoenen aan de haak hing en zich volop stortte op een avontuur als coach.

Dirk Tembuyser groeide op met de trainer van SV Roeselare : hij zat naast hem in de klas op de lagere school en beiden kwamen ze uit voor KSV Oudenaarde. “Dirk was een rechtermiddenvelder”, vertelt hij. “Niet van de snelsten, iemand die vooral op zijn techniek teerde, een goede kapbeweging had. Ook als voetballer was hij heel gedreven, bijzonder fanatiek. Maar al van jongs af aan sukkelde hij met zijn knie.

“Hij kon zich verschrikkelijk ergeren aan tactische fouten. Dirk wilde altijd winnen, vond dat we offensief moesten spelen. Zijn hoofd zat en zit nog altijd vol voetbal. Na de training gebeurde het vaak dat we op het basketbalveldje nog een partijtje drie tegen drie of twee tegen twee speelden. Voor Dirk de perfecte ontspanning. Zo kon hij zijn techniek onderhouden en zijn crochet gebruiken.

“Dirk pikte wel zijn goaltje mee, maar trappen vanop 25 meter was aan hem niet besteed. Hij maakte liever acties, dook graag op aan de tweede paal, borstcontrole en binnen ! Dirk had wel een goed schot : niet hard, maar wel goed gericht.

“Dé uitblinker van de ploeg was hij niet. Dirk was frêle, had het moeilijk tegen de fysiek sterkere tegenstanders. Ruw spel, daar huiverde hij van. Het spel moest vooruitgaan, ook om het publiek te amuseren. Zonder die knieproblemen had hij misschien maximaal eerste provinciale aangekund.”

Romain Maebe had de jonge Dirk Geeraerd onder zijn hoede bij de toenmalige derdeprovincialer DES Leupegem. “Ik vond dat hij centraal het best tot zijn recht kwam. Hij maakte daar het verschil met zijn technische finesse, bracht met een doorsteekpass vaak een andere speler in een gunstige positie voor doel”, zegt de man wiens nicht met Geeraerd trouwde. “Het was niet de speler die er keihard in vloog, meer iemand die oog had voor de schoonheid van het spel. Hij leefde zich graag aanvallend uit, volgde dan zijn gevoel en trachtte iets nuttigs te doen met de bal. Zijn handelingssnelheid en uithoudingsvermogen, dat zat wel goed. Ook zijn passes waren heel zuiver. ( grijnst) Hij zag graag de bal, hé. Dribbelen, dat was zijn lieve lust. Een voetbaldier. Maar als offensieve middenvelder schuwde hij zeker zijn verdedigende taken niet. Dirk was nooit een zweetdief, ging altijd tot het uiterste. En : heel perfectionistisch ingesteld, heel kritisch voor zichzelf. Een pietje-precies. Zalig om mee samen te werken.”

Ook Pierre Holvoet begeleidde Dirk Geeraerd bij DES Leupegem. “Hij kwam uit een generatie waar ook scheidsrechter Frank De Bleeckere deel van uitmaakte”, aldus de leerkracht economie aan het Koninklijk Atheneum in Oudenaarde. “Geen stervoetballers, wel karaktermensen. Dirk had heel veel temperament, soms iets te veel. Hij kon moeilijk tegen zijn verlies, reageerde dan vaak heel furieus, ging al eens over de grens. Geen probleem, de oudere spelers toomden hem op tijd in.”

door frédéric vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content